Hoofdstuk 14
De luister van Jehovah’s hemelse troon
Visioen 2 — Openbaring 4:1–5:14
Onderwerp: Ontzag inboezemende gebeurtenissen vóór Gods oordeelstroon
Tijd waarin vervuld: In dit visioen worden gebeurtenissen getoond die plaatsvinden vanaf 1914 tot aan het einde van het Duizendjarige Rijk en daar nog voorbij, wanneer elk schepsel in de hemel en op aarde Jehovah zal loven. — Openbaring 5:13
1. Waarom dienen wij levendig geïnteresseerd te zijn in de visioenen waarvan Johannes ons deelgenoot maakt?
JOHANNES maakt ons nu deelgenoot van verdere bezielende visioenen. Door inspiratie bevindt hij zich nog steeds in de dag des Heren. Wat hij beschrijft, heeft derhalve een diepe betekenis voor ons die werkelijk in die dag leven. Door middel van deze visioenen licht Jehovah de sluier op waardoor hemelse realiteiten aan het oog onttrokken worden en deelt ons mee wat zijn zienswijze is met betrekking tot zijn oordelen die op aarde voltrokken zullen worden. Bovendien helpen deze openbaringen ons, of wij nu een hemelse of een aardse hoop hebben, te begrijpen welke plaats wij in Jehovah’s voornemen innemen. Wij allen dienen derhalve levendig geïnteresseerd te blijven in datgene wat door Johannes tot uitdrukking werd gebracht toen hij zei: „Gelukkig is hij die de woorden van deze profetie hardop leest en zijn zij die ze horen en die onderhouden al wat daarin geschreven staat.” — Openbaring 1:3.
2. Wat ervaart of beleeft Johannes nu?
2 Wat Johannes vervolgens ziet, overtreft alles wat de moderne mens aan televisiebeelden te zien heeft gekregen! Hij schrijft: „Na deze dingen zag ik, en zie! een geopende deur in de hemel, en de eerste stem die ik als met het geluid van een trompet met mij hoorde spreken, zei: ’Stijg hierheen op, en ik zal u de dingen tonen die moeten geschieden’” (Openbaring 4:1). In een visioen wordt Johannes een blik vergund in de onzichtbare hemel van Jehovah’s tegenwoordigheid, die ver verheven is boven de stoffelijke kosmische ruimte welke door astronauten verkend is, ja, zelfs ver boven de sterrenstelsels van het stoffelijke universum. Alsof Johannes door een geopende deur naar binnen gaat, wordt hij uitgenodigd een adembenemend panorama te aanschouwen van de hoogste geestelijke hemelen, waar Jehovah zelf troont (Psalm 11:4; Jesaja 66:1). Wat een voorrecht!
3. Waaraan doet de stem ’als van een trompet’ denken, en wie is ongetwijfeld de Bron ervan?
3 De bijbel zegt niet van wie deze „eerste stem” afkomstig is. Evenals Jezus’ krachtige stem die eerder gehoord werd, heeft ze een gebiedend geluid als van een trompet (Openbaring 1:10, 11). Ze doet denken aan het doordringende horengeschal waardoor te kennen werd gegeven dat Jehovah op de berg Sinaï aanwezig was (Exodus 19:18-20). Ongetwijfeld komt het bevel van een majestueuze Bron, Jehovah (Openbaring 1:1). Hij heeft de deur geopend zodat Johannes, in een visioen, de allerheiligste plaats in heel het uitgestrekte rijk van Jehovah’s soevereiniteit kan binnengaan.
Jehovah’s luisterrijke tegenwoordigheid
4. (a) Welke betekenis heeft Johannes’ visioen voor gezalfde christenen? (b) Welke betekenis heeft het visioen voor degenen die de hoop koesteren voor eeuwig op aarde te leven?
