Hoofdstuk 13
Wat doet uw kijk op seks ertoe?
1-3. (a) Hoe toont de bijbel aan dat seksuele betrekkingen tussen man en vrouw Gods goedkeuring wegdragen? (b) Zou iemands welzijn erdoor gebaat zijn wanneer hij zich overgaf aan een onbeteugeld gebruik van zijn seksuele vermogens?
ER ZIJN mensen die van mening zijn dat de bijbel alles afkeurt wat met seks te maken heeft. Dat is natuurlijk niet wat de bijbel zelf zegt. Na verteld te hebben hoe God de eerste man en vrouw schiep, verhaalt de bijbel vervolgens: „God [zegende] hen en God zei tot hen: ’Weest vruchtbaar en wordt tot velen en vult de aarde.’” — Gen. 1:27, 28.
2 Seksuele betrekkingen tussen man en vrouw dragen derhalve Gods goedkeuring weg. Maar dient men zich er onbeperkt aan over te geven? Zou een dergelijke kijk tot gevolg hebben dat wij ten volle van het leven genieten? Zou dit werkelijke vrede en zekerheid voor onszelf en voor degenen om ons heen tot gevolg hebben?
3 Seks kan evenzeer misbruikt worden als andere menselijke functies. Eten is goed en noodzakelijk voor het leven; toch kan gulzigheid de gezondheid schaden en iemands leven verkorten. Slaap is ook uiterst belangrijk; maar door te veel slaap zal men niet voldoende presteren, terwijl het lichaam er zelfs door kan verzwakken. Evenals werkelijke vreugde in het leven niet voortspruit uit gulzigheid, dronkenschap en luiheid, spruit ze ook niet voort uit een onbeteugeld gebruik van het voortplantingsvermogen. Hetgeen de mens in de loop van duizenden jaren op dit gebied heeft ondervonden, getuigt hiervan. Moeten wij dit door middel van bittere persoonlijke ervaring te weten komen? Er is een betere manier.
4. Wat dient ons ertoe te bewegen Gods maatstaven met betrekking tot seks hoog te houden?
4 Gods Woord verschaft een evenwichtige kijk op seks waardoor ons geluk thans en in de toekomst beschermd zal worden. Wij dienen er echter niet slechts ter wille van onze eigen vrede en zekerheid maar — en dit is veel belangrijker — uit respect voor onze Schepper moeite voor te doen zijn maatstaven betreffende het gebruik van deze vermogens waarmee hij de mensheid heeft begiftigd, te leren kennen en ons eraan te houden. Stellen wij ons werkelijk aan zijn zijde in de strijdvraag inzake de rechtmatigheid van zijn heerschappij? Dan zullen wij ons ook in deze aangelegenheid graag aan zijn superieure wijsheid en autoriteit als de Universele Soeverein onderwerpen. — Jer. 10:10, 23.
HET HUWELIJK EERBAAR HOUDEN ONDER ALLEN
5. Wat zegt de bijbel over buitenechtelijke seksuele betrekkingen?
5 De bijbel vermaant: „Het huwelijk zij eerbaar onder allen en het huwelijksbed zonder verontreiniging, want God zal hoereerders en overspelers oordelen” (Hebr. 13:4). God is dus tegen personen die buitenechtelijke seksuele betrekkingen onderhouden. Dit stemt overeen met het feit dat God toen hij de eerste man een levensgezellin gaf, te kennen gaf dat het zijn wil was dat een man en zijn vrouw „één vlees” zouden worden in een blijvende band van eenheid. Ongeveer vierduizend jaar later toonde Gods Zoon aan dat zijn Vader niet van deze maatstaf was afgestapt (Gen. 2:22-24; Matth. 19:4-6). Maar legt zo’n maatstaf ons onnodige restricties op? Wordt ons hierdoor iets goeds onthouden? Laten wij eens zien.
6. Waardoor wordt aangetoond dat Gods wet inzake overspel voor ons bestwil is?
6 Overspel vormt een schending van de goddelijke maatstaf en Jehovah God geeft de verzekering dat hij in het oordeel „een snelle getuige” tegen overspelers zal worden (Mal. 3:5). De slechte vruchten van seksuele betrekkingen met iemand buiten de huwelijksverbintenis beklemtonen de wijsheid van Gods wet. Overspel schendt het vertrouwen en schept achterdocht. Het veroorzaakt onzekerheid en ondermijnt de huwelijksvrede. De hieruit voortvloeiende bitterheid en hartepijn leiden vaak tot echtscheiding. Kinderen lijden eronder als zij het gezin uiteen zien vallen. Vindt u met het oog op deze dingen ook niet dat Gods veroordeling van overspel voor ons bestwil is? Zijn Woord toont aan dat iedereen die zijn naaste oprecht liefheeft, geen overspel zal bedrijven. — Rom. 13:8-10.
