Help uw kinderen een innige band met God te ontwikkelen
NOG geen duizend woorden wijden de bijbelschrijvers aan de eerste dertig jaar van Jezus’ leven. Maar in tienduizenden woorden brengen zij verslag uit over de laatste drie en een half jaar. De reden is dat de openbare bediening van Jezus Christus — niet zijn geboorte, kinderjaren en eerste jaren als volwassene — het allesoverheersende onderwerp van de evangelieverslagen vormt. Toch blijkt uit de korte opmerkingen in de bijbel over Jezus’ jeugdjaren duidelijk, dat zelfs kinderen een innige band met God kunnen hebben.
Wanneer wij onze bijbel openslaan bij Lukas hoofdstuk 2 vinden wij de twaalfjarige Jezus in de tempel, „te midden van de leraren” van Gods wet. Hij ’luisterde naar hen en stelde hun vragen’, maar deed hen ook verbaasd staan over „zijn begrip en zijn antwoorden” (Lukas 2:46, 47). Verder lezen wij dat hij toen hij opgroeide, ook toenam in wijsheid en verstand. — Lukas 2:40, 52.
Hoe kunnen wij deze geestelijke gezindheid bij Jezus verklaren? Het moet althans voor een deel de verdienste van zijn ouders geweest zijn. Op hen als joden rustte de verplichting Jehovah’s raad betreffende het opvoeden van kinderen op te volgen. Mozes had gezegd: „Deze woorden, die ik u heden gebied, moeten op uw hart blijken te zijn; en gij moet ze uw zoon inscherpen en erover spreken wanneer gij in uw huis zit en wanneer gij op de weg gaat en wanneer gij neerligt en wanneer gij opstaat” (Deuteronomium 6:6, 7). God heeft er ongetwijfeld op toegezien dat zijn Zoon geboren werd in een gezin dat deze raad zou opvolgen. In deze tijd dienen ouders dezelfde belangstelling voor hun kinderen aan de dag te leggen. Helpt u hen Jehovah te leren kennen en het verlangen te ontwikkelen hem te dienen?
„Van kindsbeen af”
Een geestelijke opleiding is niet iets waarmee men mag wachten tot de kinderen wat ouder worden. Timótheüs bijvoorbeeld groeide op tot een voortreffelijk christen. Maar hij was „van kindsbeen af” in de Heilige Schrift onderwezen (2 Timótheüs 3:15). Het is bekend dat sommige christelijke moeders in overeenstemming hiermee hardop Jehovah’s zegen vragen vóór zij hun baby de fles geven. Geen wonder dat de kleintjes al spoedig „amen” zeggen aan het eind van die gebeden! Dit is een eerste stapje om hen te helpen waardering te ontwikkelen voor alles wat zij van God ontvangen.
Michaël en Sephora (respectievelijk zeven en acht jaar oud) deden de voortreffelijke opleiding die hun ouders hun gaven eer aan. Eens, toen zij en hun ouders op reis gingen, namen zij het initiatief God om leiding en bescherming te vragen. En toen zij op hun bestemming aangekomen waren, dachten de kinderen eraan Jehovah te danken voor hun behouden aankomst.
Christian en Eric (drie en zes jaar oud) waren met hun ouders in een park. Zoals dat soms met kleintjes gebeurt, verdwaalden zij. En wanneer vonden de ouders hen? Vlak nadat de jongetjes tot Jehovah hadden gebeden om hen te helpen!
Veel vormen van opleiding kunnen met succes gegeven worden als de kinderen nog heel jong zijn. Op een groot christelijk congres in België werd de driejarige Gino op het podium op een hoge kruk gezet. De spreker vroeg hem voor de toehoorders de namen van alle 66 bijbelboeken op te zeggen. Kunt u dit? Gino kon het wel! Dank zij de opleiding van zijn ouders bleef hij geestelijk gedijen en thans dient hij als reizend opziener van Jehovah’s Getuigen. Natuurlijk hebben niet alle kinderen hetzelfde leervermogen, maar het illustreert wel hoe nuttig het is hun geestelijk onderricht te geven.
