Koninkrijksverkondigers brengen verslag uit
In een verdeeld gezin aan het geloof vasthouden
DE APOSTEL Paulus vermaande christenen: „Schenk voortdurend aandacht aan uzelf en aan uw onderwijs. Blijf bij deze dingen, want door dit te doen, zult gij zowel uzelf redden als hen die naar u luisteren” (1 Timótheüs 4:16). In een oosters land heeft mevrouw L———, nadat zij een van Jehovah’s Getuigen was geworden, wonderbaarlijke zegeningen ondervonden door bij bijbelse leerstellingen te ’blijven’.
Mevrouw L——— en haar man kwamen beiden uit een hindoegezin. Zij werd in 1959 door Jehovah’s Getuigen bezocht, en na met hen de bijbel bestudeerd te hebben, aanvaardde zij de waarheid uit Gods Woord. Toen gaf zij getuigenis aan haar man en andere familieleden. (Vergelijk Johannes 1:40, 41.) Haar man had geen belangstelling, maar haar zuster R——— ging meedoen met de studie. In 1961 werden zij en haar zuster als symbool van hun opdracht aan Jehovah gedoopt. Toen zuster L———’s kinderen opgroeiden, studeerde zij met hen en nam hen mee naar de vergaderingen. Toen de oudste dochter, S———, van school kwam, droeg zij haar leven aan Jehovah op, werd gedoopt en huwde met een Getuige. Na verloop van tijd echter werden zij en haar man beiden inactief. De oudste zoon ging een hogere opleiding volgen en kreeg slechte omgang. Daarna trouwde hij met een katholiek meisje en ging niet langer met Jehovah’s volk om. Daarentegen droeg de jongste dochter, toen zij van school kwam, haar leven aan Jehovah op en werd gedoopt.
Zuster L——— bleef getuigenis geven aan haar familieleden. Een andere zuster van haar kreeg belangstelling, maar haar man stond haar bitter tegen en vernietigde zelfs haar bijbel en boeken. Zij mocht haar drie kinderen niet naar de vergaderingen meenemen, maar zij studeerde thuis met hen. Mettertijd droeg ook zij zich op en werd gedoopt, ondanks de krachtige tegenstand van haar man. Uiteindelijk werden alle drie haar kinderen opgedragen en gedoopte Getuigen.
Intussen bleef zuster L——— aan haar familieleden getuigenis geven. Toen zij met haar broer en zijn vrouw sprak, toonde de broer geen belangstelling, maar zijn vrouw luisterde wel. Na voldoende bijbelkennis verworven te hebben, droeg zij zich aan God op en symboliseerde dit door de waterdoop.
Zuster L——— gaf getuigenis aan een andere broer van haar, die de waarheid tegenstond. Maar zijn vrouw, en ook hun dochter, begonnen te studeren. De dochter werd naar Canada gestuurd voor een verdere wereldse opleiding, maar zij zette haar bijbelstudie en omgang met de Getuigen aldaar voort. Ten slotte nam ook zij een standpunt voor de waarheid in en werd gedoopt. Zij trouwde met een pionier in Canada en haar vader en moeder woonden de bruiloft bij. De omgang met de broeders in Canada had een bijzonder goede uitwerking op de vader.
Resultaten van het getuigenisgeven aan haar familie
De getrouwe inspanningen van zuster L——— werden door Jehovah gezegend. Na verloop van tijd gaf haar jongste dochter haar goed betaalde baan op, nam een deeltijdbaan en begon Jehovah als een volle-tijdbedienaar te dienen. De oudste dochter en haar man begonnen opnieuw te studeren en de vergaderingen te bezoeken en werden weer actief in de bediening. Haar zoon die met een katholiek meisje was getrouwd en van de waarheid was afgedwaald, begon ook weer te studeren en droeg zijn leven uiteindelijk aan Jehovah op en werd gedoopt. De jongste zoon droeg zich ook op en werd gedoopt en nam toen een standpunt in met betrekking tot de neutraliteitskwestie (Jesaja 2:4). Hij werd tot drie jaar gevangenisstraf in een militaire gevangenis veroordeeld, maar gedurende al die tijd gaf hij een krachtig getuigenis, zoals hij dat ook voor de krijgsraad had gedaan. Zijn vader, zuster L———’s echtgenoot, was zo onder de indruk van het standpunt dat zijn zoon innam, dat hij nu belangstelling kreeg en de vergaderingen begon bij te wonen.
Ja, wat zijn zuster L———’s 29 jaren van getrouwe dienst in een verdeeld huisgezin voldoening schenkend en lonend geweest! Het schenkt haar vreugde dat nu ongeveer 18 van haar gezins- en familieleden gedoopt zijn. Moge deze ervaring een bron van aanmoediging en troost zijn voor velen van onze broeders en zusters die onder soortgelijke omstandigheden moeten volharden en in een verdeeld gezin aan hun geloof moeten vasthouden. — 1 Petrus 2:19, 20; 1 Korinthiërs 7:12-16.