Engelen — Beïnvloeden zij uw leven?
BESTAAN er werkelijk engelen? Of zijn zij slechts een voortbrengsel van de verbeeldingskracht? Indien zij inderdaad bestaan, kunnen zij dan uw leven beïnvloeden?
Er is slechts één betrouwbare bron waarin wij de antwoorden op zulke vragen kunnen vinden, en dat is het geïnspireerde Verslag dat God de mensheid heeft gegeven — zijn Woord, de bijbel. De apostel Paulus schreef: „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig om . . . dingen recht te zetten.” — 2 Timótheüs 3:16.
Vandaar dat wij het vertrouwen kunnen hebben dat de bijbel ons rechtstreekse antwoorden zal geven op de vraag of engelen bestaan en of zij invloed op ons uitoefenen. De Schepper van het universum kan ons er beslist over inlichten of er zich onder zijn scheppingen ook engelen bevonden.
Bestaan engelen werkelijk?
De bijbel verklaart duidelijk: „Hij [God] maakt zijn engelen geesten” (Hebreeën 1:7). De Schepper heeft dus geestelijke schepselen in het hemelse rijk. Dezen zijn onzichtbaar voor ons, en zij zijn machtig. — Psalm 104:4; 2 Petrus 2:11.
Was het Gods bedoeling dat de engelen slechts onpersoonlijke, vage wezens zouden zijn? Als dat het geval was, waarom beschrijft de bijbel engelen dan als schepselen die gevoel bezitten? De bijbel vertelt ons bijvoorbeeld dat toen het fundament van de aarde werd gelegd, de engelen „te zamen een vreugdegeroep aanhieven, en alle zonen Gods [de engelen] voorts juichend hun instemming betuigden”. — Job 38:4-7.
Net als Gods met verstand begiftigde aardse schepselen, blijken de met verstand begiftigde geestelijke schepselen, de engelen, hun eigen persoonlijkheid te bezitten. Hoewel de bijbel slechts twee engelen bij name noemt (Michaël en Gabriël), wordt door het feit dat engelen inderdaad een naam dragen, nog eens extra beklemtoond dat zij individuen zijn (Lukas 1:11, 19, 26; Judas 9). De bijbel spreekt zich in krachtige bewoordingen uit tegen het aanbidden van engelen, wat ook het opzenden van gebeden tot hen omvat. In plaats van tot engelen te bidden, wordt ons door de apostel Paulus aangeraden: „Maakt wat gij te vragen hebt, bij al uw gebed en smeking, tesamen met uw dankzegging aan God bekend.” — Filippenzen 4:6, De Katholieke Bijbel; Openbaring 19:10; 22:8, 9.
Maar werden engelen dusdanig geprogrammeerd dat zij niet zelf konden kiezen tussen goed en kwaad, als waren zij stompzinnige robotten? Neen, net als mensen beschikken engelen over een vrije wil. Toen bijvoorbeeld bepaalde engelen in de dagen van Noach Gods wetten overtraden, verwierp God hen, en zij zijn uit Gods hemelse hoven verbannen. Dat engelen een ongehoorzaam gedrag aan de dag konden leggen, was een duidelijk bewijs van hun individuele persoonlijkheid. — Genesis 6:1, 2; 2 Petrus 2:4; Matthéüs 25:41.
Aldus verschaft de bijbel ons nuttige inlichtingen over de oorsprong, het bestaan en de aard van engelen. Door buiten datgene te gaan wat Gods Woord over hen zegt, zou iemand ertoe gebracht kunnen worden onnodig na te denken over vragen die de bijbel niet beantwoordt. Het zou zelfs tot gevolg kunnen hebben dat er te veel aandacht of ongepaste aanbidding aan engelen wordt geschonken (Kolossenzen 2:18). De bijbel herinnert ons eraan ons „van de belangrijker dingen [te] vergewissen” en niet ’buiten datgene te gaan wat als goed nieuws is bekendgemaakt’. — Filippenzen 1:10; Galaten 1:8.
De rol van engelen in Gods voornemen
Hoewel velen het wellicht eens zullen zijn over de oorsprong en kenmerkende eigenschappen van engelen, zijn maar weinigen zich werkelijk bewust van de reden van hun bestaan en hoe engelen in deze tijd invloed op ons leven uitoefenen.
In de bijbel zijn de twee woorden die voor „engel” worden gebruikt mal·achʹ (Hebreeuws) en agʹge·los (Grieks; spreek uit: anʹge·los). Deze betekenen beide „boodschapper”. Ze vertellen ons iets over een van de taken die engelen verrichten. De engelen dienen als boodschappers of koeriers tussen God en de mens.
