Houd „het besluit van het samenstel van dingen” goed in gedachten
„Zeg ons: Wanneer zullen deze dingen zijn, en wat zal het teken zijn van uw tegenwoordigheid en van het besluit van het samenstel van dingen?” — Matth. 24:3.
1, 2. (a) Welke oogst schenkt zowel vreugde als verdriet? (b) Wat zei Jezus over „de tijd van het einde”?
DE OOGSTTIJD schenkt gewoonlijk veel vreugde, aangezien dan de opbrengst van maanden noeste arbeid wordt binnengehaald en de gewassen worden bijeengebracht die de mensen in latere maanden van voedsel moeten voorzien. Er is echter één oogst, een figuurlijke oogst, die sommige mensen inderdaad vreugde schenkt, maar anderen daarentegen verdriet en geween bezorgt. Dit is een wereldomvattende oogst waarop Jezus doelde toen hij zei: „Het veld is de wereld . . . De oogst is een besluit van een samenstel van dingen.” — Matth. 13:38, 39.
2 Als u uitdrukkingen hoort zoals „de tijd van het einde”, „het einde der dagen” of „het besluit van het samenstel van dingen”, welke indruk krijgt u dan van wat er zal gebeuren? Jezus gaf heel nadrukkelijk te kennen dat er een einde zou komen aan het huidige wereldsamenstel met al zijn moeilijkheden. Hij sprak over de oogst als over een besluit van een samenstel van dingen. Hij zei dat de engelen zouden uitgaan om de goddelozen van de rechtvaardigen te scheiden. Verder vermeldde hij dat het goede nieuws van het Koninkrijk gepredikt zou worden en dat dan het einde zou komen. Hij zei tot zijn discipelen dat zij alle dingen die hij had geboden, moesten blijven prediken en dat hij met hen zou zijn tot het besluit van het samenstel van dingen. U zou echter de vraag kunnen stellen: Wat heeft dit allemaal te betekenen? Hoe kunnen wij weten wanneer „de tijd van het einde” is aangebroken en waarom zou dit voor ons, in deze tijd, van belang zijn? — Matth. 24:14; 28:19, 20.
3. Welke veranderingen zullen er met het einde van dit samenstel komen?
3 Velen kunnen zich maar moeilijk voorstellen dat er een werkelijke verandering in het tegenwoordige samenstel van dingen op aarde zal komen. Toch sprak Jezus juist hierover. Hij droeg zijn discipelen op om de komst van Gods koninkrijk te bidden en God in gebed te vragen of Zijn wil op aarde gedaan zou worden. Het zal een grote verandering betekenen als dit koninkrijk met kracht en autoriteit gaat regeren. Zo werd er in Daniël 2:44 profetisch voorzegd dat dit koninkrijk alle andere koninkrijken die in de „tijd van het einde” over de gehele wereld zouden bestaan, zou verbrijzelen en er een einde aan zou maken, terwijl het zelf eeuwig zou blijven bestaan.
4. Hoe zal God optreden tegen degenen die hem smaden?
4 Wat de bijbel hierover zegt, dient ons niet te verbazen. Waarom zouden wij denken dat Jehovah God, de grote Schepper, het nog veel langer zal toelaten dat de aarde wordt verdorven en ontsierd en dat zijn naam wordt beledigd en belasterd, terwijl de mensen zeggen: „Waarom doet God niets? Misschien is er helemaal geen God. Misschien is hij wel dood”? Waarom zou de Schepper van het universum toestaan dat Satan ermee doorgaat de mensen te misleiden door middel van talloze valse religies die leerstellingen onderwijzen welke niet in overeenstemming zijn met zijn wil en voornemen? In plaats dat God zulke toestanden laat bestaan, toont de bijbel duidelijk aan dat hij een tijdslimiet heeft gesteld en dat hij heeft besloten een einde aan dit samenstel van dingen te maken. Volgens zijn belofte zal er daarna door middel van zijn koninkrijk een beter samenstel komen dat mensen des geloofs onnoemelijk veel zegeningen zal schenken. — Ezech. 6:10; 2 Petr. 3:9.
