Wat is het doel van profetieën?
DEGENEN die beweren dat hun verscheidene vormen van aanbidding gebaseerd zijn op openbaringen uit bovenmenselijke bronnen, erkennen ook dat er goede en slechte bovennatuurlijke krachten bestaan. Deze erkenning doet de volgende vragen rijzen: Was elk van deze vormen van aanbidding gebaseerd op een openbaring uit een goede bron? Of is de bron ervan slecht? Welke openbaring is door de ware God geïnspireerd?
De eerste religie
Het wordt algemeen erkend dat de mensheid één familie is, en dit komt overeen met het bijbelse verslag van één oorspronkelijk mensenpaar, Adam en Eva. Jehovah, de Schepper, maakte zich aan hen bekend. Hij openbaarde aan Adam en Eva welke rol zij in zijn voornemen zouden spelen en wat hun werkelijke relatie tot hem was. God maakte Adam tot zijn eerste profeet, die de verantwoordelijkheid droeg goddelijke openbaringen aan zijn vrouw en ten slotte aan hun nakomelingen, dat wil zeggen de gehele mensheid, door te geven. — Genesis 1:27-30; 2:15-17.
Dit was de enige religie, de enige vorm van aanbidding die door Jehovah God werd geopenbaard. Ze kwam tot uiting in gehoorzaamheid aan Gods wil. Er waren geen rituele handelingen, slachtoffers, altaren of orakels nodig.
Valse religie verschijnt op het toneel
De eerste tegenstrijdige „openbaring” kwam van een engel die aanbeden wilde worden. Hij bood een alternatief van de ware religie aan en bracht Adam en Eva ertoe zich bij hem aan te sluiten door eveneens in opstand te komen tegen de Schepper. Dit maakte hem tot Satan, Jehovah’s tegenstander. In de door hem geuite „profetie” werd de mens zogenaamd zelfbeschikkingsrecht en onafhankelijkheid van God aangeboden. Doch dit leidde tot slavernij aan Satan en tot zonde, die de dood met zich bracht. — Genesis 3:1-19; Matthéüs 4:8-10; Romeinen 5:12.
Uiteindelijk voegden andere opstandige engelen, of demonen, zich bij Satan. Ongetwijfeld lanceerden zij vals-religieuze opvattingen die ertoe bijdroegen dat de mensheid verdorven werd. In de dagen van Enos, Adams kleinzoon, „werd er een begin mee gemaakt de naam van Jehovah aan te roepen”. Volgens de Targum of Palestine geschiedde dit op godslasterlijke wijze als een onderdeel van de afgodische aanbidding in die tijd. — Genesis 4:26; 6:1-8; 1 Petrus 3:19, 20; 2 Petrus 2:1-4.
De valse religie werd door de vloed uit Noachs tijd weggevaagd, waardoor alleen de ware vorm van aanbidding, die door Jehovah’s profeet Noach werd beoefend, overbleef (Genesis 6:5-9, 13; 7:23; 2 Petrus 2:5). De demonen bleven echter bestaan en voerden opnieuw namaakprofetieën en religieuze opvattingen in. Ze veroorzaakten dat Noachs nakomelingen Jehovah beledigden door de stad Babel te bouwen als een centrum van valse aanbidding. Doch God verwarde hun taal en „verstrooide . . . hen vandaar over de gehele oppervlakte der aarde”. — Genesis 11:1-9.
Wat leert dit alles ons? Wij zijn allen nakomelingen van Noach en Adam. Alle culturen hebben dus een gemeenschappelijke oorsprong en hebben vanwege de sporen van kennis die overgebleven zijn uit de tijd van Noach, de een of andere opvatting omtrent God behouden. Maar dit basisdenkbeeld is verbasterd door vals-religieuze begrippen die zijn overgeërfd van de voorvaders die zich vanuit Babel (later herbouwd onder de naam Babylon) naar alle delen van de aarde verspreidden. Dit blijkt uit gemeenschappelijke bijgelovige opvattingen omtrent de geesten van de doden en ook uit de voorouderverering, de toepassing van astrologie en het gebruik van waarzeggerij en toverij. — Daniël 2:1, 2.
