De huwelijksplechtigheid en -vereisten
1. Welke huwelijksgewoonten bestonden er onder de Israëlieten?
DE IN het bijzonder aan en voor christenen geschreven bijbelboeken schrijven hun geen bepaald soort huwelijksplechtigheid voor. Wel blijkt er uit, dat nadat de ouders en een tussenpersoon of huwelijksbemiddelaar regelingen voor het huwelijk hebben getroffen, de verloving in het geval van maagdelijke meisjes ongeveer een jaar duurde. Op de avond van de bruiloft ging de bruidegom dan naar het huis van de bruid en nam haar te midden van een groep vreugdevolle bruiloftsgangers mee naar haar nieuwe huis. De bruiloft was nu gemeengoed geworden en stond in de geest van de mensen gegrift, terwijl bij de thuiskomst een bruiloftsfeest werd gegeven waaraan alle genodigden deelnamen en waarvoor de ouders van de bruidegom regelingen hadden getroffen. Gelukkig waren zij die waren genodigd het bruiloftsavondmaal te vieren. De bruid liet haar verloofde minnaar niet wachten voordat zij verscheen, zij wachtte op hem, zo aantrekkelijk mogelijk gekleed, terwijl zij gereed was om door haar vader of voogd aan hem te worden gegeven. — Matth. 1:24; 22:1-11; 25:1-10; Joh. 2:1-11; 3:29; Mark. 2:19; Jes. 61:10; 62:5; Openb. 19:7, 8; 21:2, 9-11.
2. Wat blijkt duidelijk uit het bijbelse bericht betreffende huwelijken?
2 Wij dienen in gedachten te houden dat de eerste christenen evenals Jezus joden of Israëlieten waren. Het ligt derhalve voor de hand dat deze joodse christenen hun huwelijksgewoonten en -regelingen uit hun vroegere joodse sociale stelsel overbrachten op het nieuwe christelijke samenstel van dingen. Van één punt dienen wij echter direct notitie te nemen: sedert de dagen van Abraham is er bij een huwelijksvoltrekking geen priester, leviet of een andere officiële religieuze vertegenwoordiger aanwezig geweest. Toch was het huwelijk van kracht en werd het door Jehovah God erkend. Ook werd het bij de burgerlijke stand van het stadje of dorpje aangetekend, evenals de geboorten die het gevolg van de huwelijksverbintenis waren. Ongetwijfeld werden de twee geslachtsregisters van Jezus welke Mattheüs en Lukas hebben vermeld, overgenomen uit de stadsarchieven van Bethlehem. Dit brengt ons tot de vraag: Door wie mogen rechtsgeldige christelijke huwelijken plechtig worden voltrokken? Is een burgerlijk of niet-religieus huwelijk even bindend als een religieus, of is het huwelijk een sacrament en dus alleen van kracht wanneer het op religieuze wijze wordt voltrokken?
3. Wat toont de bijbel met betrekking tot de wijze waarop Izak in de echt werd verbonden?
3 Het huwelijk is geen sacrament, dat in de aanwezigheid van een geestelijke of een christelijke bedienaar van het evangelie voltrokken moet worden. Abraham was als Gods profeet de door Hem aanvaarde priester voor een groot huisgezin, maar in geen enkel bericht wordt ons verteld dat hij aanwezig was toen zijn oudste dienstknecht Rebekka uit Mesopotamië bracht en naar Izak in de Negeb van Palestina leidde. Izak wandelde daar alleen en was in gedachten verzonken toen de dienstknecht Rebekka tot hem bracht en Izak precies verhaalde hoe hij haar voor hem had verworven. „Daarna bracht Izak haar in de tent van Sara, zijn moeder. Vervolgens nam hij Rebekka, en zij werd zijn vrouw.” Anderen waren er echter in het openbaar getuige van dat hij haar tot vrouw nam, namelijk, Abrahams huwelijksbemiddelaar en „de mannen die met hem waren,” de „verzorgster” van Rebekka en haar andere „vrouwelijke bedienden” (Gen. 24:2, 54, 59-61, 66, 67, NW). Izak had geen huwelijksvergunning verkregen, evenmin als dit tegenwoordig in sommige landen noodzakelijk is. Izaks vader Abraham, het hoofd van de theocratische organisatie, had het gemachtigd en Jehovah God, naar wie voor leiding werd opgezien, had steeds de stappen van de huwelijksprocedure geleid. Hij had dus geen huwelijksvergunning nodig. Er waren echter meer dan vier getuigen aanwezig toen hij haar tot vrouw nam en het huwelijk werd in de registers van Abrahams theocratische nederzetting aangetekend, terwijl het heden ten dage natuurlijk ook in de bijbel staat te boek gesteld. Er was geen religieuze plechtigheid aan verbonden, alhoewel aldoor werd uitgezien naar Gods wil en die werd erkend.