Het is zelfs mogelijk kleine kinderen begrip van bijbelse leerstellingen bij te brengen. Op een kleuterschool in het Groothertogdom Luxemburg weigerde de vierjarige Kai om met de andere kinderen te bidden. Toen hem gevraagd werd waarom, antwoordde hij: „Wij geloven niet in een driehoekige god!” Kai’s voorstelling van de drievuldige godheid van de katholieken was misschien niet helemaal nauwkeurig, maar hij wist dat hij niet tot die god moest bidden! — Markus 12:29.
God tot een deel van hun leven maken
Kinderen hebben soms problemen. In plaats van ze vóór zich te houden, dienen zij hun ouders in vertrouwen te nemen. Maar ook dienen de kinderen aangemoedigd te worden ’hun last op Jehovah te werpen’ (Psalm 55:22). Zij kunnen geholpen worden in te zien dat Jehovah hun verzoeken niet beneden zijn waardigheid acht. Jezus heeft immers gezegd: „Laat de jonge kinderen tot mij komen” (Markus 10:14). En kinderen dient geleerd te worden tot God te bidden door bemiddeling van Jezus Christus. — Johannes 14:6.
Wanneer kinderen leren zich voor hulp op Jehovah te verlaten en de resultaten ervan zien, heeft dit dikwijls een ingrijpende uitwerking op hun geloof. Jacquy, een jonge man die thans op een van de bijkantoren van het Wachttorengenootschap dient, vertelt over een ervaring die zich afspeelde toen hij veertien jaar was: „Dat jaar zou onze kringvergadering gehouden worden in het weekeind voorafgaand aan de overgangsexamens. De moeilijkheid was dat onze leraar de examenstof pas vrijdag opgaf. Nadat ik de kwestie met mijn ouders had besproken, besloten wij dat ik het kringvergaderingsprogramma niet zou overslaan, ook al betekende dit dat ik heel weinig tijd zou hebben om te studeren. [Hebreeën 10:24, 25] Ik bad tot Jehovah om mij te helpen bij mijn pogingen mij zo goed mogelijk op het examen voor te bereiden.
Het werd maandagochtend en alle leerlingen waren erg nerveus omdat de examens voor het eerst mondeling afgenomen zouden worden. Weer bad ik tot Jehovah om mij bij te staan. En wat gebeurde er? Ik kreeg voor de onderwerpen welke die dag aan de orde kwamen de hoogste cijfers van alle leerlingen.”
Wat heeft Jacquy van deze prachtige afloop geleerd? „Doordat ik Jehovah’s hulp ondervond, werd mijn band met hem nog inniger. Ik leerde dat wij ons over niets bezorgd hoeven maken maar ons met elke vorm van gebed en smeking tot Jehovah God dienen te wenden.” — Filippenzen 4:6, 7.
Ja, het is belangrijk dat wij onze kinderen helpen Jehovah te „kennen”, hem tot een deel van hun dagelijks leven te maken. Zullen zij niet veel sterker gemotiveerd zijn om Jehovah trouw te blijven dienen wanneer zij bemerken hoe hij hen bijstaat bij wat zij doen dan wanneer zij uitsluitend over hem horen praten en over hem lezen? Het zal natuurlijk niet gemakkelijk zijn hen zo op te leiden. Maar kinderen zullen niet gauw vergeten hoe enthousiast en gewetensvol hun ouders hun geestelijk erfdeel aan kennis van Jehovah aan hen hebben doorgegeven. En Jehovah zal zulke getrouwe inspanningen evenmin vergeten (Hebreeën 6:10-12). Mogen de ouders onder ons hun kinderen derhalve helpen de beloning te verwerven die onze hemelse Vader in het vooruitzicht stelt voor hen die hem kennen en door hem gekend worden — „eeuwig leven”. — Johannes 17:3.