CHRISTENDOM
(Zie ook Christelijke gemeente; Christenen; Christenen [eerste]; Christenheid)
(Neem nota van kopje: Aanhalingen)
bespreking: it-1 415-416; sh 235-260
betekenis van term: w06 1/3 3; sh 235
Bijbelse uitdrukkingen voor: jv 149
christelijke beginselen: w88 1/10 26-29
een opleiding: w05 15/10 4-5
eeuwig leven op aarde onderwezen: w09 15/8 7-11
geloofsovertuigingen niet vermengen met heidense opvattingen: w90 1/9 6
herstel in deze tijd: w23.05 16-17, 19; cl 79-81; w91 1/12 13-14; sh 344-354; g89 22/10 20-21; je 8-11
Joodse argumenten tegen:
in eerste eeuw: it-1 972-974
middeleeuwen (Rabbi Nachmanides): w97 15/4 19-22
levenswijze: g 4/07 26-27; kl 119; jv 29-30; rs 366
‘De Weg’ (Han 9:2; 19:9, 23): it-2 1245; nwt 1715
maakt gebruik van publiciteit: g88 8/2 9-11
maar één ware vorm: ijwbq artikel 91; fg 20; w11 1/8 16; w03 1/9 3-7
niet —
afhankelijk van plaatsen of voorwerpen: w90 15/12 7
een sekte: g88 8/1 26
een vlucht uit de werkelijkheid: w86 1/7 14-15
fanatiek: w87 15/7 28-31
gebaseerd op mythe of legende: sh 65-67
heeft niet gefaald: g 1/07 18-19
onderdrukkend: w04 15/8 22-23
ontstaan van: sh 236-237, 239-242, 244, 246-257, 260; g89 8/6 24-27
christen zijn was geen kwestie van toeval: g88 8/8 5-7
omstandigheden ten tijde van: it-1 1171-1172
praktische waarde: jt 22-24; br78 23-24
spreekt nederige mensen aan: w88 1/7 28-29
superioriteit over Joodse samenstel: it-1 974-975; it-2 1251; w99 15/12 16-17
te herkennen aan: scl 25; lff les 18; wp16.4 14-15; w14 15/9 7-11; w10 15/1 12-16; jv 26-32; sh 344-348
afgescheiden van wereld: w13 15/3 19; w12 1/3 5; g 1/11 7; w10 15/1 12, 14-15; g 4/07 9; jv 30
‘blijf in mijn woord’ (Jo 8:31): w13 1/11 7; w12 1/3 4; w06 1/3 5-6
gastvrijheid: it-1 710-711, 1158
gedrag: jv 29-30
getuigeniswerk: w14 15/9 8-9; w12 1/3 8-9; w10 15/1 13-14; jv 26-28; rs 367
Gods naam bekendgemaakt: w12 1/3 7
liefde: cf 177; w23.03 26-31; cl 301; w17.02 12; w15 15/11 23-24; w12 1/3 6; w10 15/1 15-16; w09 1/6 14; w09 15/11 19; bm 29; w06 1/3 5; w03 1/2 13-14; w03 15/3 5-6; jv 30; w91 1/10 20-22; rs 366; sh 242, 244; w89 1/5 27-28; w87 15/7 29; w86 1/6 3-7
neutrale standpunt in oorlog: w14 15/9 7-8
organisatie: ijwbq artikel 90; od 24; jv 28-29
respect voor Gods Woord: w12 15/1 4-8; w12 1/3 4
vervolging: jv 30-32
wonderen niet noodzakelijk: it-1 718
tijdens en na donkere middeleeuwen: g89 22/12 17-19
verbreiding: it-1 416; it-2 744-745; gl 32-33; w15 15/2 19-23; re 142-143; jv 27-28; w90 15/1 13-14; g89 8/6 27
Azië: w11 1/1 29
Bithynië: it-1 357
Fenicië: it-1 681-682
Griekenland en Rome droegen bij tot: w15 15/2 20-23; w15 15/6 32; w88 1/5 26
Joodse diaspora: it-1 824; w15 15/2 23; w05 15/10 12-15
Judea: it-1 1367
kaarten: it-2 744; gl 32; nwt 1790-1791; sgd 58-59; g 9/12 15
Klein-Azië: w07 15/8 8-11
na Pinksteren: gl 32; w07 15/8 8, 11; sh 257, 260
reactie van heidense priesters: re 62
Romeinse Rijk: w15 15/2 20-23; w15 15/6 32; jv 27; w88 1/5 26-28; g88 8/8 5-7
zendingsactiviteit: w89 1/1 10-14
verschil met andere religies: g89 8/6 25-26
verschil tussen ware en valse: g 1/07 18-19; w06 1/3 3-7
Aanhalingen
de Ene grote vloek: w06 1/3 3-4
een van de grootste geestelijke ontwikkelingen van de mens: w06 1/3 3
het bracht een nieuwe moraal van broederschap, goede gezindheid, eerbaarheid en rust: g96 8/4 10
is alleen daar waar herinnering aan Christus in praktijk wordt geactiveerd: w06 1/3 4
met opmerkelijke snelheid verbreid: w01 1/4 14; jv 27
ongeëvenaarde prestaties op allerlei gebieden: w06 1/3 3
triomfen traden aan het licht doordat ze tot goede mensen werden gemaakt — hun smetteloze leven, onberispelijke moraal, goede burgerschap: jv 30; w92 15/2 15
waar vervolging begint, eindigt het christendom: re 102