Het doel van profetieën
Betekent dit dat hedendaagse religies uitsluitend gebaseerd zijn op opvattingen die uit dat oude verleden zijn overgeërfd? Neen. Satan en de demonen inspireren nog steeds valse profetieën om de mensheid te misleiden en te verdelen, stichten verwarring met betrekking tot ware openbaringen omtrent God, doen leugenachtige denkbeelden ingang vinden en stichten valse religies (1 Timótheüs 4:1; 1 Johannes 4:1-3; Openbaring 16:13-16). De bijbel zegt: „Er stonden echter ook valse profeten onder het volk op, zoals er ook onder u valse leraren zullen zijn. Dezen zullen heimelijk verderfelijke sekten invoeren.” — 2 Petrus 2:1.
Jehovah daarentegen heeft de ware religie, die in Eden werd gegeven, bewaard. Hij heeft inlichtingen toegevoegd ten einde ons meer kennis omtrent hem te geven en ons meer bewust te maken van onze verantwoordelijkheid in de voortschrijdende ontwikkeling van zijn voornemen. Ware profetieën stellen ons dus op de hoogte van de waarheid met betrekking tot God, zijn wil en zijn morele maatstaven. Ze verduidelijken ’s mensen verhouding tot hem ten einde de mensheid weer in volledige harmonie met zijn voornemen te brengen, zodat zij in de volledige verwezenlijking ervan zullen delen. — Jesaja 1:18-20; 2:1-5; 55:8-11.
Aan het begin van ’s mensen opstand sprak Jehovah een profetie uit die hoop gaf aan de nakomelingen van Adam en Eva. Hij openbaarde dat er een bevrijder zou zijn, een „zaad”, dat Satan en zijn nageslacht zou vernietigen (Genesis 3:15). Latere profetieën hielpen dit beloofde „zaad”, of Gods „gezalfde”, te identificeren en openbaarden dat hij de voornaamste rol in de verwezenlijking van Gods voornemens zou spelen. — Psalm 2:2; 45:7; Jesaja 61:1.
Een belangrijk oogmerk van profetieën was dus om inlichtingen te geven over Gods voornemens en de „gezalfde”, of „Christus”, door bemiddeling van wie ze vervuld zouden worden. Aangezien Jezus deze uitverkorene bleek te zijn, zei Jehovah’s engel: „Aanbid God; want het is het getuigenis afleggen omtrent Jezus dat tot profeteren inspireert [of, de geest is van profeteren]” (Openbaring 19:10). Door deze verklaring worden twee feiten duidelijk gemaakt. In de eerste plaats zal geen enkele tussenpersoon door bemiddeling van wie ware profetieën tot stand komen, aanbidding opeisen, omdat ware aanbidding alleen Jehovah God toekomt (Matthéüs 4:4; Johannes 4:23, 24). In de tweede plaats moeten alle ware profetieën uiteindelijk ten doel hebben de gebeurtenissen en feiten die betrekking hebben op Jezus te openbaren. Dit is in erkenning van de uiterst belangrijke rol die Jehovah hem heeft toebedeeld in de verwezenlijking van Zijn voornemen om Zijn naam te heiligen en de aarde weer haar juiste plaats in Zijn regeling der dingen te doen innemen. — Johannes 14:6; Kolossenzen 1:19, 20.
Om deze reden wezen geïnspireerde boodschappen die van God afkomstig waren, hoofdzakelijk op Jezus. De hele geest, of het oogmerk en de bedoeling, van zulke ware profetieën was getuigenis af te leggen omtrent hem. Bovendien worden alle profetieën als waar gekenmerkt doordat ze in Jezus vervuld worden. Daarom zegt de bijbel dat „de waarheid . . . door bemiddeling van Jezus Christus gekomen” is. „Want ongeacht hoe vele Gods beloften zijn, ze zijn Ja geworden door tussenkomst van hem.” — Johannes 1:17; 2 Korinthiërs 1:20; Handelingen 10:43; 28:23.
Waarom aan de Israëlieten?
Jehovah begon zijn „getuigenis afleggen omtrent Jezus” met zijn profetie betreffende het beloofde „zaad”. Later openbaarde God dat de aardse geslachtslijn van het „zaad” via Noach, Sem, Abraham, Isaäk (niet Ismaël) en Jakob zou lopen. Deze mannen bleven loyaal aan de ware religie en gaven er blijk van getrouwe profeten van Jehovah te zijn terwijl alle natiën verdorven werden door de aanbidding van valse goden (Genesis 6:9; 22:15-18; Hebreeën 11:8-10, 16). De geslachtslijn zette zich voort via de nakomelingen van deze mannen — de natie Israël en in het bijzonder het geslacht van David, Israëls belangrijkste koning. — 2 Samuël 7:12-16.
