Hoe wij weten dat de bevrijding nabijkomt
1. Welke profetie met betrekking tot „vreselijke schouwspelen en van de hemel grote tekenen” uitte Jezus direct na de mededeling dat Jeruzalem door de natiën vertreden zou worden totdat de bestemde tijden ervan geëindigd zouden zijn?
MERK op dat het verslag van Lukas over Jezus’ profetie de voorzegging bevatte dat er „vreselijke schouwspelen en van de hemel grote tekenen [zouden] zijn” (Luk. 21:11). Na een beschrijving te hebben gegeven van Jeruzalems vernietiging en haar vertreding door de heidense natiën totdat de „bestemde tijden” ervan vervuld zijn, gaat Lukas’ verslag verder: „Ook zullen er tekenen zijn in zon en maan en sterren, en op de aarde radeloze angst der natiën, die vanwege het gebulder der zee en haar onstuimigheid geen uitweg weten, terwijl de mensen mat worden van vrees en verwachting omtrent de dingen die over de bewoonde aarde komen; want de krachten der hemelen zullen worden geschokt. En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen in een wolk met kracht en grote heerlijkheid.” — Luk. 21:25-27.
2, 3. In hoeverre zijn de „krachten der hemelen” geschokt door de opkomst van de luchtvaart?
2 Zijn al deze voorzegde dingen niet reeds grotendeels uitgekomen, zij het overigens niet helemaal in volledige mate? Zijn de „krachten der hemelen” niet geschokt, met een zekere uitwerking op zon, maan en sterren?
3 Tot aan deze twintigste eeuw zijn de hemelen het domein van de vogels en vliegende schepselen geweest, met uitzondering van enkele vliegers, ballons en luchtschepen die men de lucht heeft ingezonden. Meer dan dertienduizend jaar geleden schiep God op de vijfde scheppingsdag de schepselen der zee en de vliegende schepselen opdat ze „over de aarde vliegen langs het vlak van het uitspansel van de hemel” (Gen. 1:20-23, NW). Te beginnen echter met de geslaagde vliegtocht op 17 december 1903 drong de mens werkelijk het domein van de levende vliegende schepselen binnen en ging hij zelfs nog hoger, tot in de ruimte buiten de dampkring. Van toen af aan onderging het vliegtuig verbeteringen en werd vervolgens in de Eerste Wereldoorlog in gebruik genomen voor het uitvoeren van beschietingen en bombardementen vanuit de lucht. Nadien waren regen, sneeuw en hagel niet de enige dingen die van de hemel neerdaalden. Met de ontwikkeling van de luchtvaart in verband met oorlogsoperaties en het vervoer in vredestijd moest het evenwicht in ’s mensen natuurlijke omgeving wel worden geschokt en verstoord, met andere woorden in een labiele toestand geraken.
4. Hoe wordt er door de rakettechniek een schending van het hemelruim teweeggebracht?
4 Tijdens de Eerste Wereldoorlog gebruikten de Duitsers „Dikke Bertha”-kanonnen om van vijftig kilometer afstand Parijs met granaten te beschieten. Daarna werd, speciaal door de Duitsers, de rakettechniek op krachtige wijze bevorderd. Behalve bombardementen door vliegtuigen, werden ook met raketten explosieve ladingen het Kanaal over geschoten, op Londen en andere Engelse steden. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog werden voor het eerst atoombommen van vernietigende explosieve kracht in de oorlogvoering toegepast en boven Japan tot ontploffing gebracht. In snel tempo volgde daarop de uitvinding van de nog verschrikkelijker kernbom. Een aantal van de belangrijkste natiën werkten aan de ontwikkeling van de technische kennis ervan, zodat er thans vijf kernnatiën zijn. De eerste atoombommen vielen neer uit snelle vliegtuigen, maar nu heeft men ten behoeve van de kernbom de rakettechniek aangewend. Thans siddert de mensenwereld van vrees voor de intercontinentale ballistische projectielen, die hoog over de vroeger als bescherming dienende oceanen heen, door de interplanetaire ruimte, ofte wel het hemelruim, „scheren” om vijandelijke doelen te treffen. De mens tracht de bliksemstralen te overtreffen.
