Hoe kunt u het vooruitzicht op een prachtige toekomst hebben?
WILLEN mensen het vooruitzicht hebben dat er een schitterende toekomst voor hen is weggelegd, dan hebben zij een goed gefundeerde hoop nodig. De enige die een dergelijke hoop kan geven, is ’s mensen Schepper, Jehovah God, en hij heeft dit ook gedaan door middel van zijn Woord, de bijbel. De christelijke apostel Paulus schreef: „Alle dingen die eertijds werden geschreven, werden tot ons onderricht geschreven, opdat wij door middel van onze volharding en door middel van de vertroosting uit de Schriften hoop zouden hebben.” — Rom. 15:4.
Personen die de leiding van Gods Woord verwerpen en voor een betrouwbare hoop voor de toekomst naar andere bronnen opzien, moeten wel teleurgesteld raken. De profetie van Jesaja maakte dit duidelijk aan ontrouwe Israëlieten die zich, in strijd met Gods wet, voor inzicht met betrekking tot de toekomst tot geestenmediums, toekomstvoorspellers en zelfs de doden wendden.
Jesaja 8:19-22 geeft te kennen dat deze ontrouwe Israëlieten de getrouwen ertoe zouden aanmoedigen hetzelfde te doen, maar laat dan zien wat degenen die de bron van ware leiding en hoop, Jehovah, verlieten, zouden ondervinden. Wij lezen: „Ingeval men tot ulieden zou zeggen: ’Wendt u tot de spiritistische mediums of tot hen die een voorspellende geest hebben, die daar piepen en op gedempte toon iets uitbrengen’ — dient welk volk maar ook zich niet tot zijn God te wenden? Dient men zich te wenden tot dode personen ten behoeve van levende personen? Tot de wet en tot het formele getuigenis! Voorwaar, zij zullen blijven zeggen wat overeenkomstig deze verklaring is die geen licht van de dageraad zal hebben. En ieder zal stellig zwaar gedrukt en hongerig door het land trekken; en het moet geschieden dat hij, omdat hij honger lijdt en verontwaardiging bij zich heeft laten opkomen, werkelijk kwaad zal afsmeken over zijn koning en over zijn God en stellig zijn blik naar boven zal wenden. En naar de aarde zal hij kijken, en zie! benauwdheid en duisternis, donkerte, moeilijke tijden en donkerheid zonder enige helderheid.”
Voor degenen die anderen aanmoedigden geestenmediums, toekomstvoorspellers en de doden te raadplegen, zou er „geen licht van de dageraad” zijn. Wanneer zij rampspoed zouden ondervinden, zouden hun vooruitzichten op de toekomst door niets verhelderd worden. De rampspoed die volgens de beschrijving in Jesaja’s profetie tot dat sombere vooruitzicht zou leiden, was ongetwijfeld de voorzegde Assyrische invasie. Overlevenden zouden „zwaar gedrukt” zijn, dat wil zeggen, onder hevige droefheid gebukt gaan. Aangezien een veroveringsveldtocht vergezeld zou gaan met de verwoesting van bebouwde velden, boomgaarden en wijngaarden, zouden de overlevenden met honger geconfronteerd worden. In hun hongerige toestand zouden de ongelovige Israëlieten die aan de dood en gevangenschap ontkomen waren, verontwaardigd, „verstoord” of toornig zijn. Zij zouden de rampspoed niet bezien als een gerechtvaardigde vergelding voor hun trouweloosheid. In plaats daarvan zouden zij de koning en de Allerhoogste vervloeken en hun de schuld geven van hun lijden. Wanneer zulke personen in de richting van de hemel zouden kijken, zouden zij geen teken van verlichting zien waardoor in hen de hoop gewekt zou worden dat er betere tijden in het verschiet lagen. Wanneer zij naar dingen op aarde zouden kijken, zou alles hun donker toelijken. Aangezien zij Gods ’wet en formele getuigenis’ hadden verworpen, zouden zij zelfs niet de geringste aanwijzing kunnen zien waaruit zou blijken dat er een betere toekomst voor hen in het verschiet lag.
Insgelijks zijn veel mensen in deze tijd bevreesd wegens hetgeen zij op aarde zien gebeuren — toenemende wetteloosheid, vervuiling van lucht, land en water, en algemene onrust onder de volkeren en natiën. Hoewel ware christenen de invloed van deze toestanden ondervinden, hebben zij geen sombere kijk op de toekomst. Waarom niet? Zij weten uit Gods Woord dat de huidige wereldsituatie de profetieën in vervulling doet gaan en op de naderende bevrijding door middel van Gods koninkrijk in handen van Jezus Christus duidt. Derhalve doen zij datgene waartoe Jezus Christus aanmoedigde: „Als nu deze dingen beginnen te geschieden, richt u dan rechtop en heft uw hoofd omhoog, omdat uw bevrijding nabijkomt” (Luk. 21:28). Deelt u dit vertrouwen doordat u de bijbelse boodschap als het „woord van God” hebt aanvaard? — 1 Thess. 2:13.