Inzicht in het nieuws
Bent u bang voor tovenarij?
● Hoewel veel Aziatische en Europese artsen in Afrika hun praktijk uitoefenen, bericht het tijdschrift Parade dat „de meeste Afrikanen er nog altijd de voorkeur aan geven door hun toverdokters behandeld te worden”. Zoals uit een onderzoek bleek, raadpleegt 85 percent van Zuid-Afrika’s zwarte stadsbevolking bijvoorbeeld liever een toverdokter dan een competente beoefenaar van de geneeskunst. Het tijdschrift vermeldt ook dat de universiteit van Witwatersrand te Johannesburg een tovenarij-symposium heeft gehouden waarin „werd uitgelegd dat ’aanwijzingen te kennen geven dat de welwillende toverdokter er meer tijd aan besteedt om de boze daden te bestrijden van de Tagatidokter — iemand die wordt gehuurd om te doden of de vijand van zijn patiënt schade toe te brengen — dan aan wat anders maar ook’”.
Sommige Afrikanen zullen het misschien verstandig geoordeeld hebben een „welwillende toverdokter” te bezoeken, vooral bij wijze van voorzorgsmaatregel als zij er bang voor waren het slachtoffer van doodaanbrengende tovenarij te zullen worden. De bijbel zegt echter niets ten gunste van zogenaamde ’welwillende toverdokters’. Gods volk had veeleer het gebod ontvangen: „Er dient onder u niemand te worden gevonden . . . die aan waarzeggerij doet, geen beoefenaar van magie, noch iemand die voortekens zoekt, noch een tovenaar, noch iemand die anderen door een banspreuk bindt. . . . Want iedereen die deze dingen doet, is iets verfoeilijks voor Jehovah.” — Deut. 18:10-12.
Toegewijde dienstknechten van Jehovah God worden niet door zogenaamde dodelijke toverformules getroffen, en ook zijn zij niet afhankelijk van of bevreesd voor beoefenaars van tovenarij. In plaats daarvan trekken ware christenen volledig voordeel van goddelijke voorzieningen. Aangezien zij „de volledige [geestelijke] wapenrusting van God” hebben aangedaan, zijn zij beschermd tegen de aanvallen van de goddeloze geestenkrachten, die voor alle occulte praktijken verantwoordelijk zijn. — Ef. 6:11-18.
Onechte schapen?
● Het tijdschrift Human Behavior bericht dat in de beroemde Billy-Grahamkruistochten niet alles zo hoeft te zijn als het zich laat aanzien. De schrijvers beweren dat velen onder de menigten die voor de gebruikelijke „altaaroproepen” naar voren komen, van tevoren in het publiek zijn geplaatst „om de indruk van een spontane massa-opkomst te wekken”.
„Zo’n vier tot zes weken voordat de kruistocht begint, verschijnen er mensen in de gemeenschap die vooruit gestuurd zijn om de plaatselijke aanhangers van advies te dienen”. Zo luidt het verslag van een aan de universiteit van Arizona verbonden werkgroep, die beweerde de Grahamorganisatie van 1974 geïnfiltreerd te hebben toen deze Phoenix bezocht. „Tegen de tijd dat Graham in de stad aankomt en zijn altaaroproep doet, staat een leger van 6000 personen klaar om op instructies te wachten en te horen wanneer zij naar voren moeten komen”, zo zeiden zij.
Het artikel merkt vervolgens op dat „de ’aanvaarding van Christus’, iets wat eens als een diepe persoonlijke ervaring werd beschouwd, net als de rest van de huidige massacultuur is gebureaucratiseerd en een routinekwestie is geworden”. Hoewel dit misschien waar is in het geval van velen die beweren ten behoeve van Christus te spreken, is het bijzonder verfrissend de woorden van een ware discipel van Jezus te lezen, die zei: „Wij gaan niet sluw te werk en vervalsen de boodschap van God niet. Nee, door de waarheid openlijk te verkondigen bevelen we onszelf aan bij iedereen die een eerlijk geweten heeft in de ogen van God”! — 2 Kor. 4:2, Het Nieuwe Testament in de omgangstaal.