7. Leg uit wat er met „hoererij” wordt bedoeld zoals dit woord in de bijbel voorkomt.
7 Zoals wij hebben opgemerkt, vermeldt de bijbel ook dat God hoereerders oordeelt. Wat is „hoererij” eigenlijk precies? Hoewel het bijbelse gebruik van deze uitdrukking zowel geslachtsgemeenschap van de zijde van ongehuwde personen als overspel kan omvatten, heeft de term een veel ruimere betekenis. Het woord voor „hoererij” dat bij het optekenen van de verklaringen van Jezus en zijn discipelen wordt gebruikt, is het Griekse woord porneia. Het is van hetzelfde grondwoord afgeleid als de hedendaagse uitdrukking „pornografie”. Het woord porneia werd in bijbelse tijden gebruikt om daarmee alle vormen van onwettige geslachtsgemeenschap te beschrijven (The Vocabulary of the Greek New Testament, door Moulton en Milligan). Het omvat niet alleen gewone seksuele betrekkingen tussen personen die niet met elkaar gehuwd zijn, maar ook perverse seksuele betrekkingen tussen zulke personen. Volgens een ander verwijswerk „kan [porneia] ook ’onnatuurlijke ontucht’ . . . sodomie, zijn”.36
8. Om welke krachtige redenen spoorde de apostel Paulus christenen ertoe aan ’zich te onthouden van hoererij’?
8 Toen de apostel Paulus er bij zijn christelijke broeders en zusters op aandrong ’zich te onthouden van hoererij’, gaf hij hier krachtige redenen voor, door te zeggen: „Dat niemand zo ver gaat dat hij schade aanricht en inbreuk maakt op de rechten van zijn broeder in deze aangelegenheid, want Jehovah is iemand die voor al deze dingen straf eist . . . Want God heeft ons niet geroepen met verlof tot onreinheid . . . Wie daarom blijk geeft van minachting, minacht niet een mens, maar God.” — 1 Thess. 4:3-8.
9, 10. (a) Wat weerhoudt iemand er vaak van een wettelijk huwelijk aan te gaan, ook al leeft hij met iemand van de andere sekse samen? (b) Zelfs al wordt de hoererij met wederzijdse instemming gepleegd, hoe wordt er dan toch ’schade aangericht en inbreuk gemaakt op de rechten van anderen’?
9 Iemand die hoererij pleegt, richt inderdaad ’schade aan en maakt inbreuk op de rechten van anderen’. Dit is bijvoorbeeld zo met betrekking tot personen die met iemand van de andere sekse samenleven zonder wettelijk gehuwd te zijn. Waarom doen zij dit? Vaak alleen maar om de verbintenis op elk moment dat zij maar willen, te kunnen verbreken. Zij geven hun partner in een dergelijke regeling niets van de zekerheid die voortspruit uit een huwelijk, waarin beide partijen verantwoordelijkheden op zich nemen. Maar hoe staat het ermee wanneer beide personen met wederzijdse instemming hoererij plegen? Kan er dan nog gezegd worden dat zij ’schade aanrichten en inbreuk maken op de rechten van anderen’? Ja, zeer beslist.
10 Iemand die hoererij pleegt, draagt er bijvoorbeeld toe bij dat zowel het geweten van de ander als de reine positie welke die persoon mogelijk voor het aangezicht van God inneemt, wordt geschaad. De hoereerder verwoest ook de gelegenheid die de ander heeft om een huwelijk rein te beginnen. Naar alle waarschijnlijkheid bezorgt hij zowel de naaste familieleden van de ander als van hemzelf schande, smaad en narigheid. Hij kan ook de mentale, emotionele en fysieke gezondheid van de ander in gevaar brengen. Zulk een seksuele immoraliteit gaat vaak met gevreesde venerische ziekten gepaard. Hoewel degene die het initiatief tot de hoererij heeft genomen, de zwaarste schuld van zulk een eventuele schade draagt, delen niettemin beide partijen in die schuld.
11. Waarom heeft niemand reden te geloven dat God hoererij door de vingers zal zien?
11 Een hartstochtelijke begeerte kan mensen ertoe brengen hun ogen bewust voor deze schadelijke gevolgen te sluiten. Maar gelooft u dat God, in zijn rechtvaardigheid, zo’n onverschillige minachting voor de rechten van anderen zal voorbijzien of door de vingers zal zien? Gods Woord verlangt van ons dat wij onze naaste liefhebben als onszelf en zijn heilige huwelijksregeling ’eren’ en niet verlagen of verwerpen. — Matth. 22:39; Hebr. 13:4.