4. (a) Wat werd in de wet niet aangegeven betreffende huwelijken? (b) Wat voor soort van aangelegenheid was het huwelijk, en hoe werd er de nadruk op gelegd dat het bindend was?
4 Nergens lezen wij iets over een religieuze plechtigheid toen Izaks zoon Jakob met Lea en Rachel in het huwelijk trad (Gen. 29:18-30). Evenmin schreef Jehovah God in al de honderden wetten zijn uitverkoren volk Israël voor dat zij een religieuze huwelijksplechtigheid moesten houden. Het recht en de plicht een huwelijk plechtig te voltrekken, werd in het geheel niet toegewezen aan de priesterlijke familie van Aäron of aan de levitische tempeldienaren. Het huwelijk was van de tijd der verloving af tot het ogenblik waarop de bruid en de bruidegom in het huis van zijn vader werden verenigd, een door het gezin zelf getroffen regeling zonder dat er priesters of levieten aan te pas kwamen (bij huwelijken buiten de stam Levi tenminste). Het werd aan de gehele gemeenschap bekendgemaakt, men was er op passende wijze getuige van en daarna werd het bij de plaatselijke burgerlijke stand geregistreerd; vandaar dat Jozef met zijn mede-Bethlehemiet Maria in de dagen van de Romeinse keizer Cesar Augustus naar hun geboortestad moest gaan en daar ingeschreven moest worden. — Luk. 2:1-6, NW.
5. Wat deed Jezus slechts bij het huwelijk te Kana en wat deed hij niet met betrekking tot het huwelijk onder zijn volgelingen?
5 Jezus verrichtte zijn eerste wonder op een bruiloft te Kana, in de provincie Galilea. Hij was daar echter niet uitgenodigd om als een bedienaar van het evangelie dienst te doen, want hij was niet van de priesterlijke familie van Aäron noch van de stam Levi en als een bedienaar der religie werd hij ook niet erkend. Hij was daar gewoon te gast genodigd, tezamen met zijn moeder en zijn discipelen, omdat hij vroeger zijn timmermansambacht niet ver van die stad vandaan had uitgeoefend. Hij heiligde het huwelijk daar dus niet, maar voorzag alleen in de beste wijn, opdat alle aanwezigen zich verder konden verheugen (Joh. 2:1-11). In geen der aan zijn twaalf apostelen en de evangelisten gegeven geboden heeft hij hun ooit gezegd, en evenmin heeft hij hun ooit de opdracht daartoe gegeven, huwelijken plechtig te voltrekken, maar hij liet de aangelegenheid van het huwelijk zoals het onder Jehovah’s volk was. Nimmer heeft hij het huwelijk in een sacrament veranderd, dat slechts in de macht der apostelen of christelijke bedienaren van het evangelie zou liggen of alleen op grond van hun sanctie verricht kon worden.
6. Hoe staat de Schrift tegenover het door de wet vereiste burgerlijke huwelijk?
6 Is een religieus huwelijk dan strikt noodzakelijk? Neen. Erkent Gods Boek, de bijbel, een burgerlijk huwelijk dan wel? Ja, en in dit opzicht kunnen christenen ’cesar geven wat cesar toebehoort.’ In de meeste landen der christenheid wordt een door een overheidsambtenaar voltrokken burgerlijk huwelijk toegestaan of is dit zelfs absoluut vereist. Terecht rust er dus op een burgerlijk huwelijk geen sociaal of religieus stigma, en de Allerhoogste God erkent het burgerlijk huwelijk van zijn toegewijde volk en houdt hen er aan. In sommige landen binnen en buiten de christenheid staan de regeringen het rooms-katholieke priesters en bedienaren van andere erkende religies, ook die van Jehovah’s getuigen, toe, huwelijken plechtig te voltrekken in religieuze gebouwen of op bepaalde aangewezen plaatsen, en ze erkennen deze huwelijken. De dienstdoende bedienaar der religie treedt als zodanig dan op als een dienaar der overheid om het huwelijk wettelijk te bekrachtigen. Zulke huwelijken zijn dus eveneens bindend en worden door God erkend. Wanneer er dan ook personen in de Nieuwe-Wereldmaatschappij komen die plechtig door een der geautoriseerde religiën in de echt zijn verbonden, erkennen Jehovah’s getuigen hun huwelijk als bindend en als nog steeds van kracht zijnd. Wanneer dienaren onder Jehovah’s getuigen niet zijn gemachtigd een huwelijk te voltrekken, dan kunnen de getuigen met een gerust geweten naar de daarvoor aangewezen overheidsinstellingen gaan om het huwelijk wettelijk door een overheidsambtenaar te laten voltrekken, omdat God dit erkent.