„RADELOZE ANGST DER NATIËN”
5. Hoe wordt, wat de ’tekenen in zon en maan en sterren’ betreft, in de laatste eeuwen van de geschiedenis van een verduistering van zon, maan en sterren melding gemaakt, alsook van meteoorregens?
5 Wat valt er evenwel te zeggen over de voorzegde „tekenen . . . in zon en maan en sterren, en op de aarde radeloze angst der natiën, die vanwege het gebulder der zee en haar onstuimigheid geen uitweg weten, terwijl de mensen mat worden van vrees en verwachting omtrent de dingen die over de bewoonde aarde komen”? (Luk. 21:25, 26) Zou dit nog iets anders kunnen betekenen dan wat er op 19 mei 1780 gebeurde, toen de zon verduisterd werd? Dit had een duisternis als van de nacht tot gevolg, die zich uitstrekte over ruim 850.000 vierkante kilometer van Nieuw-Engeland in de Verenigde Staten van Amerika, terwijl zich in de daaropvolgende nacht een verduistering van de volle maan en ook van de sterren voordeed. Verder vond er op de vroege morgen van 12/13 november 1833 een meteoorregen plaats van vele miljoenen op sterren gelijkende meteoren die boven Noord-Amerika neervielen, een verschijnsel aan het hemelgewelf dat over 28.000.000 vierkante kilometer waargenomen kon worden en zo indrukwekkend was dat het de aandacht trok van de mannen der wetenschap. En nog niet zo lang geleden, namelijk vroeg op de dag van 17 november 1966, was er een ontzaglijke meteoorregen op de buitenste atmosfeer van het zuidwestelijke deel van de Verenigde Staten, van Texas tot Arizona.
6. (a) Zouden zulke verschijnselen aan de hemel, als ze zich in deze eeuw zouden herhalen, de mensen zozeer verschrikken dat zij zouden geloven dat het einde der wereld nabij was? (b) Hoe zijn andere dan bovengenoemde verschijnselen bekend geworden?
6 Welnu, in onze twintigste eeuw van wetenschappelijke vooruitgang zouden zulke vreemde verschijnselen aan de hemel de meeste mensen niet zozeer verschrikken dat zij zouden geloven dat het „einde van de wereld” nabij was. Inderdaad, maar de wetenschap der astronomie — zowel met behulp van conventionele als radiotelescopen — heeft vandaag de dag zoveel vorderingen gemaakt dat men nog meer verschijnselen in verband met de zon, maan en sterren en de uitwerking ervan op de aarde en haar bewoners heeft ontdekt.
7. Welke inlichtingen uit wetenschappelijke bron verschaffen ons nieuwe gezichtspunten omtrent de zon, maan en sterren?
7 Wij vernemen tegenwoordig hoe grote vlammen van kernenergie-producerende zogenaamde zonnevlekken stromen van krachtige elektronische deeltjes uitzenden die niet alleen verstoring teweegbrengen op het gebied van de kortegolfradio en magnetische velden, maar ook op mensen een meer dan normale invloed uitoefenen, terwijl een nieuwe zonnevlekkencyclus in 1970 zijn hoogtepunt zal bereiken. De aarde wordt voortdurend door kosmische stralen gebombardeerd. Grote gordels van geïoniseerde deeltjes omsluiten de aarde en vormen een gevaar voor astronauten die hun manoeuvres uitvoeren in de ruimte. Reusachtige quasars, bronnen van radiogolven, worden ontdekt; en radiotelescopen vangen signalen op van onzichtbare hemellichamen. Met behulp van raketten zijn capsules de ruimte ingezonden waarvan radarcamera’s zich losmaakten en een zachte landing op het maanoppervlak konden maken; zodoende werden er van nabij foto’s van dit maanoppervlak genomen en naar de aarde teruggeseind. De wetenschappelijke projecten die ten doel hebben mensen op de maan te plaatsen, leiden ertoe dat men de vrees koestert dat de maan tot een militaire basis zal worden gemaakt vanwaar men de aarde wil beheersen.