12. (a) Waaruit blijkt hoe God homoseksualiteit beziet? (b) Waartegen worden wij door Gods wet waarin homoseksualiteit wordt verboden, beschermd?
12 Hoe staat het met homoseksualiteit? Zoals wij hebben gezien, valt homoseksualiteit onder de betekenis van het woord porneia („hoererij”), dat door Jezus en zijn discipelen werd gebruikt. De discipel Judas gebruikte dat woord toen hij naar de onnatuurlijke seksuele daden van de mannen van Sodom en Gomorra verwees (Jud. 7). De homoseksualiteit aldaar veroorzaakte een ontaarding die een luid „klaaggeschrei” teweeg bracht en ertoe leidde dat God die steden en hun inwoners vernietigde (Gen. 18:20; 19:23, 24). Is Gods standpunt sindsdien veranderd? Neen. In Eén Korinthiërs 6:9, 10 wordt bijvoorbeeld opgemerkt dat „mannen die bij mannen liggen” tot degenen behoren die, als zij met deze gewoonte doorgaan, Gods koninkrijk niet zullen beërven. Na beschreven te hebben wat de gevolgen zijn voor personen die ’hun lichaam in onreinheid onteren’ en ’vlees voor onnatuurlijk gebruik’ achternagaan, schrijft de apostel Paulus dat zij „zeer verhit [zijn] geworden in hun wellust jegens elkaar, mannen met mannen, ontucht plegend en in zichzelf de volledige vergelding ontvangend die hun voor hun dwaling toekwam” (Rom. 1:24, 27). Zulke personen vallen niet alleen onder Gods veroordeling, maar ontvangen ook een „vergelding” in de vorm van mentaal en fysiek verderf. Er komt in deze tijd onder homoseksuelen bijvoorbeeld veel syfilis voor. In plaats dat de hoge, in Gods Woord vermelde maatstaf ons van iets goeds berooft, beschermt deze ons tegen zulke schadelijke gevolgen.
GODS ZIENSWIJZE TEN AANZIEN VAN ECHTSCHEIDING AANVAARDEN
13. Hoe ernstig is de kwestie van het trouw zijn aan de huwelijksgeloften?
13 „Ik haat de echtscheiding.” Zo bracht Jehovah God zijn hevige ontstemming onder woorden toen hij degenen bestrafte die ’verraderlijk handelden’ jegens hun huwelijkspartner (Mal. 2:14-16, NBG). Zijn Woord verschaft zeer veel raad om mensen te helpen het huwelijk tot een succes te maken en de bitterheid van echtscheiding te vermijden. Er wordt ook duidelijk in aangetoond dat God trouw aan de huwelijksgeloften als een heilige verantwoordelijkheid beziet.
14, 15. (a) Wat is de enige juiste grond voor echtscheiding? (b) Wordt de huwelijksband door zulk een „hoererij” automatisch verbroken? (c) Onder welke omstandigheden is het toegestaan te hertrouwen?
14 Dit wordt beklemtoond door het feit dat hij slechts één juiste grond voor echtscheiding erkent. Zijn Zoon toonde aan wat die grond is: „Ik zeg u dat al wie zich van zijn vrouw laat scheiden, behalve op grond van hoererij [porneia], en een ander trouwt, overspel pleegt” (Matth. 19:9; 5:32). Zoals wij hebben gezien, heeft porneia op alle immorele buitenechtelijke geslachtsgemeenschap betrekking, of deze nu op natuurlijke of onnatuurlijke wijze geschiedt.
15 Indien iemands huwelijkspartner zich in deze tijd aan zulk een „hoererij” schuldig maakt, wordt hierdoor dan automatisch de huwelijksband verbroken? Neen, de onschuldige partner kan beslissen of hij of zij vergiffenis zal schenken of niet. Wordt er tot echtscheiding besloten, dan zal een christen, in erkenning van de juiste autoriteit van wereldse regeringen, ervoor zorgen dat het huwelijk wettelijk ontbonden wordt, en wel op grond van een ware, wettelijke basis (Rom. 13:1, 2). Als de wettelijke procedure volledig is afgehandeld, is het toegestaan te hertrouwen. De schriftuurlijke raad is evenwel dat zulk een huwelijk alleen dient te worden aangegaan met een andere christen, iemand die werkelijk „in de Heer” is. — 1 Kor. 7:39.
