Denkt u erover een van Jehovah’s getuigen te worden?
IN NAVOLGING van de vroege christelijke organisatie gaan Jehovah’s getuigen rechtstreeks naar de huizen van geïnteresseerde personen en geven zij gratis bijbels onderricht. Vorig jaar leidden zij gemiddeld 867.009 huisbijbelstudies, in de meeste gevallen eens per week. U bent ongetwijfeld van deze gratis huisbijbelstudiedienst op de hoogte. Misschien behoort u zelfs tot de vele personen die nu met Jehovah’s getuigen de bijbel bestuderen.
Indien dit zo is, heeft het u ongetwijfeld veel troost geschonken een beter begrip van Gods voornemens te verwerven. Misschien bent u zelfs tot de conclusie gekomen dat Jehovah’s getuigen de waarheid van Gods Woord onderwijzen en dat zij Gods ware organisatie vormen. Dit vormt er misschien wel de reden voor dat u er ernstig over denkt een van Jehovah’s getuigen te worden. Wellicht vraagt u zich echter af: Wat is er precies bij betrokken? Wat moet men eigenlijk doen om een van Jehovah’s getuigen te worden? Is het een kwestie van zich ergens bij ’aan te sluiten’?
DE VROEGE CHRISTELIJKE ORGANISATIE
Om u te helpen inzien wat hierbij betrokken is, zou u het volgende kunnen overwegen: Hoe werden de personen aan wie de vroege christenen bijbels onderricht gaven, christenen? Kwam het er eenvoudig op neer dat zij zich bij de christelijke organisatie ’aansloten’? Vroegen zij of hun naam op een lidmaatschapslijst geplaatst kon worden en werden zij daardoor christenen?
Neen, er is niets in de bijbel wat daarop duidt. Naarmate degene die werd onderricht, de schitterende waarheden die hem werden geleerd, ging waarderen, zocht hij veeleer geregelde omgang met christenen op hun gemeentevergaderingen (1 Kor. 14:24-26; Hebr. 10:24, 25). Bewogen door dankbaarheid jegens God voor Zijn wonderbare voorzieningen, bracht hij zijn leven bereidwillig in overeenstemming met de morele vereisten van Gods Woord (Ps. 15:1-4). Hij reageerde ook gunstig op de uitnodiging er een aandeel aan te hebben anderen in het Woord van God te onderwijzen. — Matth. 4:19.
Jezus Christus had zijn volgelingen de opdracht gegeven „discipelen van mensen uit alle natiën” te maken en „tot de verst verwijderde streek der aarde” als „getuigen” dienst te verrichten (Matth. 28:19, 20; Hand. 1:8). Ten einde dit enorme werk tot stand te brengen, werden er door de christelijke organisatie voorzieningen getroffen om christenen op te leiden, en een dergelijke opleiding omvatte ook onderricht in het verrichten van het bedieningswerk. De apostel Paulus verklaarde: „Hij [de uit de doden opgewekte Jezus] heeft sommigen gegeven als apostelen, sommigen als profeten, sommigen als evangeliepredikers, sommigen als herders en leraren, met het oog op de opleiding van de heiligen” (Ef. 4:11, 12). De vroege christenen ontvingen aldus hulp van de organisatie om hun schriftuurlijke verplichting om te prediken ten uitvoer te brengen. Zij onderwierpen zich ook aan de waterdoop, waardoor in het openbaar werd gesymboliseerd dat zij zich er onvoorwaardelijk aan hadden opgedragen Jehovah God te dienen.
Door nauwkeurig in de voetstappen te treden van Jezus Christus, die in de bijbel „de Getrouwe Getuige” wordt genoemd, werden personen die christenen werden, tevens getuigen van Jehovah God. — Openb. 1:5; 1 Petr. 2:21; Joh. 17:6.
