Gods naam in de christelijke Geschriften
TOEN Jezus God zijn Vader noemde, kenden zijn joodse toehoorders Degene over wie hij sprak. Zij zagen Gods naam staan in de Hebreeuwse boekrollen van de bijbel die hun in de synagogen ter beschikking stonden. Zo’n boekrol werd Jezus aangereikt in de synagoge van zijn woonplaats, Nazareth. Hij las een tekstgedeelte uit Jesaja voor waarin Jehovah’s naam tweemaal voorkwam. — Lukas 4:16-21.
De vroege discipelen van Jezus zagen Gods naam ook in de Septuaginta — de vertaling van de bijbel in het Grieks, die de vroege christenen gebruikten bij hun onderwijs en wanneer zij schreven. Zeker, er is een tijd geweest dat men dacht dat Gods naam in de Septuaginta niet voorkwam, maar het staat thans definitief vast dat deze naam zozeer werd geëerbiedigd dat het Tetragram (de term die geleerden gebruiken voor de vier letters waarmee Gods naam in het Hebreeuws wordt geschreven) met Hebreeuwse lettertekens gewoon in de Griekse tekst werd opgenomen.
Aquila schreef nog in de tweede eeuw Gods naam met Hebreeuwse letters in zijn Griekse tekst. In de derde eeuw schreef Orígenes dat „in de meest getrouwe manuscripten DE NAAM in Hebreeuwse lettertekens wordt geschreven”. In de vierde eeuw schreef de bijbelvertaler Hiërónymus: „Wij vinden de vierletterige naam van God (d.w.z. יהוה) zelfs tot op de dag van heden in bepaalde Griekse boekdelen weergegeven met de oude letters.”
Dr. Paul E. Kahle schrijft: „Wij weten thans dat de Griekse bijbeltekst [de Septuaginta], voor zover deze door joden voor joden werd geschreven, de Goddelijke naam niet vertaalde met kuʹrios [Heer], maar dat in dergelijke MSS [manuscripten] het met Hebreeuwse of Griekse letters geschreven Tetragram werd aangehouden.” — The Cairo Geniza, blz. 222, 224.
Wat betekent dit? Het betekent, dat als de toehoorders van Jezus de Schrift lazen, zij Gods naam erin zagen staan, of zij nu Hebreeuws of Grieks spraken. Het is dus alleen maar redelijk dat zij bij het aanhalen van deze schriftplaatsen de gewoonte zouden volgen die zij daarin hadden waargenomen en de vier Hebreeuwse letters van Jehovah’s naam in de tekst van hun christelijke Griekse Geschriften plaatsen.
In de Journal of Biblical Literature schreef George Howard, buitengewoon hoogleraar in de godsdienst aan de universiteit van Georgia: „Aangezien het Tetragram nog steeds geschreven stond in de exemplaren van de Griekse bijbel waaruit de Schrift van de vroege kerk bestond, is het redelijk om aan te nemen dat de schrijvers van het N[ieuwe] T[estament], als zij de Schrift citeerden, het Tetragram in de bijbelplaats handhaafden.” — 1977, Jaargang 96, Nr. 1, blz. 77.
Het vervangen van Gods naam
Naar het schijnt werd de goddelijke naam later zowel uit de Septuaginta als uit het „Nieuwe Testament” geschrapt, toen niet-joodse christenen de Hebreeuwse letters niet meer begrepen. Dr. Kahle schrijft derhalve: „Het waren de christenen die het Tetragram vervingen door kuʹrios [Heer], toen de in Hebreeuwse letters geschreven goddelijke naam niet meer werd begrepen.” — The Cairo Geniza, blz. 224.
Hoe belangrijk was dit verlies? Professor Howard zegt: „Deze verwijdering van het Tetragram bracht naar onze mening verwarring teweeg in de geest van vroege uit de heidenen afkomstige christenen omtrent de verhouding tussen de ’Here God’ en de ’Here Christus’.” — Blz. 63 van het eerder aangehaalde artikel.
Psalm 110:1 zegt bijvoorbeeld: „De uitspraak van Jehovah tot mijn Heer luidt.” Dit wordt aangehaald in Matthéüs 22:44, waar nadat de naam Jehovah was geschrapt in de meeste moderne vertalingen staat: „De Heer sprak tot mijn Heer.” Aldus ging voor leden van de kerken van de christenheid het duidelijke onderscheid tussen Jehovah („de Heer”) en Jezus („mijn Heer”) verloren.
Er zitten zeer grote voordelen aan het navolgen van het bijbelse voorbeeld in het gebruiken van Gods naam: (1) Het helpt ons God te bezien als een Persoon, niet alleen maar als een kracht. (2) Het helpt ons dichter tot hem te naderen. (3) Het sluit verwarring uit, verheldert ons denken over hem, brengt onze gedachten dichter bij dat wat de bijbel werkelijk leert.
[Illustratie op blz. 8]
De Goddelijke Naam, in Hebreeuwse lettertekens, kwam voor in de vroege Griekse vertalingen van de Hebreeuwse Geschriften