5. Waarom kunnen wij er zeker van zijn dat de moeilijkheden waardoor de wereld wordt geteisterd, spoedig zullen eindigen?
5 Wat zien wij intussen om ons heen in de wereld? Allerlei moeilijkheden — steeds meer misdaad en oneerlijkheid. Veel landen worden geteisterd door droogte, honger en allerlei rampen. De mensen worden bezocht door ziekte, ouderdom en de dood. In veel landen woedt oorlog, met het daaruit voortvloeiende verlies van mensenlevens en eigendommen, met zijn beklagenswaardige wezen en bedroefde weduwen. De mensen worden gekweld door hoge belastingen, slechte huisvesting, werkeloosheid, inflatie en vele andere problemen. Hoewel Jezus zulke moeilijkheden voorzag, bad hij vol vertrouwen tot zijn hemelse Vader — terwijl hij christenen leerde hetzelfde te doen — zeggende: „Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op aarde.” Hoe zal dit tot stand komen? Niet door de bekering van de wereld, maar veeleer, zoals de apostel Petrus zei, door het besluit van dit samenstel van dingen en het inluiden van „nieuwe hemelen en een nieuwe aarde” waarin rechtvaardigheid zal wonen (Matth. 6:10; 2 Petr. 3:13). Het is interessant op te merken dat wij in Jesaja 65:17 en Openbaring 21:1, welke teksten door geïnspireerde schrijvers werden opgetekend, precies dezelfde hoop aantreffen. Alle drie deze bijbelschrijvers, Jesaja, Petrus en Johannes, werden door God geïnspireerd; wij hebben dus Gods definitieve belofte dat hij nieuwe hemelen en een nieuwe aarde zal grondvesten — een nieuw samenstel van rechtvaardigheid door middel van zijn koninkrijk — en God liegt niet.
VOORUITZICHTEN VOOR DE TOEKOMST
6. Welke vooruitzichten hebben wij, en hoe zullen deze verwezenlijkt worden?
6 Er bestaat goede reden voor, zich over de nadering van dit nieuwe samenstel te verheugen met het oog op de zegeningen en heilzame veranderingen die het de mensheid zal brengen. Zoals in Spreuken 12:7, 28 staat: „De goddelozen worden ondersteboven gekeerd en zij zijn niet meer, maar het huis van de rechtvaardigen, dát zal blijven staan. Op het pad der rechtvaardigheid is leven, en de reis op haar gebaande pad betekent: geen dood.” Alleen Jehovah God, de grote bron van wijsheid en macht, kan dit tot stand brengen. Hij wordt in Daniël 7:13, 14 beschreven als de Oude van Dagen, de oudste in het universum, de enige zonder begin of einde. Hij geeft aan zijn Zoon Jezus „heerschappij en waardigheid en een koninkrijk . . . opdat de volken, nationale groepen en talen alle hém zouden dienen. Zijn heerschappij is een heerschappij van onbepaalde duur, die niet zal voorbijgaan, en zijn koninkrijk een dat niet te gronde gericht zal worden.” Wanneer zijn heerschappij zich tot de einden der aarde uitstrekt, zullen er geen grenzen meer zijn tussen de landen of tussen stammen of nationale groepen. Alle mensen zullen onderdanen zijn van hun hemelse Koning. Er zal onder de heerschappij van de Vredevorst geen oorlog meer zijn. Ook zullen er geen slechte levensomstandigheden meer zijn, welke aanleiding zouden geven tot revoluties of veranderingen in de regering, aangezien zijn heerschappij „van onbepaalde duur” zal zijn en de mensen zekerheid zal verschaffen.
