Leer uw bijbel kennen
WAT bent u gelukkig als u een bijbel hebt! U bent zelfs nog gelukkiger als u er iets van af weet, want vele mensen weten niet eens wanneer, hoe, waarom en door wie hij werd geschreven. U krijgt echter de grootste vreugde en zult er het meeste voordeel van trekken als u dit belangrijkste aller boeken met inzicht leest.
Dit Boek der boeken is het oudste dat er bestaat. Het heeft de grootste oplage van alle bereikt en is nog steeds het meest verkochte boek ter wereld. Geen enkel ander boek is in zoveel talen vertaald — meer dan 1300 — meer dan waarvan de gemiddelde mens ooit heeft gehoord. In werkelijkheid is de bijbel een hele bibliotheek van samengebonden boekjes, zesenzestig in getal. In de King James-vertaling staan 1189 hoofdstukken met 31.173 verzen die 773.746 woorden bevatten.
Wat de bijbel echter het meest van alle boeken onderscheidt, is zijn goddelijke auteurschap — hij is het geïnspireerde Woord van Jehovah, gegeven om de mens te onderrichten en te leiden. En toch heeft de bijbel meer vijanden gehad dan enig ander boek. Dat de bijbel, ondanks elke denkbare poging om hem te vernietigen, bewaard is gebleven, is het krachtigste bewijs dat de bijbel inderdaad het Boek van Jehovah is, zoals ook staat geschreven: „Het gras verdort, en de bloem valt af, maar wat Jehovah zegt, blijft in eeuwigheid.” — 1 Petr. 1:24, 25.
ÉÉN AUTEUR — VELE SCHRIJVERS
Verwar de twee, de auteur en de schrijvers, niet met elkaar. Het kan zijn dat een boek aan een bepaalde auteur wordt toegeschreven, doch dat het werkelijke schrijven ervan door een aantal secretarissen is gedaan, die opschreven wat hun werd gedicteerd. Op deze wijze is het met de bijbel gegaan. Zijn auteurschap wordt terecht aan Jehovah God toegeschreven, die door middel van zijn heilige geest ongeveer veertig menselijke secretarissen heeft geïnspireerd om de inlichtingen op te schrijven. „De gehele Schrift is door God geïnspireerd”, en dit omvat zowel de geschriften van de apostelen als „de overige Schriften” (2 Tim. 3:16; 2 Petr. 3:15, 16). Paulus gebruikte hier in zijn brief aan Timótheüs het Griekse Woord theopneustos, hetgeen letterlijk „door God geademd” betekent, een uitdrukking die vertaald is met „door God geïnspireerd”. Toen Gods geest of onzichtbare werkzame kracht dus in de bijbelschrijvers werkzaam werd, zodat zij konden optekenen wat Jehovah dicteerde, was het dus alsof God op hen ademde om hen te machtigen en bij hun taak te helpen. Daarom staat er geschreven: „Nooit werd profetie door de wil van een mens voortgebracht, maar mensen hebben van Godswege gesproken zoals zij door heilige geest werden meegevoerd.” — 2 Petr. 1:21; Joh. 20:21, 22.
Over deze ongeziene heilige geest van God wordt op weer een andere illustratieve manier gesproken als over zijn „vinger”. Daarom riepen de mensen, toen zij Mozes een bovennatuurlijke prestatie zagen leveren, uit: „Dit is Gods vinger” (Ex. 8:18, 19; vergelijk dit met Jezus’ woorden in Matthéüs 12:22, 28; Lukas 11:20). Het was „Gods vinger”, de werkzame kracht van God, die de Tien Geboden in de stenen tafelen kerfde. — Ex. 31:18; Deut. 9:10.
Het was voor Jehovah dus een eenvoudige zaak uit schaapherders, boeren, vissers en tentenmakers mensen te nemen, of iemand die priester, koning, profeet, arts of belastinginner was te kiezen, om datgene op te schrijven wat door hem werd gedicteerd. Of de schrijver nu geschoold was aan het hof van Farao of slechts een ’ongeletterd en gewoon’ mens was, maakte voor de Grote Auteur niets uit (Hand. 7:22; 4:13). Soms herhaalden deze mannen Gods Jehovah’s woorden letterlijk, doch andere keren legde Gods werkzame kracht de goddelijke gedachten in hun geest en liet hun dan hun eigen woorden kiezen. Hierdoor werden de bladzijden van de bijbel als het ware gekleurd met een prachtige regenboog van individuele schrijfstijlen en een verscheidenheid aan methoden — liederen, gebeden, proza en poëzie —, terwijl er tegelijkertijd door de hele bijbel heen een schitterende eenheid van thema en gelijkheid van doel werd gehandhaafd.