4 Wat ziet Johannes? Luister, wanneer hij ons nu deelgenoot maakt van zijn grootse ervaring: „Na deze dingen geraakte ik onmiddellijk in de kracht van de geest: en zie! een troon bevond zich op zijn plaats in de hemel, en er is iemand op de troon gezeten” (Openbaring 4:2). In een ogenblik tijds wordt Johannes door Gods werkzame kracht in geestelijke zin overgebracht naar de plaats waar Jehovah’s troon zich bevindt. Wat opwindend voor Johannes! Hem wordt hier een schitterende toekomstblik vergund in precies die hemelen waar voor hem en andere gezalfde christenen „een onverderfelijke en onbesmette en onverwelkelijke erfenis” is weggelegd (1 Petrus 1:3-5; Filippenzen 3:20). Voor degenen die de hoop koesteren voor eeuwig op aarde te leven, heeft Johannes’ visioen ook een diepe betekenis. Zij worden erdoor geholpen een begrip te krijgen van de heerlijkheid van Jehovah’s tegenwoordigheid en van de structuur van de hemelse regering die door Jehovah wordt gebruikt om de natiën te oordelen en daarna het leven van de mens op aarde te besturen. Ja, Jehovah is de God die over een uitmuntend organisatievermogen beschikt!
5. Welke door het deksel van de ark van het verbond gesymboliseerde realiteit ziet Johannes?
5 Veel van wat Johannes daar in de hemel waarneemt, vertoont overeenkomst met kenmerken van de tabernakel in de wildernis, die ongeveer 1600 jaar voordien als een heiligdom van ware aanbidding voor de Israëlieten werd vervaardigd. In het Heilige der Heiligen van die tabernakel bevond zich de ark van het verbond, en het was van boven het massief gouden deksel van die Ark dat Jehovah zelf sprak (Exodus 25:17-22; Hebreeën 9:5). Derhalve diende het deksel van de Ark als symbool van Jehovah’s troon. Johannes ziet nu de realiteit van die zinnebeeldige voorstelling: de Soevereine Heer Jehovah zelf die in luisterrijke pracht op zijn verheven hemelse troon gezeten is!
6. Welke impressie van Jehovah geeft Johannes ons, en waarom is dit passend?
6 In tegenstelling met vroegere profeten die een visioen van Jehovah’s troon hadden, geeft Johannes geen gedetailleerde beschrijving van de Heilige die erop gezeten is (Ezechiël 1:26, 27; Daniël 7:9, 10). Maar Johannes geeft ons met de volgende woorden zijn impressie van Degene die op de troon is gezeten: „En degene die erop is gezeten, is van aanzien gelijk een jaspissteen en een kostbare roodkleurige steen, en rondom de troon is een regenboog, van aanzien aan een smaragd gelijk” (Openbaring 4:3). Wat een onvergelijkelijke luister! Johannes ziet een serene, fonkelende schoonheid gelijk die van flonkerende, glinsterende edelstenen. Wat komt dit goed overeen met de beschrijving die de discipel Jakobus van Jehovah als „de Vader der hemelse lichten” geeft! (Jakobus 1:17) Kort nadat Johannes de Openbaring had opgetekend, zei hij zelf: „God [is] licht . . ., en in eendracht met hem is er in het geheel geen duisternis” (1 Johannes 1:5). Wat is Jehovah toch een buitengewoon glorierijke Persoon!
