Hoofdstuk 3
Geven de religies van de wereld de juiste leiding?
1-3. (a) Welke belangrijke vragen betreffende de religies van de wereld worden hier opgeworpen? (b) Waarom zijn deze vragen passend?
HOE u ook tegenover religie staat, u zult het er beslist mee eens zijn dat ze altijd een grote invloed op de mensheid heeft gehad. De World Book Encyclopedia 1970 verklaart: „Religie is een van de sterkste krachten in de geschiedenis geweest.”15
2 Vormen de religies van de wereld met al hun invloed op honderden miljoenen mensen een werkelijke kracht ter bevordering van vrede en zekerheid? Of hebben ze tot de beroering op aarde bijgedragen? Zou het kunnen zijn dat ze in werkelijkheid de grootste verantwoordelijkheid dragen voor het feit dat de mensheid oog in oog staat met wereldvernietiging?
3 Mogelijk zijn dit ontstellende vragen voor u. Maar zoals u zich misschien zult herinneren, zei Christus Jezus over de religieuze leiders van zijn dagen: „Laat hen maar begaan. Zij zijn blinde gidsen. Indien nu een blinde een blinde leidt, zullen beiden in een kuil vallen” (Matth. 15:14). Er zijn op het ogenblik honderden religies die beweren christelijk te zijn en die zich erop beroemen in totaal bijna één miljard leden te hebben. De natiën van de christenheid behoren tot de machtigste natiën ter wereld. Wat de religies van de christenheid tot nu toe hebben onderwezen, heeft beslist zeer veel te maken gehad met de wereldtoestanden. Kunnen wij derhalve zeggen dat ze in overeenstemming leven met hun bewering God en Christus Jezus te vertegenwoordigen en de bijbel als Gods Woord na te volgen? Of is het mogelijk dat ze, net als de andere religies van de wereld, de mensheid in werkelijkheid naar een conflict met God leiden, een conflict dat alleen maar op rampspoed kan uitlopen?
4, 5. Op welke wijze kunnen de antwoorden op deze vragen ons helpen te ontdekken hoe betrouwbaar de bijbel is?
4 Als u voor uzelf en uw gezin vrede en zekerheid zoekt, zult u een openhartige beschouwing van deze vragen stellig toejuichen. De antwoorden erop zullen u bovendien nog iets anders onthullen. Ze zullen u laten zien hoe betrouwbaar de bijbel eigenlijk is en met welk een kracht dit boek er aanspraak op kan maken het Woord van God te zijn. Hoe dat zo?
5 Omdat de bijbel zegt dat er zowel ware als valse religie is. En er wordt in bekendgemaakt dat God slechts die aanbidding goedkeurt en zegent die op waarheid gefundeerd is en vrij is van huichelarij en bedrog (Matth. 15:7-9; Joh. 4:23, 24; Tit. 1:16). De bijbel verklaart dat slechts ware aanbidding, die volledig in overeenstemming is met Gods Woord, mensen kan voortbrengen die in vrede en eenheid leven en oprechte liefde voor elkaar hebben (Jes. 32:17, 18; Joh. 13:35). Indien dit zo is, zal religie die in strijd is met de bijbel de mensheid nooit naar ware vrede en zekerheid kunnen leiden. Is dat ook gebleken?
WELKE LEIDING GEEFT DE WERELDRELIGIE IN VERBAND MET OORLOG?
6. Wat moeten mensen eerst doen, voor er ware vrede kan komen?
6 De bijbel noemt God degene „die vrede geeft” (Rom. 16:20). En zijn volk wordt onderricht ’vrede te zoeken en die na te streven’, „hun zwaarden tot ploegscharen [te] slaan” en de oorlog niet meer te leren (1 Petr. 3:11; Jes. 2:2-4). Zulk een wereldomvattende vrede kan alleen komen als mensen eerst ’hun naasten liefhebben als zichzelf’. — Matth. 22:39.
