„Blijf hierbij”
„Schenk voortdurend aandacht aan uzelf en aan uw onderwijs. Blijf hierbij, want hierdoor zult gij zowel uzelf redden als hen die naar u luisteren.” — 1 Tim. 4:16.
1. Wat is het enige werk dat de moeite waard is, en hoe werd dit door Jezus en de apostelen gedemonstreerd?
DE GODDELIJKE wil te doen en hierin te volharden, is het enige werk dat de moeite waard is. In de dagen van Jezus Christus was het voor iedereen duidelijk waarneembaar dat deze leraar een werk deed dat de moeite waard was. Hij had een open oog voor zijn dienstvoorrechten en predikte het goede nieuws van Jehovah’s koninkrijk omdat hij wist dat dit in overeenstemming met de goddelijke wil was. Van de tijd af dat hij door Johannes in de rivier de Jordaan werd gedoopt, bleef hij tot zijn dood zijn werk verrichten door zonder ophouden te prediken en ijverig anderen te onderwijzen. De zieken werden door hem zowel naar lichaam als naar geest genezen. Hij trof vele getrouwe joden aan die zijn discipelen wilden worden, maar hij hield zijn twaalf apostelen dicht bij zich om hun dagelijks praktisch onderricht te geven en hun aan te tonen hoe zij hun door God gegeven werk, dat erin bestond het goede nieuws van het Koninkrijk te prediken, konden blijven verrichten. Deze getrouwe joden hadden naar de Messias uitgekeken, en nu zij hem in Christus Jezus hadden gevonden, bleven zij bij hem.
2, 3. (a) Welk antwoord gaf Jezus de rijke jongeman die hem vroeg wat voor goed hij moest doen om eeuwig leven te krijgen? (b) Waarin was het werkelijke geheim om eeuwig leven te verkrijgen, gelegen, en waarom gaf Jezus hem de raad ’zijn bezittingen te verkopen’?
2 Er waren nog veel meer mensen die Jezus’ toewijding aan Jehovah opmerkten. Een van hen, een rijke man, zei: „Leraar, wat voor goed moet ik doen om eeuwig leven te verkrijgen?” (Matth. 19:16) Hoevele miljoenen mensen hebben sindsdien niet dezelfde vraag gesteld? Het is zulk een natuurlijk verlangen te willen leven. Niemand wil er graag sterven. Jezus had vaak getoond dat hij de macht had de mensen een rijker leven te schenken. Hij genas de zieken, opende de ogen der blinden en wekte zelfs doden uit de graven op. Hij zei dat het eeuwige leven binnen hun bereik lag en dat de mensen zich er gemakkelijk meester van konden maken door hem te volgen en in overeenstemming met zijn leringen te leven. Genoemde rijke man had van zijn jeugd af de Tien Geboden nageleefd, maar hoe kon hij nu precies het eeuwige leven ontvangen dat hij zo begeerde? Jezus zei hem: „Wilt gij echter het leven ingaan, kom dan de geboden voortdurend na” (Matth. 19:17). Op de vraag „Welke?” antwoordde Jezus: „’Wel, Gij moet niet moorden, Gij moet geen overspel bedrijven, Gij moet niet stelen, Gij moet geen vals getuigenis afleggen, Eert uw vader en uw moeder, en, Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf.’ De jongeman zei hem: ’Ik heb al deze geboden onderhouden; waarin schiet ik nog tekort?’ Jezus zei hem: ’Indien gij volledig wilt zijn, ga, verkoop uw bezittingen en geef aan de armen en gij zult een schat in de hemel hebben, en kom, wees mijn volgeling.’ Toen de jongeman dit hoorde, ging hij bedroefd weg, want hij had veel bezittingen.” — Matth. 19:18-22.
3 Tot deze bedroefde rijke man werd gezegd: „Verkoop uw bezittingen en geef aan de armen.” Wat een prijs voor het leven! Is ons leven dit echter niet waard? Dit was evenwel nog niet alles. Hoorde hij wat de Grote Leraar van de goddelijke wil nog meer zei: „Wees mijn volgeling”? Dat was het werkelijke geheim van het verwerven van eeuwig leven. Hiervoor is het in de eerste plaats nodig niet door de zorgen van deze wereld terneergedrukt te worden, zodat men onbelast in de voetstappen van Jezus Christus kan treden en het goede nieuws van het koninkrijk der hemelen kan prediken. Iemand die druk bezig is met de prediking van het goede nieuws, heeft stellig geen tijd om voor zoveel bezittingen als deze rijke man had, zorg te dragen. Evenals toen, kan een ware volgeling van Christus Jezus zich ook thans niet met zovele zorgen van deze oude wereld laten belasten. Als het negentienhonderd jaar geleden voor de rijke man nodig was zich van zijn bezittingen te ontdoen en Christus te volgen, wilde hij een christen zijn, hoeveel te meer is het dan thans waar dat iemand die Christus Jezus wenst te volgen en Koninkrijkswerk wil verrichten, zich van de zorgen van de tegenwoordige leefwijze bevrijdt? Christus is weliswaar niet meer bij ons op aarde om ons persoonlijk raad te geven, maar Jehovah God heeft erop toegezien dat zijn woorden en die van zijn getrouwe volgelingen ter vermaning en lering van ons, op wie het einde van dit samenstel van dingen zou komen, werden opgetekend.