16. Hoe geven Jehovah’s christelijke getuigen in landen waar de wereldlijke wet op geen enkele grond echtscheiding toestaat, blijk van een passend respect voor Gods wet in deze aangelegenheid?
16 Wat te doen als de wetten van een land in het geheel geen echtscheiding toestaan, zelfs niet op grond van seksuele immoraliteit? Een onschuldige partner zou in zo’n geval misschien een echtscheiding kunnen verkrijgen in een land waar echtscheiding wel wordt toegestaan. Omstandigheden kunnen dit natuurlijk onmogelijk maken. Maar misschien is er in iemands eigen land wel een bepaalde vorm van wettelijke scheiding mogelijk, waarvan men dan gebruik kan maken. Hoe het ook zij, de onschuldige partner zou de schuldige kunnen verlaten en de ouderlingen die in de plaatselijke gemeente van Jehovah’s christelijke getuigen in een rechterlijke hoedanigheid optreden, een afdoend bewijs van schriftuurlijke gronden voor echtscheiding kunnen verschaffen. Mocht zo iemand later besluiten een andere huwelijkspartner te nemen, dan zal de gemeente niet handelend optreden om hem als een overspeler uit de gemeente te sluiten, mits de gemeente in het bezit is gesteld van een geschreven verklaring. In deze verklaring dient niet alleen een gelofte van trouw aan de huidige partner te zijn opgenomen, maar ook de belofte dat men ervoor zal zorgen een wettelijk huwelijkscertificaat te verkrijgen ingeval de wettelijke partner van wie men gescheiden is gaan leven, zou sterven. Niettemin zal de persoon de consequenties moeten dragen die dit voor hem zou kunnen hebben wat de wereld buiten de gemeente betreft. De wereld erkent namelijk in het algemeen niet dat Gods wet superieur is aan menselijke wetten en dat zulke menselijke wetten slechts een relatieve autoriteit bezitten. — Vergelijk Handelingen 5:29.
WIJSELIJK ALLE ONREINHEID EN SEKSUELE HEBZUCHT VERMIJDEN
17. Leg aan de hand van de Schrift uit welke juiste plaats seksuele betrekkingen in het leven van gehuwde mensen innemen.
17 Seksuele betrekkingen hebben duidelijk een juiste plaats in het leven van gehuwde personen. God heeft hierin voorzien als het middel waardoor er kinderen voortgebracht zouden worden en tevens als een bron van aangename bevrediging voor de ouders (Gen. 9:1; Spr. 5:18, 19; 1 Kor. 7:3-5). Niettemin uitte hij de waarschuwing deze gave niet te misbruiken.
18, 19. (a) Waarom is het voor een christen niet juist zich aan masturbatie of zelfbevrediging over te geven? (b) Waardoor kan iemand worden geholpen zulk een gewoonte te vermijden?
18 Doordat er in de hedendaagse maatschappij zoveel nadruk op seks gelegd wordt, bemerken vele jongeren dat hun verlangen naar seksuele bevrediging reeds wordt opgewekt voordat zij in de positie verkeren dat zij kunnen trouwen. Als gevolg hiervan zoeken sommigen genot door hun eigen geslachtsorganen te prikkelen. Dit is masturbatie of zelfbevrediging. Is het juist of verstandig dit te doen?
19 De Schrift geeft de raad: „Doodt daarom uw lichaamsleden die op de aarde zijn ten aanzien van hoererij, onreinheid, seksuele begeerte, schadelijke verlangens en begerigheid” (Kol. 3:5). Kan er van iemand die zich aan masturbatie overgeeft, gezegd worden dat hij ’zijn lichaamsleden ten aanzien van seksuele begeerte doodt’? Integendeel, hij stimuleert de seksuele begeerte. Hij ontwikkelt een begeerte naar activiteiten die nog niet passend voor hem zijn, met het gevolg dat hij de begeerte op een onreine wijze bevredigt (Ef. 4:19). De bijbel spoort ons ertoe aan de denk- en handelwijze die tot zulke problemen leiden te vermijden en te vervangen door gezonde activiteiten, alsook zelfbeheersing te oefenen (Fil. 4:8; Gal. 5:22, 23). Wanneer men hier ernstig moeite voor doet, kan zulk een zelfbevrediging vermeden worden, hetgeen de persoon mentaal, emotioneel en geestelijk tot voordeel zal strekken.
20. Waaruit blijkt dat het voor een man en zijn vrouw onjuist zou zijn in hun seksuele betrekkingen met elkaar alle beperkingen af te werpen?