8. Waardoor is de „radeloze angst der natiën” sinds 1914 G.T. nog verergerd, en wat is een nieuw gebied dat werkelijk een bedreiging is gaan vormen?
8 Dat wij ons als gevolg van moderne wetenschappelijke ontdekkingen van zulke „tekenen” in zon, maan en sterren bewust zijn geworden, draagt bij tot de „radeloze angst der natiën”. De moeilijkheden die de natiën hebben ondervonden, zowel intern als in hun contact met andere natiën, hebben zich sinds 1914 G.T. voortdurend vermenigvuldigd. De radeloze angst is erger geworden doordat de natiën met behulp van menselijke geneesmiddelen en oplossingen „geen uitweg weten”. Dit komt „vanwege het gebulder der zee en haar onstuimigheid . . . terwijl de mensen mat worden van vrees en verwachting omtrent de dingen die over de bewoonde aarde komen”. Inderdaad hebben er onderzeese aardbevingen plaatsgevonden, waardoor tsunamigolven ontstonden die over de oceaan voortraasden en steden overspoelden, zodat heel veel levens en eigendommen verloren gingen. De zeeën en oceanen beginnen thans echter om een andere reden een nog grotere bedreiging te vormen. Gedurende de Eerste Wereldoorlog werd de duikbootoorlogvoering op gang gebracht, en de onderzeese torpedoboot bleek een van de vele nieuwe, hoogst effectieve vernietigingsmiddelen te zijn die in gebruik werden genomen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden de Duitsers in grote mate hun vertrouwen in een duikbootoorlog gesteld.
9. In welk opzicht maken machtige natiën de zee nog onstuimiger?
9 Machtige natiën zijn er thans op uit om in oorlogstijd een nog doeltreffender gebruik van de zee te maken. De communistische reus Sowjet-Rusland is bezig zijn onderzeeboot- en koopvaardijvloot enorm uit te breiden. De Verenigde Staten worden herinnerd aan het communistische dreigement het democratische Amerika te „begraven”, en in het openbaar wordt de vrees geuit dat de communisten ’ons door hun superioriteit op het gebied van onderzeeërs en oppervlakteschepen in de zee zullen begraven’. Atoommotoren zijn met succes in duikboten ingebouwd, waardoor deze in staat zijn zonder aan de oppervlakte te komen een tocht rond de wereld te maken. Onderzeeërs worden uitgerust met een bewapening waarmee ze in staat zijn om van onder het wateroppervlak vandaan van atoomkoppen voorziene lange-afstandprojectielen af te vuren die op verre doelen op het droge land zijn gericht, waardoor wordt veroorzaakt dat er met bulderend geraas dood en verderf uit de zee te voorschijn komt. Ook andere oorlogsschepen worden uitgerust voor oorlogvoering met ballistische wapens. Inderdaad wordt de zee door al deze dodelijke, in het geheim opererende bedreigers vanuit de zilte diepte in onstuimige beroering gebracht. Uit vrees voor een nog grotere onstuimigheid van de zee drong Amerika’s ex-president, L.B. Johnson, er in juli 1968 bij de Ontwapeningsconferentie — waaraan door zeventien natiën werd deelgenomen — aan het begin van haar nieuwe zitting in Genève op aan, te gaan onderzoeken met welke middelen men zou kunnen voorkomen dat de zeebedding als een schuilplaats voor kernprojectielen en de oceaanbodem als „emplacement van wapens voor massavernietiging” gebruikt zouden worden. — New York Times van 26 juli 1968.
10, 11. Hoe komt het dat de mensen, zoals Jezus heeft voorzegd, mat worden?