7. Wat kunnen wij leren uit het feit dat er een regenboog rondom Jehovah’s troon is?
7 Merk op dat Johannes rondom de troon een smaragdgroene regenboog ziet. Het hier met regenboog vertaalde Griekse woord (iʹris) duidt op een volledig ronde vorm. De regenboog wordt in de bijbel voor het eerst vermeld in verband met Noachs tijd. Nadat de wateren van de Vloed afgenomen waren, liet Jehovah een regenboog in de wolk verschijnen, en met de volgende woorden verklaarde hij wat erdoor werd gesymboliseerd: „Voorwaar, mijn regenboog plaats ik in de wolk, en die moet dienen tot een teken van het verbond tussen mij en de aarde. En ik zal stellig aan mijn verbond denken, dat tussen mij en u en elke levende ziel van alle vlees bestaat; en nooit meer zullen de wateren tot een geweldige vloed worden om alle vlees te verderven” (Genesis 9:13, 15). Waar zou het hemelse visioen Johannes derhalve aan doen denken? De regenboog die hij zag, moet hem herinnerd hebben aan de noodzaak in een vredige verhouding tot Jehovah te staan, zoals dit in deze tijd met de Johannesklasse het geval is. Het zal hem ook doordrongen hebben van de sereniteit en vrede van Jehovah’s tegenwoordigheid, een sereniteit die zich tot alle gehoorzame mensen zal uitstrekken wanneer Jehovah zijn tent uitspreidt over de mensheid in de maatschappij van de nieuwe aarde. — Psalm 119:165; Filippenzen 4:7; Openbaring 21:1-4.
De 24 ouderlingen identificeren
8. Wie ziet Johannes rondom de troon zitten, en wie worden door hen afgebeeld?
8 Johannes wist dat er priesters waren aangesteld om in de tabernakel uit de oudheid dienst te verrichten. Hij was dus misschien wel verbaasd te zien wat hij vervolgens beschrijft: „En rondom de troon zijn vierentwintig tronen, en op deze tronen zag ik vierentwintig oudere personen zitten, gehuld in witte bovenklederen en met gouden kronen op hun hoofd” (Openbaring 4:4). Ja, in plaats van priesters zijn er 24 oudere personen, die op tronen zitten en als koningen gekroond zijn. Wie zijn deze oudere personen? Niemand anders dan gezalfde leden van de christelijke gemeente, die zijn opgewekt en de hemelse positie bekleden die Jehovah hun heeft beloofd. Hoe weten wij dit?
9, 10. Hoe weten wij dat de 24 oudere personen een afbeelding zijn van de gezalfde christelijke gemeente in haar glorierijke hemelse positie?
9 In de eerste plaats hebben zij kronen op hun hoofd. De bijbel zegt dat gezalfde christenen ’een onvergankelijke kroon’ verwerven en een leven zonder einde — onsterfelijkheid — verkrijgen (1 Korinthiërs 9:25; 15:53, 54). Maar aangezien deze 24 oudere personen op tronen zitten, beelden de gouden kronen in deze context koninklijke autoriteit af. (Vergelijk Openbaring 6:2; 14:14.) Hierdoor wordt de conclusie ondersteund dat de 24 oudere personen een afbeelding zijn van Jezus’ gezalfde volgelingen in hun hemelse positie, want Jezus sloot een verbond met hen opdat zij in zijn koninkrijk op tronen zouden zitten (Lukas 22:28-30). Alleen Jezus en deze 24 oudere personen — zelfs niet de engelen — worden beschreven als personen die in de hemel in Jehovah’s tegenwoordigheid regeren.
10 Dit is in harmonie met de belofte die Jezus de gemeente in Laodicéa deed: „Wie overwint, hem zal ik geven met mij plaats te nemen op mijn troon” (Openbaring 3:21). Maar de hemelse toewijzing van de 24 oudere personen is niet beperkt tot het uitoefenen van regeringsmacht. In de inleiding van het boek Openbaring zei Johannes met betrekking tot Jezus: „Hij heeft ons gemaakt tot een koninkrijk, tot priesters voor zijn God en Vader” (Openbaring 1:5, 6). Zij zijn zowel koningen als priesters. „Zij zullen priesters van God en van de Christus zijn en zullen de duizend jaar met hem als koningen regeren.” — Openbaring 20:6.
