De Koninkrijkswaarheid bloeit op ’het bloemeneiland’
HET eiland Martinique dat zich, omspoeld door het blauwe water van de Caribische Zee, ligt te koesteren in de zon terwijl het zachte briesje van de passaat verkoeling brengt, is zo paradijselijk als het in deze tijd ergens maar kan zijn. De inheemse Cariben hebben dit Westindische, 1100 km2 grote eiland heel toepasselijk Madinina, ’het bloemeneiland’, genoemd. Hier vermengt zich het felle paars en rood van de bougainvillea met het vlammend scharlaken van exotische bomen en de wisselende tinten van de crotons. Het hele eiland is één kleurensymfonie, groots en oogverblindend.
De Koninkrijkswaarheid bloeit
Evenals de kleurrijke bloemenpracht leiden thans 24 gemeenten van Jehovah’s Getuigen, verspreid over het hele eiland, een bloeiend bestaan. Fort-de-France, de hoofdstad met haar 100.000 inwoners, telt acht van deze gemeenten. Dit alles is echter het resultaat van goddelijke zegen op de zaden van Koninkrijkswaarheid die de afgelopen 35 jaar zijn geplant.
In 1949 zaaiden vier gegradueerden van de Wachttoren-Bijbelschool Gilead de eerste zaden van Koninkrijkswaarheid. Hoewel de plaatselijke autoriteiten de zendelingen slechts toestemming gaven voor een verblijf van twee jaar, bleven zij druk bezig met zaaien en begieten, en vertrouwden daarbij voortdurend op Jehovah’s belofte: „Op mij zullen zelfs de eilanden hopen, en op mijn arm zullen ze wachten.” — Jesaja 51:5.
Dat vertrouwen in God werd beloond, want Jehovah’s arm is nooit te kort. In 1954 kwam er een echtpaar uit Frankrijk naar Martinique, Xavier en Sarah Noll, beiden in de volle-tijddienst. Dank zij hard werken en Jehovah’s zegen was het aantal Koninkrijksverkondigers tegen 1963 tot 138 gestegen. In 1976 waren 1055 personen druk bezig met de prediking van het goede nieuws op dit ’bloemeneiland’.
Het jaar 1984 heeft zeven achtereenvolgende hoogtepunten in Koninkrijksverkondigers te zien gegeven. Het aantal gewone pioniers groeide uit van 19 tot 44 en in april waren er 491 hulppioniers. In de loop van het jaar hebben 1635 personen, een nieuw hoogtepunt van ongeveer één op de tweehonderd bewoners van het eiland, een aandeel gehad aan de bekendmaking van het goede nieuws. Het is waarlijk zoals de profeet heeft voorzegd: ’Jehovah moet verheerlijkt worden op de eilanden der zee.’ — Jesaja 24:15.
Inwijding van het bijkantoor
Op 22 augustus 1984 bereikte de bloei van de Koninkrijkswaarheid op Martinique een hoogtepunt. Op die dag kwamen zo’n 2000 gasten uit Frankrijk, Canada, Frans Guyana, Guadeloupe en de Verenigde Staten bijeen voor de inwijding van een prachtig gebouw van vier verdiepingen, het nieuwe bijkantoor van het Wachttorengenootschap annex Bethelhuis voor Martinique.
Er was die ochtend gezorgd voor een rijk geestelijk programma. Als eerste kwam broeder Noll, die vertelde hoe het predikingswerk op het eiland heel klein was begonnen. De aanwezigen waren opgetogen toen zij vernamen dat de eerste zendelingen zich die ochtend onder hen bevonden.
Het volgende programmapunt was een verslag over de bouw, uitgebracht door broeder Faustini, een zendeling. Twee en een half jaar lang hebben veertig broeders al hun tijd aan het project besteed. Maar in de weekeinden kwamen er honderd tot tweehonderd vrijwilligers uit de plaatselijke gemeenten helpen. Onder de volle-tijdwerkers waren broeders uit Canada, Frans Guyana, Guadeloupe en Frankrijk, die tijdelijk banen, huizen, vrienden en familie achterlieten om met het werk te komen helpen. Verscheidenen van hen maakten nu van de gelegenheid gebruik om hun waardering te uiten voor het voorrecht dat zij hadden genoten door een aandeel te hebben aan de Koninkrijksexpansie in dit deel van het veld.
De climax van de ochtend was een krachtige toespraak over het thema „Voorwaarts met Jehovah’s organisatie”. Deze toespraak werd gehouden door J. E. Barr, een lid van het Besturende Lichaam van Jehovah’s Getuigen. Hij legde de nadruk op de noodzaak in eendracht samen te werken ten einde Gods wil te volbrengen en vastberaden op te rukken naar de dingen die voor ons liggen. Het is duidelijk dat de Getuigen op Martinique dat hebben gedaan, getuige de expansie en de bloei van de Koninkrijkswaarheid op het eiland.
De nieuwsmedia reageerden enthousiast. Een televisiereportage bracht de gebeurtenis onder de aandacht van het publiek. De krant France-Antilles merkte op dat het hoogwaardige vakmanschap dat het gebouw te zien gaf, „grote liefde voor goed werk” weerspiegelde, en noemde het „een architectonisch meesterwerk” dat het verdiende door deskundigen op dit gebied met aandacht te worden bezichtigd.
