De bijbelse kijk op vrede en zekerheid
Er zijn veel mensen die de kennelijke tendens tot grotere wereldeenheid en de mogelijk hieruit voortvloeiende vrede en zekerheid nemen voor wat het waard lijkt. Zij hopen dat een dergelijke ontwikkeling tot een betere wereld zal leiden. De bijbel geeft echter te kennen dat er meer bij betrokken is dan men op het eerste gezicht zou denken.
HET onderwerp vrede en zekerheid is voor christenen vooral van belang wegens hetgeen de apostel Paulus onder inspiratie schreef aan een eerste-eeuwse christelijke gemeente. Zijn woorden staan in de bijbel opgetekend in 1 Thessalonicenzen 5:3: „Wanneer zij zeggen: ’Vrede en zekerheid!’, dan zal een plotselinge vernietiging ogenblikkelijk over hen komen zoals het barenswee over een zwangere vrouw, en zij zullen geenszins ontkomen.” Deze schriftplaats doet belangrijke vragen rijzen.
Vrede en zekerheid — Een voorspel waarvan?
Als u de context van Paulus’ bovenaangehaalde woorden leest, zult u zien dat degenen die „vrede en zekerheid” zeggen, geen waakzame christenen zijn, maar veeleer personen die slapen met betrekking tot wat er werkelijk gebeurt. Zij bevinden zich in een gevaarlijke situatie maar zijn zich er niet van bewust omdat zij denken dat de toestand beter wordt. Paulus zei echter over christenen: „Wat nu de tijden en de tijdperken betreft, broeders, daarover behoeft u niets geschreven te worden” (1 Thessalonicenzen 5:1). Ja, wij moeten ons bewust zijn van Gods tijdschema van gebeurtenissen. Waarom? Omdat Paulus zei dat een tijd van plotselinge vernietiging, „Jehovah’s dag” genoemd, „precies zo komt als een dief in de nacht”. — 1 Thessalonicenzen 5:2.
Wat is bij het voorzegde spreken over vrede en zekerheid betrokken? Het moet duidelijk meer inhouden dan slechts gepraat. Mensen hebben bijna net zo lang over vrede gepraat als zij oorlogen hebben gevoerd. Paulus’ woorden moeten betrekking hebben op een tijd waarin de natiën op een in het oog vallende wijze vrede en zekerheid tot stand schijnen te brengen. Maar dit zal slechts oppervlakkig het geval zijn. Een zich als zodanig voordoende vrede en zekerheid die tot plotselinge vernietiging leidt, is duidelijk noch een werkelijke vrede noch werkelijke zekerheid.
Ook Jezus sprak over deze plotselinge vernietiging. Hij maakte melding van een „grote verdrukking . . . zoals er sedert het begin der wereld tot nu toe niet is voorgekomen, neen, en ook niet meer zal voorkomen”. Verscheidene honderden jaren vóór Jezus sprak ook de profeet Daniël erover, en hij beschreef deze periode als „een tijd van benauwdheid . . . zoals er niet is teweeggebracht sedert er een natie is ontstaan tot op die tijd”. — Mattheüs 24:21; Daniël 12:1.
Ongeacht of deze tijd een grote verdrukking of een tijd van benauwdheid wordt genoemd, volgens de profetieën zal dan elk spoortje van Satans aardse stelsel worden weggevaagd. Het geprofeteerde spreken over vrede en zekerheid wijst niet op goddelijke goedkeuring, maar heeft veeleer precies het tegenovergestelde tot gevolg! — Vergelijk Zefanja 3:8.
