Toekomstbeeld van Gods nieuwe ordening
U behoeft niet over de toekomst te dromen. Lees wat Gods Woord erover zegt.
WAT is volgens u de toekomst van de mens en de aarde gedurende de komende duizend jaar en daarna? Sommigen voorzien de vergetelheid; anderen dromen van een gestroomlijnde, wetenschappelijke, druk-op-de-knop samenstel van dingen, met de mens als meester van alles wat hem omringt. Nog weer anderen zeggen dat het hen totaal niets kan schelen! Al deze gedachten zijn echter onjuist. Het samenstel van dingen van morgen zal een maatschappij zijn waarin ’s mensen diepste verlangens en grootste behoeften geheel en al bevredigd zullen worden, maar de absolute meester zal hier niet de mens, doch God zijn.
Ja, een nieuwe ordening, een volmaakt paradijs, is al in wording. Haar regering functioneert thans reeds; een kern van haar toekomstige inwoners wordt bijeengebracht en opgeleid; de instructies voor de overschakeling op een nieuwe levenswijze worden thans reeds opgevolgd, en in de nabije toekomst zullen deze op nog veel grotere schaal worden doorgevoerd. De christelijke apostel Johannes helpt ons tot deze conclusie te komen, doordat hij een geïnspireerde openbaring ontving van de gebeurtenissen welke in deze twintigste eeuw plaats zullen vinden en die tot de verdwijning van de oude en de intrede van de nieuwe ordening zouden leiden. In zijn visioen zag hij dat ’de aarde en de hemel van voor Gods aangezicht wegvloden’ en dat er voor de huidige goddeloosheid niet langer enige plaats werd gevonden. Dit zou aan het begin van een 1000-jarige periode waarin God de aarde in rechtvaardigheid zou regeren, gebeuren, en de bijbelse profetieën tonen, dat deze tijd snel naderbij komt. Johannes vertelt ons, dat hij „een nieuwe hemel en een nieuwe aarde” zag, waar God „elke traan uit [de] ogen [der mensen zal] wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn”. — Openb. 20:4, 11; 21:1, 4, NW.
Denk echter niet dat dit slechts een andere versie is van Hiltons Shangri-la, of Sir Thomas More’s Utopia. De apostel Johannes had reden om te geloven, ja, om er absoluut van overtuigd te zijn, dat hetgeen hij in deze openbaring zag, werkelijkheid zou worden. Met de schrijvers Hilton en More is dit niet het geval. Denk alleen maar eens aan de naam „Utopia”. Het is een combinatie van twee Griekse woorden, die „niet” en „een plaats” betekenen. Zet ze bij elkaar, en wat hebt u dan? Geen plaats! De naam betekent „Nergens”! Gods nieuwe ordening is echter iets heel anders. Ze bevindt zich zeer definitief op een bepaalde plaats, en met haar in de „nieuwe hemelen” zetelende regering schenkt ze zegeningen aan de mensen van de „nieuwe aarde”. Dat vormt de reden waarom God Johannes’ visioen met zijn woord van waarborg verzegelde, toen hij zei: „Schrijf, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig.” — Openb. 21:5, NW.
Zegt u dat dit alleen maar door een wonder tot stand zou kunnen worden gebracht? Daar hebt u gelijk in! De Schepper van de nieuwe ordening is echter een God van wonderen. Zijn bekwaamheid verzekerend, verklaart hij: „Hier ben ik, Jehovah, de God van alle vlees. Is er voor mij eigenlijk wel iets te wonderbaarlijk?” In verband met de wonderbaarlijke geboorte van Jezus zei Gods engel tegen Maria: „Bij God zal geen verklaring een onmogelijkheid zijn” (Jer. 32:27; Luk. 1:37, NW). Deze verklaringen worden ondersteund door de wonderen die door Gods eigen Zoon Jezus werden verricht, want vele van zijn daden op aarde vormden toekomstbeelden van de wereldomvattende wonderen die in de nieuwe ordening zullen plaatsvinden.