11. Waarom is het passend dat er 24 oudere personen zijn, en waarop duidt dat aantal?
11 Waarop duidt het getal 24, aangezien Johannes 24 oudere personen rondom de troon ziet? In veel opzichten werden zij door de getrouwe priesters van het oude Israël afgeschaduwd. De apostel Petrus schreef aan gezalfde christenen: „Gij zijt ’een uitverkoren geslacht, een koninklijke priesterschap, een heilige natie, een volk tot een speciaal bezit’” (1 Petrus 2:9). Het is interessant dat die oude joodse priesterschap in 24 afdelingen verdeeld was. Elke afdeling had haar eigen toegewezen weken om dienst voor Jehovah te verrichten, zodat er het hele jaar zonder onderbreking heilige dienst werd verricht (1 Kronieken 24:5-19). Het is derhalve passend dat in Johannes’ visioen van de hemelse priesterschap 24 oudere personen getoond worden, omdat deze priesterschap Jehovah voortdurend, zonder ophouden, dient. Wanneer deze priesterschap voltallig is, zullen er 24 afdelingen zijn, elk met 6000 overwinnaars, want in Openbaring 14:1-4 wordt ons verteld dat er 144.000 (24 x 6000) „uit het midden van de mensen gekocht” zijn om samen met het Lam, Jezus Christus, op de hemelse berg Sion te staan. Aangezien het getal 12 op een door goddelijk evenwicht gekenmerkte organisatie duidt, verdubbelt — of versterkt — het getal 24 zo’n regeling.
Bliksemstralen, stemmen en donderslagen
12. Wat ziet en hoort Johannes vervolgens, en waaraan doen de „bliksemstralen en stemmen en donderslagen” denken?
12 Wat ziet en hoort Johannes vervolgens? „En van de troon gaan bliksemstralen en stemmen en donderslagen uit” (Openbaring 4:5a). Wat doet dit aan andere ontzagwekkende manifestaties van Jehovah’s hemelse macht denken! Toen Jehovah bijvoorbeeld op de berg Sinaï „neerdaalde”, berichtte Mozes: „Nu geschiedde het op de derde dag, toen het morgen werd, dat er voorts donderslagen en bliksemstralen kwamen, en er was een zware wolk op de berg en een zeer sterk horengeschal . . . Toen het horengeschal al sterker en sterker werd, ging Mozes spreken, waarop de ware God hem antwoordde met een stem.” — Exodus 19:16-19.
13. Wat wordt door de van Jehovah’s troon afkomstige bliksemstralen afgebeeld?
13 Gedurende de dag des Heren maakt Jehovah op sublieme wijze zijn macht en tegenwoordigheid openbaar. Nee, niet door letterlijke bliksem, want Johannes ziet tekenen. Wat wordt dan door de bliksemstralen afgebeeld? Welnu, bliksemflitsen kunnen licht geven, maar ze kunnen iemand ook doden. Derhalve zijn deze van Jehovah’s troon afkomstige bliksemstralen een goede afbeelding van de flitsen van geestelijke verlichting die hij zijn volk voortdurend heeft geschonken en, in nog belangrijker opzicht, van zijn vurige oordeelsboodschappen. — Vergelijk Psalm 18:14; 144:5, 6; Matthéüs 4:14-17; 24:27.
14. Hoe hebben in deze tijd stemmen weerklonken?
14 Wat valt er over de stemmen te zeggen? Toen Jehovah op de berg Sinaï neerdaalde, sprak een stem tot Mozes (Exodus 19:19). Veel van de bevelen en proclamaties in het boek Openbaring werden door stemmen in de hemel afgekondigd (Openbaring 4:1; 10:4, 8; 11:12; 12:10; 14:13; 16:1, 17; 18:4; 19:5; 21:3). In deze tijd heeft Jehovah eveneens bevelen en proclamaties aan zijn volk uitgevaardigd, waardoor hij hun een beter begrip van bijbelse profetieën en beginselen heeft gegeven. Verhelderende inlichtingen zijn vaak op internationale congressen onthuld, en zulke bijbelse waarheden zijn op hun beurt over de hele wereld verkondigd. De apostel Paulus zei over getrouwe predikers van het goede nieuws: „Jazeker; in werkelijkheid ’is hun geluid over de gehele aarde uitgegaan, en hun uitspraken tot de uiteinden der bewoonde aarde’.” — Romeinen 10:18.