7. Welke nare dingen zullen er in het nieuwe samenstel niet bestaan?
7 Tot de weldaden die op de oprichting van het nieuwe samenstel van dingen zullen volgen, zal de algehele verwijdering behoren van achterbuurten en armoede. De profetie in Jesaja 65:21, 22 vertelt hoe degenen die in het nieuwe samenstel leven, hun eigen huis zullen bouwen en hun eigen tuin zullen planten, niet opdat iemand anders voordeel van hun harde werk zal trekken, maar opdat zij er zelf met hun gezin van kunnen genieten. Allen zullen zich in volmaakte gezondheid verheugen. De bewoners van de aarde zullen niet langer zeggen: „Ik ben ziek.” De dood zal de getrouwe mensheid niet langer bedreigen. Degenen die zijn gestorven, zullen uit de dood worden opgewekt om op een aards paradijs in rechtvaardigheid onderricht te worden, met eeuwig leven in het vooruitzicht. Er zullen in het nieuwe samenstel geen voedseltekorten zijn. In Psalm 72:16 wordt ons verteld: „Er zal volop koren op aarde blijken te zijn.” En Psalm 67:6 voegt hieraan toe: ”De aarde zelf zal stellig haar opbrengst geven; God, onze God, zal ons zegenen.” — Jes. 33:24; Openb. 21:4.
8. Hoe zal de kennis van Jehovah op de gehele schepping van invloed zijn?
8 Zelfs de dieren zullen vreedzaam zijn. Stelt u zich eens voor dat een kalf en een leeuw of een koe en een beer samen weiden! Ouders hoeven niet bang te zijn als hun kind met een leeuw of een panter speelt. In de schriftplaats in Jesaja 11:6-9 worden zelfs een wolf en een lam afgebeeld die vreedzaam met elkaar omgaan. Wanneer men zich in deze zegeningen van God verheugt, zal niemand nog langer vragen: „Wie is Jehovah?”, zoals Farao uit de oudheid. In plaats daarvan zal de kennis van Jehovah de aarde vervullen, net zoals de wateren de zee bedekken, terwijl alle mensen die dan leven zich in zuivere aanbidding voor hem zullen neerbuigen. — Jes. 66:23; Ezech. 34:25-27.
HOE WETEN WIJ DIT?
9. Welke bewijzen hebben wij van een komende verandering?
9 U zou echter kunnen vragen: Hoe weten wij dat deze dingen echt zullen komen, dat er werkelijk een besluit aan dit samenstel van dingen zal komen? Er zijn heel wat bewijzen voor. Verscheidene in de geschiedenis geboekstaafde gebeurtenissen, toen vroegere samenstelsels van dingen ten einde liepen, zijn profetisch op onze tijd van toepassing. Wij hebben ook Jezus’ getuigenis en dat van andere geïnspireerde schrijvers met betrekking tot het besluit van dit samenstel. De bijbelse chronologie wijst op de snelle nadering van het einde voor dit oude samenstel onder de god van deze wereld, Satan. Verdere bewijzen omvatten de bijbelse profetieën die thans in vervulling gaan en het getuigenis van wereldleiders die van een toenemende bezorgdheid voor het huidige samenstel blijk geven, aangezien zij geen oplossing voor de problemen ervan zien. In deze tijd is de vraag die de discipelen aan Jezus stelden derhalve speciaal passend: „Zeg ons: Wanneer zullen deze dingen zijn, en wat zal het teken zijn van uw tegenwoordigheid en van het besluit van het samenstel van dingen?” — Matth. 24:3.