10 Terzelfder tijd geraken de politieke, financiële, economische, sociale en religieuze elementen steeds meer in verwarring, en door het feit dat niets van wat zij ondernemen hun wil gelukken, worden deze mensen mat, niet alleen van vrees, maar ook van verwachting omtrent de dingen die, naar zij kunnen berekenen, wel over de aarde móeten komen. Voor het jaar 1975 wordt een wereldhongersnood voorspeld. Op de organisatie der Verenigde Naties wordt een beroep gedaan om de spreiding van atoom- en kernwapens te verhinderen en te voorkomen dat ze in handen komen van andere natiën dan de Grote Vijf, de atoommogendheden van thans. De kloof tussen Amerika en Rusland op het gebied van de geleide projectielen is bezig te verdwijnen; Rusland heeft de Verenigde Staten bijna ingehaald. Er wordt krachtig op aangedrongen dat de interplanetaire ruimte niet voor oorlogsdoeleinden moet worden gebruikt.a
11 Ook acht men het noodzakelijk te bestuderen welke uitwerking de ontbladering van vijandelijke schuilplaatsen door middel van herbiciden en chemicaliën op de duur op ’s mensen omgeving zal hebben. De hedendaagse industrie, en zelfs de straalvliegtuigen dragen er het hunne toe bij om het evenwicht van ’s mensen natuurlijke omgeving op fatale wijze te verstoren, en met het oog hierop is in een tijdschrift een artikel verschenen met als kop „Kan de wereld worden gered?” (New York Times Magazine, 31 maart 1968). Zal onze aarde vanwege de internationale bevolkingsexplosie binnenkort onleefbaar worden? Dit zijn inderdaad reële en gegronde redenen voor vrees!
12. Op welke tijd echter zal de grootse climax van dit alles komen, en hoe?
12 Toch komt de grootse climax op Gods tevoren vastgestelde tijd en niet op een tijd die de mens vaststelt, zoals door de volgende woorden van Jezus’ profetie te kennen wordt gegeven: „En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen in een wolk met kracht en grote heerlijkheid” (Luk. 21:27). Dit slaat op zijn komst om Babylon de Grote, het wereldrijk van valse, Babylonische religie, te vernietigen, en vervolgens de „oorlog van de grote dag van God de Almachtige” te Armageddon te strijden (Openb. 16:13-16). Onzichtbaar, in de geest, zal hij als „in een wolk” verborgen zijn, maar de natiën zullen onderscheiden dat het de voorzegde „Zoon des mensen” moet zijn, wegens de meer dan menselijke macht die hij ontplooit. De christenheid zal dan niet in zijn „grote heerlijkheid” delen, maar zal vernietigd worden, in weerwil van al de huichelachtige gebeden die ze tot God opzendt. Evenmin zal er ook maar enige heerlijkheid zijn voor de vroegere politieke minnaars van Babylon de Grote, want na haar zullen die politieke, regerende elementen vernietigd worden en in een roemloze nederlaag ten onder gaan, omdat zij tegen de rechtmatige Koning over de aarde, de verheerlijkte Heer Jezus Christus, strijden. Zij zullen inzien en beseffen, dat hun vernietiging van een hogere dan menselijk bron afkomstig is.
AANMOEDIGING EN WAARSCHUWING
13. Wat zei Jezus over onze houding, terwijl de natiën in radeloze angst en vrees neerslachtig zouden zijn?
13 En hoe staat het nu met ons? Wat heeft dit allemaal voor ons te betekenen? Dienen ook wij bevangen te worden door de huidige „radeloze angst der natiën” aangezien ze geen uitweg weten, en dienen wij te delen in hun matheid, hun vrees en hun angstige verwachtingen? Dit is niet nodig. Nadat Jezus Christus de voorgaande dingen in bijzonderheden had uiteengezet, zei hij als antwoord tot zijn discipelen: „Als nu deze dingen beginnen te geschieden, richt u dan rechtop en heft uw hoofd omhoog, omdat uw bevrijding nabijkomt” (Luk. 21:28). Als wij dus getrouwe, opgedragen en gedoopte volgelingen van de grote Profeet Jezus Christus zijn, behoeven wij niet met de natiën neerslachtig te zijn en in hun radeloze angst en vrees te delen.
14, 15. Waarvan zullen wij in de naderbij komende bevrijding worden bevrijd?