7-12. Wat tonen de feiten aan met betrekking tot de vraag of de religies van de wereld de soort van liefde hebben onderwezen waardoor internationale vrede wordt bevorderd?
7 Hebben de religies van deze wereld hun volgelingen een dergelijke liefde onderwezen? Hebben ze hun geleerd dat deze liefde nationale grenzen en rassen- of taalverschillen te boven gaat? Hebben de kerken van de christenheid, zowel de katholieke als de protestantse kerken, hun bewering waar gemaakt dat ze Jezus Christus als „de Vredevorst” navolgen? Hoewel dit velen misschien zal verbazen, bewijst de geschiedenis het tegendeel.
8 De New York Times merkte hierover op: „In het verleden ondersteunden de plaatselijke katholieke hiërarchieën vrijwel altijd de oorlogen van hun natie, door de troepen te zegenen en gebeden op te zenden voor de overwinning, terwijl een andere groep [katholieke] bisschoppen aan de andere zijde in het openbaar om het tegenovergestelde resultaat bad.”16 Protestantse religieuze leiders deden hetzelfde.
9 Een typerend voorbeeld hiervan was de Eerste Wereldoorlog, die in het hartje van de christenheid uitbrak. De overgrote meerderheid van de mannen die aan beide kanten vochten, behoorde tot dezelfde religies. De Belgische krant La Dernière Heure verhaalt hoe gedurende die oorlog de rooms-katholieke kardinaal Amette van Parijs tot de Franse soldaten zei:
„Mijn broeders, kameraden van het Franse leger en van hun roemrijke bondgenoten, de Almachtige God is aan onze zijde. . . . God is nabij onze dappere soldaten in de strijd; hij geeft hun kracht en versterkt hen tegen de vijand. God zal ons de overwinning geven.”17
10 Terzelfder tijd sprak aan de andere zijde de katholieke aartsbisschop van Keulen de Duitse soldaten toe met de woorden:
„God is met ons in deze strijd voor rechtvaardigheid . . . Wij bevelen u in de naam van God, tot uw laatste druppel bloed te vechten voor de eer en glorie van het land. . . . God weet dat wij aan de zijde van het recht staan en hij zal ons de overwinning schenken.”17
11 Vertegenwoordigen de kerken God als ze op zo’n tegenstrijdige, haatdragende wijze leiding geven? Nadat Italië in 1935 Ethiopië was binnengevallen, stond er in de Courier van Pittsburgh:
„De kerk volgt de vlag, ook al wordt die gedrenkt in het bloed van onschuldige slachtoffers van oorlogshysterie, die in de naam van de beschaving zijn afgeslacht . . .
En evenals de katholieke Kerk zulk een internationale roverij, uitbuiting en moord hetzij goedgekeurd of zelden afgekeurd heeft, kan dit ook van de protestantse kerken worden gezegd. . . .
De geestelijke zwakheid van de christelijke Kerk heden ten dage is grotendeels toe te schrijven aan de voortdurende compromissen die ze sluit met het kwaad dat ze wordt verondersteld te bestrijden.”18
12 Gedurende de Tweede Wereldoorlog en in nadien gestreden oorlogen hebben de kerken hetzelfde patroon gevolgd. En hoe staat het met de religies buiten de christenheid? Hebben die een ander bericht opgebouwd? Integendeel, zoals de geschiedenis overduidelijk aantoont, hebben leden van dezelfde niet-christelijke religies elkaar dikwijls in gewelddadige conflicten en oorlogen gedood. Vaak wordt dit soort van gewelddaad en bloedvergieten zelfs door hun religieuze leer ondersteund.
13. Handelen de geestelijken die, in de naam van de vrede, deelnemen aan gewelddadige protestacties tegen bestaande regeringen, in overeenstemming met de bijbel?