4. Wat verwacht Christus van zijn volgelingen wanneer hij als een dief terugkeert, en wat betekent dit voor hen?
4 Hoewel de Schrift aantoont dat Christus voor de tweede maal en onzichtbaar is gekomen, weten wij door de Openbaring die Jezus aan Johannes heeft gegeven dat hij, Christus Jezus, vlak voor de strijd van God de Almachtige, welke als Armageddon bekendstaat, ook als een dief zou komen. Jezus verwacht dat zij die ervoor uitkomen christenen te zijn, met een open oog voor hun Koninkrijksverplichtingen wakker op hun post staan. Hij heeft het recht van hen te verlangen dat zij in zijn voetstappen treden en hetzelfde doen wat hij de rijke man aanraadde, namelijk, ’mijn volgeling te zijn’. Om een christen te zijn, moet men al zijn tijd aan het dienen van God geven, zonder af en toe vakantie te nemen, van religie te veranderen of er een poosje mee op te houden. Iemand die Christus Jezus werkelijk volgt, zal niet al zijn tijd aan de commerciële bezigheden van dit leven besteden. De christen wil Hem behagen die hem heeft geroepen zijn discipel te zijn, en dat betekent dat men Christus en zijn werk op de eerste plaats moet stellen.
5. (a) Hoe illustreert de apostel Paulus de positie van hen die Christus actief dienen? (b) Door welke ervaringen die Paulus had opgedaan, werd hij geholpen te begrijpen wat het betekende een soldaat te zijn, en hoe dienen wij deze aangelegenheid thans te bezien?
5 Paulus zette deze aangelegenheid heel duidelijk en krachtig uiteen door te zeggen dat christenen als soldaten in Christus’ dienst zijn aangenomen. Alle christenen moeten één doel voor ogen houden. Zij moeten naar degene die hen als soldaten heeft opgeroepen, opkijken en hem gehoorzamen. Daar zij in Christus’ dienst staan en hem volgen, kunnen zij slechts één ding doen: „Neem als een juist soort van soldaat van Christus Jezus uw aandeel op u in het lijden van kwaad. Niemand die als soldaat dient, verwikkelt zich in de commerciële bezigheden des levens, opdat hij de goedkeuring zal kunnen verkrijgen van degene die hem als soldaat in dienst heeft genomen” (2 Tim. 2:3, 4). Een soldaat van Christus Jezus zal en kan er geen verdeelde belangen op nahouden. Hij tracht er niet een zelfzuchtige commerciële bezigheid op na te houden en terzelfder tijd een soldaat te zijn. Wanneer iemand als soldaat is aangenomen, is dat zijn werk, en wanneer iemand is aangesteld om de belangen van de koning te bewaken, gaat hij niet slapen. De christen blijft in zijn toewijzing. Paulus, de vroegere Saulus van Tarsus, wist wat het betekende een soldaat te zijn. Toen hij werd uitgezonden om de christenen te vervolgen, kweet hij zich van zijn opdracht. Hij gehoorzaamde bevelen. Toen hij was bekeerd en onder de naam Paulus een volgeling van Christus Jezus was geworden, was hij vastbesloten in het christelijke leger eveneens een juist soort van soldaat te zijn, door de volledige door God verschafte wapenrusting aan te doen en alle beproevingen of moeilijkheden die hij als soldaat op zijn weg zou tegenkomen, gewillig te dragen. Als men zich in de dagen van Paulus een getrouwe en waakzame soldaat moest betonen ten einde een christen te zijn, wordt er heden ten dage stellig niets minder van ons verwacht. Jezus heeft duidelijk tot de rijke man gezegd: „Verkoop uw bezittingen . . . wees mijn volgeling” en Paulus was minstens even duidelijk toen hij zei: „Niemand die als soldaat dient, verwikkelt zich in de commerciële bezigheden des levens.” Hoe dient iemand die zich thans een christen noemt, deze aangelegenheden dus te beschouwen? Niet anders dan de eerste christenen. Hij dient bij de dingen die hij heeft geleerd te blijven en een eerlijke volgeling en geen huichelaar te zijn.
THANS GEEN ANDERE VEREISTEN
6. Wat kan er ondanks de veranderingen in de leefwijze en de religieuze praktijken der wereld, van de goddelijke vereisten voor onze tijd worden gezegd, maar waar ontbreekt het de christenheid jammerlijk aan?