10. Welke vergelijking en waarschuwing gaf Jezus met betrekking tot zijn tweede tegenwoordigheid?
10 In zijn commentaar hierop vergeleek Jezus zijn tweede tegenwoordigheid en het einde van dit samenstel met de gebeurtenissen die zich in Noachs dagen voordeden, welke met de vloed eindigden (Matth. 24:36-39). In die dagen aten en dronken en huwden de mensen, zonder acht te slaan op Noachs waarschuwing, totdat de vloed hen allen wegvaagde. Jezus gaf hierop het volgende commentaar: „Zo zal de tegenwoordigheid van de Zoon des mensen zijn.” Door middel van deze overeenkomst gaf Jezus te kennen dat er een einde zou komen aan het huidige samenstel van dingen, dat na de vloed is begonnen, toen de aarde opnieuw met goddeloosheid werd vervuld, en dat tot aan de „grote verdrukking” en het in de afgrond werpen van Satan zal voortduren. Jezus waarschuwde hoe belangrijk het is waakzaam op deze tijd van verandering acht te slaan. Hij zei dat twee mannen in het veld zouden zijn en dat de één aangenomen en de ander verlaten zou worden. Vandaar dat Jezus de raad gaf „Toont . . . u daarom gereed, want de Zoon des mensen komt op een uur waarvan gij het niet hebt gedacht.” — Matth. 24:44.
11. Welke hoop geeft het voorbeeld van Noach ons?
11 Aangezien Noach en zijn gezin het rampspoedige einde van dat voormalige samenstel van dingen overleefden, bestaat er echter hoop ook het einde van dit samenstel te overleven. Jehovah had een tijdslimiet gesteld voor het einde van het goddeloze samenstel dat vóór de Vloed bestond, maar hij had er ook voorzieningen voor getroffen dat degenen die hem dienden, beschermd werden doordat hij hen een ark liet bouwen. Noach vond gunst in de ogen van Jehovah. Hij voedde zijn zonen afgescheiden van het geweld om hen heen, in rechtvaardigheid op, en dit had tot resultaat dat zij elk met hun vrouw werden gespaard en het einde van dat samenstel overleefden.
12. Wat is de hedendaagse „ark”, en hoe kunnen wij de hoop koesteren deze binnen te gaan?
12 Om in onze tijd het einde van dit samenstel van dingen te overleven, moeten wij Jezus’ waarschuwende woorden in gedachten houden en het getrouwe voorbeeld van Noach volgen. Hij verrichtte dienst als een prediker van rechtvaardigheid voor zijn geslacht, en degenen die thans tot Jehovah’s volk behoren, moeten dit eveneens doen (2 Petr. 2:5). Wij moeten het christelijke samenstel van dingen binnengaan, dat door de ark werd afgebeeld. Dit christelijke samenstel werd door de Grotere Noach, Christus Jezus, gebouwd en is in de plaats gekomen van het Mozaïsche samenstel van dingen, dat wettelijk eindigde toen Jezus de waarde van zijn dood aan de martelpaal aanwendde (Kol. 2:14). Dit christelijke samenstel omvat de zuivere aanbidding van Jehovah, waarbij men de hoge maatstaven van christelijk gedrag volgt die door Jezus zijn uiteengezet, zoals getrouw blijven aan één vrouw en de vruchten van Gods geest voortbrengen. Het betekent samenwerken in het opbouwen van dit christelijke samenstel, evenals Noachs zonen bij het bouwen van de ark hielpen. Niemand kan verwachten door het einde van dit samenstel heen bewaard te worden wanneer hij zich niet aan het christelijke samenstel onderwerpt en de belangen ervan bevordert. — 2 Petr. 3:7.
13. Hoe is er in de eerste eeuw een samenstel van dingen geëindigd?
13 Jezus profeteerde ook dat het joodse samenstel van dingen, dat in zijn tijd bestond, zou eindigen (Matth. 23:37, 38). Het was ruim vijftien eeuwen voordien begonnen, toen Jehovah bij de berg Sinaï de Wet aan de Israëlieten gaf. Het joodse samenstel omvatte het wetsverbond, met zijn priesterschap, slachtoffers, tabernakel- of tempelaanbidding en feesten, alsmede een nationaal stelsel waarbij een menselijke koning was betrokken. Het wettelijke einde ervan kwam in 33 G.T., toen de totstandkoming van het nieuwe verbond het oude verouderd maakte (Hebr. 8:13). Zoals de geschiedenis echter aantoont, bleef Israël de verschillende priesterlijke en offerandelijke regelingen onder het Wetsverbond in acht nemen tot 70 G.T., toen de Romeinen Jeruzalem ten slotte innamen en verwoestten.
