Getuigenis afleggen voor „alle natiën”
„Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen.” — MATTHEÜS 24:14.
1. Waarom moeten de in Mattheüs 24:14 opgetekende woorden van Jezus een verrassing voor zijn volgelingen zijn geweest?
WAT een verrassing moeten de bovenstaande woorden van Jezus voor zijn joodse discipelen geweest zijn! Alleen al de gedachte dat geheiligde joden met ’onreine’ heidenen, „mensen uit de natiën”, zouden moeten gaan praten, was voor een jood vreemd, ja, zelfs weerzinwekkend.a Een gewetensvolle jood zou er immers niet over denken het huis van een heiden binnen te gaan! Wat moesten die joodse discipelen nog veel leren over Jezus, zijn liefde en zijn predikingsopdracht. Ook moesten zij nog veel leren over Jehovah’s onpartijdigheid. — Handelingen 10:28, 34, 35, 45.
2. (a) Tot in welke mate hebben de Getuigen hun bediening tot dusver verricht? (b) Welke drie basisfactoren hebben tot de vooruitgang van de Getuigen bijgedragen?
2 Jehovah’s Getuigen hebben het goede nieuws gepredikt onder de natiën, met inbegrip van het hedendaagse Israël, en verkondigen het thans in meer natiën dan ooit tevoren. In 1994 prediken meer dan vier en een half miljoen Getuigen in zo’n 230 landen. Zij leiden ongeveer vier en een half miljoen huisbijbelstudies met geïnteresseerden. Dit wordt gedaan ondanks wereldwijd vooroordeel, dat vaak stoelt op onwetendheid omtrent de leerstellingen en beweegredenen van de Getuigen. Wat van de eerste christenen werd gezegd, kan ook van hen worden gezegd: „Werkelijk, wat deze sekte aangaat, het is ons bekend dat ze overal tegenspraak ondervindt” (Handelingen 28:22). Waaraan moeten wij het succes van hun bediening dan toeschrijven? Er zijn ten minste drie factoren die tot hun vooruitgang bijdragen — zij volgen de leiding van Jehovah’s geest, zij volgen Christus’ praktische methoden na en zij gebruiken de juiste instrumenten voor een doeltreffende communicatie.
Jehovah’s geest en het goede nieuws
3. Waarom kunnen wij ons niet beroemen op wat er tot stand is gebracht?
3 Beroemen Jehovah’s Getuigen zich op hun succes alsof het toe te schrijven zou zijn aan bepaalde speciale bekwaamheden die zij wellicht bezitten? Nee, want de volgende woorden van Jezus zijn van toepassing: „Wanneer gij alles hebt gedaan wat u is opgedragen, [moet gij] zeggen: ’Wij zijn onnutte slaven. Wij hebben gedaan wat wij moesten doen.’” Als opgedragen, gedoopte christenen hebben Jehovah’s Getuigen vrijwillig de verantwoordelijkheid aanvaard God te dienen, ongeacht hun persoonlijke omstandigheden. Voor sommigen betekent dat volle-tijddienst als zendeling of als vrijwilliger op een bijkantoor of drukkerij waar christelijke publikaties worden vervaardigd. Voor anderen leidt die christelijke bereidwilligheid tot bouwwerkzaamheden aan religieuze gebouwen, tot volle-tijdprediking als pionierbedienaar of tot part-timeprediking als verkondiger van het goede nieuws in plaatselijke gemeenten. Wij kunnen ons er geen van allen terecht op beroemen dat wij onze plicht — datgene „wat wij moesten doen” — vervullen. — Lukas 17:10; 1 Korinthiërs 9:16.
4. Hoe is de wereldwijde tegenstand tegen de christelijke bediening overwonnen?
4 Elk eventuele succes dat wij hebben, moet toegeschreven worden aan Jehovah’s geest of werkzame kracht. In deze tijd kan met nog evenveel recht als in de dagen van de profeet Zacharia gezegd worden: „Dit is het woord van Jehovah tot Zerubbabel, hetwelk luidt: ’„Niet door een krijgsmacht, noch door kracht, maar door mijn geest”, heeft Jehovah der legerscharen gezegd.’” De wereldwijde tegenstand tegen het predikingswerk van de Getuigen is dan ook niet overwonnen door menselijke inspanning, maar door Jehovah’s leiding en bescherming. — Zacharia 4:6.