6 Een christen moet thans even getrouw en toegewijd aan zijn oproep tot dienst gehoor geven als Christus, de apostelen en de vroege christenen dit deden. De vereisten zijn voor christenen precies hetzelfde gebleven. Zij moeten nog steeds wakker blijven, op hun post waakzaamheid betrachten en zich van hun verantwoordelijkheden kwijten. Dit geslacht is inderdaad ver van Christus’ dagen verwijderd — negentienhonderd jaar, om precies te zijn — terwijl de mensen thans heel anders leven en er heel andere ideeën, filosofieën en gewoonten op na houden dan vroeger. De christenheid is met de tijd meegegaan en wil niet ouderwets zijn. Zeer veel geestelijken zijn thans modernisten geworden, hebben de bijbel verworpen en zeggen nu dat de verhalen van Noach en de schepping van Adam en Eva slechts mythen zijn en dat Christus’ dood aan de martelpaal niet noodzakelijk was voor onze redding. Het eenvoudige geloof van Christus Jezus en zijn discipelen is in de gehele christenheid ver te zoeken. De bijbel is sinds de dagen van de apostelen echter niet veranderd en de goddelijke wil is voor de christen dezelfde gebleven. Jehovah kan niet veranderen. Zijn waarheid blijft voor eeuwig! Om thans een christen te zijn, moet men dus ’mijn volgeling zijn’. Paulus was zo’n volgeling, maar de rijke man ging bedroefd weg toen hij hoorde hoe hij er een kon worden. Paulus sprak over een komende afval en zei dat „de geïnspireerde uitspraak . . . duidelijk [zegt] dat in latere tijden sommigen van het geloof zullen afvallen” (1 Tim. 4:1). Op het ogenblik heeft die grote afval van hen die in de voetstappen van Christus Jezus moeten wandelen, zijn hoogtepunt bereikt. Hoewel Paulus het zeer noodzakelijk vond tot de christenen van zijn tijd te zeggen: „Schenk voortdurend aandacht aan uzelf en uw onderwijs. Blijf hierbij, want hierdoor zult gij zowel uzelf redden als hen die naar u luisteren”, is dit thans nog meer van toepassing. Niemand die een christen belijdt te zijn, kan de leringen van Christus van zich afschuiven. De bijbel is Gods Woord. Jezus geloofde erin en leefde ernaar. Een ieder die zijn volgeling belijdt te zijn, moet voortdurend aan zichzelf en aan Christus’ leringen aandacht schenken, zodat hij ten aanzien van zijn dienstvoorrechten wakker kan blijven.
7. Voor het prediken van welke zeer belangrijke boodschap is het thans de tijd, en hoe heeft de christenheid in dit opzicht gefaald? (b) Welk standpunt nemen Christus Jezus’ ware volgelingen ten aanzien van Gods koninkrijk, de oprichting hiervan en hun verplichtingen ten aanzien ervan, in?
7 Negentienhonderd jaar nadat Jezus voor het eerst de wonderbaarlijke boodschap van het koninkrijk der hemelen bekendmaakte, moet het nog steeds worden gepredikt, want het is nog steeds de enige hoop der mensheid. Jezus leerde zijn volgelingen bidden: „Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op aarde” (Matth. 6:10). Hoewel de christenheid deze woorden in gezangen en liederen en soms in gebeden herhaalt, geloven haar religie-aanhangers er niet in. Zou dit wel zo zijn, dan zouden zij ze prediken. Christus Jezus’ ware volgelingen — en Jehovah’s getuigen bewijzen dit te zijn — prediken nog steeds het goede nieuws van Gods koninkrijk als de enige hoop voor de mensheid, en zij geloven er met geheel hun hart, geest, ziel en kracht in terwijl zij naar de tijd uitkijken waarin Gods opgerichte koninkrijk met al zijn sterke hemelse kracht te Armageddon zal toeslaan. Als christenen zijn Jehovah’s getuigen zich van hun verantwoordelijkheid bewust om voor hun Koninkrijksprediking zorg te dragen, en dit niet slechts tot het einde van de tijden der heidenen, maar tot het einde van alle natiën van des Duivels organisatie. Of de wereld der mensheid nu wel of niet de moeite zal nemen om zich van de belangrijkheid van de tijd waarin zij leven te vergewissen, verandert niets aan de zaak. Christus Jezus heeft zijn Koninkrijksmacht aanvaard. Jehovah regeert door bemiddeling van hem. Gods koninkrijk heerst! Dat de religie-aanhangers der christenheid dit goede nieuws niet hebben bekendgemaakt, komt omdat zij slapen. De waarschuwing over het nabije einde van deze wereld is in de gehele wereld, en vooral in de christenheid, gegeven. Wij leven in de laatste dagen van dit samenstel van dingen, en Jehovah’s getuigen, die zich trouw van hun opdracht kwijten, hebben de wereld in alle belangrijke talen laten weten dat Gods koninkrijk heerst en het einde der wereld nabij is. De christenheid is over de tijd waarin wij leven, niet in onwetendheid gelaten.