EEN TOEKOMSTBEELD VAN KOMENDE DINGEN
In de eerste plaats zou het goed zijn te begrijpen waarom speciaal Jezus de wonderen kon verrichten die hij ten uitvoer heeft gebracht. U moet er eens even bij blijven stilstaan, dat de huidige ongelukkige toestand van de mens zijn oorsprong voornamelijk vindt in slechts dit ene — dat hij een zondaar is. Er is een tijd geweest dat Adam geen zondaar was, en toen was zijn omgeving volmaakt. Indien iemand Adam toentertijd erover had kunnen inlichten, dat de aarde later met goddeloosheid en met ongelukkige, zieke en gedegenereerde mensen gevuld zou worden, zou hij dit haast niet hebben kunnen geloven; hij zou niet hebben geweten waar de betrokkene over sprak. Daar wij, mensen van thans, echter in zonde zijn ontvangen en geboren en een zondig leven leiden, kan het voor ons moeilijk zijn te geloven dat er eens een volmaakt samenstel van dingen, zoals waarin Adam zich verheugde, is geweest, en dat dit er ooit weer zal komen. Daar de verandering van goed naar kwaad echter door zonde werd teweeggebracht, wordt een verandering van kwaad naar goed alleen maar door de verwijdering van zonde mogelijk gemaakt, en dit kan alleen maar door de offerandelijke dood van Jezus, de volmaakte mens, tot stand worden gebracht. Daar hij dit wist, begon hij ten tijde van zijn doop in de Jordaan een offerandelijke loopbaan. Deze zou pas bij zijn dood aan de martelpaal eindigen, maar in de tussentijd stelde Gods kracht hem in staat wonderen te verrichten, welke de eeuwige voordelen die de mensen ten deel zullen vallen wanneer de verdiensten van zijn menselijke offer rechtstreeks op hen van toepassing zouden worden gebracht, demonstreerden. Om deze reden kon Jezus bij vele van zijn wonderen tot de genezen personen zeggen: „Uw zonden zijn vergeven.” — Matth. 9:2, NW.
Van de zesendertig of meer afzonderlijke wonderen van Jezus die in de vier Evangeliën worden beschreven, bestond minstens de helft uit fysieke genezingen. Toen hij in het huis was waarin hij in Kapérnaüm woonde, werd hij door de scharen omringd. In een poging hem te bereiken, verwijderden vier mannen die een verlamde droegen, een deel van het platte dak, ten einde de hulpeloze invalide bij Jezus neer te laten. Misschien waren zijn hersenen ernstig beschadigd. Kon Jezus iets voor hem doen? Eerst zegt hij hem, dat zijn zonden vergeven zijn, en vervolgens: „Sta op, neem uw veldbed op en ga naar uw huis.” De man gehoorzaamde onmiddellijk. — Mark. 2:1-12, NW.
Jezus gaf een aantal keren blijk van zijn macht blinden het gezichtsvermogen terug te geven, maar de blinde Bartiméüs vormde wel een zeer in het oog springend voorbeeld, want hij liet zich er door niets van weerhouden genezen te worden. Schreeuwend gaf hij uiting aan zijn geloof in Jezus’ macht om te genezen, en „hierop legden velen hem bars het zwijgen op; maar hij bleef des te meer schreeuwen”. Zijn geloof werd beloond. Jezus riep hem en herstelde zijn gezicht. Dit geluk zal ook degenen die thans fysiek blind zijn en die een krachtig geloof zoals dat van Bartiméüs tot uitdrukking brengen en ervoor werken om Gods nieuwe ordening binnen te gaan, ten deel vallen. — Mark. 10:46-52, NW.
VRIJHEID VAN DEMONEN, DOOD EN GEBREK
In deze wereld waarover Satan de onzichtbare regeerder is, leven zeer veel geesteszieken. In sommige gevallen is men rechtstreeks door de demonen, die thans een gezamenlijke aanval op de geest van de mensen doen, bezeten. Bij het allereerste begin van Gods nieuwe ordening zal Christus Jezus Satan en zijn demonen echter krachteloos maken. Dit wordt in het visioen van Johannes waarover wij het al hebben gehad, in profetische bewoordingen voor ons uiteengezet. Satan en zijn legioenen demonen zullen in de afgrond worden opgesloten, „opdat hij de natiën niet meer zou misleiden” (Openb. 20:1-3, NW). Wel, zelfs toen Jezus op aarde was, verrichtte hij wonderen waaruit bleek dat hij macht bezat over demonenkrachten. In Markus 5:1-20 (NW) vinden wij het verslag over een man die niet door één, maar door vele demonen bezeten was. Jezus wierp ze uit hem.