7. Hoe beziet de Rooms-Katholieke Kerk het burgerlijke huwelijk, zoals onlangs door welke gebeurtenis werd aangetoond?
7 In landen waar de regering slechts een burgerlijk huwelijk machtigt, vereist en erkent, beschouwt de Rooms-Katholieke Kerk dit echter niet als geldig en moeten katholieken daarna door een kerkelijk huwelijk door een priester in de echt worden verbonden. Zo berichtte de New York Times (van 20 april 1956) onlangs bijvoorbeeld toen de katholieke prins van Monaco in het huwelijk trad met de katholieke filmster van Hollywood: „De 32 jaar oude prins en zijn 26-jarige bruid, die gisteren tijdens een burgerlijke plechtigheid in het Paleis in de echt werden verbonden, werden in de ogen der kerk verbonden door de bisschop van Monaco, Monseigneur Gilles Barthe. Zij ontvingen de zegen van paus Pius XII door bemiddeling van zijn nuntius in Parijs, Monseigneur Paole Marella. . . . Eerst ging zij naar haar plaats voor het witte marmeren altaar, want de gewoonte week voor het recht van een soeverein om op zich te laten wachten. De Prins voegde zich enkele ogenblikken daarna bij haar.”
8. Welke waarde heeft een religieuze bijeenkomst met de bruid en bruidegom nadat het burgerlijke huwelijk is voltrokken?
8 Het is vanzelfsprekend dat de na het burgerlijke huwelijk plaats hebbende religieuze plechtigheid der katholieken of van enig ander religieus stelsel geen enkele wettelijke waarde heeft. Is bij Jehovah’s getuigen zulk een religieuze bijeenkomst waarop de bruidegom en zijn bruid aanwezig zijn, echter mogelijk of wordt er om verzocht, dan mag deze daarna gehouden worden; ze is echter niet noodzakelijk, noch wordt het huwelijk daardoor voltrokken en evenmin wordt de wettelijke kracht van het reeds voltrokken burgerlijke huwelijk er door vergroot. Het doel is, het pasgetrouwde paar gezonde en passende bijbelse aanmoedigingen en raad te geven over de verplichtingen in het huwelijk en waartoe dit de gelegenheid biedt, er grotere bekendheid in de plaatselijke gemeente aan te geven en in het bijzijn van alle aanwezige mensen van goede wil een getuigenis te geven over Jehovah’s huwelijksregeling. Dit biedt tevens een gunstige gelegenheid om het huwelijk in de gemeente te laten registreren, zodat er zich in het gemeentearchief een bericht van bevindt.
9. Wat kan er worden gedaan wanneer de wet vereist dat de pasgehuwden zich in een verafgelegen stad laten inschrijven welke voor hen niet gemakkelijk is te bereiken?