Tijdselementen onthuld
Vormen de recente kennelijke stappen tot een grotere wereldeenheid en de hieruit voortvloeiende verwachtingen met betrekking tot vrede en zekerheid een vervulling van Paulus’ profetische waarschuwing? Welnu, zoals al zo vaak in dit tijdschrift is aangetoond, zijn wij sinds 1914 getuige geweest van de vervulling van talloze bijbelprofetieën in verband met Jezus’ hemelse tegenwoordigheid in Koninkrijksmacht (Mattheüs hfdst. 24, 25; 2 Timotheüs 3:1-5; Openbaring 6:1-8). Jezus heeft te kennen gegeven dat Jehovah’s dag, waarop er een plotselinge vernietiging over de goddelozen komt, zal aanbreken terwijl personen die deel uitmaken van het mensengeslacht dat het begin van deze tijd heeft meegemaakt, nog in leven zijn. — Lukas 21:29-33.
Ook de apostel Paulus introduceerde een tijdselement. Hij zei: „Terwijl zij over vrede en zekerheid praten, worden zij plotseling door rampspoed getroffen.” Deze weergave van Paulus’ woorden in The New English Bible toont duidelijk aan dat de grote verdrukking plaatsvindt „terwijl zij . . . praten”. Als een dief in de nacht — onvoorzien — zal vernietiging toeslaan wanneer dit het minst verwacht wordt, terwijl de aandacht van de meeste mensen gevestigd is op de door hen zozeer begeerde vrede en zekerheid. Hoewel wij dus op het ogenblik niet definitief kunnen zeggen of de huidige vrede-en-zekerheidsituatie een vervulling vormt van Paulus’ woorden of in hoeverre het praten over vrede en zekerheid zich nog verder moet ontwikkelen, maakt het feit dat er nu op een ongeëvenaarde wijze over wordt gesproken, christenen er dus op bedacht dat zij te allen tijde waakzaam moeten blijven.
„Botsing” tussen wereldmachten
Toen de profeet Daniël over de tijd van benauwdheid sprak, bracht ook hij een tijdselement ter sprake. Hij toonde aan dat de tijd van benauwdheid zich zou voordoen aan het einde van een langdurig conflict tussen twee machtsblokken waarvan de ene „de koning van het noorden” en de andere „de koning van het zuiden” wordt genoemd (Daniël 11:5-43). Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog zijn deze machtsblokken vertegenwoordigd door een kapitalistische „koning van het zuiden” en een socialistische „koning van het noorden”.
Daniël voorzei een „botsing”, een „met hoornen stoten” (Statenvertaling). Men zou de bittere rivaliteit tussen de twee machtsblokken, zoals die de afgelopen 45 jaar op te merken viel, kunnen vergelijken met twee worstelaars die voortdurend tegen elkaar aan staan te duwen in een poging de overhand te krijgen. In de laatste tijd schijnt er minder vaak sprake te zijn van zulk een duwen. Zo verklaarde de minister van Buitenlandse Zaken van de Sovjet-Unie in mei vorig jaar dat de Koude Oorlog voorbij was. In juni berichtte het tijdschrift Time over een topontmoeting tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie: „Sommige van de overeenkomsten op het punt van wapenbeheersing en kernproeven zouden enkele jaren geleden een verbazingwekkende prestatie geleken hebben. Nu lijken zelfs alle overeenkomsten bij elkaar genomen als een anticlimax over te komen.”
De tijd zal leren of deze schijnbare vriendschap tussen de twee supermachten tijdelijk of blijvend is. Eén feit staat echter vast. Wij bevinden ons ver in de door Jezus genoemde tijdsperiode. En de dingen die in de wereld gebeuren, geven te kennen dat wij niet ver meer verwijderd zijn van de gebeurtenissen die door de apostel Paulus en de profeet Daniël zijn voorzegd. Al zijn de recente politieke ontwikkelingen in zekere mate toe te schrijven aan de invloed van de kerken der christenheid, ze zullen niet tot blijvende vrede leiden. Uit alles blijkt dat ze voor de natiën van deze wereld precies het tegenovergestelde tot gevolg zullen hebben.
[Illustraties op blz. 6]
De tijd zal leren hoe lang de schijnbare vriendschap tussen de twee supermachten zal duren
[Verantwoording]
USSR Mission to the UN