20 Wat de bijbel over „onreinheid, seksuele begeerte [en] schadelijke verlangens” zegt, is op alle christenen van toepassing, of zij nu ongehuwd of gehuwd zijn. Het is waar dat huwelijkspartners het schriftuurlijke en wettelijke recht bezitten om seksuele betrekkingen met elkaar te hebben en hierin vreugde te scheppen. Maar betekent dit dat zij alle beperkingen van zich kunnen afwerpen? Dat Gods Woord alle christenen ertoe aanspoort zelfbeheersing aan te kweken, getuigt tegen zulk een zienswijze (2 Petr. 1:5-8). Het was voor de geïnspireerde bijbelschrijver niet nodig gehuwde personen uit te leggen op welke natuurlijke wijze de voortplantingsorganen van de man en zijn vrouw elkaar aanvullen. Het is duidelijk dat er bij homoseksuele betrekkingen niet volgens deze natuurlijke wijze gehandeld kan worden. Mannelijke en vrouwelijke homoseksuelen hebben dus op andere manieren gemeenschap ten einde, zoals de apostel het zegt, „schandelijke seksuele begeerten” te bevredigen en ’ontuchtige’ praktijken te beoefenen (Rom. 1:24-32). Is het redelijk aan te nemen dat echtparen zulke homoseksuele vormen van gemeenschap in hun eigen huwelijksbetrekkingen zouden kunnen imiteren zonder zich in Gods ogen schuldig te maken aan „schandelijke seksuele begeerten” of „schadelijke verlangens”?
21. Welke gelegenheid staat er, ondanks iemands levenswijze in het verleden, thans voor hem open?
21 Bij een beschouwing van wat de Schrift zegt, zal iemand misschien beseffen dat zijn vroegere denkwijze ten aanzien van deze kwesties werd gevormd door personen die, zoals de bijbel zegt, „elk zedelijkheidsbegrip verloren” hebben. Maar een verandering is mogelijk. Met Gods hulp kan iemand ’de nieuwe persoonlijkheid aandoen’, die overeenkomstig ware rechtvaardigheid wordt gevormd (Ef. 4:17-24). Op deze wijze geeft hij er blijk van dat hij het werkelijk meent wanneer hij zegt dat hij Gods wil wenst te doen.
UW ZIENSWIJZE OEFENT EEN UITERST BELANGRIJKE INVLOED UIT OP UW VREDE EN ZEKERHEID
22. Welke onmiddellijke voordelen ontvangen degenen die de raad van Gods Woord met betrekking tot seksuele moraliteit toepassen?
22 Werkelijk, het is geen last de raad van Gods Woord met betrekking tot seksuele moraliteit toe te passen. Vergelijkt u de vruchten van de handelwijze die in de bijbel wordt vermeld eens met het hoge echtscheidingscijfer in de wereld, met haar uiteengevallen huisgezinnen, misdadige kinderen en prostitutie, en met de gewelddaad en moorden die in verband met seksuele hartstocht worden bedreven (Spr. 7:10, 25-27). Hoe duidelijk treedt de wijsheid van Gods Woord aan het licht! Door de wereldse denkwijze, die op zelfzuchtige verlangens en hebzucht is gebaseerd, te verwerpen en uw denkwijze in overeenstemming te brengen met Jehovah’s raad, zal uw hart krachtig gesterkt worden in juiste verlangens. In plaats van de voorbijgaande genoegens van seksuele immoraliteit, zult u een rein geweten en blijvende vrede des geestes genieten. Met het toenemen van het wederzijdse vertrouwen tussen de huwelijkspartners en het respect van de zijde van hun kinderen zullen de huwelijks- en gezinsbanden versterkt worden.
23. Hoe is iemands kijk op seks een factor waardoor blijkt of hij ’gekentekend’ is om in leven te blijven en Gods „nieuwe aarde” te beërven?
23 En verlies nimmer uit het oog dat niets minder dan uw hoop op eeuwig leven erbij betrokken is. Schriftuurlijke moraliteit zal tot meer dan uw tegenwoordige gezondheid bijdragen (Spr. 5:3-11). Ze zal deel gaan uitmaken van het bewijs dat u de verfoeilijkheden die worden bedreven door mensen die huichelachtig beweren in God te geloven, werkelijk betreurt en dat u bent ’gekentekend’ om in leven te blijven en Gods „nieuwe aarde” te beërven, waar rechtvaardigheid zal wonen. Hoe uiterst belangrijk is het derhalve dat u „uw uiterste best [doet] om tenslotte door hem onbevlekt en onbesmet en in vrede bevonden te worden”. — Ezech. 9:4-6; 2 Petr. 3:11-14.