Aangezien de bijbel de gedachten en wil van Jehovah weerspiegelt, overtreft hij verre alles wat louter mensen op dit gebied zouden kunnen voortbrengen. Hij is in eenvoudige, gemakkelijk te begrijpen taal geschreven die in praktisch elke taal kan worden vertaald. Geleerden bewonderen hem als een meesterstuk van eenvoudige, maar toch krachtige, beschrijvende woorden, zoals „God”, „mens”, „leven”, „dood”, „vuur”, „ijs”, „zingen”, „wenen”, „ophouden” en „lopen”.
Een ander kenmerk van de bijbel waardoor wordt aangetoond dat hij één auteur heeft, is de systematische ordelijkheid van het boek als geheel. Het is geen allegaartje van niet met elkaar in verband staande fragmenten van de hand van vele mensen. In plaats daarvan vormen de talrijke onderwerpen die erin worden besproken één groot geheel en zijn ze onderling nauw met elkaar verbonden, terwijl ze de geest van de Schepper-Auteur zelf weerspiegelen. De bijbel blijkt van begin tot eind een organisatorisch boek te zijn, of het onderwerp nu betrekking heeft op de patriarchale families, de natie Israël, het Davidische koninkrijk of de christelijke gemeente.
LEER DE BIJBEL KENNEN, VAN GENESIS TOT OPENBARING
U denkt misschien dat het moeilijk is te leren waar de verschillende bijbelboeken staan of te zeggen wie ze heeft geschreven. Geenszins. Het is een betrekkelijk gemakkelijke zaak. Dit komt doordat de boeken, in de meeste populaire vertalingen, in de volgende, tamelijk systematische volgorde zijn gerangschikt.
Het eerste driekwart deel van de bijbel, dat negenendertig boeken van Genesis tot Maleachi (het „Oude Testament”) bevat, wordt terecht de „Hebreeuwse Geschriften” genoemd, daar het voor het grootste deel oorspronkelijk in die taal werd geschreven. Het kan als volgt worden onderverdeeld: 1. zeventien historische boeken, van Genesis tot Esther, 2. vijf poëtische boeken, van Job tot Hooglied, en 3. zeventien profetische boeken, van Jesaja tot Maleachi. Dit is natuurlijk een tamelijk algemene indeling, want in elk van de drie afdelingen zijn stukken van de andere twee te vinden.
De eerste vijf boeken in het historische gedeelte zijn door Mozes geschreven (Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium); soms worden ze de Pentateuch genoemd, hetgeen „vijfvoudig boekdeel” betekent. Deze worden gevolgd door de boeken Jozua, Richteren, Ruth, Eén en Twee Samuël, Eén en Twee Koningen, Eén en Twee Kronieken, Ezra, Nehemía en Esther, zeventien in totaal. De vijf poëtische boeken omvatten Job, Psalmen, Spreuken, Prediker en Hooglied. Tot de zeventien boeken in de profetische afdeling behoren de „grote” profeten: Jesaja, Jeremia (die eveneens Klaagliederen schreef), Ezechiël en Daniël, en de twaalf „kleine” profeten, te weten Hosea, Joël, Amos, Obadja, Jona, Micha, Nahum, Habakuk, Zefanja, Haggaï, Zacharia en Maleachi.
