Wees rein van geest en lichaam
’Biedt uw lichaam aan als een slachtoffer dat levend, heilig en God welgevallig is.’ — ROMEINEN 12:1.
1. Waarom is mentale en fysieke reinheid volgens de apostel Paulus noodzakelijk?
IEMAND die de heilige God, Jehovah, wil dienen, moet in geestelijk en moreel opzicht zuiver zijn. Dit houdt vanzelfsprekend ook mentale en fysieke reinheid, of reinheid van geest en lichaam, in. Vanwege de staat waarin het huidige samenstel van dingen verkeert, moeten mensen die eruit komen om Jehovah te dienen niet alleen veranderingen in hun denkwijze aanbrengen, maar vaak ook in hun gewoonten. De apostel Paulus schreef aan christenen in Rome: „Dientengevolge verzoek ik u dringend, broeders, op grond van Gods mededogen, uw lichaam aan te bieden als een slachtoffer dat levend, heilig en God welgevallig is, een heilige dienst met uw denkvermogen. En wordt niet langer naar dit samenstel van dingen gevormd, maar wordt veranderd door uw geest te hervormen, opdat gij u ervan kunt vergewissen wat de goede en welgevallige en volmaakte wil van God is” (Romeinen 12:1, 2). Wat is bij mentale en fysieke reinheid betrokken?
Mentale reinheid
2. Hoe zouden onze ogen en ons hart ons tot losbandig gedrag kunnen bewegen, en wat is noodzakelijk om dit te vermijden?
2 Zelfs voordat de Wet gegeven werd, maakte de getrouwe Job duidelijk dat indien wij onze ogen en ons hart niet in bedwang houden, ze ons tot losbandig gedrag kunnen bewegen. Hij zei: „Een verbond heb ik gesloten met mijn ogen. Hoe zou ik mij dan opmerkzaam kunnen betonen ten opzichte van een maagd? Indien mijn hart zich heeft laten verlokken tot een vrouw, . . . dat zou losbandig gedrag zijn, en dat zou een dwaling zijn ter attentie van de rechters” (Job 31:1, 9-11). Indien wij rondweidende ogen hebben en ons hart wispelturig is, hebben wij mentaal streng onderricht nodig, ’het strenge onderricht dat inzicht verleent’. — Spreuken 1:3.
3, 4. (a) Wat blijkt uit het voorbeeld van David en Bathséba, en wat is noodzakelijk om slechte denkgewoonten te veranderen? (b) Waarom dienen christelijke ouderlingen bijzonder voorzichtig te zijn?
3 Koning Davids ogen verleidden hem ertoe overspel te plegen met Bathséba (2 Samuël 11:2, 4). Uit dit voorbeeld blijkt dat zelfs mannen die Jehovah op een in het oog springende wijze gebruikt, tot zonde kunnen vervallen indien zij hun geest niet beheersen. Het kan moeizame krachtsinspanningen vergen om onze denkgewoonten te veranderen. Zulke krachtsinspanningen dienen gepaard te gaan met vurige gebeden om Jehovah’s hulp. Nadat David berouw had gekregen van zijn zonde met Bathséba, bad hij: „Schep in mij zelfs een zuiver hart, o God, en leg in mij een nieuwe, standvastige geest.” — Psalm 51:10.
4 Christelijke ouderlingen dienen bijzonder voorzichtig te zijn dat zij geen verkeerde verlangens gaan koesteren die hen tot ernstige zonde zouden kunnen verleiden (Jakobus 1:14, 15). Aan de christelijke ouderling Timótheüs schreef Paulus: „Het doel van deze opdracht [is] liefde uit een rein hart en uit een goed geweten en uit geloof zonder huichelarij” (1 Timótheüs 1:5). Het zou beslist huichelachtig zijn als een ouderling zich van zijn geestelijke taken kwijt terwijl hij toelaat dat een rondweidend oog in zijn hart gedachten opwekt onreinheid te begaan.
5. Wat moet vermeden worden om rein van geest te blijven?
5 Als christenen dienen wij allen ons uiterste best te doen om rein van geest te zijn. Dit betekent ons verre te houden van alle films, tv-programma’s of lectuur die een verderfelijke invloed op ons denken zouden kunnen hebben. Mentale hygiëne houdt onder meer in dat wij bewust moeite doen om stil te staan bij dingen die ’waar, rechtvaardig en eerbaar’ zijn. De apostel Paulus voegt eraan toe: „Welke deugd er ook is en al wat lof verdient, blijft deze dingen bedenken.” — Filippenzen 4:8.