5. Welke rol speelt Jehovah bij het laten verbreiden van de Koninkrijksboodschap?
5 Over degenen die gunstig op de Koninkrijksboodschap reageren, zei Jezus: „Er staat geschreven in de Profeten: ’En zij zullen allen door Jehovah worden onderwezen.’ Een ieder die het van de Vader gehoord en geleerd heeft, komt tot mij. . . . Niemand kan tot mij komen, tenzij het hem door de Vader gegeven is” (Johannes 6:45, 65). Jehovah kan het hart en de geest lezen, en hij kent degenen die vermoedelijk gunstig op zijn liefde zullen reageren, ook al kennen zij hem misschien nog niet. Tevens gebruikt hij zijn engelen om deze unieke bediening te leiden. Daarom zag Johannes in een visioen hoe engelen een aandeel hebben aan het werk en schreef hij: „Ik zag een andere engel in het midden van de hemel vliegen, en hij had eeuwig goed nieuws, om dat als blijde tijdingen bekend te maken aan hen die op de aarde wonen, en aan elke natie en stam en taal en elk volk.” — Openbaring 14:6.
Zich bewust van een geestelijke nood
6. Welke grondhouding heeft iemand nodig om gunstig op het goede nieuws te kunnen reageren?
6 Nog een reden waarom Jehovah iemand in de gelegenheid stelt het goede nieuws te aanvaarden, wordt door Jezus tot uitdrukking gebracht: „Gelukkig zijn zij die zich bewust zijn van hun geestelijke nood, want hun behoort het koninkrijk der hemelen toe” (Mattheüs 5:3). Wie zelfgenoegzaam is of niet naar de waarheid zoekt, zal zich niet bewust zijn van een geestelijke nood. Hij of zij denkt uitsluitend in materiële, vleselijke termen. Zelfvoldaanheid wordt een barrière. Daarom moeten wij wanneer velen die wij bij ons van-huis-tot-huiswerk ontmoeten de boodschap afwijzen, alle verschillende redenen die mensen voor hun reactie kunnen hebben, in aanmerking nemen.
7. Waarom reageren velen niet gunstig op de waarheid?
7 Velen weigeren te luisteren omdat zij hardnekkig vasthouden aan de religie die zij hebben geërfd en niet openstaan voor een gesprek. Anderen voelen zich aangetrokken tot een religie die bij hun persoonlijkheid past — sommigen willen mystiek, anderen reageren op emotionaliteit, weer anderen zoeken naar sociale omgang in hun kerk. Velen in deze tijd hebben gekozen voor een levensstijl die strijdig is met Gods maatstaven. Misschien leiden zij een immoreel leven en is dat de reden waarom zij zeggen: „Ik heb geen belangstelling.” Weer anderen, die misschien beweren ontwikkeld en wetenschappelijk te zijn, verwerpen de bijbel als al te simplistisch. — 1 Korinthiërs 6:9-11; 2 Korinthiërs 4:3, 4.
8. Waarom dient een afwijzende houding onze ijver niet te doen verflauwen? (Johannes 15:18-20)
8 Dient het feit dat de meeste mensen van een afwijzende houding blijk geven, ons geloof en onze ijver in de levenreddende bediening te doen verflauwen? Wij kunnen troost putten uit de woorden die Paulus aan de Romeinen schreef: „Wat dan is het geval? Indien sommigen geen geloof tot uitdrukking hebben gebracht, zal hun ongeloof de getrouwheid van God dan soms tenietdoen? Dat geschiede nooit! Maar God worde waarachtig bevonden, ook al wordt ieder mens een leugenaar bevonden, zoals er staat geschreven: ’Opdat gij rechtvaardig zoudt blijken in uw woorden en overwint wanneer gij wordt geoordeeld.’” — Romeinen 3:3, 4.
9, 10. Welke bewijzen zijn er dat in veel landen de tegenstand overwonnen is?
9 Wij kunnen aanmoediging putten uit de vele voorbeelden overal ter wereld van landen die zeer onontvankelijk leken maar na verloop van tijd precies het tegenovergestelde te zien gaven. Jehovah en de engelen wisten dat daar mensen met een goede hartetoestand te vinden waren — maar Jehovah’s Getuigen moesten doorzettingsvermogen hebben en volharding in hun bediening aan de dag leggen. Neem bijvoorbeeld eens enkele landen waar het katholicisme vijftig jaar geleden een onoverkomelijke hindernis leek te vormen — Argentinië, Brazilië, Colombia, Ierland, Italië, Mexico, Portugal en Spanje. Destijds, in 1943, waren er maar weinig Getuigen, over de hele wereld slechts 126.000, van wie 72.000 in de Verenigde Staten. De onwetendheid en het vooroordeel waarmee de Getuigen werden geconfronteerd, leek een stenen muur die niet te doorbreken was. Toch geven juist die landen tegenwoordig enkele van de prachtigste predikingsresultaten te zien. Hetzelfde geldt voor veel voormalige communistische landen. Daarvan getuigt de doop van 7402 personen op een congres in Kiëv (Oekraïne) in 1993.
