Velddienst-ervaringen
RAADGEVINGEN VAN DE ZONEVERGADERING TOEGEPAST
„Tijdens het pionieren te zamen met mijn echtgenoot heb ik dikwijls de gelegenheid voor een kleine baby te zorgen, zodat de mensen van goede wil de dienstvergadering of openbare lezing kunnen bijwonen. Ik had gisteravond het werkelijk zeldzame en zeer gewaardeerde voorrecht, bij een invalide zuster te blijven, zodat haar gehele familie de diensttoespraak kon bijwonen. Zeldzaam, omdat deze zuster, ofschoon totaal verlamd, reeds zes en twintig lange jaren aan het bed gekluisterd en blind, een Koninkrijksverkondigster is, een actieve getuige voor Zijn naam, verlangend om haar openbare bediening te verbeteren. Op een onlangs gehouden zonevergadering werd een idee aan de hand gedaan hoe invalide broeders en zusters een aandeel konden hebben aan het verspreiden van de boodschap van Gods opgerichte koninkrijk. Het idee bestond hierin, dat men een telefoongebied kon nemen, door het telefoon boek in gebieden te verdelen, dan iedereen op te bellen, hun een goed getuigenis te geven en de lopende aanbieding te offreren. Het gezelschap haastte zich naar huis om deze zuster alles over de vergadering met inbegrip van dit idee, te vertellen. Deze zuster dacht er verscheidene dagen over na hoe zij aan deze nieuwe tak van dienst een aandeel kon hebben. Ruim een week geleden begon zij in het gebied via de telefoon. Zij ’wierp haar brood uit op het water’, en hoe zegende Jehova haar pogingen om hem te dienen! Haar velddienstrapport vermeldde tot dusverre zes uren en elf Awake!-abonnementen! Het voorbeeld van dienstijver en vastberadenheid van deze zuster moet ieder van ons helpen ’alles wat onze handen vinden om te doen, dat met onze macht te doen’.”
UIT BOEKSTUDIËN KOMEN NIEUWE VERKONDIGERS VOORT
De volgende ervaring die is ingezonden door een verkondiger in Texas, toont aan hoe noodzakelijk het is alle adressen waar lectuur is verspreid, na te bezoeken, en tevens dat het niet altijd de ervaring is die iemand in staat stelt lectuur te verspreiden. Het laaiende vuur van pas-geïnteresseerden heeft ook uitwerking.
„Ik bezocht een vrouw van goede wil om een studie uit ’Let God Be True’ te leiden, maar bemerkte dat zij visite had. Ik vroeg de bezoekster of zij zin had de studie bij te wonen. ’Ja zeker!’ antwoordde zij dadelijk. Zij stelde vele vragen en toen wij de studie hadden beëindigd, vertelde zij dat zij het boek ’Let God Be True’ had, maar dat zij het niet had bestudeerd omdat zij het niet kon begrijpen. Ik sprak met haar een dag af waarop ik bij haar kon komen en toen ik kwam, zat zij reeds op mij te wachten. Ik vroeg haar een onderwerp uit te kiezen waarvan de bespreking haar bijzonder zou interesseren, en zij koos het onderwerp de ’nieuwe aarde’. Zij had grote vreugde, stelde vele belangwekkende vragen en zeide dat zij besefte dat alles wat zij nu bezat, zou worden vernietigd en dat zij wenste alles te kunnen verkopen om alleen dit werk te gaan doen. Ik nodigde haar uit, direct een uurtje met mij te gaan werken. Zij verklaarde dat zij graag zou gaan, maar dat zij niet wist hoe zij getuigenis moest geven. Ik gaf haar te kennen dat zij eerst naar mij kon luisteren, zodat zij kon leren hoe zij het moest doen, en daarna zelf een deur kon proberen. Zij wist gedaan te krijgen dat haar moeder op haar kleine kinderen, een tweeling, paste en ging met mij naar het eerste huis. Toen ik de bewoonster getuigenis begon te geven, zei deze dat zij het boek niet kon nemen en gaf het mij terug. Maar al heel gauw werd het geplaatst toen de pas-geïnteresseerde dame ging vertellen hoe prachtig zij het boek had gevonden. Bij de volgende deur gaf ik getuigenis en weer wilde de bewoner er niets van weten, maar de nieuwe getuige sprong mij bij het getuigenisgeven bij en spoedig verspreidde zij het boek. De daaropvolgende deur nam zij alleen en toen zij bij mij terugkwam, vertelde zij dat: de dame erg sarcastisch was. Maar bij de volgende deur, waar ik bij mijn vroegere pogingen om lectuur te verspreiden geen succes had gehad, gaf zij een kort getuigenis en toen zij wegging, kon ik haar horen zeggen: ’U moet dit boek ook beslist lezen.’ Ik heb slechts twee studiën met deze ongeveer twintigjarige dame van goede wil gehad. Thans woont zij de groepsvergaderingen bij en neemt deel aan de overzichten van de school der Theocratische bediening.”