13 In vredestijd bejubelen religieuze leiders weliswaar de vrede — het is dan populair dit te doen — en misschien hoort of leest u wel hoe enkelen van hen een standpunt innemen tegen oorlog, ook al is zo’n standpunt niet populair, maar toch geven deze zelfde religieuze leiders er in veel gevallen blijk van niet werkelijk vredig gezind te zijn doordat zij deelnemen aan protestacties die vaak een gewelddadig karakter dragen. Sommigen zijn zelfs voorstanders van sabotage en opstand tegen bestaande regeringen. De bijbel veroordeelt echter zo’n handelwijze. — Rom. 12:17-19; 13:1, 2.
14. (a) In welke symbolische taal worden de religies van de wereld in de bijbel beschreven? (b) Waarvan wordt „Babylon de Grote” beschuldigd?
14 De invloed die de religies van de wereld op de natiën van de aarde uitoefenen, is zo groot dat de bijbel deze religies collectief als een rijk beschrijft. Ze worden aangeduid door de naam „Babylon de Grote”, welke naam, zoals vermeld, betrekking heeft op „de grote stad, die een koninkrijk over de koningen der aarde heeft” (Openb. 17:3-5, 15, 18). Omdat de religies van de wereld zich onmiskenbaar voor politiek, commercieel en sociaal gewin hebben ’geprostitueerd’, wordt dit religieuze rijk, Babylon de Grote, als een „hoer” afgebeeld. Over dit met een hoer te vergelijken religieuze rijk wordt gezegd: „In haar werd het bloed gevonden van . . . allen die op de aarde geslacht zijn” (Openb. 18:24). Klinkt dat schokkend — dat de religies van de wereld de voornaamste schuld dragen van alle bloedbaden waardoor de wereldgeschiedenis wordt gekenmerkt? Gezien echter de invloed die ze uitoefenen en het voorbeeld dat ze hebben gesteld door oorlogen te ondersteunen, waarbij nog hun bloedige kruistochten en religieuze vervolging komen, rust die grote verantwoordelijkheid toch op niemand anders dan op deze religies. — Vergelijk Matthéüs 23:33-36; 27:20-23, 25.
15. Als personen die tot een kerk behoren, werkelijk vrede wensen, welke vragen met betrekking tot hun eigen kerk moeten zij dan bereid zijn onder de ogen te zien?
15 De bijbel leert „dat wij liefde voor elkaar moeten hebben; niet zoals Kaïn, die uit de goddeloze [Satan de Duivel] voortsproot en zijn broer vermoordde” (1 Joh. 3:10-12). Toch blijft de mensheid de weg van Kaïn volgen, en de religies van de wereld hebben degenen die deze weg volgen, hun zegen gegeven. Als u lidmaat van een kerk bent, vraag uzelf dan af: ’Hoe staat het er met mijn eigen religie voor? Als alle mensen tot mijn religie zouden behoren, zouden er dan geen oorlogen meer zijn en zou deze aarde dan nu een plaats van ware vrede zijn?’
BEVORDEREN DE RELIGIES VAN DE WERELD EEN GOEDE MORAAL?
16. (a) Waarom is het vasthouden aan juiste morele maatstaven belangrijk voor vrede en zekerheid? (b) Wat zal volgens de bijbel zo’n goede moraal bevorderen?
16 Is er iemand die zich in ware vrede met zijn naasten of in ware zekerheid kan verheugen als er niet wordt vastgehouden aan juiste morele maatstaven? Kennelijk niet. Zonder deze maatstaven zullen er slechte praktijken zoals liegen, stelen, overspel plegen, en dergelijke, worden beoefend. Oprechte liefde voor de naaste zal bevorderlijk zijn voor de goede moraal. De bijbel brengt het als volgt onder woorden:
„Hij die zijn medemens liefheeft, heeft de wet vervuld. Want het wetsreglement: ’Gij moogt geen overspel plegen, Gij moogt niet moorden, Gij moogt niet stelen, Gij moogt niet begeren’, en welk ander gebod er ook is, wordt samengevat in dit woord, namelijk: ’Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf.’ De liefde berokkent de naaste geen kwaad; daarom is de liefde de vervulling van de wet.” — Rom. 13:8-10.
