Komt u uw gehele verplichting jegens God na?
„De ware God zelf zal elk soort van werk in het gericht brengen met betrekking tot alles wat verborgen is, om te zien of het goed is of slecht.” — PREDIKER 12:14.
1. Welke voorzieningen heeft Jehovah voor zijn volk getroffen?
JEHOVAH steunt degenen die hem als hun Grootse Schepper blijven gedenken. Zijn geïnspireerde Woord geeft hun de kennis die nodig is om hem volledig te behagen. Gods heilige geest leidt hen om de goddelijke wil te doen en ’in ieder goed werk vrucht te dragen’ (Kolossenzen 1:9, 10). Bovendien verschaft Jehovah geestelijk voedsel en theocratische leiding via „de getrouwe en beleidvolle slaaf” (Mattheüs 24:45-47). In veel opzichten geniet Gods volk dus de zegen van de hemel terwijl zij Jehovah dienen en de uiterst belangrijke prediking van het goede nieuws van het Koninkrijk ten uitvoer brengen. — Markus 13:10.
2. Welke vragen kunnen er ten aanzien van dienst voor Jehovah rijzen?
2 Ware christenen zijn blij in beslag genomen te worden door heilige dienst voor Jehovah. Toch kunnen sommigen ontmoedigd raken en denken dat hun krachtsinspanningen niets te betekenen hebben. Soms kunnen opgedragen christenen zich bijvoorbeeld afvragen of hun gewetensvolle krachtsinspanningen werkelijk de moeite waard zijn. Wanneer een gezinshoofd over de gezinsstudie en andere activiteiten nadenkt, kunnen heel goed de volgende vragen in zijn geest opkomen: ’Is Jehovah werkelijk ingenomen met wat wij doen? Komen wij onze gehele verplichting jegens God na?’ De wijze woorden van de bijeenbrenger kunnen een hulp zijn om zulke vragen te beantwoorden.
Is alles ijdelheid?
3. Wat is in overeenstemming met Prediker 12:8 het toppunt van ijdelheid?
3 Sommigen denken misschien dat de woorden van de wijze man voor iedereen — voor zowel jong als oud — niet erg aanmoedigend zijn. „’De grootste ijdelheid!’ zei de bijeenbrenger, ’Alles is ijdelheid’” (Prediker 12:8). Het is in feite het toppunt van ijdelheid om de Grootse Schepper in de jeugd te negeren, oud te worden zonder hem te dienen en dan louter die hoge leeftijd als prestatie te hebben. Voor zo’n persoon is alles ijdelheid of leegheid geweest, ook al sterft hij met rijkdom en roem in deze wereld die in de macht van de goddeloze, Satan de Duivel, ligt. — 1 Johannes 5:19.
4. Waarom kan er worden gezegd dat niet alles ijdelheid is?
4 Niet alles is ijdelheid voor degenen die als Jehovah’s getrouwe dienstknechten schatten in de hemel vergaren (Mattheüs 6:19, 20). Zij hebben volop te doen in het lonende werk van de Heer, en zulke inspanningen zijn beslist niet tevergeefs (1 Korinthiërs 15:58). Maar als wij opgedragen christenen zijn, blijven wij in deze laatste dagen dan druk bezig met het door God toegewezen werk? (2 Timotheüs 3:1) Of hebben wij een levensstijl aangenomen die weinig verschilt van die van onze buren in het algemeen? Misschien zijn zij bij verschillende religies aangesloten en zijn zij heel vroom doordat zij geregeld hun plaatsen van aanbidding bezoeken en trachten te doen wat hun vorm van aanbidding van hen verlangt. Uiteraard zijn zij geen bekendmakers van de Koninkrijksboodschap. Zij hebben geen nauwkeurige kennis dat dit „de tijd van het einde” is en de dagen waarin wij leven, bezielen hen niet met een gevoel van dringendheid. — Daniël 12:4.