De laatste zevenentwintig boeken van de bijbel, van Matthéüs tot Openbaring (het „Nieuwe Testament”), werden in het Grieks geschreven en worden daarom de „christelijke Griekse Geschriften” genoemd. Ook deze staan in logische volgorde, volgens onderwerp: 1. de vijf historische boeken bestaande uit de Evangeliën (Matthéüs, Markus, Lukas en Johannes) en de Handelingen der Apostelen; 2. de eenentwintig brieven of epistels; 3. de Openbaring. De eenentwintig brieven omvatten er veertien van Paulus (Romeinen, Eén en Twee Korinthiërs, Galáten, Efeziërs, Filippenzen, Kolossenzen, Eén en Twee Thessalonicenzen, Eén en Twee Timótheüs, Titus, Filémon en Hebreeën), en zeven andere, die naar hun schrijvers zijn genoemd (Jakobus, Eén en Twee Petrus, Eén, Twee en Drie Johannes en Judas).
U gelieve op te merken dat geen van de zogenaamd Apocriefe boeken, de boeken die van twijfelachtige oorsprong zijn, in deze catalogus van geïnspireerde boeken is opgenomen. Als men de zesenzestig boeken met de apocriefe geschriften vergelijkt, zal blijken waarom de laatste uitgesloten zijn. Ze bevatten geen bewijzen waardoor goddelijke inspiratie wordt aangetoond. De canoniciteit van de boeken hangt er niet vanaf of ze van oude oorsprong zijn, door velen worden geëerd of door het een of andere concilie, door een comité of een gemeenschap zijn aanvaard of verworpen. De stem van niet-geïnspireerde mensen heeft alleen waarde als getuige voor wat God zelf reeds als canoniek heeft erkend, behoed en beschermd.
Het meest afdoende getuigenis ter ondersteuning van de negenendertig boeken van de Hebreeuwse Geschriften, is het onbetwistbare woord van Jezus Christus en de schrijvers van de christelijke Griekse Geschriften. Jezus heeft er bijvoorbeeld niet zijn misnoegen over geuit dat de apocriefen aan de Hebreeuwse canon ontbraken, hetgeen hij stellig zou hebben gedaan indien iemand ermee geknoeid had ten einde ’af te doen’ aan hetgeen door God was geïnspireerd (Deut. 4:2; Openb. 22:18, 19). Neen, Jezus heeft de Hebreeuwse canon aanvaard zoals hij deze aantrof. — Luk. 24:44.
Geen enkel ander boek is zo lang in voorbereiding geweest als de bijbel. Mozes is in 1513 v.G.T. met schrijven begonnen en gedurende de daaropvolgende duizend of meer jaren hebben zo’n dertig andere schrijvers en compilators (waaronder Jozua, Samuël, David, Salomo, Jesaja, Jeremia, Ezechiël, Daniël, Ezra en Nehemia) aan de Hebreeuwse canon meegewerkt. De boeken Nehemía en Maleachi werden iets na 443 v.G.T. voltooid. Het schrijven van de bijbel werd toen gedurende bijna 500 jaar onderbroken, totdat de apostel Matthéüs zijn historische evangelie neerschreef. Bijna zestig jaar later heeft Johannes, de laatste der apostelen, de canon van de bijbel omstreeks 98 G.T. voltooid. Dit betekent dat het schrijven van de bijbel ongeveer 1600 jaar in beslag heeft genomen. Men dient eveneens op te merken dat allen die een aandeel aan het schrijven van de bijbel hebben gehad Hebreeën waren, want aan deze nakomelingen van Abraham werden „de heilige uitspraken Gods . . . toevertrouwd”. — Rom. 3:2.
HOE HIJ VOOR U BEWAARD IS GEBLEVEN
Ofschoon niet bekend is dat er nog één van de oorspronkelijke handschriften bestaat, heeft Jehovah er toch op toegezien dat er afschriften werden vervaardigd. Sommige hiervan waren vertalingen. Het eerste boek van enige betekenis dat ooit in een andere taal werd vertaald, was in feite het gedeelte van de bijbel dat bekendstaat als de Hebreeuwse Geschriften. Er zijn thans meer dan 1700 met de hand geschreven afschriften in verschillende talen van de Hebreeuwse Geschriften, waarvan de oudste uit de tweede en eerste eeuw v.G.T. zijn. De meeste van deze handschriften werden door beroepsafschrijvers vervaardigd die zich beroemden op de nauwkeurigheid van hun afschriften. Ezra was zo iemand, „een vaardig afschrijver inzake de wet van Mozes, die Jehovah, de God van Israël, gegeven had” (Ezra 7:6, NW). Er zijn ook meer dan 13.600 handschriften van papyrus of perkament van alle christelijke Griekse Geschriften of gedeelten ervan, die uit de tweede tot de vijftiende eeuw dateren.