8. (a) Waarvoor heeft de christenheid in tegenstelling tot Christus Jezus’ apostelen geen belangstelling getoond? (b) Hoe zal deze oude wereld aan haar einde komen, maar welk werk zou volgens Jezus eerst worden gedaan?
8 Christus Jezus’ apostelen stelden zeer veel belang in de tijden en wereldtoestanden welke er ten tijde van Christus’ tweede verschijning zouden heersen. De christenheid en haar religieuze leiders tonen hier echter in het geheel geen interesse voor. „Terwijl [Jezus] op de Olijfberg zat, naderden de discipelen hem zonder dat er anderen bij waren, en zeiden: ’Zeg ons: Wanneer zullen deze dingen zijn, en wat zal het teken van uw tegenwoordigheid en van de voleinding van het samenstel van dingen zijn?’” (Matth. 24:3) Jezus gaf een nauwkeurige beschrijving van de toestanden welke er in de wereld zouden heersen wanneer het gehele samenstel van dingen in een „voleinding” zou eindigen. Het zou niet stukje voor beetje of in gedeelten ondergaan, maar dit samengestelde einde zou „allen die op de oppervlakte van de gehele aarde wonen”, treffen. In deze dagen van het ’tezamen eindigen van het samenstel van dingen’ zou volgens Jezus nu „dit goede nieuws van het koninkrijk . . . op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt om alle natiën een getuigenis te geven, en dan zal het volbrachte einde komen.” — Matth. 24:14.
9. Welke dingen die volgens Jezus het „begin der smarten” zouden kenmerken, zien wij in onze tijd in vervulling gaan, en welke handelwijze volgen Jehovah’s getuigen ondanks de haat der wereld?
9 Jezus gaf een samengesteld teken en noemde onder de vele dingen die zouden gebeuren, dat natie tegen natie zou opstaan en koninkrijk tegen koninkrijk, dat er voedseltekorten zouden zijn en in de ene plaats na de andere aardbevingen, terwijl al deze dingen tezamen het „begin der smarten” zouden vormen. Over ware christenen merkte hij op: „Dan zal men u overleveren aan verdrukking en men zal u doden, en gij zult om mijn naam door alle natiën worden gehaat” (Matth. 24:9). Hoe is dit niet uitgekomen! Ondanks alle haat zijn Jehovah’s getuigen echter waakzaam, wakker en op hun post gebleven en hebben zij erop toegezien dat Gods koninkrijk werd gepredikt en zowel aan de christenheid als de gehele mensheid de waarschuwing over deze laatste dagen werd gegeven. Zij zijn in een onvertraagd tempo met de bekendmaking hiervan doorgegaan en zijn niet van plan hier vóór het volbrachte einde mee op te houden.
10. Wanneer gaat Openbaring 16:15 in vervulling, en waarom antwoordt u zo?
10 Jehovah’s getuigen zouden niet graag vlak voor het volledige einde, wanneer dit samenstel van dingen geheel zal verdwijnen, in slaap worden aangetroffen. Zij zien de belangrijkheid in van wat Christus Jezus in Openbaring 16:15 heeft gezegd, namelijk: „Zie! ik kom als een dief. Gelukkig is hij die wakker blijft en zijn bovenklederen behoudt, opdat hij niet naakt wandele en de mensen zijn schaamdelen niet zien.” Het is voor een christen van het allergrootste belang wakker te zijn, zich van zijn verantwoordelijkheden te kwijten en het goede nieuws helemaal tot het volledige einde in de strijd van Armageddon te prediken. In De Wachttoren van 1 maart 1959, waarin de lezer een duidelijke en gedetailleerde verklaring van deze tekst wordt gegeven, wordt onweerlegbaar aangetoond dat deze schriftuurplaats vlak voor de strijd van Armageddon in vervulling gaat. Zoals uit het verband blijkt, zijn de drie onreine geïnspireerde uitspraken die er als kikvorsen uitzagen en uit de bek van de draak, de bek van het wilde beest en de mond van de valse profeet voortkwamen, in werkelijkheid „uitingen die door demonen zijn geïnspireerd” en waarin veel wordt gezegd. Met al dit gepraat „gaan [ze] uit tot de koningen der gehele bewoonde aarde, . . . En ze vergaderden hen tot de plaats die in het Hebreeuws Har–Magedon wordt genoemd.” Wanneer dit grote bijeenvergaderingswerk vlak voor deze laatste strijd zijn hoogtepunt bereikt, is voor Christus Jezus de tijd aangebroken om „als een dief” te komen, waarbij hij een grote belangstelling voor hen die in zijn tempelorganisatie de wacht moeten houden, aan de dag legt. In deze zelfde tijd, wanneer dit samenstel van dingen wordt bijeenvergaderd om in de „oorlog van de grote dag van God de Almachtige” tot een volledig einde gebracht te worden, gaat deze schriftuurplaats dus in vervulling. Terwijl deze bijeenvergadering van de natiën voortgang vindt, horen het overblijfsel en de andere schapen Christus Jezus zeggen, „Zie!” Ja, hij trekt hun aandacht en zij horen hem zeggen: „Ik kom als een dief. Gelukkig is hij die wakker blijft en zijn bovenklederen behoudt, opdat hij niet naakt wandele en de mensen zijn schaamdelen niet zien.” — Openb. 16:15.