10 Van welke methoden hebben de Getuigen zich bediend om het goede nieuws aan hun naasten mee te delen? Hebben zij materiële lokmiddelen gebruikt om bekeerlingen te winnen, zoals sommigen hebben aangevoerd? Hebben zij alleen de armen en ongeschoolden bezocht, zoals anderen hebben beweerd?
Succesvolle methoden om het goede nieuws te prediken
11. Welk voortreffelijke voorbeeld gaf Jezus in zijn bediening? (Zie Johannes 4:6-26.)
11 Jezus en zijn discipelen hebben het model verschaft dat de Getuigen tot op deze dag volgen bij het maken van discipelen. Jezus ging overal naar toe waar zich mensen bevonden, of zij nu rijk waren of arm — naar huizen, openbare plaatsen, oevers van meren, berghellingen, ja, zelfs naar synagogen. — Mattheüs 5:1, 2; 8:14; Markus 1:16; Lukas 4:15.
12, 13. (a) Hoe verschafte Paulus een model voor christenen? (b) Hoe hebben Jehovah’s Getuigen Paulus’ voorbeeld nagevolgd?
12 De apostel Paulus kon terecht over zijn eigen bediening zeggen: „Gij weet zeer goed hoe ik vanaf de eerste dag dat ik het district Asia betrad, al de tijd bij u ben geweest en . . . de Heer als slaaf heb gediend, . . . terwijl ik mij er niet van heb weerhouden u al wat nuttig was te vertellen en u in het openbaar en van huis tot huis te onderwijzen.” — Handelingen 20:18-20.
13 Jehovah’s Getuigen staan er in de hele wereld om bekend dat zij vasthouden aan het apostolische model, de bediening van huis tot huis. In plaats van zich te concentreren op een kostbare, oppervlakkige en onpersoonlijke tv-bediening, gaan de Getuigen naar de mensen toe, naar rijk en arm, en spreken van aangezicht tot aangezicht met hen. Zij proberen gesprekken te voeren over God en zijn Woord.b Zij doen geen pogingen om rijstchristenen te maken door materiële goederen uit te delen. Degenen die bereid zijn te redeneren, brengen zij onder de aandacht dat de enige ware oplossing voor de problemen van de mensheid gelegen is in de heerschappij van Gods koninkrijk, waardoor de omstandigheden op onze aarde ten goede veranderd zullen worden. — Jesaja 65:17, 21-25; 2 Petrus 3:13; Openbaring 21:1-4.
14. (a) Hoe hebben veel zendelingen en pioniers een stevig fundament gelegd? (b) Wat leren wij uit de ervaring van Jehovah’s Getuigen in Japan?
14 Om het werk in zoveel mogelijk landen gedaan te krijgen, hebben zendelingen en pioniers in veel natiën een bruggehoofd gevormd. Zij hebben een fundament gelegd, en vervolgens hebben de plaatselijke Getuigen de leiding genomen. Er zijn dus geen grote aantallen buitenlandse Getuigen nodig geweest om de prediking gaande en goed georganiseerd te houden. Eén opmerkelijk voorbeeld is dat van Japan. Aan het eind van de jaren veertig gingen daar voornamelijk Austraal-Aziatische en Britse zendelingen naar toe, leerden de taal, pasten zich aan de enigszins primitieve omstandigheden van dat naoorlogse tijdperk aan en begonnen van huis tot huis te prediken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren de Getuigen in Japan verboden geweest en vervolgd. Dus toen de zendelingen arriveerden, troffen zij slechts een handjevol actieve Japanse Getuigen aan. Maar thans zijn die uitgegroeid tot ruim 187.000 verkondigers in meer dan 3000 gemeenten! Wat was het geheim van hun vroege succes? Een zendeling die daar meer dan 25 jaar heeft gediend, zei: „Het was heel belangrijk gesprekken met de mensen te leren voeren. Doordat wij hun taal kenden, konden wij ons met hen identificeren, hun levenswijze begrijpen en waarderen. Wij moesten laten zien dat wij van de Japanners hielden. Nederig probeerden wij een deel van de plaatselijke gemeenschap te worden, zonder natuurlijk met onze christelijke waarden te schipperen.”
