Lied 45
Ga toch voort!
1. Ga toch voort, ga toch voort tot je rijpheid bloeit,
want Jehovah verlangt dat elk in bekwaamheid groeit.
Doe je uiterste best, dien God onvermoeid,
want dan zegent God je werk.
In de dienst is er plaats, zo je weet,
voor wie predikt zoals Jezus deed.
Zie naar God op en blijf voor je taak gereed.
Bouw op God, hij maakt je sterk!
2. Ga toch voort, ga toch voort met vrijmoedigheid!
Breng het eeuwig goed nieuws en toon geen partijdigheid.
Prijs Jehovah, je God, en getuig verblijd
huis aan huis, zoals weleer.
Dreigt de vijand ons, wees onbevreesd.
Deins niet t’rug, maar vertel blij van geest
dat Gods rijk spoedig komt en de mens geneest.
Breng die boodschap keer op keer.
3. Ga toch voort, ga toch voort, steeds je plicht betracht!
Word veelzijdig bekwaam, er is zo veel werk dat wacht.
Wees vervuld van Gods geest, want die heil’ge kracht
schenkt je vreugde voor altijd.
Liefde spreekt mensen aan, helpt het meest.
Blijf teruggaan, bereik hart en geest.
Help hen groeien, zodat ieder onbevreesd
’t goede nieuws van God verspreidt.
(Zie ook Fil. 1:27; 3:16; Hebr. 10:39.)