DE CHRISTELIJKE ORGANISATIE IN DEZE TIJD
Zo is het ook in deze tijd. Iemand wordt geen lid van de christelijke organisatie van Jehovah’s getuigen door eenvoudig te vragen of zijn naam op een lidmaatschapslijst kan worden geplaatst. Het is veeleer een kwestie van actieve deelneming. In de eerste plaats zal iemand die beseft dat hem tijdens zijn huisbijbelstudies de waarheid van Gods Woord wordt onderwezen, deze goede dingen spontaan met anderen delen. Misschien hebt u dit reeds gedaan door de schitterende bijbelse waarheden die u hebt geleerd, met uw buren en familieleden te bespreken.
De volgende stap is er een begin mee te maken de gemeentevergaderingen van Jehovah’s getuigen bij te wonen. Daar worden praktische onderwijzingen en demonstraties van gebeurtenissen die zich in het dagelijkse leven voordoen, verschaft om u te helpen een actieve christen te worden. Misschien hebt u er al een begin mee gemaakt deze wekelijkse vergaderingen geregeld te bezoeken. Indien dit zo is, zult u beseffen dat deze organisatie net als de vroege christelijke organisatie werkzaam is. Ze bestaat uit de hedendaagse getuigen van Jehovah. — Jes. 43:10-12.
U zult derhalve kunnen inzien dat Jehovah’s getuigen zijn georganiseerd om een wereldomvattend predikingswerk te verrichten. Jezus Christus heeft voorzegd dat dit in deze kritieke dagen zou gebeuren, door te zeggen: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen” (Matth. 24:14). Zult u met Jehovah’s getuigen een aandeel hebben aan dit predikingswerk voordat het einde komt? Zult u de grootse gelegenheid aangrijpen om aan dit laatste getuigenis deel te nemen? Komt u ervoor in aanmerking om openlijk als een metgezel van Jehovah’s getuigen in de prediking van dit goede nieuws van het Koninkrijk bezoeken bij de mensen af te leggen?
GELOOF EN KENNIS NODIG
Om hiervoor in aanmerking te komen, dient u het geloof te bezitten dat de bijbel het geïnspireerde Woord van God is en dat wat de bijbel zegt, onveranderlijk waar en betrouwbaar is (Joh. 17:17; Rom. 3:3, 4). Het is ook van het grootste belang dat u weet wat „dit goede nieuws” dat christenen moeten prediken, inhoudt. U dient te begrijpen dat het Koninkrijk een hemelse regering van Jehovah God is. U dient ook te weten dat Gods koninkrijk thans in de hemel is opgericht en dat het spoedig alle vijandige aardse regeringen zal vermorzelen en er een einde aan zal maken en vervolgens over de gehele aarde rechtvaardige toestanden zal invoeren. — Dan. 2:44; 7:13, 14.
Weet u dit en gelooft u hierin? Bent u er door uw studie van de bijbel van overtuigd dat Gods koninkrijk de aarde spoedig van goddeloosheid zal ontdoen en dat de aarde onder het bestuur van dit koninkrijk een paradijselijke schoonheid zal bereiken? Ziet u vol vertrouwen uit naar de vervulling van bijbelse profetieën waarin het einde van ziekte, lijden en de dood wordt beloofd? (Openb. 21:3, 4) Kunt u hier ja op zeggen? Wel, dan kunt u „dit goede nieuws” stellig aan anderen vertellen! Het zal u werkelijk veel vreugde schenken deze grootse waarheden met geïnteresseerde personen te delen.
Het is vanzelfsprekend ook noodzakelijk dat u fundamentele bijbelse vragen kunt beantwoorden, en u dient antwoorden te geven die in overeenstemming zijn met Gods Woord en niet in overeenstemming met vals-religieuze leringen. Wanneer u bijvoorbeeld het onderwerp God bespreekt, zou u dan kunnen uiteenzetten dat God niet deel uitmaakt van een „Drieëenheid”, maar dat hij de almachtige, liefdevolle Schepper is wiens naam Jehovah is? Zou u aan een vragensteller kunnen uitleggen dat Jezus niet alleen „een goed mens” is geweest, maar dat hij Gods hemelse Zoon was die als mens naar de aarde werd gezonden, en dat hij nu als koning van Gods koninkrijk in de hemel regeert? En zou u kunnen uiteenzetten dat de heilige geest geen persoon, maar Gods onzichtbare werkzame kracht is?