9 Wat thans voor de gemeente wordt gedaan, wordt, evenals datgene wat in het Israël van vroeger in de tegenwoordigheid van de rechters en regeerders werd gedaan, „voor het aangezicht van God” gedaan (Ex. 21:6; 22:8, 9, 28, NW; 21:6; 22:7, 8, 27, PC). Wat dient er gedaan te worden wanneer er in Afrika een huwelijk tussen christenen voltrokken wordt in een plaats welke ver weg gelegen is van de plaats waar het huwelijk bij de overheidsinstellingen geregistreerd moet worden en waar de pasgehuwden niet zo gemakkelijk direct kunnen komen? Er kan dan in de Koninkrijkszaal van Jehovah’s getuigen een „Huwelijksverklaring” worden opgesteld, welke wettelijk niet bindend is en niet de plaats inneemt van het aantekenen bij de burgerlijke stand, doch het wordt wel onder Gods volk erkend, omdat het pasgetrouwde paar voor de Nieuwe-Wereldmaatschappij erkent dat hun huwelijk bindende kracht bezit en dat zij het zodra dit gelegen komt, bij de burgerlijke stand laten registreren. Deze „Huwelijksverklaring” wordt dan in het archief van de gemeente en van het bureau van het Wachttorengenootschap opgeborgen, terwijl het jonge paar zich in de voorrechten van het huwelijk kan verheugen reeds voordat het bij de burgerlijke autoriteiten is geregistreerd. Het kan dus voorkomen dat een huwelijk wel bij het Genootschap maar nog niet bij de burgerlijke overheid geregistreerd staat. Na een bepaalde toegestane tijd kunnen de dienaren van het Genootschap nagaan of het al op de juiste wijze bij de burgerlijke autoriteiten is geregistreerd en of het echtpaar aan de wet heeft voldaan.
10. (a) Wat zullen zij die overeenkomstig de stamgewoonten zijn gehuwd, terecht doen? (b) Wat voor huwelijk wordt hun aanbevolen die tot een stam behoren en nu een lid van de Nieuwe-Wereldmaatschappij zijn, en waarom?
10 Wanneer stamgenoten overeenkomstig de stamgewoonten zijn gehuwd voordat zij de Koninkrijkswaarheid leerden kennen en in de Nieuwe-Wereldmaatschappij kwamen, blijft hun huwelijk nog steeds van kracht en wordt het erkend. Het is niet nodig opnieuw te trouwen, maar wanneer het stamhuwelijk niet bij de burgerlijke overheid is aangetekend, is het wel juist het bij de Nieuwe-Wereldmaatschappij aan te geven door een Huwelijksverklaring te tekenen. In bepaalde landen werpt het echter wellicht voor de man en zijn gezin wettelijke voordelen af wanneer deze stamgenoten een burgerlijk huwelijk aangaan. Ongehuwde stamgenoten die een deel van de Nieuwe-Wereldmaatschappij worden, raden wij een burgerlijk huwelijk aan, daar het grotere voordelen met zich brengt en een grotere bescherming der wet verzekert, waardoor na de dood van de echtgenoot in het onderhoud van zijn vrouw en kinderen wordt voorzien. Voormalige heidenen moeten niet overeenkomstig heidense gewoonten in de echt worden verenigd, want dit is stellig een stap achteruit; wanneer het met onschriftuurlijke heidense riten gepaard gaat, zou men eigenlijk een compromis met deze wereld aangaan, het geloof verloochenen, hetgeen zelfs tot uitsluiting zou kunnen leiden.
11, 12. (a) Waarom behoeft een op grond van een bruidsprijs gesloten huwelijk niet herhaald te worden wanneer men in de waarheid komt? (b) Welke hulp mogen gemeenten bieden bij het verkrijgen van een burgerlijke registratie? (c) Wat geven gezond verstand en theocratische regels te kennen met betrekking tot een geschenkenregen, uitnodigingen, bruiloften en recepties?
11 Is men voordat men christen werd, in de waarheid kwam en zich aan God opdroeg, een bruidsschat of bruidsprijshuwelijk aangegaan en is men daardoor volgens de stamgewoonten in de echt verbonden en hieraan trouw gebleven, dan behoeft men dit niet aan te vullen met nog een kostbare bruiloft, omdat dit voorgaande huwelijk niet ongedaan wordt gemaakt en de personen daardoor evenmin tot hoereerders worden verklaard of gemaakt. Ten einde in de vele huwelijksuitgaven tegemoet te komen, worden de door de Nieuwe-Wereldmaatschappij vereiste berichten gratis opgesteld en bijgehouden. Indien een gemeente er graag toe wil bijdragen de kosten te helpen dekken wanneer een lid daarvan zijn huwelijk bij de burgerlijke stand laat registreren, is dit iets zeer praktisch voor allen die daartoe bereid zijn. De leden van een gemeente zijn het niet verplicht de toekomstige bruid in de bruidsdagen en op de bruiloft een „regen” van geschenken te geven om in het huwelijk te gebruiken en er van te genieten. Dit is een persoonlijke aangelegenheid en een ieder is hierin vrij.