5. Wat dienen wij te doen als onze voornaamste zorg nu naar de normale bezigheden van het leven uitgaat?
5 Jezus Christus zei over onze kritieke tijd: „Net zoals de dagen van Noach waren, zo zal de tegenwoordigheid van de Zoon des mensen zijn. Want zoals zij in die dagen vóór de vloed waren, zij aten en zij dronken, mannen huwden en vrouwen werden ten huwelijk gegeven, tot op de dag waarop Noach de ark binnenging, en zij sloegen er geen acht op totdat de vloed kwam en hen allen wegvaagde, zo zal de tegenwoordigheid van de Zoon des mensen zijn” (Mattheüs 24:37-39). Wanneer het met mate gebeurt, is er niets verkeerds aan eten en drinken, en het huwelijk is een regeling die door God zelf is ingesteld (Genesis 2:20-24). Maar waarom zouden wij, als wij beseffen dat onze voornaamste zorg naar de normale bezigheden van het leven uitgaat, dit niet tot een zaak van gebed maken? Jehovah kan ons helpen de Koninkrijksbelangen de eerste plaats toe te kennen, te doen wat juist is en onze verplichting jegens hem na te komen. — Mattheüs 6:33; Romeinen 12:12; 2 Korinthiërs 13:7.
De opdracht en onze verplichting jegens God
6. In welk belangrijke opzicht komen sommige gedoopte personen hun verplichting jegens God niet na?
6 Sommige gedoopte christenen moeten ernstig bidden omdat zij niet leven naar de verplichtingen die zij als bedienaren op zich hebben genomen toen zij zich aan God opdroegen. Al enige jaren zijn er jaarlijks meer dan 300.000 personen gedoopt, maar het totale aantal actieve getuigen van Jehovah heeft daar geen gelijke tred mee gehouden. Sommigen die Koninkrijksverkondigers zijn geworden, maken het goede nieuws niet langer bekend. Toch moeten afzonderlijke personen een zinvol aandeel aan de christelijke bediening hebben voordat zij worden gedoopt. Zij zijn zich dus bewust van de opdracht die Jezus aan al zijn volgelingen gaf: „Gaat . . . en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, en leert hun onderhouden alles wat ik u geboden heb” (Mattheüs 28:19, 20). Tenzij gedoopte personen om gezondheidsredenen of wegens andere factoren die zij niet in de hand hebben uiterst beperkt zijn, leven zij niet naar hun volledige verplichting voor het aangezicht van onze Grootse Schepper wanneer zij niet langer als actieve getuigen van God en Christus dienst verrichten. — Jesaja 43:10-12.
7. Waarom dienen wij geregeld voor aanbidding bijeen te komen?
7 Het oude Israël was een aan God opgedragen natie, en onder het Wetsverbond had het volk verplichtingen jegens Jehovah. Zo moesten alle mannen op drie jaarlijkse feesten bijeenkomen, en een man die opzettelijk het Pascha niet hield, werd in de dood „afgesneden” (Numeri 9:13; Leviticus 23:1-43; Deuteronomium 16:16). Om als Gods opgedragen dienstknechten hun verplichting jegens Hem na te komen, moesten de Israëlieten voor aanbidding samenkomen (Deuteronomium 31:10-13). Niets in de Wet zei: ’Doe dit als het u uitkomt.’ Voor degenen die zich nu aan Jehovah hebben opgedragen, verleent dit beslist gewicht aan Paulus’ woorden: „Laten wij op elkaar letten ten einde tot liefde en voortreffelijke werken aan te sporen, het onderling vergaderen niet nalatend, zoals voor sommigen gebruikelijk is, maar laten wij elkaar aanmoedigen, en dat te meer naarmate gij de dag ziet naderen” (Hebreeën 10:24, 25). Ja, geregeld met medegelovigen bijeenkomen, behoort tot de verplichting die een opgedragen christen jegens God heeft.
Weeg uw beslissingen zorgvuldig af!