Dit zijn geen moeilijke bijbelse vragen, niet waar? Toch worden ze in de bediening veelvuldig gesteld. U zult er vermoedelijk niet veel moeite mee hebben er een bevredigend antwoord op te geven. Er zijn echter nog andere fundamentele vragen waarop u ook een antwoord moet kunnen geven wanneer u met Jehovah’s getuigen aan de bediening wilt deelnemen.
Wanneer u bijvoorbeeld bespreekt wat er bij de dood met iemand gebeurt, zou u dan kunnen uitleggen dat de ziel de persoon zelf is en dat deze niet iets onsterfelijks is dat bij de dood het lichaam verlaat? Zou u kunnen uiteenzetten dat de doden geen bewustzijn hebben en niet in een brandende hel worden gepijnigd? Zou u bovendien kunnen uitleggen dat de aarde niet voor eeuwig door vuur verbrand zal worden, maar dat ze het eeuwige tehuis van de gehoorzame mensheid zal zijn? En zou u kunnen uiteenzetten dat niet alle rechtvaardige mensen naar de hemel gaan, maar dat slechts de 144.000, die speciaal zijn uitgekozen om met Christus te regeren, daar naar toe gaan?
Als iemand u deze vragen zou stellen, zou u er dan een antwoord op kunnen geven? Indien ja, dan bezit u voldoende kennis om als een christelijke getuige van Jehovah dienst te verrichten. U zou echter kunnen tegenwerpen: „Hoe staat het ermee als iemand een moeilijker vraag stelt?” Laat deze mogelijkheid u niet ontmoedigen. Niemand weet alle antwoorden. U zou de persoon kunnen vertellen dat u graag nazoekwerk zult doen en dan met meer inlichtingen over het onderwerp bij hem wilt terugkomen. Als hij werkelijk oprecht is, zal hij u dit graag toestaan.
Sta hier eens bij stil: U bezit voldoende kennis om overtuigd te zijn van de bijbelse waarheden die u de wonderbaarlijke hoop geven op eeuwig leven in Gods nieuwe samenstel van dingen. Als u deze inlichtingen aan iemand anders kunt doorgeven die een open en eerlijk hart bezit, kan ook hij hiervan overtuigd geraken en deze zelfde wonderbaarlijke hoop bezitten. Wat geweldig om deze kostbare hoop op eeuwig leven te kunnen doorgeven!
EEN JUIST GEDRAG VEREIST
Geloof en kennis zijn echter niet voldoende om u ervoor in aanmerking te doen komen samen met Jehovah’s getuigen aan de bediening deel te nemen. Een juist gedrag in harmonie met bijbelse beginselen is eveneens nodig. Indien uw levenswijze derhalve niet overeenstemt met wat de bijbel over de levenswijze van een christen heeft te zeggen, komt u er niet voor in aanmerking met Jehovah’s getuigen aan de bediening deel te nemen.
Gods Woord laat zich er heel duidelijk over uit wat een juist en wat een onjuist gedrag is. Er wordt bijvoorbeeld in gezegd: „Wordt niet misleid. Noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch mannen die er voor tegennatuurlijke doeleinden op na worden gehouden, noch mannen die bij mannen liggen, noch dieven, noch hebzuchtige personen, noch dronkaards, noch beschimpers, noch afpersers zullen Gods koninkrijk beërven. Toch zijn sommigen van u dat geweest. Maar gij zijt rein gewassen, maar gij zijt geheiligd, maar gij zijt rechtvaardig verklaard in de naam van onze Heer Jezus Christus en met de geest van onze God.” — 1 Kor. 6:9-11.
