Wat is er toch gebeurd met ’Eer uw ouders’?
EEN vader zei met betrekking tot zijn twee zoons: „Wanneer ik mijn mening naar voren breng, doen ze alsof ze mij nauwelijks dulden. Wat is er toch gebeurd met ’Eer uw ouders’?” In dezelfde geest merkte de directeur van een gezinsadviesbureau op: „Vandaag de dag geven jonge mensen hun ouders niet alleen een brutaal antwoord, zij trotseren regelrecht hun gezag.”
Zowel jongeren als volwassenen zullen waarschijnlijk hebben opgemerkt dat veel jonge mensen tegenwoordig hun ouders niet gehoorzamen en geen respect voor hen hebben. En voor iedereen, wederom voor zowel jongeren als volwassenen, is dit een belangwekkende zaak. Waarom?
Omdat de conflicten tussen ouders en kinderen die wij zien, deel uitmaken van een patroon, een mozaïek van gebeurtenissen waardoor deze tijd als de laatste dagen wordt gekenmerkt. Volgens de bijbel gaat de periode die de „laatste dagen” wordt genoemd, vooraf aan de uiteindelijke vernietiging van het wereldomvattende samenstel van dingen (2 Tim. 3:1). Er zullen echter overlevenden zijn die zich zullen verheugen in leven onder een werkelijke, hemelse regering. — Dan. 2:44; Openb. 21:1-4.
Maar hoe staat de ongehoorzaamheid jegens ouders in verband met wat de bijbel over onze tijd en over de toekomst zegt? In voorgaande uitgaven van De Wachttoren hebben wij de profetie van Jezus in Matthéüs 24, Lukas 21 en Markus 13 besproken. Jezus richtte de aandacht op wereldgebeurtenissen die „het besluit van het samenstel van dingen” zouden kenmerken: oorlogen, aardbevingen en wetteloosheid, om er enkele te noemen. Nu willen wij ons echter bezighouden met een verwante profetische beschrijving van deze tijdsperiode, die te vinden is in 2 Timótheüs 3:1-5. De bijbel beschrijft hier niet alleen maar de krachten die van buitenaf op de mensheid inwerken, maar belicht in dit gedeelte de houding van de mensen die deze dramatische gebeurtenissen beleven. Er staat:
„Weet dit, dat er in de laatste dagen kritieke tijden zullen aanbreken, die moeilijk zijn door te komen. Want de mensen zullen zichzelf liefhebben, het geld liefhebben, zullen aanmatigend zijn, hoogmoedig, lasteraars, ongehoorzaam aan ouders, ondankbaar, deloyaal . . . en keer u af van dezen.”
Merk op dat deze woorden van de apostel Paulus een commentaar zijn op de wijze waarop de laatste dagen op de mensen van invloed zouden zijn. Merk ook op, dat ’ongehoorzaamheid aan ouders’ op de voorgrond zou treden gedurende de kritieke periode die de laatste dagen wordt genoemd.
Gaat dit in onze tijd in vervulling?
’Hoe weten wij dat Paulus het niet alleen maar had over omstandigheden in zijn tijd?’ vragen sommigen misschien. Aangezien de apostel op zijn profetie raad liet volgen die gericht was tot de christen Timótheüs, is het begrijpelijk dat sommigen zich afvragen of Paulus werkelijk over onze tijd schreef (2 Tim. 3:5, 14, 15). Merk echter op dat Paulus zegt dat er „in de laatste dagen kritieke tijden zullen aanbreken”. Hij moet wel gedoeld hebben op een toekomstige ontwikkeling. Tot Timótheüs werd gezegd dat hij zich moest „afkeren” van personen die onwenselijke hoedanigheden aan de dag legden, aangezien sommigen in de gemeente dat toen al deden. Maar de woorden van Paulus tonen aan dat de situatie in de toekomstige laatste dagen kritieker zou zijn. — Vergelijk 2 Thessalonicenzen 2:6-12; 3:6-14.
Misschien hebt u echter vernomen dat sommige onderzoekers beweren dat de meeste jongeren van nu eigenlijk redelijk goed met hun ouders kunnen opschieten. Wat moet u, met 2 Timótheüs 3:1-5 in gedachten, van zulke beweringen denken? Laten wij alvorens tot een conclusie te komen de profetie van Paulus beschouwen tegen de achtergrond van de bijbelse geschiedenis.
„Eer uw vader en uw moeder”
Zo luidt het vijfde van de Tien Geboden (Ex. 20:12). Deze woorden werden in de geest van de joodse jongeren gegrift (Deut. 5:16; 6:6, 7). Ongehoorzaamheid aan ouders was ondenkbaar — in sommige gevallen zelfs een halsmisdaad! (Deut. 21:18-21) De levenswijze in de oudheid hielp de ouders dit liefdevolle maar strenge gezag te handhaven. De gezinsstructuur was patriarchaal. De rol van de ouders was duidelijk omschreven. Kinderen werden bezien als een waardevol bezit, een zegen, en de taken in hun agrarische samenleving gaven hun volop te doen. — Vergelijk Psalm 127:3.
Doch naarmate de natie zich afkeerde van Jehovah’s wegen, ging het gezinsleven achteruit. Ongeveer 800 jaar nadat de Tien Geboden waren gegeven, merkte de profeet Micha op: „Een zoon veracht een vader; een dochter staat op tegen haar moeder . . . ’s mensen vijanden zijn zijn huisgenoten” (Micha 7:6). Zo zei ook Ezechiël over de stad Jeruzalem: „Vader en moeder hebben zij in u met verachting bejegend” (Ezech. 22:7). Een dergelijk verregaand gebrek aan respect voor de ouders was symptomatisch voor het wijdverbreide morele verval. Daarom ging God ertoe over de gehele natie streng te tuchtigen. — Jer. 1:15, 16.
Wanneer u de kwestie vanuit dit perspectief beschouwt, zult u het er vermoedelijk mee eens zijn dat veel van het gedrag van de jongeren in de 20ste eeuw voor Paulus in de eerste eeuw schokkend zou zijn geweest. Van de huidige liberale opvattingen over het opvoeden van kinderen had men toen nog nooit gehoord. Wij dienen derhalve in gedachte te houden dat publikaties die een rooskleurig beeld geven van het moderne gezinsleven, voorbijgaan aan Gods maatstaven voor kinderen (Ef. 6:1-3). Wanneer de houding en het gedrag die onder de jeugd van vandaag gewoon zijn, worden vergeleken met Gods maatstaven, kunnen wij begrijpen waarom de bijbel de huidige generatie „ongehoorzaam” noemt. Niet dat alle kinderen per se opstandig zijn. Maar de verbreiding en de mate van ongehoorzaamheid zijn veelzeggend — en zeer opvallend.
Maar is ’ongehoorzaamheid aan ouders’ nu werkelijk over de hele wereld verbreid? Zijn er voldoende bewijzen van conflicten tussen ouders en kinderen om aan te tonen dat wij in „de laatste dagen” leven? — 2 Tim. 3:1, 2.