14 Voor degenen van ons die zulke werkelijke christenen worden, dienen de woorden „uw bevrijding” een opwekkende, aanmoedigende klank te hebben, zoals ze dit voor de discipelen hadden tot wie Jezus Christus sprak. Waarom zouden de woorden niet aanmoedigend en bezielend zijn, aangezien ze van bevrijding van vervolgers en haters gewag maken? Voordat Jezus over de naderbij komende bevrijding sprak, zei hij namelijk: „Maar vóór al deze dingen zullen de mensen de handen aan u slaan en u vervolgen en u overleveren aan de synagogen en gevangenissen, ja, gij zult voor koningen en bestuurders worden gesleept ter wille van mijn naam. Het zal voor u uitlopen op een getuigenis. . . . Bovendien zult gij zelfs door ouders en broers en bloedverwanten en vrienden worden overgeleverd, en zij zullen sommigen van u ter dood brengen, en gij zult om mijn naam voor alle mensen voorwerpen van haat zijn.” — Luk. 21:12-17.
15 Wij zullen van mensen worden bevrijd die niet alleen òns vervolgen en haten, maar die Jezus Christus haten, aangezien zij ons wegens zijn naam vervolgen en haten. Zulke haters van Hem zijn een deel van dit „samenstel van dingen”, en daarom zullen wij die vervolgd en gehaat worden, ook van dit gehele samenstel van dingen worden bevrijd.
16, 17. Door wie of door wat zal deze bevrijding komen?
16 Wat zal het voorbijgaan van dit samenstel van dingen betekenen? Door wie of door wat zal bevrijding van dit stelsel worden bewerkstelligd? Klaarblijkelijk door degene die de natiën zien „komen in een wolk met kracht en grote heerlijkheid” (Luk. 21:27). De woorden die Jezus uitsprak nadat hij van „uw bevrijding” gewag gemaakt had, geven ons zekerheid hieromtrent. Lukas 21:29-33 vertelt ons:
17 „Vervolgens sprak hij een illustratie tot hen: ’Let op de vijgeboom en alle andere bomen: Wanneer ze reeds in knop staan, weet gij voor uzelf, door het gade te slaan, dat nu de zomer nabij is. Zo ook wanneer gij deze dingen ziet geschieden, weet dan dat het koninkrijk Gods nabij is. Voorwaar, ik zeg u: Dit geslacht zal geenszins voorbijgaan totdat alle dingen geschieden. Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.’” — Vergelijk dit met Matthéüs 24:32-35; Markus 13:28-31.
18. Sedert welk jaar hebben wij „deze dingen” zien gebeuren, als een bevestiging van wiens woorden?
18 Wij, die deel uitmaken van „dit geslacht”, hebben „deze dingen”, waarvan Jezus in zijn profetie gewag maakte, sinds het jaar 1914, het jaar waarin de „bestemde tijden der natiën” eindigden, zien geschieden. De hemel en de aarde zouden nog eerder letterlijk voorbijgaan dan dat Jezus’ woorden onvervuld zouden voorbijgaan. Daarom zijn Jezus’ woorden het zo waard door ons aanvaard en geloofd te worden.
19. Wat weten wij, nu wij deze dingen in overeenstemming met de voorzegging zien gebeuren?
19 Wat weten wij derhalve, nu wij deze dingen om ons heen zien geschieden? Wij weten dat het goddelijke instrument voor onze bevrijding, „het koninkrijk Gods”, nabij is. Wat dienen wij dan te doen om te bewijzen dat wij dit geloven? Jezus zei: „Als nu deze dingen beginnen te geschieden, richt u dan rechtop en heft uw hoofd omhoog, omdat uw bevrijding nabijkomt” (Luk. 21:28). Wij, die tot „dit geslacht” behoren, hebben gezien dat deze voorzegde dingen in 1914 ’begonnen te geschieden’, en nu, gedurende de afgelopen vierenvijftig jaar, hebben wij ze zien geschieden. Onze overtuiging is derhalve gesterkt. Op grond van een lange reeks van voorzegde gebeurtenissen weten wij dat Gods koninkrijk binnenkort in die zin komt dat het ertoe zal overgaan dit samenstel van dingen en de ondersteuners ervan te vernietigen en onze glorierijke bevrijding te bewerkstelligen.