DE CHRISTENHEID IN SLAAP
11. Wat gebeurt er met hen die ten aanzien van hun dienst in Jehovah’s geestelijke tempel een onverschillige houding aan de dag leggen?
11 Het is iets verschrikkelijks wanneer iemand een onverschillige houding ten aanzien van zijn dienstvoorrecht — zijn toewijzing om in Jehovah’s geestelijke tempel een wachter te zijn — aan de dag legt en in slaap wordt aangetroffen. Hij verdient het geslagen en van zijn klederen ontdaan te worden, zodat de mensen zijn schaamte kunnen zien.
12, 13. Door welke onlangs gepubliceerde verklaringen wordt aangetoond hoe slaperig en onverschillig de christenheid tegenover Christus Jezus’ tegenwoordigheid staat, dit in tegenstelling tot de brandende ijver en waakzaamheid van de ware christelijke getuigen?
12 Het blad The Advocate, de officiële publicatie van het rooms-katholieke aartsdiocees Newark en het diocees Paterson in New Jersey, V.S., bevatte onder het opschrift „Sta op, gij die slaapt” een artikel waarin wij kunnen zien hoe slaperig de christenheid is en hoe onachtzaam de religie-aanhangers zich ten aanzien van de tekenen der tijden, Christus Jezus’ tegenwoordigheid en de prediking van het goede nieuws gedragen. In dit blad wordt echter ook toegegeven dat een bepaalde groep — die klaar wakker is — van brandende ijver is vervuld, terwijl er bij hen van zelfvoldaanheid of onverschilligheid geen sprake is. Het artikel luidt:
Toen wij naar school gingen en onze catechismus bestudeerden, leerden wij dat er in de Katholieke Kerk drie afdelingen zijn: 1. de Zegepralende Kerk, 2. de Lijdende Kerk en 3. de Strijdende Kerk. Wij zouden hier zeer gerechtvaardigd een vierde afdeling aan toe kunnen voegen en deze de Slapende of Zelfingenomen Kerk kunnen noemen. De mensen die deze groep uitmaken, zijn mannen en vrouwen die eigenlijk tot de Strijdende Kerk dienen te behoren maar de betekenis van het woord blijkbaar zijn vergeten. Het is overduidelijk dat zij slapen en zich nergens iets van aantrekken terwijl de Kerk hen in deze kritieke tijd juist zo hard nodig heeft. . . . De fantastische geschiedenis van Jehovah’s getuigen heeft gedurende hun onlangs gehouden congres in New York over de gehele wereld de aandacht getrokken. Hier was een groep godsdienstig gezinde mensen bijeen die over de gehele wereld ongeveer 800.000 leden telt. Hun leerstellingen zijn raar en vreemd, maar zij speelden het klaar 250.000 mensen naar hun congres te krijgen. Het is voor de meesten van ons niet duidelijk wat deze mensen aantrekt, maar het feit blijft bestaan dat dit fenomenale bezoekersaantal ergens zijn oorzaak in moet vinden.
Zij beschikken beslist over een brandende ijver; er valt bij hen geen zelfingenomenheid of onverschilligheid te bespeuren en geen enkel offer is hun te veel. Een ieder van hen heeft zichzelf plechtig beloofd 12 uur per week aan het bekeren van zijn medemensen te besteden.
Als zulk een ijver en volharding in de rijen van onze katholieken werd aangetroffen, zouden wij het aanzien der aarde kunnen veranderen. Een beroemde katholieke prediker heeft eens gezegd: „Naar menselijke, zakelijke standaarden te oordelen, is de Katholieke Kerk een kolossaal fiasco. Na 20 eeuwen is twee derde van het menselijke geslacht nog steeds heidens.” — The Advocate van 19 september 1958.
