Het mysterie van de poorten
VEEL mensen worden geïntrigeerd door een mysterie — een verhaal met een raadsel, met aanwijzingen die op verschillende manieren geïnterpreteerd kunnen worden en met een verrassend slot, misschien de vondst van een schat. Als dit ook met u het geval is, zult u ’Het mysterie van de poorten’ interessant vinden.
Dit mysterie begon zich af te tekenen te Megiddo, een strategische stad die de handels- en militaire routes in het oude Midden-Oosten beheerste. Archeologen legden de overblijfselen bloot van een monumentale verdedigingspoort, die volgens overtuigende bewijzen uit koning Salomo’s tijd bleek te zijn. Hoe had deze poort eruitgezien? De aanwijzingen begonnen te komen.
Kijk eens naar rechts, naar het model van het oude Megiddo, en vooral naar het omlijnde poortgebied. Eerst kwam een reiziger of een aanvallend leger in de oudheid aan het eind van de oplopende weg naar de versterkte stad bij een buitenste poort. Achter die poort bevond zich een plaza, of binnenplaats. Hier zouden eventuele aanvallers geen enkele dekking hebben als zij verder gingen en naar links afbogen om de belangrijkste verdedigingspoort te bereiken, waar het in ons mysterie om gaat.
Aan weerszijden van de poort bevonden zich versterkte torens. Het gehele poortgebouw was niet vervaardigd van veldstenen of gebakken stenen, maar van de zorgvuldig gehouwen steenblokken die typerend waren voor Salomo’s periode. Maar er was een kenmerkende bouwstijl binnen de poort. Aan weerszijden van een lang portaal bevonden zich zware gemetselde uitspringende muren die zes kamers vormden waar de wacht gestationeerd kon worden. (Vergelijk Ezechiël 40:6, 10, 20, 21, 28, 29.) In normale tijden kon een wagen of een groep kooplieden moeiteloos passeren, maar het zou een andere zaak zijn voor aanvallers die erin waren geslaagd de zware hoofddeuren kapot te rammeien. De gemetselde uitspringende muren zouden aanvallers in een nauwe passage dwingen, aan weerszijden bestookt door gewapende mannen, het puikje van Megiddo’s leger, in de rechts en links gelegen kamers.
Nu verplaatst het mysterie zich naar het noorden van de zee van Galiléa, naar de tell of heuvel van het oude Hazor, waar professor John Garstang in 1928 opgravingen had verricht. In 1955 ging de Israëlische archeoloog Yigael Yadin naar deze enorme tell. Hij had een bijbelse verklaring in gedachten die luidt: „Dit nu is het verslag over degenen die tot dwangarbeid waren verplicht, die koning Salomo liet opkomen voor de bouw van het huis van Jehovah en . . . de muur van Jeruzalem en Hazor en Megiddo en Gezer” (1 Koningen 9:15). Het scheen logisch te zijn dat Salomo’s vestingbouwers een algemeen grondplan zouden volgen voor soortgelijke versterkingen in andere steden die zij herbouwden. Waren er in Hazor zulke Salomonische poorten?
Toen Yadins werkers vorderden met hun opgravingen, troffen zij een kazematmuur aan, een dubbele muur met kamers ertussen. Toen kwam er een groot, aan de muren grenzend bouwwerk te voorschijn. Yadin zegt: „Wij beseften onmiddellijk dat wij de poort ontdekt hadden . . . Verder was het al gauw duidelijk dat het plan van de poort — die uit zes vertrekken en twee torens bestond — alsook de afmetingen ervan identiek waren met die van de poort die [vele jaren] voordien te Megiddo was ontdekt . . . De opwinding in ons kamp nam toe. Wij zetten het plan van de Megiddo-poort op de grond uit en markeerden het met stokken om hoeken en muren aan te duiden, en droegen onze werkers vervolgens op om overeenkomstig de markering te graven, hun belovend: ’hier zullen jullie een muur vinden’ of ’daar zullen jullie een kamer aantreffen’. Toen onze ’profetieën’ juist bleken te zijn, steeg ons prestige geweldig . . . Toen wij [hun] het bijbelvers over Salomo’s activiteiten in Hazor, Megiddo en Gezer voorlazen, duikelde ons prestige maar steeg de bijbel enorm in aanzien!” — Hazor: The Rediscovery of a Great Citadel of the Bible.
Het mysterie van de poorten scheen precies naar verwachting volgens de in de bijbel aangetroffen aanwijzingen te worden opgelost. Maar hoe stond het met Gezer, in het zuiden? Yadin wist dat de Ierse archeoloog R. A. S. Macalister, die daar tussen 1902 en 1909 opgravingen had verricht, niets had gevonden dat aan Salomo werd toegeschreven. Zou men in wat zelfs Yadin „Het mysterie van Gezer” noemde, belangrijke aanwijzingen over het hoofd hebben gezien?
Hij verhaalt: „De ontdekkingen te Hazor en de befaamde passage in 1 Koningen brachten mij ertoe Macalisters verslag opnieuw aan een onderzoek te onderwerpen in de hoop een poort te vinden. Men kan zich mijn verbazing en grenzeloze opwinding goed voorstellen toen . . . ik een bouwplan aantrof . . . getiteld ’Plan van de Makkabeese citadel van Gezer’.” Macalister dateerde de overblijfselen van die „citadel” ten tijde van de opstand van de joodse Makkabeeën (tweede eeuw v.G.T.). Maar Yadin meende in deze oude schets ’een kazematmuur te ontdekken, een buitenste-poorthuis en, belangrijker nog, iets wat op de helft van een stadspoort leek, precies zoals die welke in Megiddo en Hazor waren aangetroffen’. Yadin publiceerde een artikel over deze aanwijzingen. Later deed dr. William G. Dever opgravingen in Gezer. Het resultaat? Dever schreef opgewonden: „Salomo heeft Gezer inderdaad herbouwd!” Of zoals Yadin het stelt: „En jawel, Devers team vond niet alleen de andere helft van de poort, maar de stratigrafie en het aardewerk toonden onomstotelijk aan dat het complex in Salomo’s tijd was gebouwd.”
Het mysterie was dus opgelost. Yadin merkte in The Biblical Archaeologist (Deel XXXIII, 1970, 3) op: „Met behulp van de korte bijbelpassage uit Koningen werden de Salomonische versterkingen, identiek in plan in de drie steden, opgespoord en gedateerd.” „Er schijnt in werkelijkheid geen voorbeeld in de geschiedenis van de archeologie te zijn waarbij een passage zo veel hulp heeft geboden om gebouwen in verscheidene van de belangrijkste tells te identificeren en te dateren . . . als 1 Koningen 9:15.”
[Illustraties op blz. 25]
Op grond van 1 Koningen 9:15 vonden archeologen te Hazor een poort van dezelfde grootte en vorm als die te Megiddo
[Illustraties op blz. 26]
Een luchtfoto van de poort te Gezer. De schets toont aan wat eerst werd blootgelegd (donker) en wat ongeveer 60 jaar later werd gevonden (gestippeld)
[Verantwoording]
Pictorial Archive (Near Eastern History) Est.
[Illustratieverantwoording op blz. 24]
Pictorial Archive (Near Eastern History) Est.