20. Waarom dienen de vervolging en haat die over ons worden gebracht, ons niet neerslachtig te maken?
20 Voor ons, verlichte waarnemers van deze vervullingen van Christus’ profetie, is het er derhalve zeer terecht niet de tijd voor ons hoofd ontmoedigd te laten hangen en neerslachtig te zijn door de vervolging en haat die wegens Jezus’ naam over ons wordt gebracht. Het is voor ons veel beter aldus wegens zijn naam te lijden dan te delen in de „radeloze angst der natiën, die vanwege het gebulder der zee en haar onstuimigheid geen uitweg weten, terwijl de mensen mat worden van vrees en verwachting omtrent de dingen die over de bewoonde aarde komen”. De wereldse mensen en natiën lijden onder deze dingen omdat zij Gods koninkrijk tegenstaan, maar wij lijden door hun toedoen omdat wij „dit goede nieuws van het koninkrijk” in de gehele bewoonde aarde tot een getuigenis aan alle natiën bekendmaken voordat hun einde komt (Matth. 24:14). Hun staat eeuwige vernietiging te wachten. Ons staat eeuwige bevrijding te wachten. Waarom zouden wij ons derhalve niet rechtop richten en ons hoofd hoopvol omhoogheffen, terwijl wij bovendien onze stem verheffen door Gods koninkrijk te blijven bekendmaken? — Mark. 13:10.
21. Wegens welke andere dingen die in Jezus’ waarschuwing worden vermeld, dienen wij ons hoofd niet ontmoedigd te laten hangen?
21 Vooral in deze tijd dienen wij nooit neerslachtig te worden, en ons hoofd te laten hangen en slaperig en suf te knikkebollen omdat wij ons te veel bezighouden met de wereldse natiën in hun pogingen de dingen die sinds 1914 gebeuren, te vergeten en te negeren. Aangezien het nu zo laat is en wij zo ver in de stroom van wereldgebeurtenissen zijn gevorderd, is de tijd nog nooit zo dringend geweest om een open oog te hebben voor wat er tijdens de snelle opmars van de wereld naar de onvermijdelijke climax gebeurt, en vervolgens als gehoorzame, verstandige christenen te handelen. Wij wagen het niet de woorden te negeren die Jezus als een waarschuwing in zijn profetie opnam: „Schenkt echter aandacht aan uzelf, dat uw hart nooit bezwaard wordt met overmatig eten en overmatig drinken en zorgen des levens, en die dag plotseling, in een ogenblik, over u komt als een strik. Want hij zal komen over allen die op de gehele aardbodem wonen. Blijft dan wakker, te allen tijde smekend dat gij erin moogt slagen te ontkomen aan al deze dingen die stellig gaan geschieden, en te staan voor het aangezicht van de Zoon des mensen.” — Luk. 21:34-36.
22. (a) Wat zal het voor degenen betekenen die in deze als een strik komende dag worden gesnapt? (b) Welke hartetoestand dienen wij te vermijden?
22 Een strik wordt aangehaald om een slachtoffer in een fractie van een seconde te vangen, voordat hij kan ontsnappen. Wanneer die dag dus plotseling, als een strik, over ons komt, betekent dit dat wij worden gesnapt zonder dat er ook maar enige kans op bestaat dat wij ons kunnen losrukken, zodat het de dood voor ons betekent. Die als een strik komende dag komt snel „over allen die op de gehele aardbodem wonen”, net zo zeker als de dag op de nacht volgt. Niemand van ons zal eraan kunnen ontkomen die dag mee te maken, aangezien hij plotseling over de gehele aarde zal komen en geen enkele aardbewoner buiten het bereik ervan zal zijn. Wij allen moeten die dag onder de ogen zien. Maar met wat voor soort van houding? Net als de mensen van Noachs dagen vóór de vloed, dus door overmatig te eten en te drinken en ons door de „zorgen des levens”, met inbegrip van de zorgen in verband met het zoeken naar genot, in beslag te laten nemen? Dit is de houding van de „boze slaaf”-klasse (Matth. 24:38, 39, 48-51). Dit zijn niet de dingen waarop wij ons hart moeten zetten, waardoor wij ons hart met deze dingen bezwaren en het vet en dik laten worden, zodat het niet op Christus’ oproep tot Koninkrijksdienst kan reageren. In deze tijd, waarin onze bestemming wordt bepaald, dienen wij aandacht aan onszelf te schenken, ten einde een dergelijke hartetoestand te vermijden.