Er werd bijvoorbeeld een engel uitgezonden om Abraham een boodschap te brengen betreffende zijn zoon Isaäk en de zegen die via hem zou komen, een zegen die wij kunnen ontvangen (Genesis 22:11-17). Er werd een engel uitgezonden om met Mozes te spreken (Handelingen 7:37, 38). God zond ook een engel met instructies naar de profeet Elia (2 Koningen 1:3). En een engel verscheen aan Jozef, Jezus’ pleegvader, met speciale instructies aangaande het kleine kind. — Matthéüs 2:13.
Engelen zijn ook uitgezonden om Gods volk te beschermen: „De engel van Jehovah legert zich rondom degenen die hem vrezen, en hij verlost hen” (Psalm 34:7). Zo bevrijdde een engel de apostel Petrus uit de gevangenis (Handelingen 12:6-11). Twee engelen hielpen Lot en zijn dochters de vernietiging van Sodom en Gomorra te overleven door hen uit dat gebied te begeleiden. Lots vrouw handelde echter niet volledig in overeenstemming met de instructies van de engelen, hetgeen tot gevolg had dat zij met die steden werd vernietigd. — Genesis 19:1-26.
De bijbel vermeldt nog veel meer voorbeelden van hulpbetoon door engelen, hetgeen bekrachtigt wat in Hebreeën 1:7 en 14 wordt gezegd: „Met betrekking tot de engelen [zegt hij]: ’En hij maakt zijn engelen geesten en zijn openbare dienaren een vuurvlam.’ Zijn zij niet allen geesten voor openbare dienst, uitgezonden om te dienen ten behoeve van hen die redding zullen beërven?”
De avond vóór Jezus’ dood schonk een engel hem veel troost. Jezus wist wat hem te wachten stond — dat hij verraden, geslagen en wreed terechtgesteld zou worden. Hij had kracht nodig om deze beproeving op zijn rechtschapenheid te doorstaan. Op dat kritieke tijdstip verscheen er een engel aan hem ’om hem te sterken’. Wat moet die door de engel geschonken vertroosting een zegen voor Jezus geweest zijn! Daardoor kon Jezus, hoewel hij in zo’n hevige smart geraakte dat „zijn zweet werd als druppels bloed, die op de grond vielen”, getrouw tot de dood volharden. — Lukas 22:43, 44.
God heeft ook van engelen gebruik gemaakt om de vijanden van zijn volk te verdelgen. Toen de Assyrische wereldmacht Gods aanbidders uit de oudheid bedreigde, geschiedde het volgende: „Het gebeurde nu in die nacht, dat de engel van Jehovah voorts uittrok en in de legerplaats van de Assyriërs honderd vijfentachtig duizend man neersloeg. Toen men ’s morgens vroeg opstond, wel, zie, zij allen waren dood, lijken” (2 Koningen 19:35). U zult kunnen begrijpen wat een ontzagwekkende macht engelen hebben — er was slechts één engel nodig om 185.000 tegenstanders van God en zijn volk terecht te stellen!
Ook de godslasterlijke Herodes kreeg met de macht van een engel te maken. Toen Herodes zich als een god begon te beschouwen, „sloeg de engel van Jehovah hem [ogenblikkelijk], omdat hij de heerlijkheid niet aan God gaf; en hij werd door wormen opgegeten en blies de laatste adem uit”. — Handelingen 12:21-23.
Wij worden erover ingelicht dat als God binnenkort dit gehele goddeloze samenstel van dingen vernietigt, engelen opnieuw als scherprechters gebruikt zullen worden. „De Zoon des mensen zal zijn engelen uitzenden en zij zullen alle dingen die aanleiding tot struikelen geven en degenen die wetteloosheid bedrijven, uit zijn koninkrijk verzamelen, en zij zullen hen in de vuuroven werpen.” — Matthéüs 13:41, 42.
Engelen lijken dus in de verste verte niet op wat veel mensen zich er misschien van voorstellen. De Duitse schrijver van godsdienstige werken dr. Manfred Barthel verklaarde: „Als wij ons de engelen van de Heer willen voorstellen zoals de schrijvers van het Oude Testament hen zagen, zullen wij allereerst de met kuiltjes in de wangen afgebeelde cherubijntjes . . . die onze kerstkaarten sieren, moeten vergeten.” — Was wirklich in der Bibel steht.
Welke invloed oefenen engelen op u uit?
De vraag blijft echter bestaan: Wat doen de engelen in deze tijd? Oefenen zij op dit ogenblik invloed op ons uit? Ja, zeer zeker!
Bedenk dat Jezus in zijn profetie over „het besluit van het samenstel van dingen” voorzei: „Wanneer de Zoon des mensen gekomen zal zijn in zijn heerlijkheid [de Koninkrijksmacht aanvaardt], en alle engelen met hem, dan zal hij op zijn glorierijke troon plaats nemen. En alle natiën zullen vóór hem vergaderd worden, en hij zal de mensen van elkaar scheiden.” — Matthéüs 24:3; 25:31, 32.