Persoonlijke hygiëne
6. (a) Geef voorbeelden uit het boek Leviticus waaruit blijkt dat zowel persoonlijke als collectieve hygiëne vereist was in Israël. (b) Waartoe dienden zulke wetten?
6 Er is wel gezegd: „godsvrucht begint met reinheid.” Hoewel iemand die in moreel en fysiek opzicht rein is, niet per se godvruchtig hoeft te zijn, moet een godvruchtig persoon beslist in moreel en fysiek opzicht rein zijn. De Mozaïsche wet gaf nauwkeurige voorschriften aangaande de reiniging van besmette huizen en het zich in water baden in verschillende gevallen van onreinheid. (Zie Leviticus hoofdstuk 14 en 15.) Alle Israëlieten waren verplicht zich heilig te betonen (Leviticus 19:2). De publikatie Hulp tot begrip van de bijbel zegt: „De spijswetten, de hygiënische voorschriften en de morele wetten die God [de Israëlieten] had gegeven, herinnerden hen er voortdurend aan dat zij een voor [God] afgezonderd en heilig volk waren.” — blz. 559.
7. Wat is waar met betrekking tot Jehovah’s Getuigen als volk, maar wat hebben enkele reizende opzieners bericht?
7 Hoewel Jehovah’s Getuigen als volk rein zijn van elke bezoedeling met Babylonische valse religie en geen morele onreinheid in hun midden door de vingers zien, geven berichten van reizende opzieners te kennen dat sommigen het niet zo nauw nemen met persoonlijke hygiëne en netheid. Hoe kunnen wij ons ervan vergewissen dat wij ook in dit opzicht rein zijn? Een goed model voor alle christelijke huisgezinnen is Bethel, een naam die „huis van God” betekent.
8, 9. (a) Welke raad wordt aan alle nieuwe leden van de Bethelfamilie gegeven? (b) Door welke beginselen die in Bethelhuizen worden gehandhaafd, dient elk christelijk huisgezin zich te laten leiden?
8 Wanneer iemand lid wordt van een Bethelfamilie op het hoofdbureau of op een van de bijkantoren van het Wachttorengenootschap ergens ter wereld, ontvangt hij een door het Besturende Lichaam samengestelde brochure. In deze publikatie wordt uiteengezet wat er van hem wordt verwacht op het gebied van werkgewoonten en persoonlijke gewoonten. Onder het kopje „De zorg voor de kamers en reinheid” staat: „Het Bethelleven vereist dat er de hand wordt gehouden aan hoge fysieke, morele en geestelijke maatstaven. Iedereen op Bethel moet zich erom bekommeren zichzelf en zijn kamer schoon te houden. Dit is bevorderlijk voor een goede gezondheid. Er is geen reden waarom iemand vuil zou zijn. Het is een goede gewoonte dagelijks een douche te nemen. . . . Het is noodzakelijk met gewassen handen (en misschien ook gezicht) aan de maaltijd te komen en dat wordt van iedereen verwacht. Het is attent tegenover je kamergenoot en de huishoudzuster om de wastafel of de douche of het bad elke keer na gebruik schoon te spoelen.”
9 In de Bethelhuizen worden de toiletten zorgvuldig schoongehouden en zijn er voorzieningen getroffen om degenen die er gebruik van maken, in staat te stellen onmiddellijk hun handen te wassen. Van de leden van de familie wordt verwacht dat zij het toilet na gebruik schoon achterlaten, hetgeen betekent dat zij dienen te controleren of het toilet goed is doorgespoeld. Aldus toont men consideratie jegens de volgende gebruiker of jegens de huishoudzuster. Dient niet elk christelijk huisgezin zich door zulke voortreffelijke, liefdevolle beginselen te laten leiden?
10. (a) Waarom is een luxueuze badkamer niet noodzakelijk om zichzelf en de kinderen rein te houden? (b) Welke wetten in Israël waren bevorderlijk voor een goede gezondheid, en welke les kan Jehovah’s volk in deze tijd daaruit trekken?