8. Waarom dient een opgedragen jongere gebedsvol aandacht aan zijn heilige dienst te schenken?
8 Misschien ben je een aan Jehovah opgedragen jongere. Rijke zegeningen zullen je ten deel vallen als je de Koninkrijksbelangen de eerste plaats in je leven toekent (Spreuken 10:22). Met gebed en zorgvuldige planning ben je misschien in staat ten minste gedurende je jongere jaren in de een of andere vorm van volletijddienst te staan — een voortreffelijke manier om te tonen dat je je Grootse Schepper gedenkt. Anders kan het zijn dat materiële belangen het grootste deel van je tijd en aandacht in beslag gaan nemen. Net als de mensen in het algemeen trouw je misschien vroeg in je leven en steek je je in de schulden om materiële dingen te kunnen kopen. Een winstgevende carrière kan veel van je tijd en energie opslokken. Als je kinderen hebt, zul je je vele jaren van gezinsverantwoordelijkheden moeten kwijten (1 Timotheüs 5:8). Wellicht ben je je Grootse Schepper niet vergeten, maar het is verstandig te beseffen dat de plannen die je al dan niet vroeg in je leven maakt, bepalend kunnen zijn voor de handelwijze die je in je leven als volwassene zult volgen. In latere jaren kijk je misschien terug en zou je wensen dat je ten minste als jonge volwassene meer tijd aan heilige dienst voor onze Grootse Schepper had besteed. Waarom zou je niet nu, op dit moment, gebedsvol je mogelijkheden beschouwen, zodat je in je jongere jaren voldoening zult vinden in heilige dienst voor Jehovah?
9. Wat is misschien mogelijk voor iemand die ouder is geworden en eens zware verantwoordelijkheid in de gemeente heeft gedragen?
9 Beschouw eens een andere situatie — die waarin een man verkeert die eens als herder van „de kudde Gods” heeft gediend (1 Petrus 5:2, 3). Om de een of andere reden heeft hij vrijwillig afstand gedaan van zulke voorrechten. Zeker, hij is nu ouder geworden en het kan moeilijker voor hem zijn voort te gaan in Gods dienst. Maar zou het kunnen zijn dat hij weer naar theocratische voorrechten dient te streven? Wat een zegeningen zou zo’n man anderen kunnen schenken als hij in staat is meer verantwoordelijkheid in de gemeente te dragen! En aangezien niemand alleen met betrekking tot zichzelf leeft, zullen vrienden en dierbaren zich erover verheugen als hij zijn dienst kan uitbreiden tot heerlijkheid van God (Romeinen 14:7, 8). Bovenal zal Jehovah niet vergeten wat iemand in zijn dienst doet (Hebreeën 6:10-12). Wat kan ons dus helpen onze Grootse Schepper te gedenken?
Hulpmiddelen om onze Grootse Schepper te gedenken
10. Waarom verkeerde de bijeenbrenger in een uitstekende positie om richtlijnen te verschaffen hoe wij onze Grootse Schepper kunnen gedenken?
10 De bijeenbrenger verkeerde in een uitstekende positie om richtlijnen te verschaffen zodat wij onze Grootse Schepper kunnen gedenken. Jehovah had zijn innige gebeden verhoord door hem buitengewone wijsheid te schenken (1 Koningen 3:6-12). Salomo stelde een diepgaand onderzoek in naar alle facetten van de menselijke aangelegenheden. Bovendien werd hij door God geïnspireerd om zijn bevindingen op schrift te stellen teneinde anderen ermee van dienst te zijn. Hij schreef: „En behalve dat de bijeenbrenger wijs was geworden, onderwees hij ook het volk voortdurend in kennis, en hij dacht diep na en stelde een grondig onderzoek in, om veel spreuken welgeordend samen te stellen. De bijeenbrenger zocht de verrukkelijke woorden te vinden en het schrijven van juiste woorden van waarheid.” — Prediker 12:9, 10.
11. Waarom dienen wij Salomo’s wijze raad te aanvaarden?
11 De weergave van deze woorden in de Griekse Septuaginta luidt: „En bovendien, omdat de prediker wijs was, omdat hij de mensheid wijsheid leerde; opdat het oor zou vinden wat aantrekkelijk is aan gelijkenissen, stelde de prediker een ijverig onderzoek in om aangename woorden te vinden en het juiste te schrijven — woorden van waarheid” (The Septuagint Bible, vertaald door Charles Thomson). Salomo trachtte het hart van zijn lezers te bereiken met verrukkelijke woorden en werkelijk interessante en waardevolle onderwerpen. Aangezien zijn woorden in de Schrift het product van inspiratie door heilige geest zijn, kunnen wij zijn bevindingen en wijze raad zonder voorbehoud aanvaarden. — 2 Timotheüs 3:16, 17.