Van al ’s mensen vijanden is de dood het meest meedogenloos. De liefste dromen en alles wat de mens heeft bereikt, stort ineen wanneer de dood op het toneel verschijnt. Doch zelfs velen van hen die reeds dood zijn, zullen in Gods nieuwe samenstel van dingen tot het leven terugkeren. Jezus zei: „Dit is de wil van hem die mij heeft gezonden, dat ik niets van al wat hij mij heeft gegeven, verloren laat gaan, maar dat ik het op de laatste dag opwek.” Daar Jezus wist dat daden een begrijpelijker taal spreken dan woorden, verduidelijkte hij deze uitspraak met overtuigende demonstraties. De meest opwindende van alle bestond hierin, dat hij zijn vriend Lazarus uit de doden opwekte. Een lijk dat al vier dagen in een toestand van ontbinding verkeerde, een lichaam dat al lang niet meer door de mens geholpen kon worden en thans tot het stof terugkeerde, kwam door een opstanding tot het leven terug, toen Jezus riep: „Lazarus, kom naar buiten!” Welk een vreugde schenkt het ons, wanneer wij eraan denken dat onze doden in Gods nieuwe samenstel van dingen op soortgelijke wijze aan dezelfde bevelende roep gehoor zullen geven! — Joh. 6:39; 11:1-44, NW.
Jehovah belooft in zijn nieuwe ordening een overvloedig, gelukkig leven. Dat dit geen problemen met zich zal meebrengen, werd getoond door Jezus’ vermogen voorzieningen te treffen indien er een bepaalde behoefte ontstond. Bij zijn eerste wonder, op het bruiloftsfeest in Kana, verschafte hij ongeveer 380-570 liter van de fijnste wijn! Men behoeft niet voor voedseltekorten te vrezen, want men kan lezen hoe Jezus vijfduizend mannen — de vrouwen en de kinderen niet meegerekend — voedde. Waarmee? Met slechts vijf broden en twee vissen. Dit wonder moet een diepe indruk op zijn discipelen hebben gemaakt, want het is het enige wonder dat door alle Evangelieschrijvers is opgetekend. — Matth. 14:14-22; Joh. 6:1-13, NW.
Misschien vraagt u zich af op welke wijze al deze dingen op wereldomvattende schaal ten uitvoer kunnen worden gebracht. Zal Jezus naar onze planeet moeten terugkeren en vele jaren achtereen van plaats tot plaats moeten trekken om wonden en ziekten te genezen? Neen, het is voor het genezingswerk niet noodzakelijk dat Jezus persoonlijk aanwezig is. Hij genas de knecht van een legeroverste zonder hem ooit gezien te hebben. Hij deed dit ook met de dochter van een Fenicische vrouw en de zoon van een edelman in Kapérnaüm (Matth. 8:5-13; 15:22-28; Joh. 4:46-54, NW). Nu is hem op zijn hemelse troon ’alle autoriteit in hemel en op aarde gegeven’ (Matth. 28:18, NW). Vanuit de hemelse hoogten hebben Jezus en de engelen die tot zijn beschikking staan, toegang tot alle delen van het universum. Vandaar kan hij getrouwe mensen over de gehele aardbol de voordelen van zijn losprijsoffer verlenen. Op wonderbaarlijke wijze zullen alle getrouwe menselijke schepselen langzamerhand tot volmaaktheid groeien, daar de mensen niet meer zullen sterven. De gezondheid zal voortdurend verbeteren. Oorlogen, rassenproblemen en onderdrukking van elke soort zullen tot het verleden behoren. Vanaf het allereerste begin zal Gods nieuwe ordening een voortdurend wonder zijn.