15. Welke donderslagen zijn gedurende dit gedeelte van de dag des Heren van de troon uitgegaan?
15 De donder volgt meestal op de bliksem. David noemde de letterlijke donder „de stem van Jehovah” (Psalm 29:3, 4). Toen Jehovah voor David tegen diens vijanden streed, werd er gezegd dat er van Hem afkomstige donder was (2 Samuël 22:14; Psalm 18:13). Elíhu zei tot Job dat Jehovah’s stem als de donder klonk, terwijl Hij „grote dingen doet die wij niet kunnen weten” (Job 37:4, 5). Gedurende dit gedeelte van de dag des Heren heeft Jehovah ’gedonderd’ door waarschuwingen te laten horen omtrent de grote daden die hij tegen zijn vijanden zal volvoeren. Deze symbolische donderslagen hebben voortdurend over de gehele aarde weerklonken. U bent gelukkig te prijzen wanneer u aandacht hebt geschonken aan deze donderende bekendmakingen en uw tong verstandig gebruikt om ze in kracht te doen toenemen! — Jesaja 50:4, 5; 61:1, 2.
Vurige lampen en een glazen zee
16. Wat wordt door de „zeven vurige lampen” afgebeeld?
16 Wat ziet Johannes nog meer? Het volgende: „En er zijn zeven vurige lampen, die branden vóór de troon, en deze betekenen de zeven geesten van God. En vóór de troon is, als het ware, een glazen zee, kristal gelijk” (Openbaring 4:5b, 6a). Johannes zelf vertelt ons wat de zeven lampen afbeelden: „Deze betekenen de zeven geesten van God.” Het getal zeven symboliseert goddelijke volledigheid; de zeven lampen moeten dus een afbeelding zijn van de volledige verlichtende kracht van de heilige geest. Wat is de Johannesklasse thans dankbaar dat deze geestelijke verlichting, te zamen met de verantwoordelijkheid om die aan de geestelijk hongerige mensen op aarde door te geven, aan haar is toevertrouwd! Wat zijn wij blij dat elk jaar een vloed van honderden miljoenen exemplaren van het tijdschrift De Wachttoren dit licht in zo’n 150 talen blijft uitstralen! — Psalm 43:3.
17. Wat wordt gesymboliseerd door de ’glazen zee die gelijk kristal is’?
17 Johannes ziet ook een glazen zee, kristal gelijk. Wat zou hierdoor gesymboliseerd worden met betrekking tot degenen die de uitnodiging hebben ontvangen Jehovah’s hemelse hoven binnen te gaan? Paulus zei dat Jezus de gemeente heiligde door ’haar te reinigen met het bad des waters door middel van het woord’ (Efeziërs 5:26). Vóór zijn dood zei Jezus tot zijn discipelen: „Gij zijt reeds rein vanwege het woord dat ik tot u heb gesproken” (Johannes 15:3). Derhalve moet deze glazen zee die gelijk kristal is, het reinigende, te boek gestelde Woord van God afbeelden. De leden van de koninklijke priesterschap die in Jehovah’s tegenwoordigheid komen, moeten grondig gereinigd zijn door zijn Woord.
Zie — „vier levende schepselen”!
18. Wat ziet Johannes in het midden van en rondom de troon?
18 Johannes neemt nu een andere bijzonderheid waar. Hij schrijft: „En in het midden van de troon en rondom de troon bevinden zich vier levende schepselen, die van voren en van achteren vol ogen zijn.” — Openbaring 4:6b.