Ook christelijk gedrag is een getuigenis
15. Hoe hebben de Getuigen een christelijk gedrag aan de dag gelegd?
15 Het is echter niet alleen de bijbelse boodschap waarop de mensen gunstig reageren. Zij hebben ook het christendom in actie gezien. Zij hebben opgemerkt hoe onder de Getuigen liefde, harmonie en eenheid heerst, zelfs onder de meest beproevingsvolle omstandigheden zoals burgeroorlogen, stammentwisten en etnische vijandschap. De Getuigen hebben in alle conflicten een duidelijk standpunt van christelijke neutraliteit bewaard en hebben de volgende woorden van Jezus vervuld: „Ik geef u een nieuw gebod, dat gij elkaar liefhebt; net zoals ik u heb liefgehad, dat ook gij elkaar liefhebt. Hieraan zullen allen weten dat gij mijn discipelen zijt, indien gij liefde onder elkaar hebt.” — Johannes 13:34, 35.
16. Welke ervaring illustreert christelijke liefde in de praktijk?
16 Naastenliefde werd geïllustreerd in het geval van een bejaarde man die naar een plaatselijke krant schreef over „de heer en mevrouw Prachtmens”. Hij zette uiteen dat zijn buren goed voor hem waren geweest toen zijn vrouw op sterven lag. „Sinds haar heengaan . . . zijn ze geweldig geweest”, zo schreef hij. „Sedertdien hebben zij mij ’geadopteerd’ . . ., doen allerlei klusjes en helpen de problemen van een 74-jarige gepensioneerde op te lossen. Wat dit alles nog ongewoner maakt, is dat zij zwart zijn en ik blank ben. Zij zijn Jehovah’s Getuigen, en ik een gewezen katholiek.”
17. Welke handelwijze dienen wij te vermijden?
17 Deze ervaring illustreert dat wij op vele manieren, onder andere door ons dagelijkse gedrag, getuigenis kunnen geven. Trouwens, als ons gedrag niet christelijk was, zou onze bediening farizees zijn en geen uitwerking hebben. Wij willen niet zijn zoals degenen die Jezus beschreef: „Doet en onderhoudt . . . alles wat zij u zeggen, maar doet niet naar hun daden, want zij zeggen het wel, maar volbrengen het niet.” — Mattheüs 22:37-39; 23:3.
De slaafklasse verschaft de juiste instrumenten
18. Hoe rust bijbelse lectuur ons toe om rechtgeaarde mensen te helpen?
18 Nog een onontbeerlijke factor bij de prediking van het goede nieuws tot alle natiën is de beschikbaarheid van door de Watch Tower Bible and Tract Society vervaardigde bijbelse lectuur. Wij hebben boeken, brochures, traktaten en tijdschriften waarin bijna iedere oprechte vragensteller bevredigende antwoorden kan vinden. Ontmoeten wij een moslim, een hindoe, een boeddhist, een taoïst of een jood, dan kunnen wij gebruik maken van het boek De mens op zoek naar God of een verscheidenheid aan traktaten en brochures om een gesprek en misschien een bijbelstudie te beginnen. Als een evolutionist iets over schepping vraagt, kunnen wij het boek Leven — Hoe is het ontstaan? Door evolutie of door schepping? gebruiken. Vraagt een jongere ’Wat is het doel van het leven?’, dan kunnen wij hem verwijzen naar het boek Wat jonge mensen vragen — Praktische antwoorden. Als iemand gebukt gaat onder persoonlijke problemen — depressiviteit, vermoeidheid, verkrachting, echtscheiding — hebben wij tijdschriften waarin zulke onderwerpen op praktische wijze besproken zijn. De getrouwe slaafklasse, waarvan Jezus profeteerde dat ze „te rechter tijd . . . voedsel” zou verschaffen, kwijt zich werkelijk van haar taak. — Mattheüs 24:45-47.
19, 20. Hoe heeft het Koninkrijkswerk in Albanië vaart gekregen?
19 Maar om de natiën te bereiken, is het nodig geweest deze lectuur in vele talen te vervaardigen. Hoe is het mogelijk geweest de bijbel en op de Schrift gebaseerde lectuur in meer dan 200 talen te vertalen? Een korte beschouwing van één voorbeeld, Albanië, illustreert hoe de getrouwe en beleidvolle slaafklasse ondanks grote moeilijkheden en zonder een hedendaags Pinksteren om onmiddellijke toegang tot talen te krijgen, in staat is geweest het goede nieuws te bevorderen. — Handelingen 2:1-11.