10 Natuurlijk verschillen de omstandigheden van land tot land. Op sommige plaatsen hebben de huizen geen bad of zelfs geen douche. Over het algemeen kunnen christelijke mannen en vrouwen echter wel aan voldoende zeep en water komen om hun lichaam schoon te houden en te zorgen dat hun kinderen schoon zijn.a Veel huizen over de gehele wereld zijn niet op een rioolsysteem aangesloten. Maar afvalstoffen kunnen veilig verwijderd worden door ze te begraven, zoals onder de Israëlieten zelfs in militaire legerplaatsen vereist was (Deuteronomium 23:12, 13). Bovendien stond in Jehovah’s wetten met betrekking tot het leven in de legerplaats dat men kleren vaak moest wassen en zich veelvuldig moest baden, dat ziekten snel gediagnostiseerd en behandeld moesten worden, dat men op de juiste wijze met dode lichamen moest omgaan en dat water en voedselvoorraden zuiver gehouden moesten worden. Al deze wetten droegen tot de gezondheid van de natie bij. Zou Jehovah’s volk in deze tijd met betrekking tot persoonlijke gewoonten ook maar in enig opzicht een lagere hygiënische maatstaf moeten aanleggen? — Romeinen 15:4.
Keurige huizen en auto’s
11. (a) Wat dient van zelfs het bescheidenste christelijke huis gezegd te kunnen worden? (b) Welke medewerking wordt van alle leden van de Bethelfamilie vereist?
11 Ons huis, al is het nog zo bescheiden, kan netjes en schoon zijn, maar dit vergt een goede gezinsorganisatie. Aangezien een christelijke moeder zoveel mogelijk tijd wil besteden aan geestelijke zaken, met inbegrip van het predikingswerk, dient het niet nodig te zijn dat zij elke dag tijd besteedt aan het opruimen van de kleren, boeken, kranten, tijdschriften, enzovoort, die gezinsleden overal laten rondslingeren. Hoewel er op Bethel huishoudzusters zijn om de kamers schoon te houden, wordt van ieder lid van de familie verwacht dat hij ’s ochtends voordat hij naar zijn werk gaat, zijn bed heeft opgemaakt en zijn kamer aan kant heeft. Wij allen hebben waardering voor onze nette en schone Koninkrijkszalen en congreshallen. Mogen ook onze huizen ervan getuigen dat wij deel uitmaken van Jehovah’s reine en heilige volk!
12, 13. (a) Welke raad wordt gegeven betreffende auto’s die in Jehovah’s dienst worden gebruikt, en waarom hoeft dit niet erg tijdrovend te zijn? (b) Welke geestelijke reden bestaat er om in fysiek opzicht rein te zijn en ons huis en onze auto schoon en netjes te hebben?
12 Vele van Jehovah’s dienstknechten in deze tijd gebruiken een auto om naar de vergaderingen en in de velddienst te gaan. In sommige landen is een auto een vrijwel onmisbaar instrument geworden in de dienst voor Jehovah. Als zodanig dient hij net als ons huis netjes en schoon gehouden te worden. Uiteraard kunnen christenen geen overmatige hoeveelheid tijd besteden aan het vertroetelen van hun auto, zoals sommige wereldse mensen doen. Maar zonder tot dat uiterste te vervallen, moeten Jehovah’s dienstknechten ernaar streven hun auto redelijk schoon en in goede staat te houden. In sommige landen kost het niet veel geld en tijd een auto bij een benzinestation een wasbeurt te geven. Wat de binnenkant van een auto betreft, tien minuten schoonmaken en opruimen doet wonderen. Vooral ouderlingen en dienaren in de bediening moeten ernaar streven in dit opzicht een goed voorbeeld te zijn, aangezien zij hun auto vaak gebruiken om groepjes verkondigers in de velddienst mee te nemen. Wanneer een verkondiger een geïnteresseerde ophaalt voor een vergadering, is het beslist geen goed getuigenis als zijn of haar auto vuil en onverzorgd is.
13 Zo zullen wij door de moeite die wij ons getroosten om in fysiek opzicht rein te zijn en ons huis en onze auto schoon en netjes te houden, Jehovah eren als leden van zijn reine organisatie.