14, 15. Hoe ontvluchtten sommigen de verwoesting van Jeruzalem, en welke betekenis heeft dit voor ons?
14 Deze kwestie is van bijzonder groot belang voor ons, omdat er destijds sommige joden waren die het einde van een samenstel van dingen als christenen overleefden. Zij hadden het wettelijke einde van dat samenstel van dingen onder de Wet erkend en hadden ingezien dat er door de dood, opstanding en hemelvaart van Jezus Christus een nieuwe regeling of een nieuw samenstel mogelijk was gemaakt. Zij waren zich ervan bewust dat zij een nieuwe middelaar en een nieuw verbond hadden en als geestelijke zonen in een nieuwe verhouding tot God stonden. Zij sloegen acht op Jezus’ waarschuwing dat zij, wanneer zij Jeruzalem door legerkampen omringd zagen, naar de bergen moesten vluchten (Luk. 21:20-22). Toen de Romeinen dus terugtrokken nadat zij de stad in 66 G.T. aanvankelijk hadden omringd, verlieten degenen die geloof stelden in Jezus’ woorden en die erkenden dat het christelijke samenstel van kracht was, ook al was het joodse samenstel uiterlijk nog steeds werkzaam, inderdaad Jeruzalem; zij bleven er ver vandaan en toonden geloof en volharding totdat Jeruzalem in de verschrikkelijke slachting van het jaar 70 G.T. met de grond gelijkgemaakt werd.
15 Hun vlucht naar de bergen en hun verblijf te Pella in Peréa totdat Jezus’ profetie in vervulling was gegaan, kan vergeleken worden met de vlucht naar veiligheid van opgedragen, door de geest verwekte christenen uit dit tegenwoordige samenstel van dingen met zijn politiek en valse religies naar de plaats van bescherming waarin Jehovah heeft voorzien. Alleen in zijn geestelijke samenstel van dingen, dat onder leiding van Christus staat, leidt en beschermt Jehovah zijn opgedragen dienstknechten in de korte, overgebleven tijd voordat het oude samenstel uiteindelijk wordt vernietigd.
DE „TIJD VAN HET EINDE” IN DE PROFETIEËN
16. Wat zijn enkele van de schriftuurlijke tekenen waardoor de „tijd van het einde” wordt gekenmerkt?
16 Evenals Jezus’ profetische woorden met betrekking tot Jeruzalem waar bleken te zijn, kunnen wij er zeker van zijn dat zijn profetie betreffende het „besluit van het samenstel van dingen” eveneens waar is, aangezien deze woorden „werden opgeschreven tot een waarschuwing voor ons, tot wie de einden van de samenstelsels van dingen gekomen zijn” (1 Kor. 10:11). Beschouw nu dus eens hoe Jezus’ antwoord op de vraag van de apostelen over het teken van zijn tegenwoordigheid ons helpt met zekerheid de generatie te identificeren die in het einde van dit samenstel zou leven. Om de belangrijkheid ervan te beklemtonen, werden verschillende kenmerken van het teken in de bijbel opgetekend, en wel in Matthéüs de hoofdstukken 24 en 25, Markus 13, Lukas 21, 2 Timótheüs 3 en Openbaring 6. Waarnaar leerden. Jezus en zijn apostelen ons uit te zien? Zij maakten er melding van dat er één bepaalde generatie zou leven in een tijd waarin er een toename van wetteloosheid zou zijn, met benauwdheid onder de natiën, wereldoorlog, aardbevingen en pestilentiën. Jezus voorzei de intensieve prediking van het goede nieuws van Gods koninkrijk, hetgeen gepaard zou gaan met haat jegens degenen die het zouden prediken, dat de liefde van velen voor God zou verkoelen en dat er valse profeten zouden opstaan. Hij waarschuwde voor de oprichting van iets walgelijks in Gods ogen dat verwoesting zou veroorzaken. Hij legde er de nadruk op dat er een tijd zou komen van moeilijkheden die groter zouden zijn dan alle andere vanaf het begin der wereld tot op die tijd en dan de moeilijkheden die zich ooit na die tijd zouden voordoen. — Matth. 24:6-21.