17, 18. (a) Kunnen wij verwachten vrede met God te genieten als wij niet aan rechtvaardige morele maatstaven vasthouden? (b) Wie stelt deze maatstaven vast?
17 Wat echter nog belangrijker is: Gelooft u dat er iemand is die in vrede met God kan leven en de verzekering kan hebben dat hij Zijn gunst en bescherming geniet als hij niet werkelijk een moreel leven leidt? Zou u God kunnen respecteren en eren als hij van degenen die hij goedkeurt niet zo’n juiste morele levenswijze zou eisen?
18 Natuurlijk zal God als hij rechtschapenheid eist, zijn schepselen duidelijk moeten maken wat zijn morele maatstaven zijn. Te zeggen dat elkeen maar zijn eigen maatstaven moet vaststellen en daarnaar moet leven, zou net zo onredelijk zijn als te zeggen dat elkeen maar zijn eigen verkeersregels zou moeten maken en opvolgen. U weet wat de gevolgen zouden zijn. Het is logisch dat de bijbel duidelijk maakt dat Gods goedkeuring slechts op één wijze verkregen kan worden en dat elke andere manier slechts op vernietiging uitloopt. — Matth. 7:13, 14.
19. Als de kerken van de christenheid op moreel gebied een voortreffelijk voorbeeld zouden geven, wat zou u dan in het leven van hun lidmaten verwachten te zien?
19 Welnu, volgen de kerken van de christenheid op getrouwe wijze de bijbel na, houden ze de daarin opgetekende morele maatstaven hoog en zijn ze zodoende een voorbeeld voor de rest van de wereld? Wat blijkt er uit de levenswijze van degenen die tot deze kerken behoren? De bijbel zegt dat de „vrucht van [Gods] geest . . . liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing” is (Gal. 5:22, 23). Is dit de vrucht die de religies van de wereld voortbrengen? Of ontdekt u in plaats daarvan een verbazingwekkend aantal „rotte” vruchten, „de werken van het vlees . . . hoererij, onreinheid, een losbandig gedrag, afgoderij, beoefening van spiritisme, vijandschappen, twist, jaloezie, vlagen van toorn, ruzies, verdeeldheid, sekten, uitingen van afgunst, drinkgelagen, brasserijen”? (Gal. 5:19-21) De mensen met bomen vergelijkend, zegt de bijbel dat elke „boom” die zulke vruchten voortbrengt, voor de vernietiging bestemd is. — Matth. 7:17-19; 12:33.
20-22. Welke vragen in verband met de moraal dienen er omtrent de leden van iemands eigen kerk te worden gesteld? (b) Wat moet er volgens de bijbel gedaan worden met een gemeentelid dat een beoefenaar van immoraliteit is geworden? (c) Wordt dit in de kerken gedaan?
20 Als u tot de een of andere religie behoort vraag uzelf dan af: ’Hoe zeker en overtuigd ben ik van de morele maatstaven die de leden van mijn religie erop na houden? Als alle mensen op aarde als de leden van mijn religie zouden leven, zou er dan een einde aan misdaad, oneerlijke zakenpraktijken, tweedracht en seksuele immoraliteit komen?’
21 De bijbelse waarschuwing is onmiskenbaar waar dat „een weinig zuurdeeg . . . de gehele massa [doet] gisten” en dat ’slechte omgang nuttige gewoonten bederft’ (Gal. 5:9; 1 Kor. 15:33). Daarom schreef de geïnspireerde apostel aan christenen „niet langer in gezelschap te verkeren van iemand, een broeder genoemd, die een hoereerder of een hebzuchtig persoon of een afgodendienaar of een beschimper of een dronkaard of een afperser is, en met zo iemand zelfs niet te eten. . . . ’Verwijdert de goddeloze man uit uw midden’”. — 1 Kor. 5:11-13.