20 Slechts enkele jaren geleden werd Albanië nog beschouwd als het enige echt atheïstische communistische land. Het tijdschrift National Geographic verklaarde in 1980: „Albanië verbiedt [religie] en heeft zich in 1967 uitgeroepen tot ’de eerste atheïstische staat ter wereld’. . . . Albaniës nieuwe generatie kent alleen maar het atheïsme.” Nu het communisme is getaand, reageren Albaniërs die hun geestelijke nood erkennen, gunstig op de prediking die door Jehovah’s Getuigen wordt verricht. In 1992 werd in Tiranë een kleine vertaalafdeling opgericht, bestaande uit jonge Getuigen met kennis van Italiaans en Engels. Bekwame broeders die uit andere landen op bezoek kwamen, leerden hun draagbare computers (laptops) te bedienen om tekst in het Albanees in te voeren. Zij begonnen met het vertalen van traktaten en het tijdschrift De Wachttoren. Nu zij steeds meer ervaring krijgen, werken zij aan het vertalen van andere waardevolle bijbelse publikaties. Op het ogenblik zijn er in dat kleine landje (bevolking 3.262.000) zo’n 200 actieve Getuigen, en in 1994 werd de Gedachtenisviering bijgewoond door 1984 personen.
Wij allen hebben een verantwoordelijkheid
21. In wat voor tijd leven wij?
21 De wereldgebeurtenissen koersen op een climax af. Met de toename van misdaad en geweld, de slachtingen en verkrachtingen in plaatselijke oorlogen, de heersende losse moraal met de vruchten daarvan in de vorm van geslachtsziekten, en de minachting voor rechtmatige autoriteit lijkt de wereld anarchistisch en onbestuurbaar te worden. Wij leven in een tijd die overeenkomt met het in Genesis beschreven tijdperk vóór de Vloed: „Jehovah [zag] dat de slechtheid van de mens overvloedig was op de aarde en dat elke neiging van de gedachten van zijn hart te allen tijde alleen maar slecht was. En Jehovah gevoelde spijt dat hij mensen op de aarde gemaakt had, en het krenkte hem in zijn hart.” — Genesis 6:5, 6; Mattheüs 24:37-39.
22. Welke christelijke verantwoordelijkheid hebben alle getuigen van Jehovah?
22 Net als in de dagen van Noach zal Jehovah handelend optreden. Maar in zijn gerechtigheid en liefde wil hij dat eerst tot alle natiën het goede nieuws en de waarschuwingsboodschap gepredikt worden (Markus 13:10). In dit opzicht hebben Jehovah’s Getuigen een verantwoordelijkheid — diegenen te zoeken die Gods vrede waardig zijn en hen in zijn wegen van vrede te onderwijzen. Weldra, op Gods bestemde tijd, zal de predikingsopdracht op succesvolle wijze voltooid zijn. „Dan zal het einde komen.” — Mattheüs 10:12, 13; 24:14; 28:19, 20.
[Voetnoten]
a Zie voor verdere inlichtingen over de heidenen het onderwerp „Natiën” in Hulp tot begrip van de bijbel, blz. 1115, 1116, uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.
b Zie voor praktische suggesties betreffende de christelijke bediening De Wachttoren van 15 november 1984, blz. 13, „Hoe worden wij doeltreffende bedienaren?”, en blz. 19, „Een doeltreffende bediening leidt tot meer discipelen”.
Kunt u zich dit herinneren?
◻ Welk succes hebben de hedendaagse Getuigen in hun bediening?
◻ Waarom verwerpen velen de christelijke boodschap?
◻ Van welke apostolische predikingsmethode bedienen de Getuigen zich?
◻ Welke instrumenten hebben wij voor een doeltreffende bediening?
◻ Wat moeten wij allen in overeenstemming met Markus 13:10 doen?
[Kader op blz. 19]
LAND ACTIEVE GETUIGEN IN 1943 IN 1993
Argentinië 374 102.043
Brazilië 430 366.297
Chili 72 44.668
Colombia ?? 60.854
Filippijnen Tweede Wereldoorlog—geen bericht 116.576
Frankrijk Tweede Wereldoorlog—geen bericht 122.254
Ierland 150? 4.224
Italië Tweede Wereldoorlog—geen bericht 201.440
Mexico 1.565 380.201
Peru Geen bericht van activiteit 45.363
Polen Tweede Wereldoorlog—geen bericht 113.551
Portugal Geen bericht van activiteit 41.842
Spanje Geen bericht van activiteit 97.595
Uruguay 22 9.144
Venezuela Geen bericht van activiteit 64.081
[Illustratie op blz. 17]
In veel katholieke landen, zoals Spanje, nemen Jehovah’s Getuigen in aantal toe
[Illustraties op blz. 18]
Jehovah’s Getuigen zijn actief in natiën over de gehele aarde