13 De katholieke organisatie erkent dat men haar lidmaten slapende heeft aangetroffen. Hun onchristelijke naaktheid is tentoongesteld. Zij bezitten geen ijver voor Gods koninkrijk en ook doen zij in het geheel geen krachtsinspanningen het te prediken. En hoe staat het met de protestanten? In de Litchville Bulletin van Noord-Dakota, V.S., werd op de advertentiepagina onder de rubriek Personeel Gevraagd het volgende berichtje opgenomen: „ZOEKGERAAKT — Ruim 100 leden van de lutherse gemeente. Sinds Pasen niet meer gezien. Gelieve op zondagmorgen aan de lutherse kerken te North LaMoure, Litchville, en Hastings terug te bezorgen. Er zullen geen vragen worden gesteld. Predikant B. Harrison.”
14. Hoe is de naaktheid der christenheid tentoongesteld, en waarom?
14 Wat zou Christus Jezus doen als hij deze katholieke en protestantse organisaties als vertegenwoordigers van de christenheid zou bezoeken? Hij zou hun van hun bovenklederen ontdoen, hen aan de kaak stellen en naakt laten lopen, zodat anderen hun schaamdelen zouden zien. Dit ís echter reeds voor de ogen der ware christenen gebeurd. De naaktheid der christenheid is aan hen tentoongesteld. Ze heeft het werk laten liggen en de mensen geen bijstand verleend. De bijbel heeft ze verloochend en ze heeft niet alleen de belangrijkste boodschap van de bijbel, dat het koninkrijk der hemelen nabij is, voor de mensen verzwegen, maar ook de grote naam van de God van het universum niet verheerlijkt. Tot zover over de christenheid. Hoe staat het echter met de ware christenen?
15. Welke krachtige, in Lukas 21:34-36 opgetekende, waarschuwing geeft Christus zijn volgelingen?
15 Dit is er niet de tijd voor om laks en onverschillig te zijn. Wij leven zeer beslist in de laatste dagen van dit samenstel van dingen, en in het eenentwintigste hoofdstuk van Lukas, waar Jezus het samengestelde teken tot in de finesses beschrijft, geeft hij zijn discipelen de volgende krachtige waarschuwing, waar de lezer, als hij zijn volgeling beweert te zijn, met aandacht naar dient te luisteren: „Schenkt . . . aandacht aan uzelf, opdat uw hart nooit bezwaard wordt met overmatig eten en drinken en bezorgdheden des levens, en die dag u onvoorziens terstond als een strik overvalt. Want hij zal komen over allen die op de oppervlakte van de gehele aarde wonen. Blijft dan waken, gedurig smekend dat gij erin moogt slagen te ontkomen aan dit alles wat moet geschieden, en uw positie te behouden voor het aangezicht van de Zoon des mensen” (Luk. 21:34-36). Hier komen wij weer de uitdrukking ’schenkt aandacht aan uzelf’ tegen. Waarom? Wat zou er dan kunnen gebeuren? Men zou gemakkelijk met de zorgen van deze wereld, het eten en het drinken en de bezorgdheden des levens — of, zoals de voetnoot van de New World Translation dit weergeeft, met de „bezorgdheden voor het levensonderhoud” — bezwaard kunnen worden.
16. Welke verdere raad gaf Jezus zijn volgelingen om hen te helpen niet met de bezorgdheden des levens bezwaard te worden, en aan welke werkelijk belangrijke aangelegenheid dienen wij aandacht te schenken?
16 Jezus gaf zijn getrouwe volgelingen in zijn tijd de vermaning zich niet zo over hun levensonderhoud, „wat gij zult eten of wat gij zult drinken, of over uw lichaam met betrekking tot wat gij zult dragen”, druk te maken (Matth. 6:25). Zij moesten „eerst het koninkrijk en zijn rechtvaardigheid zoeken” (Matth. 6:33). Had hij de rijke man niet hetzelfde gezegd? Zorg dat u al datgene wat u rijk heeft gemaakt, kwijtraakt. Geef deze dingen, waardoor u in uw levensonderhoud voorzag, aan de armen en volg mij. Het belangrijkste is ’eerst het koninkrijk en Gods rechtvaardigheid te zoeken’. In het gebed dat Jezus zijn apostelen leerde bidden, zei hij: „Geef ons heden ons brood voor vandaag.” Hij vroeg niets meer. Wij dienen met voedsel, kleding en onderdak, tezamen met onze godvruchtige toewijding, tevreden te zijn. Word dus nooit bezwaard met overmatig eten en drinken en de bezorgdheden des levens. Waarom niet? Omdat, wanneer wij deze de belangrijkste plaats in ons leven toekennen en als het voornaamste doel van het bestaan beschouwen, zoals dit bij de rijke man het geval was, wij geen tijd zullen hebben om in de voetstappen van Christus Jezus te treden en hem te volgen. Als wij ons alleen maar voor eten, drinken en de dagelijkse beslommeringen interesseren en de commerciële bezigheden des levens zwaar op ons laten rusten om allerlei dingen in overvloed te bezitten, kunnen wij geen soldaat van Christus Jezus zijn. Deze twee gaan nu eenmaal niet samen.