22 Natuurlijk kan iemand op een bepaald moment een misstap begaan en zich daarna herstellen. Maar wat valt er te zeggen over degenen over wie de apostel schrijft, personen die zulke dingen beoefenen, ze tot een deel van hun leven maken? Als zulke personen beweren God te dienen, zijn het huichelaars. Stellig hebt u een afschuw van huichelachtigheid, en de bijbel toont aan dat God huichelarij en huichelaars haat (Matth. 23:27, 28; Rom. 12:9). Hoe staat het dan met uw religie? Beschermen uw religieuze leiders de leden van uw kerk voor geestelijk gevaar door ’personen die zonde beoefenen, voor alle aanwezigen terecht te wijzen’? (1 Tim. 5:20) Verwijderen zij personen die volharden in kwaaddoen en er geen blijk van geven er oprecht berouw over te hebben? Of laten zij toe dat zulke mensen gerespecteerde leden blijven en anderen besmetten? Schenken zij louter ’lippendienst’ aan de moraal, terwijl zij overtredingen in werkelijkheid vergoelijken of ’door de vingers zien’? — Matth. 15:7, 8.
23. (a) Wat zeggen veel geestelijken in deze tijd over zaken als hoererij, overspel en homoseksualiteit? (b) Wat zegt de bijbel over zulke praktijken?
23 Over de gehele wereld stapelen de bewijzen zich op dat de religies van de wereld geen ware kracht zijn geweest voor het handhaven van een goede moraal en de daaruit voortvloeiende zekerheid en vrede. Steeds meer maken religieuze leiders in deze tijd in het openbaar bekend dat hoererij, overspel en homoseksualiteit niet noodzakelijkerwijs verkeerd zijn. U hebt zelf misschien wel nieuwsberichten hierover gelezen. Deze geven de huidige tendens weer die er in de religies van de wereld heerst. Ze geven echter niet weer wat de bijbel zegt:
„Wordt niet misleid. Noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch mannen die er voor tegennatuurlijke doeleinden op na worden gehouden, noch mannen die bij mannen liggen, noch dieven, noch hebzuchtige personen, noch dronkaards, noch beschimpers, noch afpersers zullen Gods koninkrijk beërven.” — 1 Kor. 6:9, 10.
24. Op welke wijze kan iemand met zekerheid te weten komen hoe zijn voorganger over zulke praktijken denkt?
24 Misschien bent u van mening dat de leiders van uw religie pal staan voor hoge morele maatstaven. Maar hebt u uw voorganger ooit persoonlijk gevraagd hoe hij over deze aangelegenheden denkt? U hebt er recht op dit te weten en u moet het weten, want uw hoop op eeuwig leven is erbij betrokken.
VRIJ VAN HEBZUCHT EN ZELFZUCHT
25. Welke uitwerking heeft de „liefde voor geld” op menselijke betrekkingen?
25 Het is duidelijk dat veel van de hedendaagse strijd en onzekerheid door hebzucht en zelfzucht wordt veroorzaakt. De bijbel zegt dat de „liefde voor geld . . . een wortel van allerlei schadelijke dingen [is]” (1 Tim. 6:10). Zijn de religies van de wereld, en in het bijzonder die van de christenheid, hiervan vrij?
26, 27. Op welke wijze hebben de religies van de wereld getoond hoe ze tegenover geld en het vergaren van landbezit staan?