Hoe zal dit scheidingswerk tot stand gebracht worden? Jezus voorzei: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen” (Matthéüs 24:14). Ja, God bedient zich van zijn volk op aarde om dit wereldomvattende predikingswerk te verrichten.
Gods koninkrijk is de regering die de enige oplossing voor de problemen van de mensheid zal verschaffen. Op het ogenblik wordt de boodschap over dit koninkrijk in de gehele wereld bekendgemaakt door meer dan drie miljoen getuigen van Jehovah die de steun van engelen genieten. „Zo zal het gaan in het besluit van het samenstel van dingen: de engelen zullen uitgaan en de goddelozen uit het midden der rechtvaardigen afscheiden.” — Matthéüs 13:49.
De mensen reageren thans met gemengde gevoelens op dit onder leiding van engelen verrichte predikingswerk. Sommigen zeggen dat zij het te druk hebben om te luisteren, of zij weigeren dit gewoon. Anderen aarzelen of zijn besluiteloos. Toch hebben veel rechtgeaarde mensen, die zich om hun toekomst bekommeren, gunstig gereageerd. Hoe?
In 208 landen leiden Jehovah’s Getuigen huisbijbelstudies bij miljoenen mensen die „zich bewust zijn van hun geestelijke nood” en die ’hongeren naar rechtvaardigheid’ (Matthéüs 5:3, 6). Veel ervaringen tonen aan dat engelen Gods dienstknechten vaak naar zulke oprechte mensen leiden om hen met de boodschap van redding te bereiken. In Openbaring 14:6 wordt een symbolische beschrijving gegeven van een ’engel die in het midden van de hemel vliegt’ met „eeuwig goed nieuws, om dat als blijde tijdingen bekend te maken aan hen die op de aarde wonen”. Dat gebeurt nu beslist! Welke invloed zal dit op uw toekomst hebben?
Engelen en uw toekomst
De bijbel laat duidelijk zien dat wij ons nu in „de laatste dagen” van dit huidige samenstel bevinden (2 Timótheüs 3:1-5). Ook licht de bijbel ons erover in dat engelen thans ’aan de vier hoeken van de aarde staan en de vier winden van de aarde stevig vasthouden’ (Openbaring 7:1). Wat betekent deze symboliek?
Aangezien de engelen aan de „hoeken” van de aarde staan, verkeren zij in de positie om vanuit alle richtingen verwoestende „winden” los te laten. Geen enkele streek van de aarde zal ontzien worden, hetgeen voor dit goddeloze samenstel en alle ondersteuners ervan „schade” of vernietiging zal betekenen. Aldus wordt beschreven dat Gods engelen klaarstaan om zodra het signaal wordt gegeven, tot handelen over te gaan! — Openbaring 7:3; 19:11-21.
De vernietigende „schade” zal echter alleen degenen treffen die niet gunstig reageren op de door engelen ondersteunde boodschap die thans over de gehele aarde wordt gepredikt. Degenen die God zoeken en naar de Koninkrijksboodschap luisteren, zullen er niet door worden getroffen. Zij zullen gespaard worden, zoals Gods Woord zegt: „Zoekt Jehovah, al gij zachtmoedigen der aarde . . . Zoekt rechtvaardigheid, zoekt zachtmoedigheid. Wellicht zult gij verborgen worden op de dag van Jehovah’s toorn.” — Zefanja 2:3.
Welk lot zal zulke „zachtmoedigen” dan beschoren zijn? Psalm 37:11 zegt: „De zachtmoedigen . . . zullen de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede.” Voor hoe lang? „De rechtvaardigen, díe zullen de aarde bezitten, en zij zullen er eeuwig op verblijven” (Psalm 37:29). Dit betekent dat op een aarde die volgens Jezus’ voorzegging in een paradijs veranderd zal worden, eeuwig leven mogelijk zal zijn. — Lukas 23:43.
U dient u dus af te vragen: ’Wat zal mijn toekomst zijn?’ Het antwoord hangt af van de wijze waarop u op de leiding van engelen reageert. Zult u luisteren en gunstig reageren wanneer de door hen ondersteunde boodschap aan u wordt bekendgemaakt? Zo ja, dan zult u tot degenen behoren die de toekomst met vertrouwen tegemoet kunnen zien, aangezien zij Gods stellige belofte hebben: „De wereld gaat . . . voorbij en ook haar begeerte, maar wie de wil van God doet, blijft in eeuwigheid.” — 1 Johannes 2:17.
[Illustratie op blz. 7]
Engelen ’houden’ thans ’de vier winden vast’. Waarom?