Reacties op het „Jaarboek 1973”
MET het „Jaarboek 1973” heeft het Wachttorengenootschap er een begin mee gemaakt ook voor het Nederlands lezende publiek een jaarlijks verslag te publiceren over de activiteiten van Jehovah’s getuigen. In het Engels verscheen het Yearbook al vanaf 1927. In de loop der jaren kon men elk jaar opnieuw in het Yearbook berichten en ervaringen lezen uit de verschillende landen waar Jehovah’s getuigen hun activiteit ten uitvoer brachten. Te beginnen met het 1972 Yearbook (dat nu in het Nederlands verschijnt als het Jaarboek 1973), is de inhoud van deze jaarverslagen echter veranderd. In plaats dat het Jaarboek 1973 korte verslagen uit vele landen verschaft, bevat het de geschiedenis van het werk van Jehovah’s getuigen in slechts zeven landen. Aangezien in het verhaal de namen van personen en plaatsen voorkomen, doet het erg denken aan het bijbelboek Handelingen, dat een geschiedenis van de uitbreiding van het christendom in de eerste eeuw G.T. verschaft.
Maar hoe is dit nieuwe Jaarboek ontvangen? Heeft het anderen ertoe aangemoedigd er getrouw mee voort te gaan Gods naam en zijn rechtvaardige voornemens hoog te houden? Het antwoord op deze vragen blijkt duidelijk uit de reacties op de oorspronkelijke Engelse uitgave van het „Jaarboek 1973”.
Gewend als men was aan de Yearbooks van vroeger jaren, waren sommigen in het begin niet zo erg verrukt over de verandering. Uit Alabama (V.S.) komt de volgende reactie: ’Ik was eerst teleurgesteld toen ik mijn nieuwe Yearbook ontving. Al deze jaren had ik altijd eerst de landen opgezocht waar het predikingswerk onder moeilijke omstandigheden werd verricht om te zien hoe de Getuigen aldaar het maakten. Nu was alles anders, en eerlijk gezegd leek het een beetje saai. Maar dat was een week geleden. Ik begon te lezen, en ben die eerste keer bijna de hele nacht blijven doorlezen. Het Yearbook is op zo’n manier geschreven dat je, als je het verslag over een land hebt uitgelezen, het gevoel hebt dat je daar persoonlijk bent geweest en er heel veel nieuwe broeders en zusters bij hebt gekregen.’
Een Getuige uit de Amerikaanse staat New York gaf commentaar op de goede uitwerking die de verslagen in het nieuwe Yearbook op haar persoonlijk hadden gehad: ’Het 1972 Yearbook is op zo’n unieke wijze geschreven dat ik helemaal door de verslagen ben gefascineerd en het eenvoudig niet kan neerleggen. Door de ervaringen van al deze geliefde broeders en zusters te lezen en hun vreugden en moeilijkheden te leren kennen, voel ik me heel nauw met hen verbonden. Deze ervaringen hebben mij er ook toe aangespoord zelf de „voortreffelijke strijd van het geloof” te blijven strijden.’
Een andere Getuige merkte op: ’Ik ben werkelijk heel erg blij met de gedetailleerde geschiedenis van de behandelde landen. De inleidende achtergrond van het land zelf en vervolgens de geschiedenis van het begin van de prediking van het „goede nieuws”, te zamen met de bijzonder menselijke emoties en ervaringen van onze geliefde broeders en zusters die door Jehovah werden gebruikt om in dit werk voortrekkers te zijn, zorgen voor uren van bijzonder ontroerend en leerzaam leesgenot.’
Zijn waardering tot uitdrukking brengend voor het hartverwarmende menselijke element waarvan het 1972 Yearbook doortrokken is, schreef een van Jehovah’s getuigen in Frankrijk: ’Nooit eerder zijn wij ons zo bewust geweest van de onvoorwaardelijke toewijding van onze broeders en zusters. Hierdoor voelen wij ons beslist nauwer met hen verbonden. Wij hebben nu vele voorbeelden van volharding voor ogen en het wonderbare bewijs dat Jehovah’s volk overal ter wereld eenheid geniet’.
Een Zwitserse Getuige die in Duitsland dienst verricht, merkte over het verslag betreffende de geschiedenis van het werk van Jehovah’s getuigen in Argentinië op: ’Het gehele verslag ademt zo’n geest van overwinning dat het bijzonder geloofversterkend is.’ Een overeenkomstig commentaar kwam uit Californië: ’Je wordt erdoor aangemoedigd voorwaarts te gaan, wèlke moeilijkheden er ook overwonnen moeten worden.’
Na het 1972 Yearbook gelezen te hebben, schreef een echtpaar uit Indiana: ’Wanneer men „De geschiedenis van Jehovah’s getuigen in deze tijd” uitgelezen heeft, kan er werkelijk geen twijfel meer over bestaan dat Jehovah deze organisatie inderdaad gebruikt om de „begeerlijke dingen van alle natiën” binnen te halen (Hag. 2:7). En wat moedigt het ons aan om harder te werken, wetend dat Jehovah zijn volk over de gehele wereld, in alle fases van onze activiteiten, zegent.’
Het Jaarboek 1973 blijkt zeer beslist een ware bron van aanmoediging te zijn doordat het aantoont wat zwakke, onvolmaakte mensen met de hulp van Gods geest tot stand kunnen brengen. Vele getuigen van Jehovah in verschillende landen hebben bereidwillig vele jaren achtereen hun krachten, talenten en bekwaamheden gebruikt om Gods naam en voornemens aan anderen bekend te maken. Zij zijn bereid geweest zich allerlei gemakken te ontzeggen en hebben ontbering en vervolging verduurd opdat medemensen geholpen konden worden tot een nauwkeurige kennis van Gods Woord te komen. Het voortreffelijke voorbeeld dat anderen hebben gegeven, kan ons beslist een extra aansporing verschaffen om een handelwijze te blijven volgen die tot Gods goedkeuring en zegen leidt.