26 Is het niet zo dat de kerken in de christenheid de gewoonte hebben hun leden belasting te laten betalen, tienden te heffen, collecteschalen te laten rondgaan, programma’s voor het inzamelen van geld op touw te zetten en in het openbaar, door middel van religieuze radio- en televisieprogramma’s of rondschrijvens per post, om geld te vragen? Wanneer kerkleden van de diensten van religieuze leiders gebruik wensen te maken — bijvoorbeeld bij doop-, huwelijks- of begrafenisplechtigheden — voelen zij zich dan in het algemeen niet verplicht hiervoor te betalen? En over de gehele wereld heeft men mensen die vaak in werkelijke armoede verkeerden, verzocht en ertoe geprest de bouw van kostbare kathedralen en tempels te bekostigen.
27 In veel landen hebben de religies van de wereld de naam opgebouwd een overvloedige rijkdom bijeenvergaard te hebben en grootgrondbezitters te zijn. In de negentiende eeuw bezat de Rooms-Katholieke Kerk in Mexico niet minder dan de helft van alle onroerende goederen in dat land.19 Evenzo kan men in veel landen met niet-christelijke religies vaak de grootste opeenhoping van rijkdommen aantreffen in de religieuze tempels, die gewoonlijk een schreeuwend contrast vormen met de armoede van het merendeel der bevolking die eromheen woont.
28. Hoe is deze handelwijze tegengesteld aan hetgeen Jezus Christus en zijn apostelen leerden?
28 Stel hier eens de leer van Jezus Christus tegenover, die tot zijn discipelen zei: „Gij hebt om niet ontvangen, geeft om niet” (Matth. 10:8). Uit het bijbelverslag blijkt dat onder de oorspronkelijke christenen al het geven vrijwillig, zonder dwang, geschiedde (Hand. 11:29, 30; 2 Kor. 9:7). Degenen die de leiding namen, de apostelen en anderen, vormden geen financiële last voor hun christelijke broeders, terwijl zij zichzelf ook niet ten koste van hen verrijkten. Zij werkten met hun eigen handen (Hand. 18:1-4; 20:33-35). Kan dit ook van de religieuze leiders die u kent, worden gezegd?
29. Welke overeenkomsten neemt u waar tussen de religieuze leiders van de wereld in onze tijd en degenen die in de eerste eeuw G.T. tegen Jezus gekant waren?
29 Vergelijk de hedendaagse religieuze leiders van de wereld eens met de religieuze leiders die in de eerste eeuw G.T. tegen Jezus gekant waren. Hoewel deze mannen bepaalde liefdadige werken verrichtten, hielden zij van roem en aanzien en trachtten zij bij de politieke leiders in de gunst te komen (Matth. 6:2; Mark. 12:38-40; Joh. 11:47, 48; 19:15). Jezus zei ronduit tegen deze „liefhebbers van geld” dat zij walgelijk waren in Gods ogen, omdat zij huichelaars waren. Hij vergeleek hen met „witgekalkte graven, die van buiten weliswaar mooi schijnen, maar van binnen vol doodsbeenderen en allerlei onreinheid zijn”, en zei vervolgens tot hen: „Zo schijnt ook gij, van buiten weliswaar, rechtvaardig voor de mensen, maar van binnen zijt gij vol huichelarij en wetteloosheid.” — Luk. 16:14, 15; Matth. 23:27, 28.
WAARTOE HEEFT VERWERPING VAN DE BIJBEL GELEID?
30. Wat is, zoals Jesaja 48:17, 18 aantoont, het gevolg wanneer mensen aandacht schenken aan Jehovah’s geboden?
30 Tot het volk Israël, een natie die beweerde God te aanbidden, richtte Jehovah God eens de volgende woorden: „Ik, Jehovah, ben uw God, Degene die u leer uzelf baat te verschaffen . . . O indien gij slechts werkelijk aandacht aan mijn geboden zoudt schenken! Dan zou uw vrede worden net als een rivier, en uw rechtvaardigheid als de golven der zee.” — Jes. 48:17, 18.
31-33. Wat wordt hier aangetoond met betrekking tot de houding van veel geestelijken ten aanzien van het Woord van God?