12. Hoe zou u met eigen woorden omschrijven wat Salomo in Prediker 12:11, 12 zei?
12 Ook al beschikte men niet over hedendaagse drukmethoden, er waren in Salomo’s tijd volop boeken verkrijgbaar. Hoe diende zulke lectuur bezien te worden? Hij zei: „De woorden van de wijzen zijn als osseprikkels, en net als ingeslagen spijkers zijn zij die zich wijden aan verzamelingen van zinspreuken; ze zijn gegeven door één herder. Aangaande al wat hierbuiten ligt, mijn zoon, laat u waarschuwen: Aan het maken van veel boeken komt geen eind, en veel toewijding eraan is afmattend voor het vlees.” — Prediker 12:11, 12.
13. Hoe kunnen de woorden van degenen die godvruchtige wijsheid bezitten als ossenprikkels blijken te zijn, en wie zijn als „ingeslagen spijkers”?
13 De woorden van degenen die goddelijke wijsheid bezitten, blijken als ossenprikkels te zijn. Hoe dat zo? Ze sporen de lezers of toehoorders aan om vorderingen te maken in overeenstemming met de wijze woorden die zij lezen of horen. Bovendien zijn zij die zich bezighouden met „verzamelingen van zinspreuken”, of werkelijk wijze en waardevolle gezegden, als „ingeslagen spijkers” of stevig bevestigd. Dit komt misschien doordat de voortreffelijke woorden van zulke personen Jehovah’s wijsheid weerspiegelen en derhalve kunnen dienen om de lezers of toehoorders standvastig te maken en te schragen. Als u een godvrezende ouder bent, dient u dan niet alles in het werk te stellen om zulke wijsheid in de geest en het hart van uw kind in te scherpen? — Deuteronomium 6:4-9.
14. (a) Aan wat voor boeken „veel toewijding” schenken, werpt geen nut af? (b) Aan welke lectuur dienen wij de grootste belangrijkheid toe te kennen, en waarom?
14 Maar wat bedoelde Salomo met wat hij over boeken zei? Welnu, in vergelijking met Jehovah’s Woord bevat het eindeloze aantal boekdelen van deze wereld louter menselijke redenatie. Veel van deze gedachten weerspiegelen de geest van Satan de Duivel (2 Korinthiërs 4:4). „Veel toewijding” aan zulk werelds materiaal brengt derhalve weinig voort dat blijvende waarde heeft. Ja, heel veel ervan kan geestelijk schadelijk zijn. Laten wij net als Salomo mediteren over wat Gods Woord omtrent het leven zegt. Dit zal ons geloof versterken en ons dichter tot Jehovah brengen. Een overmatige belangstelling voor andere boeken of bronnen van onderricht kan ons uitputten. Vooral wanneer zulke geschriften het product zijn van wereldse redenatie die in tegenspraak is met goddelijke wijsheid, zijn ze ongezond en verwoestend voor het geloof in God en zijn voornemens. Laten wij dan ook in gedachte houden dat de nuttigste geschriften uit zowel Salomo’s tijd als onze tijd de geschriften zijn die de wijsheid van de ’ene herder’, Jehovah God, weerspiegelen. Hij heeft de 66 boeken van de Heilige Schrift verschaft en daar dient onze grootste belangstelling naar uit te gaan. De bijbel en nuttige publicaties van de ’getrouwe slaaf’ stellen ons in staat „de kennis van God” te verwerven. — Spreuken 2:1-6.
Onze gehele verplichting jegens God
15. (a) Hoe zou u Salomo’s woorden over „de gehele verplichting van de mens” omschrijven? (b) Wat moeten wij doen, willen wij onze verplichting jegens God nakomen?