19. Wat wordt door de vier levende schepselen afgebeeld, en hoe weten wij dit?
19 Wat beelden deze schepselen af? Een visioen dat door een andere profeet, Ezechiël, is opgetekend, helpt ons het antwoord te vinden. Ezechiël zag Jehovah op een hemelse troon-wagen zitten waaromheen zich levende schepselen bevonden die eigenschappen bezaten welke overeenkomen met de door Johannes beschreven eigenschappen (Ezechiël 1:5-11, 22-28). Later zag Ezechiël die troon-wagen, omringd door de levende schepselen, nog eens. Deze keer noemde hij de levende schepselen echter cherubs (Ezechiël 10:9-15). De vier levende schepselen die door Johannes werden aanschouwd, moeten een afbeelding zijn van de vele cherubs van God — schepselen van een hoge rangorde in Zijn uit geesten bestaande organisatie. Johannes zou het niet ongewoon vinden cherubs zo dicht bij Jehovah in eigen persoon te zien staan, aangezien in de oude tabernakelregeling twee cherubs van goud op het deksel van de ark van het verbond, een afbeelding van Jehovah’s troon, stonden opgesteld. Van tussen deze cherubs vaardigde Jehovah’s stem bevelen uit aan de natie. — Exodus 25:22; Psalm 80:1.
20. Hoe kan er worden gezegd dat de vier levende schepselen zich „in het midden van de troon en rondom de troon” bevinden?
20 Deze vier levende schepselen bevinden zich „in het midden van de troon en rondom de troon”. Wat betekent dit precies? Het zou erop kunnen duiden dat zij op zo’n manier rondom de troon opgesteld zijn dat telkens één cherub in het midden van elke zijde van de troon staat. Bijgevolg parafraseerden de vertalers van de Today’s English Version de oorspronkelijke Griekse uitdrukking als volgt: „rondom de troon aan elk van zijn zijden”. Een andere mogelijkheid is dat de uitdrukking zou betekenen dat de vier levende schepselen zich in de centrale positie in de hemel bevinden, waar de troon is. Waarschijnlijk is dat de reden waarom The Jerusalem Bible de zinsnede als volgt weergeeft: „in het midden, rond de troon zelf gegroepeerd”. Het belangrijke punt is dat de cherubs zich dicht bij Jehovah’s troon bevinden, vergelijkbaar met de positie die werd ingenomen door de cherubs die Ezechiël aan elke hoek van Jehovah’s met een wagen te vergelijken organisatie zag (Ezechiël 1:15-22). Dit alles is in harmonie met de woorden van Psalm 99:1: „Jehovah zelf is koning geworden. . . . Hij zit op de cherubs.”
21, 22. (a) Hoe beschrijft Johannes de vier levende schepselen? (b) Wat wordt door de aanblik van elk van de vier levende schepselen afgebeeld?
21 Johannes vervolgt: „En het eerste levende schepsel gelijkt op een leeuw, en het tweede levende schepsel gelijkt op een jonge stier, en het derde levende schepsel heeft een gezicht als van een mens, en het vierde levende schepsel gelijkt op een vliegende arend” (Openbaring 4:7). Waarom zien deze vier levende schepselen er onderling zo verschillend uit? Deze van elkaar onderscheiden levende schepselen doen klaarblijkelijk specifieke goddelijke hoedanigheden uitkomen. Eerst is er de leeuw. Een leeuw wordt in de bijbel als symbool van moed gebruikt, vooral in het nastreven van gerechtigheid en rechtvaardigheid (2 Samuël 17:10; Spreuken 28:1). Aldus is de leeuw een goede afbeelding van de goddelijke hoedanigheid van moedige gerechtigheid (Deuteronomium 32:4; Psalm 89:14). Het tweede levende schepsel gelijkt op een jonge stier. Aan welke hoedanigheid doet een stier u denken? Voor de Israëlieten was een stier waardevol vanwege zijn kracht (Spreuken 14:4; zie ook Job 39:9-11). De jonge stier is daarom een afbeelding van kracht, van dynamische energie die door Jehovah wordt verschaft. — Psalm 62:11; Jesaja 40:26.