31 Het beschouwde bewijsmateriaal toont echter aan dat de religies van de wereld geen aandacht aan Gods geboden hebben geschonken. In de christenheid komen zelfs meer en meer geestelijken er openlijk voor uit dat zij niet in de bijbel als het geïnspireerde Woord van God geloven. Het tijdschrift Science van november 1972 bevatte een verslag over een bijeenkomst van een onderwijscommissie in Californië, op welke vergadering een „mormoonse bisschop en de deken van de Grace Episcopal-kathedraal te San Francisco” zich vóór evolutie en tegen het scheppingsverslag in het bijbelboek Genesis hadden uitgesproken.”20
32 En hoewel de New Catholic Encyclopedia beweert de bijbel in principe als geïnspireerd te aanvaarden, staat daarin toch: „Het is niettemin duidelijk dat veel verklaringen in de bijbel eenvoudig niet de toets van de geschiedenis en de moderne wetenschappelijke kennis kunnen doorstaan.”21
33 Een soortgelijke gedachte staat weergegeven in de baptistische Broadman Bible Commentary.22 Op een in 1972 gehouden conventie van de Southern Baptist (de grootste protestantse denominatie in de Verenigde Staten) werd een resolutie aangeboden om dit werk te herroepen en te herschrijven omdat het de waarheidsgetrouwheid van de bijbel niet ondersteunde. De resolutie werd echter met een viervijfde meerderheid verworpen. — The Christian Century, 2 augustus 1972.
34, 35. (a) Wat is het resultaat geweest van het verwerpen van de leer van de bijbel? (b) Is het derhalve redelijk te verwachten dat de religies van de wereld de mensheid naar vrede en zekerheid zullen leiden?
34 Wat is het resultaat van dit alles geweest? Zijn de religies van de wereld in staat geweest te tonen dat ze de bijbelse leer omlaag kunnen halen en toch nog een goede moraal kunnen handhaven, die vrede en zekerheid bevordert? Integendeel, de toestanden worden over de gehele aarde slechter, en de christenheid is op het gebied van misdaad, immoraliteit, verslaving aan drugs, rassenstrijd en oorlog, lange tijd het zwaarst getroffen deel van de wereld geweest. Maar ook de natiën met niet-christelijke religies zijn in toenemende mate het toneel geworden van onrust en verdeeldheid, politieke corruptie en een verslechterende moraal. De bijbel merkt terecht op: „Zij hebben Jehovah’s wóórd verworpen, en wat voor wijsheid hebben zij dan?” — Jer. 8:9.
35 De bewijzen over de gehele wereld zijn niet te loochenen. Ze tonen aan dat de religies van de wereld geen ware kracht ter bevordering van vrede en zekerheid vormen. Wat betekent dit voor ons?
HET EINDE VAN DE RELIGIES VAN DE WERELD NADERT
36, 37. Wat zal volgens de bijbelse waarschuwing over de religies van de wereld komen?
36 Jezus Christus zei: „Elke plant die mijn hemelse Vader niet heeft geplant, zal ontworteld worden” (Matth. 15:13). De slechte vruchten van de religies van de wereld bewijzen dat ze geen planting van God zijn. De bijbel heeft niet alleen gewaarschuwd dat zulke religies nooit vredige en rechtvaardige toestanden zouden brengen, maar waarschuwt ook voor de ophanden zijnde vernietiging van alle valse stelsels van aanbidding.
37 Over dit religieuze rijk, waarover God spreekt onder het symbool van het met een hoer te vergelijken „Babylon de Grote”, zegt Hij:
„Haar zonden hebben zich helemaal tot aan de hemel opgehoopt, en God heeft zich haar ongerechtigheden herinnerd. . . . op één dag [zullen] haar plagen komen, dood en rouw en hongersnood, en ze zal geheel verbrand worden met vuur, want Jehovah God, die haar heeft geoordeeld, is sterk.” — Openb. 18:5-8.