Aantonend waarom hij Israël verkoos, zei Jehovah: „Niet omdat gij het volkrijkste waart van alle volken . . . [maar] omdat hij zich hield aan de beëdigde verklaring [aan] uw voorvaders” Abraham, Isaäk en Jakob (Deuteronomium 7:6-8; 29:13). Het was duidelijk dat de geslachtslijn van het beloofde „zaad” slechts via één natie zou kunnen lopen. De ware religie was echter niet beperkt tot de Israëlieten. Hoewel er aan andere natiën geen openbaringen van de waarheid werden gegeven, konden individuele personen uit hun midden zich in aanbidding bij Israël aansluiten, en enkelen van hen gingen zelfs een plaats in de geslachtslijn van het „zaad” innemen (Numeri 9:14; Ruth 4:10-22; Matthéüs 1:5, 6). Afzonderlijke openbaringen via nationale of raciale familietakken zouden alleen maar tot grotere religieuze verdeeldheid hebben geleid, terwijl het Jehovah’s wil is de mensheid in één aanbidding te herenigen. — Genesis 22:18; Efeziërs 1:8-10; 2:11-16.
Gods vereisten zijn voor alle rassen gelijk. Aangezien zijn morele maatstaven en zijn voornemen onveranderlijk zijn, lieten zijn handelingen met betrekking tot Israël zien hoe hij op elk willekeurig tijdstip in gelijksoortige situaties zal handelen (Maleachi 3:6). Aldus stond Israël model voor alle natiën. Aan de hand van dit model liet God in de praktijk zien welke zegeningen de ware aanbidding met zich brengt en hoe dwaas valse erediensten zijn. Zolang de Israëlieten hem trouw bleven, beschermde en zegende hij hen. Wanneer zij zich tot valse goden van andere natiën keerden, geraakten zij in onderdrukking aan die natiën, zoals Jehovah hen had gewaarschuwd. — Deuteronomium 30:15-20; Daniël 9:2-14.
Israël diende ook als een profetisch model en David werd een profetische afbeelding van Jezus, die de erfgenaam werd van Gods Koninkrijksverbond met David (1 Kronieken 17:11, 14; Lukas 1:32). De Wet die aan Israël werd gegeven, met haar slachtoffers en priesterschap, schaduwde het door Jezus gebrachte offer af en wees vooruit naar zijn hemelse koninkrijk en priesterschap. Aldus werd de Wet een ’leermeester die tot Christus leidde’. — Galaten 3:19, 24; Handelingen 2:25-36; Hebreeën 10:1-10; Openbaring 20:4-6.
Het boek van ware profetieën
Deze uitermate belangrijke inlichtingen konden niet nauwkeurig bewaard blijven door mondelinge overlevering of door aparte openbaringen aan verscheidene natiën. Een geschreven bericht vormt het beste middel om een boodschap zuiver te bewaren en aan alle natiën door te geven. En de bijbel voorziet in zo’n bericht. Alleen de bijbel bevat Gods geïnspireerde openbaringen en bewaart het historische en profetische verslag van de wijze waarop hij met mensen handelt. Alleen dit boek wijst op Jezus Christus als de door God gezonden Bewerker van redding en bevat de laatste profetieën omtrent de toekomstige vervulling van zijn Messiaanse taak. De bijbel is dus het volledige geïnspireerde geschreven Woord van God. — Romeinen 15:4; 1 Korinthiërs 10:11; 2 Petrus 1:20, 21.
Sinds de voltooiing van de bijbel konden degenen die nieuwe „profetieën”, religies en sekten introduceerden niet door God geïnspireerd zijn. Ware profetieën werden niet gegeven met het doel nieuwe religies te openbaren. Ze zorgden ervoor dat de enige ware religie actueel bleef en ze gaven inlichtingen over de toekomstige ontwikkeling van Jehovah’s voornemen. Dat ze in vervulling gaan, vormt een bewijs van zijn unieke goddelijkheid en macht en laat zien dat alleen hij eeuwen van tevoren gebeurtenissen kan voorzeggen en ze feilloos tot stand kan laten komen. — Jesaja 41:21-26; 46:9-11.
Daarom moeten allen die op de hoogte willen raken met ware profetieën en die de ware religie willen beoefenen zich tot de bijbel wenden. De bijbel is Gods profetische boek — zijn volledige boodschap voor de mensheid. — 2 Timótheüs 3:16, 17.
[Illustraties op blz. 7]
Geslachtslijn van het beloofde „zaad”
Noach
Sem
Abraham
Isaäk
Jakob
David
Jezus