17. Wat zijn enkele van de bewijzen die wij in deze tijd in vervulling hebben zien gaan?
17 Jezus voorzag dat God ondanks dit alles een „getrouwe en beleidvolle slaaf”-klasse op aarde zou hebben die als zijn communicatiekanaal dienst zou doen ten einde zijn dienstknechten naar behoefte van geestelijk voedsel te voorzien, en hij voorzag tevens dat de uitverkorenen vergaderd zouden worden voor een groot oogstwerk. Zelfs aan de hemel zouden er ongewone schouwspelen te zien zijn. Bovendien sprak Paulus over de „laatste dagen” als „kritieke tijden . . . die moeilijk zijn door te komen”, terwijl hij waarschuwde dat de mensen geen natuurlijke genegenheid meer zouden hebben en meer liefde voor geld, genoegens en persoonlijke belangen aan de dag zouden leggen dan voor God. Hij zag dat zij geen zelfbeheersing zouden hebben en niet ontvankelijk zouden zijn voor enige overeenkomst, en dat dit weerspiegeld zou worden in ongehoorzaamheid van kinderen aan ouders. Al deze in de bijbel voorzegde toestanden zouden echter geen einde kunnen maken aan het werk dat volgens Gods opdracht verricht moest worden — mensen waarschuwen, zodat sommigen eraan zouden kunnen ontkomen met dit samenstel om te komen en in leven zouden kunnen blijven ten einde zich in de zegeningen van het nieuwe samenstel van rechtvaardigheid te verheugen. Jezus vergeleek zijn werk destijds met het scheiden van schapen en bokken.
18, 19. Zijn er bewijzen voor dat Openbaring 6:4 in vervulling gaat? Leg dit uit.
18 Hebben wij deze profetieën in vervulling zien gaan? De feiten sinds 1914 G.T. geven te kennen dat dit zo is. Zoals Jezus had voorzegd, bereikte de internationale oorlogvoering hoogtepunten die men nog nooit eerder had meegemaakt, zodat de geschiedschrijvers de conflicten met Eerste en Tweede Wereldoorlog aanduidden (Openb. 6:4). De oorlogen gedurende dit geslacht blijven echter voortduren, bijna zonder onderbreking. Het tijdschrift Time noemde maar liefst veertig oorlogen op voor de periode van 1945 tot 1965.
19 Niet alleen is men getuige geweest van weergaloze vernietigingen op internationale schaal, maar men heeft deze ook in zijn onmiddellijke omgeving te verduren gekregen doordat mensen zich plotseling plunderend, brandstichtend en moordend tegen de mensen in hun naaste omgeving keerden. Men schat dat er in 1966 in Indonesië 400.000 mensen zijn omgekomen tijdens de bloedige klopjacht op communisten. Raciale gewelddaden en sterfgevallen hebben hun tol geëist in landen die zo ver van elkaar verwijderd zijn als de Verenigde Staten en Mauritius. Door opstootjes en bloedvergieting over de gehele aarde worden wij eraan herinnerd hoe dicht wij de vervulling zijn genaderd van de woorden in Zacharia 14:13, dat ieders hand zich tegen de hand van zijn metgezel zou verheffen. — Ezech. 38:21.
20, 21. Welk bewijs is er van voedseltekorten, zoals in Openbaring 6:5 is voorzegd?