Reinheid bij het brengen van geestelijke slachtoffers
14. Welke wetten in verband met ceremoniële reinheid golden voor Israël, en wat wordt door deze wetten te kennen gegeven?
14 In Israël werd op straffe des doods ceremoniële reinheid in verband met de aanbidding vereist. Jehovah zei tot Mozes en Aäron: „Gij moet de zonen van Israël afgezonderd houden van hun onreinheid, opdat zij niet sterven in hun onreinheid, doordat zij mijn tabernakel, die in hun midden is, verontreinigen” (Leviticus 15:31). Op de Verzoendag moest de hogepriester zich tweemaal in water baden (Leviticus 16:4, 23, 24). Het koperen bekken bij de tabernakel, en later de reusachtige koperen zee in de tempel, was gevuld met water, dat de priesters konden gebruiken om zich te wassen voordat zij slachtoffers aan Jehovah brachten (Exodus 30:17-21; 2 Kronieken 4:6). Hoe stond het met de Israëlieten in het algemeen? Als zij om de een of andere reden ceremonieel onrein waren geworden, konden zij pas weer aan de aanbidding deelnemen wanneer zij aan de reinigingsvoorschriften hadden voldaan (Numeri 19:11-22). Dit alles beklemtoonde dat degenen die de heilige God, Jehovah, aanbidden, in fysiek opzicht rein moeten zijn.
15. Waarom zijn dierenoffers niet langer noodzakelijk, maar welke vragen worden opgeworpen?
15 Het is waar dat van Jehovah’s volk in deze tijd niet wordt vereist dat zij dierenoffers brengen in een aardse tempel. De slachtoffers die onder de Wet golden, zijn vervangen door „de offergave van het lichaam van Jezus Christus, eens voor altijd” (Hebreeën 10:8-10). Wij „[aanbidden] de Vader met geest en waarheid” (Johannes 4:23, 24). Maar betekent dit dat wij geen slachtoffers hebben die wij onze heilige God Jehovah moeten aanbieden? En wordt er van ons in mindere mate reinheid vereist dan van de Israëlieten?
16. Hoe is de profetie van Maleachi 3:3, 4 sinds 1918 ten aanzien van gezalfde christenen in vervulling gegaan, en welke aanvaardbare offers kunnen zij Jehovah brengen?
16 De profetie van Maleachi laat zien dat gezalfde christenen op aarde in de tijd van het einde gelouterd, of gereinigd, zouden worden voor tempeldienst. De geschiedenis laat zien dat deze loutering in 1918 begon. Sedert 1919 zijn de leden van het gezalfde overblijfsel „voor Jehovah stellig mensen [geworden] die een offergave aanbieden in rechtvaardigheid” en hun offergave is ’Jehovah aangenaam’ (Maleachi 3:3, 4). Aldus zijn zij in staat „geestelijke slachtoffers te brengen, aanvaardbaar voor God door bemiddeling van Jezus Christus” (1 Petrus 2:5). De apostel Paulus schreef: „Laten wij door bemiddeling van hem God altijd een slachtoffer van lof brengen, namelijk de vrucht der lippen die zijn naam in het openbaar bekendmaken.” — Hebreeën 13:15.
17. Waarom moeten de leden van de „grote schare”, ofschoon zij niet tot de koninklijke priesterschap behoren, in fysiek, mentaal, moreel en geestelijk opzicht rein zijn?
17 Hoewel de leden van de „grote schare” niet zoals het gezalfde overblijfsel tot het verrichten van priesterdienst in de tempel geroepen zijn, „verrichten [zij] dag en nacht heilige dienst” voor Jehovah in het aardse voorhof van zijn geestelijke tempel (Openbaring 7:9, 10, 15). Zoals men weet, moesten niet-priesterlijke Israëlieten ceremonieel rein zijn om deel te mogen nemen aan de aanbidding bij de tabernakel of, later, in de tempel. Evenzo moet de grote schare andere schapen in fysiek, mentaal, moreel en geestelijk opzicht rein zijn als zij dienst willen verrichten in de tempel en samen met het overblijfsel een aandeel willen hebben aan het ’brengen van een slachtoffer van lof aan God’ door ’zijn naam in het openbaar bekend te maken’.