HET BETONEN VAN NAASTENLIEFDE IN NEDERLAND
De apostel Paulus zeide dat hij allen alles was geworden ten einde hen voor Christus te winnen. Tegenwoordig worden Christelijke bedienaren van het evangelie vele verschillende dingen ten einde anderen te helpen een kennis van de waarheid te krijgen. Zij worden zelfs oppassers van zuigelingen, zoals de volgende ervaring uit Nederland toont:
„Ik ging de velddienst in om strooibiljetten voor een openbare lezing uit te reiken. Nadat ik had aangeklopt, deed een vrouw open en in mijn getuigenis vroeg ik haar of zij graag een mooie Bijbellezing wilde horen, over het onderwerp ’Aards paradijs — blijvende woonplaats der mensen’. Zij antwoordde: ’Ja, maar waar moet ik dan met mijn kinderen naar toe? Zorgt u soms voor hen?’ Ik zeide: ’Zeer zeker mevrouw, met alle plezier.’ Verrast vroeg de vrouw: ’Meent u dat?’ ’Ja natuurlijk! Indien u deze lezing, die zeer belangrijk voor u is, wenst bij te wonen, dan zal ik er gaarne voor zorgen dat er op uw kinderen wordt gepast.’ Ik stelde voor dat zondagavond twee dames met de fiets naar haar huis zouden komen en dat een van hen op de kinderen zou passen terwijl de andere dame haar naar de lezing zou vergezellen. Na dit gesprek nodigde zij mij uit binnen te komen. Zij was Rooms-Katholiek en wilde de waarheid leren kennen. Ik toonde haar het boek ’De waarheid zal u vrijmaken’ en daar het juist was beginnen te regenen, bleef ik daar en vertelde haar gedurende ongeveer een uur vele dingen over de Bijbel. Toen ik wegging, herinnerde zij mij aan mijn belofte. Nadat ik een paar andere verkondigers had gesproken, vond ik twee zusters die bereid waren deze persoon van goede wil te helpen. Tijdens de openbare lezing luisterde zij zeer aandachtig en na het besluit stelde zij de spreker verscheidene vragen. De volgende dag bracht ik haar weer een bezoek en begon een boekstudie. Zij zeide dat zij de Wachttoren-studie na afloop van de lezing niet had kunnen bijwonen. Ik vertelde haar toen dat ik nog eens een dergelijke regeling kon treffen ten einde haar de gelegenheid te geven de studie in de Koninkrijkszaal bij te wonen. ’Neen’ zeide zij, ’ik zal zelf een regeling treffen.’ De volgende keer kwam zij en zij had haar vier kinderen bij zich. Thans is zij ondanks vele moeilijkheden een geregelde bezoekster. Enige maanden later hadden wij een zonevergadering en mijn geïnteresseerde van goede wil woonde deze bij. Daar ik bij de cafetaria werkte, kon ik op haar vijfjarige zoon passen, omdat — zij voor de eerste keer de velddienst inging!”