GEDURENDE DE VOLEINDING WAKKER BLIJVEN
17. Wat wordt er van iedereen die erin wenst te slagen aan de vernietiging met deze huidige goddeloze wereld te ontkomen, verlangd?
17 Toen Jezus in het eenentwintigste hoofdstuk van Lukas het leven in deze laatste dagen beschreef, zei hij dat het volledige einde zo plotseling zou komen dat die dag ons terstond als een strik zou overvallen. Wat zal er dan gebeuren? Jezus zei dat die dag over allen die op de oppervlakte der aarde wonen, zou komen. Er wordt door hem geen enkele uitzondering gemaakt. Zijn buitengewoon krachtige raad aan de apostelen, en natuurlijk ook aan de christenen van onze tijd, luidde derhalve: „Blijft dan waken, gedurig smekend dat gij erin moogt slagen te ontkomen aan dit alles wat moet geschieden, en uw positie te behouden voor het aangezicht van de Zoon des mensen.” Het is inderdaad beslist mogelijk aan de ondergang in de strijd van de grote dag van God de Almachtige te ontkomen. Door wakker te blijven, als een christen te leven en smeekbeden tot God op te zenden, wandelt men op de weg ter ontkoming en heeft men kans de moeilijkheden en ellende te ontvluchten welke deze wereld zullen treffen wanneer het politieke, het religieuze en het commerciële stelsel van des Duivels samenstel van dingen volledig worden weggevaagd en de demonen, die het toezicht over deze wereld hebben, ja, zelfs de Duivel in eigen persoon, in de afgrond worden geworpen. Wanneer u als een christen in Gods geestelijke tempel op wacht staat en daar wakker blijft, betekent dit tevens dat u uw goedgekeurde positie voor het aangezicht van de Zoon des mensen behoudt. Hij zal u levend door de strijd van Armageddon, waarin deze huidige goddeloze wereld wordt vernietigd, heenbrengen en u Gods nieuwe wereld van rechtvaardigheid doen binnengaan.
18. Waarom werd de wereld in Noachs dagen vernietigd, en welk mooie voorbeeld stelden Noach en zijn gezin voor hen die in deze tijd van het einde leven?
18 Dit zal niet de eerste keer zijn dat er een wereld wordt vernietigd. Het is al eens eerder gebeurd, en wel in Noachs tijd „toen het geduld van God wachtte in de dagen van Noach, terwijl de ark werd gebouwd, waarin weinig mensen, namelijk acht zielen, veilig door het water heen werden gevoerd” (1 Petr. 3:20). Jehovah had er een gegronde reden voor de mensen die toen leefden, te vernietigen. In plaats dat zij aan God en de boodschap die hij Noach over het einde van die wereld liet prediken, aandacht schonken, gaven zij zich aan eten en drinken over, terwijl zij het er goed van namen, feestvierden en alleen maar aan zichzelf en hun eigen levensproblemen dachten. Zij hadden werkelijk toegelaten dat hun hart met overmatig eten en drinken werd bezwaard. Jezus laat ons weten dat het in onze tijd, vlak voor de strijd van Armageddon, bijna net zo zou zijn als in de dagen van Noach: „Want zoals de dagen van Noach waren, zal de tegenwoordigheid van de Zoon des mensen zijn. Want zoals de mensen in die dagen voor de vloed waren — etend en drinkend, huwend en ten huwelijk gevend, tot de dag waarop Noach de ark inging; en zij namen er geen notitie van totdat de vloed kwam en hen alleen wegvaagde — zal de tegenwoordigheid van de Zoon des mensen zijn” (Matth. 24:37-39). Deze vloed kwam over allen die in Noachs dagen op de oppervlakte der aarde woonden, hetgeen met de strijd van Armageddon precies zo zal zijn. Christenen kunnen het zich niet veroorloven te slapen. Jezus zei: „Gelukkig is hij die wakker blijft en zijn bovenklederen behoudt”. Noach sliep niet wat het bouwen van de ark betrof, maar bleef er ijverig mee bezig terwijl hij bovendien nog bleef prediken. Zijn drie zonen met hun vrouwen en Noachs eigen vrouw werkten tot de vloed kwam, ijverig met hem samen en toen deze kwam, waren zij ermee klaar, waren zij wakker, hadden zij al de dieren bij zich in de ark en werden zij levend uit de wereld van toen naar een gereinigde aarde overgebracht. Omdat Noach en zijn gezin waakzaam bleven doorwerken, waren zij klaar toen de regen kwam. Het is de moeite waard wakker te blijven! U zult daardoor uw bovenklederen van Gods bediening niet verliezen.
19. Welke waarschuwing hadden de christenen in de eerste eeuw over Jeruzalem ontvangen, en welke handelwijze volgden zij als bewijs van hun waakzaamheid?
