Wie overleven de dag van Jehovah?
„De dag komt die brandt als de oven.” — MALEACHI 4:1.
1. Hoe beschrijft Maleachi het einde van dit goddeloze samenstel?
DE PROFEET Maleachi werd er door God toe geïnspireerd profetieën op te tekenen betreffende ontzagwekkende gebeurtenissen die in de zeer nabije toekomst zullen plaatsvinden. Deze gebeurtenissen zullen van invloed zijn op ieder mens op aarde. Maleachi 4:1 voorzegt: „’Ziet! de dag komt die brandt als de oven, en alle overmoedigen en al degenen die goddeloosheid bedrijven, moeten als stoppels worden. En de dag die komt, zal hen stellig verslinden,’ heeft Jehovah der legerscharen gezegd, ’zodat die hun wortel noch tak zal overlaten.’” Hoe volledig zal de vernietiging van dit goddeloze samenstel van dingen zijn? Het zal zijn als een boom waarvan de wortels vernietigd zijn, zodat de boom nooit meer kan groeien.
2. Hoe beschrijven bepaalde schriftplaatsen Jehovah’s dag?
2 U vraagt u misschien af: ’Wat voor „dag” voorzegt de profeet Maleachi?’ Het is dezelfde dag als waarover in Jesaja 13:9 wordt gesproken, waar de aankondiging wordt gedaan: „Zie! De dag van Jehovah komt, wreed, zowel met verbolgenheid als met brandende toorn, om het land tot een voorwerp van ontzetting te maken, en om de zondaars van het land eruit te verdelgen.” Zefanja 1:15 geeft de volgende beschrijving: „Die dag is een dag van verbolgenheid, een dag van benauwdheid en van radeloze angst, een dag van onweer en van verwoesting, een dag van duisternis en van donkerheid, een dag van wolken en van dikke donkerheid.”
„De grote verdrukking”
3. Wat is „de dag van Jehovah”?
3 In de grotere vervulling van Maleachi’s profetie is „de dag van Jehovah” een tijdsperiode die gekenmerkt wordt door een „grote verdrukking”. Jezus voorzei: „Er zal dan een grote verdrukking zijn zoals er sedert het begin der wereld tot nu toe niet is voorgekomen, neen, en ook niet meer zal voorkomen” (Mattheüs 24:21). Denk eens aan de ellende die de wereld reeds heeft meegemaakt, vooral sinds 1914 (Mattheüs 24:7-12). Alleen al de Tweede Wereldoorlog heeft meer dan vijftig miljoen levens gekost! Toch zullen in „de grote verdrukking” rampspoeden plaatsvinden waarbij deze moeilijkheden in het niet verzinken. Die gebeurtenis, dezelfde als de dag van Jehovah, eindigt met Armageddon, waarmee er een eind komt aan de laatste dagen van dit goddeloze stelsel. — 2 Timotheüs 3:1-5, 13; Openbaring 7:14; 16:14, 16.
4. Wat zal er gebeurd zijn wanneer de dag van Jehovah ten einde loopt?
4 Tegen het einde van die dag van Jehovah zullen Satans wereld en de ondersteuners ervan vernietigd zijn. Als eerste zal alle valse religie verdwijnen. Dan zal Jehovah’s oordeel tot uitdrukking worden gebracht tegen Satans economische en politieke stelsel (Openbaring 17:12-14; 19:17, 18). Ezechiël profeteert: „Op de straten zullen zij zelfs hun zilver werpen, en iets afschuwelijks zal hun eigen goud worden. Noch hun zilver noch hun goud zal hen kunnen bevrijden op de dag van Jehovah’s verbolgenheid” (Ezechiël 7:19). Betreffende die dag zegt Zefanja 1:14: „De grote dag van Jehovah is nabij. Hij is nabij en haast zich zeer.” Wij moeten met het oog op wat de bijbel over Jehovah’s dag zegt vastbesloten zijn in overeenstemming met Gods rechtvaardige vereisten te handelen.
5. Wat ervaren degenen die Jehovah’s naam vrezen?
5 Na te hebben voorzegd wat de dag van Jehovah met Satans wereld zal doen, zegt Jehovah volgens Maleachi 4:2: „Voor u die mijn naam vreest, zal stellig de zon der rechtvaardigheid gaan schijnen, met genezing in haar vleugelen; en gij zult werkelijk uitgaan en de grond omwoelen als mestkalveren.” „De zon der rechtvaardigheid” is Jezus Christus. Hij is het geestelijke „licht der wereld” (Johannes 8:12). Jezus gaat schijnen met genezing, eerst geestelijke genezing, die wij nu ervaren, en vervolgens volledige fysieke genezing in de nieuwe wereld. Zoals Jehovah zegt, zullen degenen die genezen zijn „uitgaan en de grond omwoelen als mestkalveren” die opgewonden en dolblij zijn dat ze niet meer opgesloten zitten.