22 Het derde levende schepsel heeft een gezicht als van een mens. Dit moet een afbeelding van goddelijke liefde zijn, aangezien de mens als enige op aarde naar Gods beeld, met de allesovertreffende hoedanigheid liefde, werd geschapen (Genesis 1:26-28; Matthéüs 22:36-40; 1 Johannes 4:8, 16). Ongetwijfeld spreiden de cherubs deze hoedanigheid tentoon terwijl zij rondom Jehovah’s troon dienst verrichten. Hoe staat het nu met het vierde levende schepsel? Het lijkt op een vliegende arend. Jehovah zelf vestigt de aandacht op het scherpe gezichtsvermogen van de arend: „Heel in de verte blijven zijn ogen kijken” (Job 39:29). De arend is derhalve een goede afbeelding van ver vooruitziende wijsheid. Jehovah is de Bron van wijsheid. Zijn cherubs leggen bij het gehoorzamen van zijn geboden goddelijke wijsheid aan de dag. — Spreuken 2:6; Jakobus 3:17.
Jehovah’s lof weerklinkt
23. Wat wordt gesymboliseerd door het feit dat de vier levende schepselen „vol ogen” zijn, en wat wordt beklemtoond door het feit dat zij drie paar vleugels hebben?
23 Johannes vervolgt zijn beschrijving: „En wat de vier levende schepselen betreft, elk van hen heeft respectievelijk zes vleugels; rondom en van onderen zijn ze vol ogen. En ze hebben dag noch nacht rust, terwijl ze zeggen: ’Heilig, heilig, heilig is Jehovah God, de Almachtige, die was en die is en die komt’” (Openbaring 4:8). Dat zij vol ogen zijn, duidt op een volledig en verziend gezichtsvermogen. De vier levende schepselen gebruiken dit vermogen constant, daar zij geen slaap nodig hebben. Zij imiteren Degene over wie geschreven staat: „Wat Jehovah aangaat, zijn ogen gaan de gehele aarde rond om zijn sterkte te tonen ten behoeve van hen wier hart onverdeeld is jegens hem” (2 Kronieken 16:9). Aangezien de cherubs zo’n groot aantal ogen hebben, kunnen zij overal heen kijken. Niets ontgaat hun aandacht. Aldus zijn zij goed toegerust om God bij zijn oordeelswerk ten dienste te staan. Over hem wordt gezegd: „De ogen van Jehovah zijn op elke plaats, terwijl ze de slechten en de goeden gadeslaan” (Spreuken 15:3). En met drie paar vleugels — een getal dat in de bijbel voor nadruk wordt gebruikt — kunnen de cherubs zich bliksemsnel verplaatsen om Jehovah’s oordelen bekend te maken en ze te voltrekken.
24. Hoe loven de cherubs Jehovah, en wat wordt daardoor te kennen gegeven?
24 Luister! Melodieus, bezielend is het loflied dat de cherubs Jehovah toezingen: „Heilig, heilig, heilig is Jehovah God, de Almachtige, die was en die is en die komt.” Ook hier weer duidt het driemaal herhalen op intensiteit. De cherubs beklemtonen krachtig de heiligheid van Jehovah God. Hij is de Bron en de uiteindelijke Maatstaf van heiligheid. Hij is ook „de Koning der eeuwigheid”, altijd „de Alfa en de Ómega, de eerste en de laatste, het begin en het einde” (1 Timótheüs 1:17; Openbaring 22:13). De cherubs nemen geen rustperiodes terwijl zij de onvergelijkelijke hoedanigheden van Jehovah ten overstaan van de gehele schepping bekendmaken.