Jehovah God wordt niet geloofd, maar onteerd, wanneer degenen die Hem beweren te vertegenwoordigen, immorele en wetteloze personen zijn. De bijbelschrijver zei terecht betreffende belijdende dienstknechten van God die immoraliteit beoefenden: „De naam van God wordt wegens ulieden onder de natiën gelasterd” (Rom. 2:24). De christelijke organisatie van Jehovah’s getuigen staat derhalve niet toe dat dieven, hoereerders, overspelers of wie maar ook die opzettelijk datgene beoefenen wat in de bijbel wordt veroordeeld, als metgezellen van Jehovah’s getuigen aan de bediening deelnemen.
Deze hoge morele vereisten geven iemand, wegens de slechte daden die hij wellicht in het verleden heeft verricht, misschien het gevoel dat hij onwaardig is als een dienstknecht van God op te treden. Als iemand echter berouw heeft gehad en deze dingen niet meer beoefent, en als hij God door bemiddeling van Jezus Christus om vergeving heeft gevraagd, kan hij ervan verzekerd zijn dat Jehovah God hem heeft vergeven (Jes. 55:7). Het gaat erom dat men nu in harmonie met Gods wetten leeft. Houd in gedachten dat zelfs enkelen van de Korinthische christenen vroeger dieven, overspelers, dronkaards, enzovoorts, waren geweest, maar zij hadden die praktijken volledig achter zich gelaten en werden door Jehovah als zijn christelijke getuigen aanvaard. Jehovah zal ook uw krachtsinspanningen om Hem te dienen, aanvaarden en zegenen. Laat u hier dus niet door weerhouden.
AFGESCHEIDEN VAN DE WERELD
Er moet echter aan nog meer vereisten worden voldaan wil men ervoor in aanmerking komen als een getuige voor Jehovah dienst te verrichten. Zo dient men zich onder andere afgescheiden te houden van de vals-religieuze organisaties van de wereld, zoals de apostel Paulus te kennen gaf door zijn vragen: „Welke overeenstemming bestaat er . . . tussen Christus en Belial? Of welk deel heeft een gelovige met een ongelovige? En welke overeenkomst heeft Gods tempel met afgoden?” Toen de apostel vervolgens de aandacht vestigde op de profetie van Jesaja, waarin de Israëlieten ervoor werden gewaarschuwd besmetting met het religieus verdorven Babylon te vermijden, zei hij: „’Gaat daarom uit hun midden vandaan en scheidt u af’, zegt Jehovah, ’en raakt het onreine niet langer aan.’” — 2 Kor. 6:14-17.
Voor iemand die in deze tijd het verlangen koestert Jehovah als een van zijn getuigen te vertegenwoordigen, betekent dit dat hij totaal moet breken met alle vals-religieuze organisaties waarmee hij misschien als lid verbonden is geweest. Wanneer iemand die God met „geest en waarheid” wenst te aanbidden, inziet dat de organisaties waarmee hij vroeger verbonden is geweest zich niet aan de waarheid van Gods Woord houden, zal hij de vergaderingen van deze organisaties niet meer bijwonen en niet meer aan de activiteiten ervan deelnemen (Joh. 4:23). De bijbel identificeert het rijk van valse religie als het hedendaagse „Babylon de Grote” en dringt erop aan: „Gaat uit van haar, mijn volk, indien gij niet met haar in haar zonden wilt delen.” Het is van levensbelang dit gebod te gehoorzamen. — Openb. 17:5; 18:4.
Nog een vereiste waaraan moet worden voldaan wil men ervoor in aanmerking komen met Jehovah’s getuigen aan de bediening deel te nemen, is, dat men in overeenstemming moet leven met wat Jezus over zijn volgelingen zei, namelijk: „Zij zijn geen deel van de wereld, evenals ik geen deel van de wereld ben” (Joh. 17:16). Dit houdt in dat men zich absoluut vrij moet houden van elke verwikkeling in de politieke aangelegenheden van de wereld. Zoals Gods Woord heel duidelijk uiteenzet, dient een ware christen zich niet met zulke aangelegenheden in te laten. Jezus Christus deed er geen moeite voor politieke regeerders duidelijk te maken hoe zij hun zaken moesten regelen en ook raakte hij niet bij die zaken betrokken. Hij verwierp zelfs de pogingen van anderen om hem tot een wereldse regeerder te maken (Joh. 6:15; Luk. 4:5-8). En wanneer er conflicten tussen wereldse natiën ontstaan, zal iemand die Jehovah dient, stellig geloven wat de bijbel in Jesaja 2:4 zegt en in overeenstemming daarmee handelen.