38. Hoe zal die vernietiging komen, en uit welke bron?
38 Merk op dat de vernietiging van het wereldrijk van valse religie verrassend plotseling zal komen, als „op één dag”. Al de rijkdommen die ze heeft opgestapeld, zullen door de politieke natiën worden verwoest, tot grote verrassing en ontsteltenis van vele personen. — Openb. 18:10-17, 21; 17:12, 16.
39. (a) Waartoe worden personen die Gods goedkeuring wensen te ontvangen, in Openbaring 18:4 aangespoord? (b) Wat beweegt hen ertoe een dergelijke stap te doen?
39 Daarom luidt de goddelijke roep: „Gaat uit van haar, mijn volk, indien gij niet met haar in haar zonden wilt delen, en indien gij geen deel van haar plagen wilt ontvangen” (Openb. 18:4). Om een dergelijke stap te doen, moet u dit wereldrijk van valse religie zien zoals God het beziet, en moet u het verfoeien om zijn rotte vruchten, zijn huichelarij en bijgeloof. U moet walgen van de manier waarop „Babylon de Grote” de mensheid een verkeerde voorstelling van God heeft gegeven en u moet walgen van het lijden, de onderdrukking en het vertrappen van de mensheid waartoe dit heeft bijgedragen (Rom. 2:24; Jer. 23:21, 22). Als u dit erkent, zult u haar in geen enkel opzicht meer willen ondersteunen en aldus tonen dat u het volledig eens bent met het oordeel dat God over haar zal brengen.
40. (a) Wat zal iemand daarenboven nog moeten vinden, wil hij vrede en zekerheid genieten? (b) Naar wat voor soort van personen moet men uitzien als men degenen tracht te vinden die de ware aanbidding beoefenen?
40 Als u voor uzelf en uw gezin echter vrede en zekerheid zoekt, is het niet voldoende u alleen maar terug te trekken. U moet nu moeite doen om de ware, niet-huichelachtige aanbidding te vinden die u Gods vrede en bescherming zal brengen als de voorzegde vernietiging komt. Zij die aan deze ware aanbidding deelnemen, moeten personen zijn die ’hun zwaarden reeds tot ploegscharen hebben geslagen, en de oorlog niet meer leren’ (Jes. 2:4). Het moeten personen zijn die geloof stellen in Gods Woord en er oprecht naar leven, die het een gids in hun leven laten zijn (Ps. 119:105). Zij moeten oprechte, ongehuichelde liefde voor hun medemens tonen (Joh. 13:35; Rom. 13:8). Er zijn in deze tijd zulke mensen. En de vrede en zekerheid die zij genieten, bewijzen de betrouwbaarheid en kracht van Gods Woord, de bijbel.
41. Wat zult u uit de eerste hand te weten kunnen komen wanneer u de vergaderingen van Jehovah’s getuigen in een van hun Koninkrijkszalen bezoekt?
41 Degenen door bemiddeling van wie u dit boek hebt ontvangen, Jehovah’s christelijke getuigen, maken zich ernstig bezorgd over de gevaarlijke situatie waarin de valse religie de mensen heeft gebracht. Zijzelf trachten oprecht Gods Woord in hun leven op de eerste plaats te stellen. U wordt uitgenodigd hun vergaderingen in hun plaatselijke Koninkrijkszaal te bezoeken en voor uzelf te onderzoeken in welke mate zij de vrucht van Gods geest ten toon spreiden en zich verheugen in de vrede en zekerheid die hieruit voortvloeien. U zult ook zien hoe zij de vereisten leren kennen en toepassen die God gesteld heeft voor iedereen die wil blijven leven en Zijn rechtvaardige nieuwe ordening wenst binnen te gaan.
[Illustratie op blz. 25]
Wist u dat de Kerken zo nauw bij oorlog betrokken waren?
[Illustratie op blz. 30]
Is dit de soort van leiding die u voor uw gezin wenst?