Hoofdstuk 5
Jezus’ geboorte — Waar en wanneer?
DE KEIZER van het Romeinse Rijk, Caesar Augustus, heeft het bevel uitgevaardigd dat een ieder naar zijn geboortestad moet terugkeren om zich te laten inschrijven. Jozef gaat dus naar zijn geboorteplaats, de stad Bethlehem.
Het wemelt van mensen in Bethlehem, die zich allen willen laten inschrijven, en het enige onderkomen dat Jozef en Maria kunnen vinden, is een stal. Hier, te midden van ezels en andere dieren, wordt Jezus geboren. Maria wikkelt hem in windsels van doeken en legt hem in een kribbe, de voederbak voor de dieren.
Dat Caesar Augustus zijn inschrijvingswet uitvaardigde, is beslist onder Gods leiding gebeurd. Daardoor kon Jezus in Bethlehem geboren worden, de stad waarvan de Schrift lang geleden had voorzegd dat ze de geboorteplaats van de beloofde heerser zou zijn.
Wat een belangrijke nacht is dit! Buiten in het veld wordt een groep herders door een stralend licht omgeven. Het is Jehovah’s heerlijkheid! En Jehovah’s engel zegt tot hen: „Vreest niet, want ziet! ik maak u goed nieuws bekend omtrent een grote vreugde, die heel het volk ten deel zal vallen, want heden is u in Davids stad een Redder geboren, die Christus de Heer is. En dit is een teken voor u: gij zult een baby vinden in windsels van doeken gebonden en liggend in een kribbe.” Plotseling verschijnen er nog veel meer engelen, en zij zingen: „Glorie in de hoogste hoogten aan God, en op aarde vrede onder mensen van goede wil.”
Als de engelen weg zijn, zeggen de herders tegen elkaar: „Laten wij in elk geval regelrecht naar Bethlehem gaan en datgene zien wat er gebeurd is, wat Jehovah ons heeft bekendgemaakt.” Zij haasten zich erheen en vinden Jezus precies op de plaats die de engel hun beschreven heeft. Als de herders vertellen wat de engel tot hen heeft gezegd, staan allen die het horen, verwonderd. Maria bewaart alles wat er gezegd wordt in haar hart.
Veel mensen in deze tijd geloven dat Jezus op 25 december geboren is. Maar in december is het in Bethlehem regenachtig en koud. Herders zouden in die tijd van het jaar niet ’s nachts met hun kudden buiten in het veld blijven. Ook is het niet waarschijnlijk dat de Romeinse caesar een volk dat toch al tot opstand tegen hem geneigd was, zou dwingen in het hartje van de winter die reis te maken om zich te laten inschrijven. Jezus werd kennelijk vroeg in de herfst geboren. Lukas 2:1-20; Micha 5:2.
▪ Waarom reizen Jozef en Maria naar Bethlehem?
▪ Welk wonderbaarlijke voorval vindt er plaats in de nacht dat Jezus geboren wordt?
▪ Hoe weten wij dat Jezus niet op 25 december geboren werd?