Rein en netjes voor velddienst en vergaderingen
18. Waar dienen wij ons, wanneer wij aan het openbare getuigeniswerk deelnemen en vergaderingen bijwonen, om te bekommeren met betrekking tot onze persoonlijke reinheid, kleding en schoeisel?
18 Wat betekent dit in de praktijk? Het betekent dat het hoogst ongepast en oneerbiedig tegenover Jehovah zou zijn hem in de van-huis-tot-huisbediening, op straat of bij iemand thuis te vertegenwoordigen als wij niet in fysiek opzicht rein zijn en netjes gekleed gaan. Wij moeten dus niet nonchalant zijn in zulke kwesties. Wij moeten er nauwlettend aandacht aan schenken, zodat wij ons gedragen op een wijze die bedienaren die Jehovah’s naam dragen betaamt. Onze kleding hoeft niet duur te zijn, maar moet wel schoon en bescheiden zijn en van goede smaak getuigen. Ons schoeisel dient ook goed onderhouden te zijn en er netjes uit te zien. Insgelijks dienen wij op alle vergaderingen, met inbegrip van de gemeenteboekstudie, rein van lichaam te zijn en netjes en passend gekleed te gaan.
19. Welke geestelijke voordelen spruiten uit onze reine en nette verschijning als christelijke bedienaren voort?
19 Onze schone en nette verschijning tijdens onze deelname aan het getuigeniswerk en op onze vergaderingen vormt één manier om ’de leer van onze Redder, God, te sieren’ (Titus 2:10). Het is een getuigenis op zich. Veel mensen zijn onder de indruk geraakt van onze reinheid en netheid, en dit heeft hen ertoe bewogen te luisteren naar onze boodschap betreffende Jehovah’s wonderbare voornemens met betrekking tot rechtvaardige nieuwe hemelen en een gereinigde nieuwe aarde. — 2 Petrus 3:13.
20. Welke goede vrucht is ook nog het gevolg van het feit dat wij rein van geest en lichaam zijn?
20 Naarmate Jehovah’s reine nieuwe samenstel naderbij komt, dienen wij allen onszelf te onderzoeken om te zien of wij veranderingen moeten aanbrengen in onze denkwijze of in onze gewoonten. Paulus schreef: „Ik spreek in menselijke bewoordingen om de zwakheid van uw vlees; want evenals gij uw leden als slaven hebt aangeboden aan onreinheid en wetteloosheid met wetteloosheid in het vooruitzicht, zo moet gij uw leden nu als slaven aan de rechtvaardigheid aanbieden met heiligheid in het vooruitzicht” (Romeinen 6:19). Geestelijke reinheid en fysieke reinheid werpen nu reeds een goede vrucht af, namelijk „heiligheid . . . en als eindresultaat eeuwig leven” (Romeinen 6:22). Laten wij derhalve, terwijl wij ’ons lichaam als een slachtoffer aanbieden dat levend, heilig en God welgevallig is’, rein van geest en lichaam zijn. — Romeinen 12:1.
[Voetnoten]
a Zie voor praktische suggesties over hygiëne onder moeilijke omstandigheden het artikel „De uitdaging: Reinheid”, gepubliceerd in de Ontwaakt! van 22 september 1988, blz. 8-11.
Punten ter herinnering
◻ Hoe kunnen onze ogen en ons hart ons tot losbandig gedrag bewegen?
◻ Welke voordelen vielen de Israëlieten ten deel wanneer zij Jehovah’s wetten aangaande collectieve en persoonlijke hygiëne gehoorzaamden?
◻ Door welke beginselen die in Bethelhuizen worden gehandhaafd, dient elk christelijk huisgezin zich te laten leiden?
◻ Vooral wanneer dienen wij ons om onze uiterlijke verschijning te bekommeren?
◻ Welke geestelijke redenen hebben Jehovah’s dienstknechten om hun huis en hun auto schoon en netjes te houden?
[Illustratie op blz. 17]
„Het Bethelleven vereist dat de hand wordt gehouden aan hoge fysieke, morele en geestelijke maatstaven”
[Illustratie op blz. 18]
Is het nodig dat een moeder elke dag extra tijd besteedt aan het opruimen van dingen die onnadenkende gezinsleden laten rondslingeren?
[Illustratie op blz. 19]
Tien minuten besteden aan het van binnen schoonmaken van een auto kan wonderen doen