12 Recepties en bruiloften dienen onofficieel aangekondigd te worden en niet vanaf het podium in de Koninkrijkszaal of door andere mededelingen daar. Men dient met overleg te werk te gaan wanneer men formeel gedrukte uitnodigingen voor zijn bruiloft en de daarna te houden receptie verzendt. Enkele niet al te intieme kennissen die men slechts zo af en toe spreekt of die ver weg wonen waardoor het voor hen onpraktisch is de uitnodiging voor de bruiloft te aanvaarden en er gehoor aan te geven, vinden het niet prettig wanneer zij zulks ontvangen omdat zij zich daardoor verplicht gevoelen. Op elk tijdstip dat de vergaderingen in de Koninkrijkszaal of andere dienstregelingen niet in gedrang komen, mogen er daar bruiloftsplechtigheden worden gehouden. De daarop volgende receptie echter niet, want anders zou de zaal daardoor in een plaats van vermaak worden veranderd.
13. Hoe dient iemand voor een bruiloft gekleed te zijn, en waarom is het niet hebben van een ring niet in iemands nadeel?
13 Het is niet nodig bij het burgerlijke huwelijk rijke kleren te dragen, belangrijk is, dat men netjes en welvoeglijk gekleed is en de geest als christen bekleed is met liefde, nederigheid, gehoorzaamheid en getrouwheid. Wellicht is het niet de gewoonte of te duur om een trouwring te dragen. De huwelijke staat wordt niet overal door een trouwring gesymboliseerd en vormt geen noodzakelijk onderdeel van een huwelijksplechtigheid. Wanneer iemand geen trouwring geeft, spreekt dit niet ten nadele van hem. Zelfs daar waar de trouwring wordt erkend als een teken dat een vrouw getrouwd is en als een waarschuwing dient voor een ieder met hartstochtelijke begeerten, kan iemand er op grond van zijn geweten bezwaren tegen hebben bij de plechtigheid een ring te gebruiken, daar hij de heidense oorsprong van de gebruikelijke trouwring in de christenheid in gedachten heeft. Op enkele plaatsen wordt de gehuwde staat van de trouw aangeduid door de manier waarop zij zich kleedt of door het nieuwe kledingstuk dat zij aan haar opmaak heeft toegevoegd. Plaatselijk is dit even doeltreffend als een vingerring en valt eigenlijk nog meer in het oog. Een trouwring is waardeloos wanneer er geen werkelijke band bestaat of wanneer de huwelijksband niet wordt geëerbiedigd. Een hartstochtelijke vrouw zal zich er door een ring niet van laten weerhouden overspel te bedrijven. Een ieder dient dus overeenkomstig zijn geweten en de plaatselijke gewoonten zelf te bepalen of hij bij de huwelijksplechtigheid een ring wil gebruiken.
14. (a) Wat moet een polygamist doen wanneer hij in de waarheid komt? (b) En wat dient een vrouw die, waar dit wettelijk of de gewoonte is, met een polygamist is getrouwd, te doen?
14 Gods Woord verbiedt een christen polygamie te bedrijven, ongeacht wat de nationale overheid of de stamregering ten deze heeft, beslist. Een christelijke man kan niet met verscheidene vrouwen leven en een christelijke vrouw niet met verscheidene mannen. Komt een polygamist in de Nieuwe-Wereldmaatschappij en draagt hij zich door bemiddeling van Christus aan God op, dan mag hij slechts een van zijn vrouwen behouden die hij wellicht door een bruidsschat, bruidsprijs of lobola heeft verworven. Hij zal de anderen moeten laten weggaan en naar huis terugsturen, evenals de priester Ezra en de joodse bestuurder Nehemia de Israëlieten destijds zo’n opdracht gaven die Gods wet betreffende het trouwen met heidenen hadden geschonden (Ezra 10:1-44; Neh. 13:23-31). Wat dient een vrouw, in landen waar polygamie wettelijk of een gewoonte is, die met een polygamist is getrouwd, te doen wanneer zij de Koninkrijkswaarheid aanvaardt? Zij dient hem te vertellen tot welke stap zij het besluit heeft genomen en welke verplichtingen er hierdoor voor het aangezicht van God op haar komen te rusten als een christen en een getuige van hem. Dan moet zij de gevolgen van haar standpunt aanvaarden. Laat de polygamist haar aan haar ouders of voogden teruggeven en de bruidsschat die hij voor haar heeft gegeven, wederom opeisen en haar aldus haar vrijheid hergeven. Volgens Gods wet is haar verhouding met de polygamist, hoererij en geen huwelijk. Door in zulk een verhouding te volharden, sluit zij zich er van uit gedoopt te worden, alhoewel zij wellicht de vergaderingen bijwoont en met anderen over de waarheden van Gods Woord spreekt.