Een gastvrij volk
De aantrekkingskracht van Martinique is niet beperkt tot zijn reputatie als ’bloemeneiland’. De vriendelijke en gastvrije bevolking heeft de gewoonte een bezoeker binnen te nodigen en naar hem te luisteren en hem niet te laten gaan zonder hem iets aan te bieden. Ook al hebben de mensen tegenwoordig meer haast, zij gunnen zich nog steeds de tijd om te praten en te luisteren. Dit alles maakt het predikingswerk tot een waar genoegen. Dat was de ervaring van broeder en zuster Noll tijdens de eerste dag van hun prediking op Martinique.
„Natuurlijk popelden wij om erachter te komen hoe de mensen ons zouden ontvangen, maar wat er gebeurde, overtrof onze stoutste verwachtingen”, vertelde broeder Noll. „Die ochtend moesten mijn vrouw en ik twee keer naar huis terug om onze tassen te vullen met bijbelse lectuur. Sommigen namen de lectuur zodra zij zagen dat er over God werd gesproken; anderen deden het eenvoudig omdat wij bij hen aan de deur kwamen. Het was een enorme stimulans, zoveel gastvrijheid te ontmoeten! Elders moeten wij opletten dat wij niet te lang blijven omdat de mensen het druk hebben, maar hier moeten wij ervoor zorgen dat wij niet te lang opgehouden worden, want wij willen zoveel mogelijk mensen bezoeken.”
De ervaring van een reizende opziener illustreerde hoe gastvrij en edelmoedig de eilanders zijn. „Onze broeders hebben nooit geaarzeld met ons te delen wat zij hebben”, zei hij. „Op een dag nodigde een echtpaar ons uit voor het avondeten. Toen wij in hun piepkleine eenkamerwoninkje kwamen, dat geen stromend water of elektriciteit had, stonden wij verbaasd te kijken. Er stond een heel klein tafeltje gedekt met maar twee borden. ’Waarom maar twee?’ vroegen wij. Arm als zij waren, bezaten zij maar twee borden, twee vorken en twee lepels. Zij legden uit dat zij zouden eten zodra wij klaar waren. Telkens als wij aan dit echtpaar dachten, schoten ons de tranen in de ogen.”
Liefde voor Gods Woord
De meeste mensen op Martinique hebben diepe eerbied voor de Heilige Schrift. Dikwijls ligt er een bijbel, geopend bij het boek Psalmen, op een opvallende plaats op een tafel uitgestald. Zij geloven dat de bijbel het huis beschermt als zij niet thuis zijn. Natuurlijk bezien de mensen wanneer zij de waarheid leren kennen, de bijbel niet meer als een talisman maar als Gods boodschap voor de mensheid.
Dit was het geval met de directrice van een plaatselijke school. Toen zij vernam wat de bijbel over het aanbidden van beelden zegt, vernietigde zij al haar religieuze afgodsbeelden (Psalm 115:4-8; 1 Korinthiërs 10:14). Toen de buren te weten kwamen wat zij met haar „heiligen” gedaan had, ging het nieuws als een lopend vuurtje door het stadje. Het gaf een enorme opschudding, aangewakkerd door de woedende opmerkingen die de plaatselijke priester vanaf de kansel maakte. Maar daardoor liet zij zich niet van de waarheid afschrikken. Nu draagt deze 75-jarige Getuige ijverig bij tot de bloei van de ware aanbidding in haar gedeelte van het eiland.
Een jongeman in een geïsoleerd gebied begon per brief met Jehovah’s Getuigen de bijbel te bestuderen. Kort daarop woonde hij een kringvergadering bij, waar hij zo onder de indruk raakte van wat hij hoorde, dat hij er al zijn vrienden over vertelde toen hij terugkwam in zijn stadje, waar hij de klokkenluider van de plaatselijke kerk was. Verbaasd over de bijbelkennis die hij in zo’n korte tijd had opgedaan, ging een van zijn vrienden naar de priester om hem zijn mening over de Getuigen te vragen. „Onder ons gezegd en gezwegen,” zei de priester tegen hem, „Jehovah’s Getuigen leren de waarheid.” Weldra kreeg de Getuige die de studie leidde, de volgende boodschap van de jongeman: „Ik heb besloten op te houden met roken en met het luiden van de klokken.” Nu helpt hij ijverig anderen de klank van de waarheid te horen en dient hij als ouderling in een van de gemeenten in Fort-de-France.
Zelfs de kinderen leggen opmerkelijk veel belangstelling voor Gods Woord aan de dag. Ter illustratie: Een onderwijzeres die een Getuige is, liet haar klas het boek Maak je jeugd tot een succes zien en vier leerlingen wilden een exemplaar hebben. Toen de Getuige de volgende dag vier exemplaren van het boek mee naar school nam, werd zij bestormd met zoveel verzoeken van de andere leerlingen, dat zij met hen moest afspreken dat zij het boek bij haar thuis kwamen afhalen. „Een paar dagen later sprak een vrouw mij aan en vroeg mij om twee exemplaren van het boek”, vertelde de zuster. De vrouw had zoveel waardering voor het boek dat haar dochter had aangeschaft, dat zij het met haar kinderen wilde bestuderen. „Aan haar heb ik het 105de exemplaar van dit voor de jeugd bestemde boek verspreid”, zei de zuster.