20 Het zwarte paard van Openbaring 6:5, met een man met een weegschaal in zijn hand als berijder, kan als gevolg van de door Jezus voorzegde voedseltekorten steeds duidelijker over de gehele wereld worden aangetroffen. Het is niet langer een kwestie van hongersnood die op oorlog volgt; volgens Science News zeggen sommige experts namelijk „dat de Grote Wereldhongersnood reeds is begonnen”. De wereldbevolking verdubbelt zich op het ogenblik elke vijfendertig jaar. Men heeft reeds geschat dat er per jaar op zijn minst drie miljoen mensen sterven wegens gebrek aan eiwitrijk voedsel. Dr. Ewell, een expert op het gebied van de voedselproduktie, schatte dat er binnen tien tot vijftien jaar een massale sterfte ten gevolge van honger zal zijn.
21 Het tijdschrift Time berichtte dat de wereldbevolking in de vijf jaar voorafgaande aan de bewuste uitgave twee maal zo snel was toegenomen als de voedselproduktie. Men heeft berekend dat het vanaf het begin van de menselijke geschiedenis tot het jaar 1800 heeft geduurd voordat de bevolking op aarde de één miljard had bereikt, 130 jaar later werd de twee miljard bereikt en slechts 36 jaar later was de bevolking op 3,28 miljard gesprongen. In de afgelopen jaren hebben de Verenigde Staten één op de twintig personen in Afrika, Latijns-Amerika en gedeelten van Azië gevoed. In 1966 heeft India naar verluidt een kwart van de tarweoogst van de Verenigde Staten opgegeten, vergeleken met een vijfde het jaar daarvóór en een achtste vijf jaar dáárvoor. Geen wonder dat er in het boek Famine—1975! (Hongersnood — 1975!) wordt bericht dat er „beslist een hongersnood zal komen, wàt iemand er ook aan doet”. Er is inderdaad een nieuw samenstel van dingen nodig om het spookbeeld van een massale sterfte ten gevolge van honger, naarmate het „zwarte paard” zijn hongersnood veroorzakende gang vervolgt, terug te drijven.
22. In welke mate hebben aardbevingen deze generatie getroffen?
22 Om de moeilijkheden nog te verergeren, blijven aardbevingen de aarde teisteren, zoals Jezus voor dit geslacht voorzei. Tot de dodelijkste behoorde de aardbeving die in 1920 China teisterde, toen 180.000 personen het leven verloren, gevolgd door de vreselijke aardbeving die in 1923 Tokio trof en het leven van 143.000 mensen eiste. Vijfentwintighonderd mensen stierven in Turkije als gevolg van aardbevingen in 1966, en volgens officiële statistieken zijn er gedurende de twintigste eeuw in dat land 40.000 personen als gevolg van aardbevingen om het leven gekomen. In 1967 werd Colombia door de ergste aardbeving getroffen die dat land ooit heeft meegemaakt, waarbij 75 doden vielen en 300 personen werden gewond; in Frankrijk werden 1100 mensen dakloos gemaakt door een aardbeving; in Indonesië stierven 41 personen, terwijl 370 mensen werden gewond en 2000 huizen werden verwoest. Sicilië, Griekenland en Iran werden in de eerste maanden van 1968 door aardbevingen getroffen. Er wordt bericht dat de hevigheid en dodelijke uitwerking van aardbevingen opvallend zijn toegenomen sinds de „tijd van het einde” voor dit oude samenstel in 1914 is begonnen. Ja, er zijn in deze eeuw meer dan 900.000 mensen als gevolg van aardbevingen om het leven gekomen, van wie er ongeveer 1250 personen in de Verenigde Staten woonden.