15 Als samenvatting van zijn gehele onderzoek zegt de bijeenbrenger, Salomo: „Het slot van de zaak, nu alles is gehoord, is: Vrees de ware God en onderhoud zijn geboden. Want dit is de gehele verplichting van de mens. Want de ware God zelf zal elk soort van werk in het gericht brengen met betrekking tot alles wat verborgen is, om te zien of het goed is of slecht” (Prediker 12:13, 14). Een gezonde vrees of eerbiedige achting voor onze Grootse Schepper zal ons, en hopelijk onze gezinnen, ertegen beschermen een onbezonnen levenswijze te volgen waardoor wij onszelf en onze geliefden onnoemelijk veel moeilijkheden en verdriet zouden kunnen bezorgen. De gezonde vrees voor God is zuiver en is het begin van wijsheid en kennis (Psalm 19:9; Spreuken 1:7). Als wij op Gods geïnspireerde Woord gebaseerd inzicht bezitten en de daarin vervatte raad in alle dingen toepassen, zullen wij onze „gehele verplichting” jegens God nakomen. Nee, het is geen kwestie van een lijst van verplichtingen opstellen. Wat veeleer wordt verlangd, is dat wij bij het oplossen van problemen van het leven naar de Schrift opzien en de dingen altijd op Gods manier doen.
16. Wat zal Jehovah met betrekking tot het oordeel doen?
16 Wij dienen te beseffen dat niets aan de aandacht van onze Grootse Schepper ontgaat (Spreuken 15:3). Hij „zal elk soort van werk in het gericht brengen”. Ja, de Allerhoogste zal alle dingen oordelen, ook die welke voor het oog van mensen verborgen zijn. Zich van zulke factoren bewust zijn, kan dienen als een stimulans om Gods geboden te onderhouden. Maar de grootste stimulans dient liefde voor onze hemelse Vader te zijn, want de apostel Johannes schreef: „Dit betekent de liefde tot God, dat wij zijn geboden onderhouden; en toch zijn zijn geboden geen drukkende last” (1 Johannes 5:3). En aangezien Gods geboden erop gericht zijn ons blijvende welzijn te bevorderen, is het beslist niet alleen juist, maar ook werkelijk wijs om ze te onderhouden. Dit is geen last voor degenen die de Grootse Schepper liefhebben. Zij willen hun verplichting jegens hem nakomen.
Kom uw gehele verplichting na
17. Wat zullen wij doen als wij werkelijk onze gehele verplichting jegens God willen nakomen?
17 Als wij verstandig zijn en werkelijk onze gehele verplichting jegens God willen nakomen, zullen wij, behalve dat wij zijn geboden onderhouden, een eerbiedige vrees hebben om hem te mishagen. Ja, „de vrees voor Jehovah is het begin van wijsheid”, en degenen die zijn geboden onderhouden, hebben „goed inzicht” (Psalm 111:10; Spreuken 1:7). Laten wij daarom wijs handelen en Jehovah in alle dingen gehoorzamen. Dit is vooral nu uitermate belangrijk, want de Koning Jezus Christus is tegenwoordig en de oordeelsdag waarop hij als Gods aangestelde Rechter zal optreden, is nabij. — Mattheüs 24:3; 25:31, 32.
18. Waar zal het voor ons toe leiden als wij onze gehele verplichting jegens Jehovah God nakomen?
18 Ieder van ons wordt nu door God nauwkeurig onderzocht. Zijn wij tot het geestelijke geneigd of hebben wij toegelaten dat wereldse invloeden onze band met God hebben verzwakt? (1 Korinthiërs 2:10-16; 1 Johannes 2:15-17) Laten wij, of wij nu jong zijn of oud, ons uiterste best doen om onze Grootse Schepper te behagen. Als wij Jehovah gehoorzamen en zijn geboden onderhouden, zullen wij de ijdele dingen van de voorbijgaande oude wereld verwerpen. Dan kunnen wij de hoop koesteren op eeuwig leven in Gods beloofde nieuwe samenstel van dingen (2 Petrus 3:13). Wat een schitterende vooruitzichten zijn dit voor allen die hun gehele verplichting jegens God nakomen!
Wat zou u antwoorden?
◻ Waarom zou u zeggen dat niet alles ijdelheid is?
◻ Waarom dient een jonge christen gebedsvol aandacht aan zijn heilige dienst te schenken?
◻ Aan wat voor boeken „veel toewijding” schenken, zou geen nut afwerpen?
◻ Wat is „de gehele verplichting van de mens”?
[Illustratie op blz. 20]
Niet alles is ijdelheid voor degenen die Jehovah dienen
[Illustratie op blz. 23]
In tegenstelling tot veel boeken van deze wereld is Gods Woord verkwikkend en nuttig