TEL-ASSAR
(Tel-A̱ssar).
Een plaats die door „de zonen van Eden” werd bewoond en die in één adem wordt genoemd met Gozan, Haran en Rezef — plaatsen in N-Mesopotamië (2Kon 19:12; Jes 37:12). Sanherib pochte bij monde van zijn boden dat de goden die door de bewoners van deze plaatsen werden aanbeden, niet in staat waren geweest hen van de macht van zijn voorvaders te bevrijden. Tel-Assar wordt over het algemeen, omdat het in samenhang met „de zonen van Eden” wordt genoemd, in verband gebracht met het kleine koninkrijk Bit-Adini aan de bovenloop van de Eufraat. De Assyrische monarchen Tiglath-Pileser III en Esar-Haddon maken beiden melding van een Til-Ashuri, maar men neemt aan dat deze plaats bij de Assyrische grens met Elam lag. Bijgevolg kan niet met zekerheid worden gezegd waar Tel-Assar heeft gelegen.