23. Welk bewijs is er van een ’toename van wetteloosheid’?
23 Hoe staat het met de andere bewijzen die in de Schrift werden voorzegd: de toename in wetteloosheid en het gebrek aan natuurlijke genegenheid en zelfbeheersing? Wat tonen de feiten in de afgelopen jaren aan? Het hoofd van de Amerikaanse federale recherche, Hoover, berichtte: „Gedurende de jaren zestig overtrof de misdaad onze bevolkingstoename in een verhouding van ruim 11 tot 1.” Alle categorieën van misdaad toonden een opvallende toename, met aanranding, bedreiging met geweld en diefstal boven aan de lijst. Geen wonder dat onze tijd een „tijdperk van anarchie” is genoemd. De voormalige Amerikaanse minister van defensie R. S. McNamara merkte op: „Alleen al in de afgelopen acht jaar zijn er niet minder dan 164 internationaal belangrijke uitbarstingen van geweld geweest.” Er is werkelijk geen plaats op aarde veilig voor deze ’toename van wetteloosheid’.
24. Welke andere aanwijzingen hebben wij dat wij in „het besluit van het samenstel van dingen” leven?
24 Dagelijks lezen wij in de kranten over prostitutie, echtscheiding, abortusgevallen, hoererij, homoseksualiteit. Steeds meer vrouwen nemen hun toevlucht tot abortus als middel tegen ongewenste kinderen, hetgeen in strijd is met Gods Woord. Volgens een rapport uit India zijn naar schatting in één jaar tijd 180.000 vrouwen gestorven als gevolg van zelf uitgevoerde abortussen. Een recent rapport uit Japan toont aan dat er dagelijks gemiddeld 3000 geregistreerde abortussen worden verricht. In de eerste negen maanden van 1967 vroegen 70.000 vrouwen in Tsjechoslowakije om abortus. Maar is er niet in de Schrift voorzegd dat er vooral in de tijd van dit geslacht een gebrek aan zelfbeheersing kenbaar zou zijn, aangezien de mensen er blijk van zouden geven liefhebbers van genoegens te zijn, zonder liefde voor goedheid en zonder natuurlijke genegenheid?
25, 26. Welke houding nemen velen ten opzichte van de bijbelse profetieën aan, maar wat is de juiste handelwijze die gevolgd dient te worden?
25 De feiten tonen aan dat de toestanden nog nooit zo kritiek zijn geweest als nu. Laat het dus niet gebeuren dat u tot degenen behoort die spotten met betrekking tot de gebeurtenissen van onze tijd, die zo nauwkeurig de bijbelse profetieën vervullen. Alleen al het feit dat zo velen geen geloof meer stellen in God en in hetgeen de Schrift over het einde van dit samenstel en de oprichting van Jehovah’s rechtvaardige nieuwe samenstel heeft te zeggen, bevestigt overduidelijk de profetie van Petrus dat „er in de laatste dagen spotters zullen komen met hun spotternij, die . . . zeggen: ’Waar is nu de beloofde tegenwoordigheid van hem?’” Ondanks zulke spotternij geven de feiten te kennen dat dit het geslacht is dat het einde van dit samenstel van dingen en de oprichting van een geheel nieuw aards samenstel onder Jehovah’s koninkrijk van rechtvaardigheid zal meemaken. — 2 Petr. 3:3, 4.
26 Aangezien wij weten welke drastische veranderingen de mensheid te wachten staan, is het nu de tijd om oplettend en waakzaam acht te slaan op wat er gebeurt. Het is voor ons de tijd om aan het inzamelingswerk deel te nemen voordat het is voltooid, opdat wij tot de gelukkigen zullen behoren voor wie „het besluit van het samenstel van dingen” geen geween brengt maar vreugde om het feit dat wij de vernietiging mogen overleven en Jehovah’s nieuwe aarde van rechtvaardigheid mogen beërven. — Rom. 13:11.
[Illustraties op blz. 460]
Om het einde van dit samenstel te overleven, moeten wij Noachs voorbeeld volgen en datgene waarvan de ark een afbeelding was — het christelijke samenstel van dingen — binnengaan