25. Hoe zijn de levende schepselen en de 24 oudere personen verenigd in het betuigen van eer aan Jehovah?
25 De hemel der hemelen weergalmt van lofzang voor Jehovah! Johannes vervolgt zijn beschrijving: „En telkens wanneer de levende schepselen heerlijkheid en eer en dankzegging brengen aan Degene die op de troon is gezeten, Degene die tot in alle eeuwigheid leeft, vallen de vierentwintig oudere personen neer voor Degene die op de troon is gezeten en aanbidden zij Degene die tot in alle eeuwigheid leeft, en zij werpen hun kronen voor de troon en zeggen: ’Gij, Jehovah, ja onze God, zijt waardig de heerlijkheid en de eer en de kracht te ontvangen, want gij hebt alle dingen geschapen, en vanwege uw wil bestonden ze en werden ze geschapen’” (Openbaring 4:9-11). In de hele Schrift is dit een van de meest grootse eerbetuigingen jegens Jehovah, onze God en Soevereine Heer!
26. Waarom werpen de 24 oudere personen hun kronen voor Jehovah neer?
26 De 24 oudere personen hebben dezelfde gezindheid die Jezus aan de dag legt, ja, zij werpen zelfs hun kronen voor Jehovah neer. Zij denken er in de verste verte niet aan zichzelf in de tegenwoordigheid van God te verheffen. Nederig erkennen zij dat het enige doel van hun koningschap is om, net zoals Jezus dit altijd doet, eer en heerlijkheid aan God toe te kennen (Filippenzen 2:5, 6, 9-11). Ootmoedig erkennen zij hun eigen ondergeschikte positie en verklaren openlijk dat hun heerschappij afhankelijk is van de soevereiniteit van Jehovah. Aldus zijn zij in innige harmonie met de cherubs en de rest van de getrouwe schepping door lof en heerlijkheid te doen toekomen aan de God die alle dingen geschapen heeft. — Psalm 150:1-6.
27, 28. (a) Welke uitwerking dient Johannes’ beschrijving van dit visioen op ons te hebben? (b) Welke vragen rijzen met betrekking tot datgene wat Johannes vervolgens ziet en hoort?
27 Wie kan onbewogen blijven bij het lezen van Johannes’ verslag over dit visioen? Het is glorierijk, groots! Maar wat moet de realiteit dan wel niet zijn? Alleen al de majesteit van Jehovah moet een ieder wiens hart met waardering is vervuld, ertoe aanzetten zich in het loven van Hem bij de vier levende schepselen en de 24 oudere personen aan te sluiten, zowel in gebed als door Zijn naam in het openbaar bekend te maken. Dit is de God van wie christenen in deze tijd getuigen mogen zijn (Jesaja 43:10). Houd in gedachte dat Johannes’ visioen betrekking heeft op de dag des Heren, de tijd waarin wij nu leven. „De zeven geesten” staan ons altijd ten dienste om ons te leiden en te sterken (Galaten 5:16-18). Gods Woord is in deze tijd beschikbaar om ons te helpen heilig te zijn in het dienen van een heilige God (1 Petrus 1:14-16). Het maakt ons beslist gelukkig de woorden van deze profetie hardop te lezen (Openbaring 1:3). Wat een aansporing verschaffen ze ons om getrouw aan Jehovah te zijn en niet toe te laten dat de wereld ons ervan afkeert actief zijn lof te bezingen! — 1 Johannes 2:15-17.
28 Tot dusver heeft Johannes beschreven wat hij ziet wanneer hij wordt uitgenodigd door die geopende deur de hemel binnen te gaan. Het treffendste in zijn verslag is zijn beschrijving van Jehovah als iemand die in al de luister van zijn majesteit en waardigheid op Zijn hemelse troon gezeten is. Hij wordt omringd door de machtigste van alle organisaties — een organisatie die straalt van pracht en loyaliteit. Het goddelijke Gerechtshof houdt zitting (Daniël 7:9, 10, 18). Het toneel is in gereedheid gebracht voor een buitengewone gebeurtenis. Wat is dit voor een gebeurtenis, en hoe is die op ons in deze tijd van invloed? Laten wij goed opletten terwijl het tafereel zich ontvouwt!
[Paginagrote illustratie op blz. 75]
[Paginagrote illustratie op blz. 78]