HET VRIJE HUWELIJK
15, 16. (a) Wat is een vrij huwelijk? (b) Welke omstandigheden en geestesgesteldheden zijn er verantwoordelijk voor dat velen zo leven?
15 Dit brengt ons tot een bespreking van het vrije huwelijk. Dit is een huwelijk overeenkomstig het gewoonterecht (niet het burgerlijke of kerkelijke recht), een huwelijk waaraan geen wettelijke burgerlijke of religieuze plechtigheid te pas komt, maar waarin de man en de vrouw individueel besluiten of overeenkomen als echtgenoot en echtgenote samen te leven. Er wordt dan geen bruidsschat of bruidsprijs gegeven. Dikwijls komt het voor dat in landen waar het kerkelijke recht de toon aangeeft en een vrij huwelijk niet wettelijk wordt erkend, de twee in zulk een vrij huwelijk levenden graag voor de wet zouden willen trouwen maar dat het door de geestelijken, die het huwelijk als een sacrament beschouwen, geëiste huwelijksgeld voor het paar te hoog is, omdat zij te arm zijn. Het is bijzonder moeilijk de noodzakelijke wettelijke stappen te doen, zoals het tonen van een uittreksel uit het geboorteregister, hetwelk wellicht niet bestaat. Wellicht staat de nationale regering onder geen enkele omstandigheid een wettelijke echtscheiding toe of is zelfs een scheiding op schriftuurlijke gronden een bijzonder kostbare en langdurige geschiedenis. Daarom gaat de nog niet gescheiden persoon die wil hertrouwen, in het geheim betrekkingen aan met iemand van het andere geslacht ten einde als man en vrouw samen te leven, en zonder een huwelijk te zijn aangegaan leven zij dus samen. Zeer dikwijls gaat een man echter een vrij huwelijk aan om een vrouw ondergeschikt en afhankelijk van hem te laten zijn. Indien zij door hem ondersteund wil worden en in zijn huis wil leven, moet zij zich ten opzichte van hem moreel rein bewaren. Doch alhoewel hij wil dat zij hem trouw blijft, wenst hij wellicht zelf niet voor altijd bij haar te blijven. Wanneer hij niet op grond van de wet door een huwelijk aan haar gebonden is, kan hij zich op elk willekeurig tijdstip vrij gevoelen zijn partner in een vrij huwelijk en de kinderen te verlaten en een soortgelijk leven met een andere vrouw te gaan leiden. De vrouwen verlangen dus een wettelijk huwelijk ter bescherming van hen zelf en hun kinderen, doch de man kan om zelfzuchtige redenen weigeren hun verbintenis wettelijk te laten bekrachtigen.
16 Velen leven na de oorlog met elkaar samen zonder een huwelijk te sluiten, omdat de vrouw een regeringsuitkering ontvangt als oorlogsweduwe of anderszins, hetgeen zij zou verliezen wanneer zij zou hertrouwen. Zij en de man komen dus overeen samen te leven zonder een huwelijk te sluiten, opdat zij de regeringsuitkering blijft ontvangen, en de uit deze verbintenis voortgekomen onwettige kinderen wordt geleerd de schijn hoog te houden door de man „oom” en niet „vader” te noemen.
17. (a) Hoe begint een vrij huwelijk meestal, en waarom is dit verkeerd? (b) Wat is een van de gevolgen van het vrije huwelijk, en hoe worden ze in enkele landen wettelijk bekrachtigd?
