BEËRA (Beë̱ra) [Put]. 1. Een Rubenitische overste die, blijkbaar tijdens de regering van Pekah (ca. 778–759 v.G.T.), door de Assyrische koning Tiglath-Pileser III in ballingschap werd gevoerd. — 1Kr 5:6. 2. Een familiehoofd en nakomeling van Aser. — 1Kr 7:30, 37, 40.