19 Als Noach niet bij datgene wat aan zijn zorg was toevertrouwd, was gebleven, zou hij zichzelf, en ook anderen — zijn dierbaren — niet hebben gered. De enige verstandige handelwijze die men thans kan volgen, is wakker te blijven en zich evenals de vroege christenen toen Jeruzalem op het punt stond vernietigd te worden, van de op zijn schouders rustende verantwoordelijkheden te kwijten. Vele jaren vóór de vernietiging van Jeruzalem in het jaar 70 (n. Chr.) waren de christenen hier door de profetie die Jezus hun had gegeven, over ingelicht. „Wanneer gij verder Jeruzalem door legerkampen ingesloten ziet, begrijpt dan dat haar verwoesting is nabijgekomen. Laat hen die in Judea zijn, dan naar de bergen beginnen te vluchten, en laat hen die in haar midden zijn, zich verwijderen, en laat hen die in de nabijgelegen streken zijn, haar niet binnengaan, want dit zijn de dagen waarop gerechtigheid wordt toebedeeld opdat al het geschrevene vervuld moge worden” (Luk. 21:20-22). Vlak na de dagen van het pinksterfeest droegen vele mensen die tot een kennis der waarheid waren gekomen zich aan Jehovah’s dienst op en werden gedoopt. Op één dag werden er zelfs 3000 mensen gedoopt. Er moeten in Jeruzalem vele vergaderplaatsen zijn geweest waar Gods volk bijeenkwam, gezamenlijk Gods Woord bestudeerde en zich op het predikingswerk voorbereidde. Gedurende de tijd dat deze christenen de bijbel bestudeerden, waren zij ten aanzien van de kritieke situaties welke zich, zoals Christus Jezus had geprofeteerd, zouden voordoen wanneer de tijd voor Jeruzalems vernietiging was aangebroken, steeds wakker en waakzaam. Toen de legers van Rome de stad in het jaar 66 omsingelden, moet dit voor hen stellig het bewijs hebben gevormd dat de vernietiging dreigend naderde. Zodra deze legers korte tijd wegtrokken, vluchtten alle christenen te Jeruzalem door de stadspoorten, over de heuvels van Judea, door de Jordaanvallei en over de rivier naar Gilead, naar de bergen, waar zij veilig zouden zijn. Waarom zou een gewaarschuwd mens op de plaats blijven vertoeven waar hem de vernietiging wacht? Waarom zouden wij in deze kritieke tijd, waarin men wakker en op zijn post dient te zijn, slapen? Die vroege christenen waren wakker ten aanzien van hun verantwoordelijkheden. Zij wilden in leven blijven om er na Jeruzalems vernietiging mee voort te kunnen gaan het goede nieuws van het Koninkrijk te prediken. Dit deden zij dan ook.
20. Wat kan er thans als bewijs van de geestelijke waakzaamheid van Jehovah’s getuigen, van hen worden gezegd?
20 Terwijl de christenheid in slaap is gevallen ten aanzien van haar christelijke dienstvoorrechten, en bij wijze van spreken zonder haar bovenklederen aan ware christenen wordt tentoongesteld, gaan Jehovah’s getuigen er over de gehele wereld mee door Gods koninkrijk te prediken en aandacht te schenken aan de goddelijke wil. Zij zien erop toe dat allen die Jehovah’s heiligdom binnenkomen om hem daar te aanbidden, rein zijn, precies zoals de nachtwaker Jehovah’s tempel beschermde door erop toe te zien dat er niets onreins binnenkwam waardoor de tempel verontreinigd of er iets uit weggestolen zou kunnen worden. In deze laatste dagen zijn de Koninkrijksbelangen aan de zorgen van de „getrouwe en beleidvolle slaaf”-klasse toevertrouwd, terwijl het voorrecht om deze Koninkrijksbelangen te bewaken thans ook aan een „grote schare” „andere schapen”, welke uit alle natiën, geslachten en talen komt en zich bij hen heeft aangesloten, is verleend. Deze grote schare, die thans uit meer dan 770.000 Koninkrijksbedienaren bestaat, wordt niet met overmatig eten en drinken en de bezorgdheden des levens bezwaard. Zij zijn waakzaam ten aanzien van het feit dat Christus Jezus in Armageddon plotseling als een dief zal komen en dat, wanneer deze vernietiging over de aarde komt, alle mensen die op het aardoppervlak wonen, erdoor getroffen zullen worden. Daarom blijven zij waakzaam en behouden zij hun positie voor het aangezicht van de Zoon des mensen door hun bedieningsklederen te behouden en daardoor te tonen dat zij er waardering voor hebben zich van hun verantwoordelijkheden te mogen kwijten. Door deze klederen te dragen, leggen zij er getuigenis van af dat zij zich in Jehovah Gods gunst verheugen en in Jehovah’s heilige dienst in zijn heiligdom zijn gehandhaafd.