17 Dikwijls is het begin van een vrij huwelijk de toestemming welke het meisje de man geeft gemeenschap met haar te hebben, louter op grond van zijn trouwbelofte. Wanneer hij dan betrekkingen met haar is aangegaan gaat hij met haar samenleven en doet nimmer de wettelijke stappen. Een trouwbelofte alleen is echter nog geen schriftuurlijke grond om gemeenschap met de andere partij te hebben. Zelfs verloofde personen staan onder het schriftuurlijke gebod, gedurende hun verlovingstijd geen gemeenschap met elkaar te hebben. Niet wettelijk gesloten proefhuwelijken, aan de hand waarvan men wil zien of het paar goed met elkaar kan opschieten, zijn niet juist, daar ze door Gods wet volledig worden veroordeeld als hoererij en onzedelijkheid. Door sommige staten wordt het vrije huwelijk als een werkelijk, bindend huwelijk erkend met de daaraan verbonden wettelijke verplichtingen; maar vele staten en landen (zelfs katholieke landen) die het vrije huwelijk niet erkennen, doen niets in verband er mee. Bijgevolg komt het in veel landen veelvuldig voor en in de meeste plaatsen neemt de omgeving het als iets gewoons aan. Dit sluit in dat er vele onwettige kinderen worden geboren; van één land weten wij dat vijfenvijftig percent der geboren kinderen onwettig is, en in een ander wel tachtig percent. In sommige landen heeft een paar dat in een vrij huwelijk tezamen leeft nadat zij gedurende een minimum aantal jaren tezamen hebben gewoond of nadat er een kind wordt geboren, recht op een wettelijk burgerlijk of religieus huwelijk. De rechtbank kan dan automatisch beslissen dat het een wettelijk huwelijk is. Op verzoek van één of beide partners in het vrije huwelijk kan dan het „de facto” huwelijk bij de overheid geregistreerd worden.
18. Door welke schriftuurplaatsen wordt aangetoond dat wij getuigenis dienen te geven aan hen die in een vrij huwelijk leven?
18 Hoewel de Nieuwe-Wereldmaatschappij het vrije huwelijk niet als volledig erkent, wil dit niet zeggen, dat wij niet de waarheid mogen prediken tot personen die in zulk een huwelijksverhouding leven. Bij de Jakobsbron in de Samaritaanse stad Sichar had Jezus zelf een persoonlijk gesprek met een Samaritaanse vrouw die vijf echtgenoten had gehad en die op dat ogenblik betrekkingen met een man had, die niet haar echtgenoot was. Jezus predikte tot deze vrouw over redding en beleed zelfs dat hij de beloofde Messias of Christus was (Joh. 4:4-30). Indien de waarheid niet tot de immorelen gepredikt kon worden, hoe kon Paulus dan zeggen dat hoereerders, overspelers en sodomieten niet geschikt waren voor Gods koninkrijk en vervolgens aan getrouwe christenen vertellen: „Toch waren sommigen van u dergelijke personen”? — 1 Kor. 6:9-11, NW.
19. Wat eist de Nieuwe-Wereldmaatschappij van haar leden met betrekking tot het vrije huwelijk?
19 Niemand die in de Nieuwe-Wereldmaatschappij komt, is het veroorloofd daarna een vrij huwelijk aan te gaan. Zij die reeds in een vrij huwelijk leven wanneer zij de Koninkrijksboodschap horen, moeten hun huwelijk door een juiste plechtigheid wettelijk laten bekrachtigen voordat zij in water mogen worden gedoopt als symbool dat zij zich aan God hebben opgedragen. Zij moeten derhalve de wettelijke verplichtingen van het huwelijk uitdrukkelijk erkennen en zich eveneens onder de bescherming en de andere voordelen der wet stellen doordat zij het huwelijk laten registreren en wettelijk erkennen. Zij moeten de geboorte van hun kinderen wettelijk laten certificeren en erkennen dat zij de ouders er van zijn. Vervolgens houdt ook de Nieuwe-Wereldmaatschappij een bericht bij van dit wettelijke huwelijk. Zoals er staat geschreven: „Broeders, een ieder blijve in de toestand waarin hij werd geroepen, verbonden met God” (1 Kor. 7:24, NW). Hij kan niet met God verbonden zijn wanneer hij zich in een onreine toestand bevindt.
20. (a) Onder welke omstandigheden kan een vrij huwelijk worden erkend, en welke verplichtingen komen hierdoor op de vrouw te rusten? (b) Onder welke omstandigheden moet een vrouw weigeren ook maar iets uit te staan te hebben met haar echtgenoot met wie zij eens in een vrij huwelijk leefde?