De bijbelse waarheid verandert levens
Zoals in veel delen van de wereld, eist drugmisbruik ook op Martinique zijn tol. Een jongeman echter, die vroeger een baard en lang haar droeg en een zware druggebruiker was, raakte zo onder de indruk van de liefde en de warmte van de Getuigen en de duidelijke bijbelse boodschap die zij brachten, dat hij zijn druggewoonte eraan gaf, zijn levensstijl veranderde en zijn leven aan Jehovah God opdroeg.
Op een dag stopte er een auto terwijl hij De Wachttoren en Ontwaakt! liep aan te bieden aan voorbijgangers op straat. De bestuurder, een politieagent, riep uit: „Maar dat is G———! Hoe kom jij zo veranderd?” Hij herkende de jongeman, omdat hij hem in het verleden op dezelfde plek had gearresteerd wegens het bezit van illegale drugs. De jonge Getuige haalde de bijbel en de tijdschriften uit zijn tas en antwoordde: „Hierdoor ben ik veranderd!” Aangenaam verrast moedigde de politieagent hem aan ermee door te gaan. Maar hij kwam niet weg voordat de jongeman hem twee tijdschriften had verspreid.
Huwelijksproblemen zijn voor sommigen een belemmering geweest om geestelijke vorderingen te maken. Maar Gods Woord kan degenen die hun Schepper werkelijk liefhebben, helpen zich uit zelfs de moeilijkste situaties los te maken. Een vrouw die zes kinderen van drie verschillende mannen had en samenleefde met de derde man, begon met de Getuigen de bijbel te bestuderen. Al spoedig besefte zij dat haar leven niet aan Gods vereisten voldeed. Haar liefde voor God en haar verlangen hem te dienen, gaven haar de moed om de man met wie zij samenleefde weg te sturen, ondanks de zware verantwoordelijkheid die nu op haar rustte om in haar eentje in het levensonderhoud van zes kinderen te voorzien. Andere vrouwen in soortgelijke omstandigheden hebben eveneens in geloof gehandeld en zijn om die reden rijkelijk gezegend.
Grote vergaderingen zijn een getuigenis
De kringvergaderingen en districtscongressen hebben veel bijgedragen tot de bloei van de Koninkrijkswaarheid op Martinique. De eerste kringvergadering werd in 1955 gehouden ten huize van broeder en zuster Noll. De vijf plaatselijke verkondigers kregen versterking van 27 anderen van Guadeloupe, het buureiland. Hoewel het totale aantal aanwezigen onder de veertig bleef, was die kringvergadering voor de broeders een uiterst opbouwende ervaring.
Tegenwoordig zijn er voor de broeders geen faciliteiten meer te vinden die groot genoeg zijn om een groot congres te houden. Daarom hebben zij nu een aantal uitneembare metalen gebouwen gemaakt, die op voetbalvelden in elkaar gezet kunnen worden. Hierdoor is het mogelijk geworden in de kleinere steden op het eiland congressen te houden. De plaatselijke bevolking is altijd onder de indruk van de ordelijke drommen Getuigen die naar het congres komen en van de doeltreffende manier waarop zij de congresfaciliteiten in elkaar zetten en weer afbreken. In 1984 hebben meer dan 4000 personen de twee districtscongressen bijgewoond, en er werd een voortreffelijk getuigenis gegeven.
Hoe ziet het er voor de toekomst uit?
De bouw van het bijkantoor en het Bethelhuis heeft de liefde, die „volmaakte band van eenheid”, onder de broeders op Martinique versterkt (Kolossenzen 3:14). Ook gaf dit project iedereen de gelegenheid de geest van edelmoedigheid aan te kweken. Velen kwamen maaltijden brengen of geschenken in de vorm van vruchten, groenten, timmerhout, machines, meubels, enzovoort. Anderen schonken geld en kostbare juwelen. Wat een demonstratie van onzelfzuchtige liefde!
De nieuwe bijkantoorfaciliteiten zullen ongetwijfeld een belangrijke rol spelen bij de verdere bloei van de Koninkrijkswaarheid op dit ’bloemeneiland’. Er valt nog heel wat op te kweken, want op 4 april 1985 werd de Gedachtenisviering van de dood van Jezus Christus door 4848 personen bijgewoond. Alle Getuigen op Martinique zien uit naar de tijd dat de gehele aarde een bloementuin — een paradijs — zal worden onder de rechtvaardige heerschappij van Gods Messiaanse koninkrijk. — Lukas 23:43.
[Kaart/Illustratie op blz. 26]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
MARTINIQUE
Fort-de-France
[Kaart]
ZUID-AMERIKA
[Illustratie op blz. 28]
Ook jongeren reageren vol vreugde op de Koninkrijkswaarheid