DE OPLEIDING DIE WORDT VERSCHAFT
U bent misschien echter van mening dat u nooit van huis tot huis zou kunnen gaan en net als de vroege christenen in het verleden in het openbaar zou kunnen prediken (Hand. 5:42; 20:20). „Hoe moet ik de mensen tegemoet treden? Wat moet ik zeggen?” vraagt u misschien. „Ik ben niet bekwaam genoeg om het predikingswerk te verrichten. Ik voel mij er niet toe in staat een openbare dienstknecht van God te zijn”, is misschien wel uw conclusie.
Het is helemaal niet vreemd dat u er zo over denkt. De meesten van Gods dienstknechten hebben op een of andere tijd net zulke gedachten gekoesterd, terwijl zij die gedachten misschien ook wel hebben geuit. Toch hebben zij geleerd zich op Gods hulp te verlaten, en Hij heeft hen nooit in de steek gelaten. Door zijn geest heeft God zijn dienstknechten voor de bediening bekwaam gemaakt en hen erbij geholpen zich van hun taak te kwijten. De bediening wordt beslist niet in iemands eigen kracht of als gevolg van persoonlijke geschiktheid ten uitvoer gebracht. Het is zoals de apostel Paulus zei: „Dat wij voldoende bekwaam zijn, komt uit God voort, die ons voldoende bekwaam heeft gemaakt om dienaren . . . te zijn.” — 2 Kor. 3:5, 6.
U zult u wellicht herinneren God er in de eerste eeuw voorzieningen voor heeft getroffen dat zijn volk in het bedieningswerk werd opgeleid (Ef. 4:11, 12). Nieuwelingen werden door rijpe leden van de christelijke organisatie geholpen aan de van-huis-tot-huisbediening en andere facetten van de Koninkrijksdienst deel te nemen. In deze tijd voorziet Gods christelijke organisatie in een soortgelijk onderwijzingsprogramma. Maak u dus geen zorgen; u zult liefdevolle aanmoediging en hulp ontvangen. Een ervaren prediker zal u graag vergezellen en u willen aantonen hoe de bediening doeltreffend ten uitvoer gebracht kan worden.
Misschien bent u al eens uitgenodigd om aan de van-huis-tot-huisbediening deel te nemen. Als u niet op dit aanbod bent ingegaan, doe het dan nu. U zult beslist erg blij zijn wanneer u met dit belangrijke werk bent begonnen. Als u er nog niet voor bent uitgenodigd en graag aan de bediening wilt deelnemen, maak dit verlangen dan kenbaar aan degene die de bijbel met u bestudeert. Hij zal er niet alleen graag regelingen voor treffen dat u met hem in de bediening meegaat, maar hij zal u helpen een korte aanbieding samen te stellen en deze met u doornemen, zodat u erop voorbereid bent een getuigenis aan de deuren te geven als u dit zou willen.
Gedurende de maand december doen Jehovah’s getuigen een speciale krachtsinspanning om nieuwelingen te helpen de bediening op zich te nemen. Neem de uitnodiging om er een aandeel aan te hebben, derhalve aan. Het is het werk dat door Jezus Christus en de vroege christenen werd verricht. En Jezus profeteerde dat de Koninkrijksprediking op wereldomvattende schaal zou worden verricht voordat het einde van dit samenstel van dingen zou komen (Matth. 24:14). Wat een voorrecht is het derhalve aan dit werk een aandeel te hebben! Aarzel niet. Stel het niet uit. Maak er nu een begin mee aan het werk deel te nemen waardoor u de goedkeuring van uw hemelse Vader zult verwerven, hetgeen eeuwige zegeningen voor u zal afwerpen.