20 Veronderstel eens dat een vrouw die in een vrij huwelijk leeft, de waarheid aanvaardt en dat zij het huwelijk wettelijk wil laten bekrachtigen en registreren maar dat de man om zelfzuchtige redenen absoluut weigert zich door de vrouw te laten bepraten. De Nieuwe-Wereldmaatschappij zal het huwelijk als „de facto” erkennen mits de machteloze vrouw belooft en een geschreven verklaring ondertekent dat zij aan deze partner met wie zij in een vrij huwelijk leeft, trouw zal zijn als aan een echtgenoot en het huwelijk wettelijk zal laten bekrachtigen zodra zij haar man daartoe kan krijgen. Zij zelf mag dus daarna dit „de facto” huwelijk niet verbreken doordat zij zich van haar man scheidt. Voor de vrouw werpt deze tijdelijke erkenning van haar „de facto” huwelijk geen wettelijke voordelen af, maar wel worden haar geestelijke belangen er door gediend. Er kan nu worden aangenomen dat God haar opdracht aan Hem heeft aanvaard en zij mag in water worden gedoopt, als een lid van de gemeente worden behandeld en aanspraak maken op de voorrechten welke aan het prediken van de Koninkrijksboodschap verbonden zijn. Zoals de apostel Petrus vrouwen de raad geeft, zal zij trachten haar man in de waarheid te brengen en aldus het verlangen in hem doen ontstaan hun de facto huwelijk wettelijk te laten bekrachtigen en registreren. Het paar is het tegenover de gemeenschap waar zij leven, verplicht hun huwelijk te laten registreren en voor de gehele gemeenschap en voor de regering waaronder zij leven, te verklaren dat zij krachtens de wet als man en vrouw tot elkaar staan. Een man die zijn vrouw liefheeft, zal er trots op zijn zijn huwelijk met haar wettelijk te laten bekrachtigen en registreren. Indien een echtgenoot, die in een vrij huwelijk leeft, het huwelijk niet wettelijk wil laten bekrachtigen en indien, de vrouw niet afhankelijk is en voor Gods gemeente niet verkiest te verklaren dat zij zich aan hem als haar man heeft verbonden, moet zij hem zeggen weg te blijven en niets meer met hem te doen hebben. Zij moet een ongehuwd leven leiden totdat zij wederom een wettelijk huwelijk kan aangaan. In landen of staten waar de wet het vrije huwelijk erkent, kan dit huwelijk alleen worden ontbonden wanneer één of beide huwelijkspartners wettelijke stappen daartoe doen.
21, 22. (a) Wat moet een man doen wanneer hij in de waarheid komt en met twee vrouwen in een vrij huwelijk leeft? (b) Welke verantwoordelijkheid komt er op een of beide vrouwen te rusten wanneer een of beiden de waarheid aannemen?
21 In vele door het katholicisme overheerste landen komt het voor dat een man terzelfder tijd met twee of meer vrouwen in een vrij huwelijk leeft. Nu kan het gebeuren dat twee van zijn vrouwen de boodschap van Gods koninkrijk aannemen en wellicht de man ook. Hoe kan de opdracht van een van hen of van hen allen als aanvaardbaar voor God worden beschouwd en hoe kan daarna als een symbool daarvan de waterdoop worden verricht? Indien de man de waarheid aanneemt, moet hij vaststellen welke van de twee of meer vrouwen hij als zijn echtgenote wil behouden, met haar een wettelijk huwelijk aangaan en geen verdere betrekkingen met een van de anderen hebben. Komt hij niet in de waarheid, dan wordt de beslissing aan de twee vrouwen overgelaten. Niet beiden kunnen met dezelfde man betrekkingen blijven onderhouden, want dat zou hoererij zijn. Eén van hen moet met de man overeenkomen dat zij zijn ene vrouw is en hem er toe brengen hun huwelijk wettelijk te laten bekrachtigen of zij moet voor de gemeente verklaren dat zij als zijn gekozen echtgenote aan hem gebonden is totdat het mogelijk is het wettelijk te laten bekrachtigen. De andere vrouw moet deze regeling erkennen en geen verdere betrekkingen met de man hebben. In het andere geval moeten beide vrouwen verder niets meer te doen willen hebben met de man, vooral wanneer hij nog met andere vrouwen in een vrij huwelijk leeft. Zij kunnen geen vrouwelijke voorrechten verlenen aan een polygame man.
22 Deze bespreking van de huwelijksproblemen en van de schriftuurlijke zienswijze over het ongetrouwd blijven zal in de volgende uitgave van De Wachttoren worden voortgezet.