Meer dan negentienhonderd jaar na Ezra’s tijd werd de uitvinding van de Europese drukpers een feit; het is een interessant feit dat het eerste boek dat van de Gutenbergpers afkwam de bijbel was. De drukpers heeft in feite de sluizen voor het vermenigvuldigen van de bijbel in de landstaal der mensen geopend, en wel in zulk een mate dat de verspreiding van dit Boek der boeken thans meer dan drie miljard exemplaren heeft bereikt.
Een dergelijke fenomenale oplaag is evenwel bereikt in weerwil van de heftigste tegenstand uit vele hoeken; pausen en concilies hebben het lezen van de bijbel zelfs op straffe van excommunicatie of des doods verboden. Door alle eeuwen heen heeft de strijd voor de bewaring van de bijbel het leven van duizenden bijbelminnaars gekost, terwijl er tevens duizenden exemplaren van het Boek aan het vuur werden prijsgegeven, aangestoken door onwetenden en onverdraagzamen. Alleen dit al dient uw verlangen te doen ontbranden te willen weten wat er in dit Boek staat, dit Boek dat niet alleen zulk een fanatieke tegenstand heeft gewekt, doch waarvoor zovelen bereid zijn geweest te sterven opdat de bijbel mocht leven.
BEKNOPTE INHOUD VAN UW BIJBEL
Geen enkel ander boek onthult het verleden, verklaart het heden en voorzegt de toekomst zoals de bijbel. Per slot zou alleen Hij die van de beginne de afloop weet, deze inlichtingen kunnen verstrekken (Jes. 46:10). De bijbel begint met een algemeen verslag over de wijze waarop de aarde werd toebereid opdat planten en dieren erop konden leven en geeft details over de schepping van man en vrouw in hun paradijstuin van Eden (Genesis, hoofdstuk 1 en 2). In het volgende hoofdstuk wordt ons verteld over de zonde en ongehoorzaamheid, het verhoor, de doodstraf en de profetie betreffende ’het zaad van de vrouw’, welke profetie nauw verbonden is met het hoofdthema van de gehele bijbel, namelijk de heiliging en rechtvaardiging van Jehovah’s woord en naam. — Gen. 3:15.
Meer dan tweeduizend jaar later werd deze belofte van een „zaad” aan Abraham hernieuwd (Gen. 22:18). Na nog eens zo’n achthonderd jaar werd de hoop op deze belofte versterkt door de verzekering die aan koning David werd gegeven (2 Sam. 7:12, 16). Na weer elfhonderd jaar (nu meer dan 4000 jaar na de Edense profetie), verscheen het Beloofde Zaad, Jezus Christus (Luk. 1:31-33; 3:21-23; Gal. 3:16). Jezus, die door Satan, de Slang, vermorzeld werd tot in de dood, heeft de losprijs voor de mensheid verschaft en werd vervolgens opgewekt in afwachting van de bestemde tijd waarop hij Satan voor altijd zal vernietigen. Zo bereikt het grootse thema dat in het eerste boek werd bekendgemaakt, in het laatste boek van de bijbel een glorieuze climax als Gods zegevierende Koninkrijksregering het verloren gegane paradijs herstelt. — Openb. 11:15; 12:1-12, 17; 19:11-16; 20:1-3, 7-10; 21:1-5; 22:3-5.
Ware het niet door de bijbel dan zouden wij de grote strijdvraag welke in Eden werd opgeworpen en die verklaart waarom God de goddelozen bijna 6000 jaar lang heeft laten bestaan, niet kennen. Zonder de bijbel zouden wij niets over Jehovah weten en niet eens zijn naam kennen, die in de New World Translation 7199 maal voorkomt, nog afgezien van de afgekorte vorm „Jah”. Zonder de bijbel zouden wij niet op de hoogte zijn van Christus’ loskoopoffer, de nabijheid van Armageddon of de vereisten waaraan men moet voldoen om eeuwig in Gods Koninkrijksregering te delen of eronder te leven. — Joh. 3:16, 36; 17:3.