23. In welke mentale toestand dienen wij ons te houden om erin te ’slagen aan al deze dingen te ontkomen’, en welke hulp hebben wij hierbij nodig?
23 Wij leven in een tijd waarin wij met al onze vermogens waakzaam en actief in Gods dienst moeten blijven, een tijd waarin wij smeekbeden moeten opzenden, aangezien wij dit niet in eigen kracht kunnen. Zonder Gods hulp kunnen wij niet slagen. Alleen op deze wijze zullen wij eraan kunnen ontkomen in de radeloze angst, vrees en vreselijke verwachting van de wereldse natiën te delen en in Armageddon samen met hen door de strik van vernietiging worden overvallen.
24. Welke handelwijze stellen wij ons, terwijl wij krachtige smeekbeden opzenden, ten doel, en wat zal ons ten deel vallen wanneer wij overeenkomstig dit doel leven?
24 Wij spannen ons met geheel ons hart in om voor het aangezicht van de Zoon des mensen te staan, die „met kracht en grote heerlijkheid” komt ten einde het goddelijke oordeel over dit samenstel van dingen en de ondersteuners ervan ten uitvoer te leggen. Laat de gehele christenheid, het tegenbeeldige Jeruzalem en Judea, zich maar een vernietigend oordeel op de hals halen voor het aangezicht van de Zoon des mensen, die ze op huichelachtige wijze heeft beweerd te dienen. Terwijl wij krachtige smeekbeden opzenden, is het ons doel goedgekeurd voor het aangezicht van de Zoon des mensen te staan, als zijn ware volgelingen, terwijl wij ons met opgeheven hoofd rechtop richten, voortdurend wakker zijn en nooit achteromkijken naar de christenheid en Babylon de Grote, waaruit wij zijn gevlucht. Opgericht in de volle waardigheid van onze dienst als vrije, opgedragen dienstknechten van de Allerhoogste God, zullen wij ons hoofd opgeheven houden, terwijl wij het koninkrijk van onze hemelse Vader, Jehovah God, gehoorzaam bekendmaken en de belangen ervan dienen (Rom. 14:4). Als gevolg van deze actieve, getrouwe handelwijze zal ons binnenkort de grootse beloning ten deel vallen dat wij van dit goddeloze samenstel van dingen worden bevrijd en Gods gezegende nieuwe ordening binnengaan, ten einde hem daar tot in alle eeuwigheid in zijn onvergankelijke tempel te aanbidden en te dienen.
In de wildernis roept iemand: „Baant de weg van Jehovah! Maakt de hoofdweg voor onze God door de woestijnvlakte recht. Laat elk dal worden verhoogd en elke berg en heuvel worden geslecht. En het bultige landschap moet tot vlak land worden en het oneffen landschap tot een valleivlakte. En de heerlijkheid van Jehovah zal stellig geopenbaard worden, en alle vlees moet het te zamen zien, want het is de mond van Jehovah die het heeft gesproken.” Vindt uw weg zelfs een hoge berg op, gij vrouw die goed nieuws brengt voor Sion. Verhef uw stem zelfs met kracht, gij vrouw die goed nieuws brengt voor Jeruzalem. Verhef ze. Wees niet bevreesd. Zeg tot de steden van Juda: „Hier is uw God.” Zie! De Heer Jehovah zelf zal komen net als een sterke, en zijn arm zal voor hem heersen. Zie! Zijn beloning is bij hem, en het loon dat hij betaalt, gaat voor hem uit. Als een herder zal hij zijn eigen kudde weiden. Met zijn arm zal hij de lammeren bijeenbrengen, en in zijn boezem zal hij ze dragen. De zogenden zal hij met zorg leiden. — Jesaja 40:3-5, 9-11.
[Voetnoten]
a Zie voor overeenstemmend commentaar over de vervulling van Lukas 21:10, 11, 25-27 het boek getiteld „Uw wil geschiede op aarde”, blz. 323-327, in 1961 in het Nederlands uitgegeven door de Watch Tower Bible & Tract Society of Pennsylvania.