Hoe beter u uw bijbel leert kennen, hoe meer u zult beseffen dat het een zeer praktisch boek is in deze „tijd van het einde”. Hij geeft u gezonde raad over de wijze waarop u uw geest en persoonlijkheid kunt vernieuwen, zodat u niet gelijkvormig zult zijn aan dit samenstel van dingen dat weldra wordt vernietigd (Rom. 12:2; Ef. 4:23, 24; Fil. 2:5-8; Kol. 3:5-10). U kunt thans leren leven zoals u zult moeten leven als u onder Gods Koninkrijksregering zult leven. U kunt leren de vruchten van Gods geest aan te kweken — „liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing”. — Gal. 5:22, 23; Kol. 3:12-14.
Het wetboek van de bijbel is zo volledig dat, als er geen andere regels waren, het best als het enige wetboek voor een hele natie zou kunnen dienen. Als alleen de bijbel werd opgevolgd, zou namelijk iedereen verplicht zijn Jehovah lief te hebben, te aanbidden en te gehoorzamen, en iedereen zou ten opzichte van zijn medemens rechtvaardigheid en liefdevolle consideratie betrachten. Iedereen zou ook ijverig zijn. De resultaten? Geen dronkenschap, geen zelfzucht, geen hoererij! Niet liegen, stelen of bedriegen! Er zouden geen oorlogen worden gevoerd en medemensen worden gedood! Wat een praktische en schitterende levenswijze, zelfs nu in deze door haat verscheurde, emotioneel explosieve wereld! Jezus heeft alle wetten van de bijbel in twee grote geboden samengevat: heb God lief en heb uw naaste lief. Liefde is de vervulling van alle wetten van God. — Matth. 22:37-40; Rom. 13:9, 10.
KEN UW BIJBEL DOOR HEM TE LEZEN
Daar de bijbel zulk een grootse Auteur en zulk een uiterst belangrijke inhoud heeft, is hij waarlijk een van de beste metgezellen die u kunt hebben. Abraham Lincoln heeft gezegd: „Ik ben van mening dat de bijbel het beste geschenk is dat God de mens ooit heeft gegeven.” Of met de woorden van P. Henry: „De bijbel is alle boeken waard die ooit zijn gedrukt.” H. van Dyke heeft het Boek als volgt beschreven:
„Geboren in het Oosten en gehuld in oosterse vorm en beeldspraak, bewandelt de bijbel met vaste tred de wegen der gehele wereld, treedt het ene land na het andere binnen en vindt overal weerklank. Hij heeft in honderden talen tot het hart van de mens leren spreken. Kinderen luisteren met verwondering en verrukking naar zijn verhalen en wijze mannen overpeinzen ze als gelijkenissen van het leven. De goddelozen en trotsen beven voor zijn waarschuwingen, doch voor de gekwetsten en berouwvollen heeft hij de stem van een moeder. Hij heeft zich met onze dierbaarste dromen verweven, zodat Liefde, Vriendschap, Sympathie, Toewijding, Herinnering en Hoop de prachtige gewaden van zijn spraak aandoen. Geen enkel mens is arm of verlaten die deze schat bezit.”
Hoe staat het met u? Indien ook u de bijbel boven alle andere boeken wilt schatten, moet u hem persoonlijk lezen en bestuderen. Jehovah’s getuigen zullen u graag, zonder kosten of verplichting uwerzijds, tonen hoe hem systematisch te bestuderen. Zegt u alleen maar tot de volgende Getuige die bij u aan de deur komt dat u zo’n gratis huisbijbelstudie wilt hebben. U zult de bijbel weldra waarderen als een „lamp die schijnt in een duistere plaats” (2 Petr. 1:19; Ps. 119:105). Wees net als de man die „aan des HEREN wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht” en u zult voorspoedig zijn (Ps. 1:2, 3; Joz. 1:8). Jehovah’s wetten, waarschuwingen, bevelen, geboden en rechterlijke beslissingen die in de bijbel staan, zullen „zoeter dan honing” worden en u zult de wijsheid die u eruit put als iets achten dat „kostelijker [is] . . . dan goud, ja, dan veel fijn goud”, want ze zal uw leven betekenen. — Ps. 19:8-11 7-10; Spr. 3:13-18.