6. In welk overwinningsfeest zullen Jehovah’s dienstknechten zich verheugen?
6 Hoe staat het met degenen die Jehovah’s vereisten negeren? Maleachi 4:3 zegt: „’Gijlieden [Gods dienstknechten] zult stellig de goddelozen vertreden, want zij zullen als stof onder uw voetzolen worden op de dag waarop ik handelend optreed’, heeft Jehovah der legerscharen gezegd.” Menselijke aanbidders van God zullen geen aandeel aan de vernietiging van Satans wereld hebben. In plaats daarvan ’vertreden zij de goddelozen’ figuurlijk doordat zij deelnemen aan het overwinningsfeest dat op de dag van Jehovah volgt. De vernietiging van Farao’s legers in de Rode Zee werd gevolgd door een groot feest (Exodus 15:1-21). De verwijdering van Satan en zijn wereld in de grote verdrukking zal eveneens gevolgd worden door een overwinningsfeest. Getrouwe overlevenden van Jehovah’s dag zullen uitroepen: „Laten wij blij zijn en ons verheugen in de redding door hem” (Jesaja 25:9). Wat een uitbundige vreugde zal er zijn wanneer Jehovah’s soevereiniteit is gerechtvaardigd en de aarde is gereinigd voor vreedzame bewoning!
De christenheid volgt Israël na
7, 8. Beschrijf de geestelijke toestand van Israël in Maleachi’s tijd.
7 Degenen die in een begunstigde positie bij Jehovah komen, zijn degenen die hem dienen, in tegenstelling tot degenen die dat niet doen. Toen Maleachi zijn boek schreef, was dat ook het geval. In 537 v.G.T. werd een overblijfsel van Israël na zeventig jaar uit Babylonische gevangenschap bevrijd. Maar in de loop van de daaropvolgende eeuw begon de herstelde natie weer tot afvalligheid en goddeloosheid te vervallen. De meeste mensen onteerden Jehovah’s naam, negeerden zijn rechtvaardige wetten, verontreinigden zijn tempel door blinde, kreupele en zieke dieren ten offer te brengen en lieten zich van de vrouw van hun jeugd scheiden.
8 Bijgevolg zei Jehovah tot hen: „Ik wil tot ulieden naderen voor het oordeel, en ik wil een snelle getuige worden tegen de tovenaars, en tegen de overspelers, en tegen degenen die vals zweren, en tegen degenen die bedrieglijk handelen met het loon van een loonarbeider, met de weduwe en met de vaderloze jongen, en degenen die de inwonende vreemdeling afwijzen, terwijl zij mij niet hebben gevreesd . . . Want ik ben Jehovah; ik ben niet veranderd” (Maleachi 3:5, 6). Toch richtte Jehovah een uitnodiging aan een ieder die zich van zijn slechte handelwijze zou afkeren: „Keert tot mij terug, en ik wil tot u terugkeren.” — Maleachi 3:7.
9. Hoe hadden Maleachi’s profetieën een eerste vervulling?
9 Die woorden kregen ook een vervulling in de eerste eeuw G.T. Een overblijfsel van de joden diende Jehovah en ging deel uitmaken van de nieuwe „natie” van met de geest gezalfde christenen, waar later ook niet-joden toe gingen behoren. Maar de overgrote meerderheid van het natuurlijke Israël verwierp Jezus. Derhalve zei Jezus tot die natie Israël: „Ziet! Uw huis wordt u verlaten achtergelaten” (Mattheüs 23:38; 1 Korinthiërs 16:22). In 70 G.T. kwam er, zoals in Maleachi 4:1 was voorzegd, een ’dag die brandt als de oven’ over het vleselijke Israël. Jeruzalem en zijn tempel werden verwoest, en naar verluidt kwamen meer dan een miljoen mensen om door hongersnood, machtsstrijd en aanvallen door de Romeinse legers. Maar degenen die Jehovah dienden, ontkwamen aan die verdrukking. — Markus 13:14-20.
10. In welk opzicht volgen mensen in het algemeen en de geestelijken het eerste-eeuwse Israël na?
10 De mensheid, en vooral de christenheid, heeft de eerste-eeuwse natie Israël nagevolgd. De leiders en het volk in het algemeen in de christenheid geven de voorkeur aan hun eigen religieuze geloofsbelijdenissen boven de waarheden van God die Jezus onderwees. Vooral de geestelijken zijn laakbaar. Zij weigeren Jehovah’s naam te gebruiken en verwijderen hem zelfs uit hun bijbelvertalingen. Zij onteren Jehovah met onschriftuurlijke leringen, zoals de heidense leerstellingen van eeuwige pijniging in het hellevuur, de Drie-eenheid, de onsterfelijkheid van de ziel en evolutie. Aldus beroven zij Jehovah van de lof die hij verdient, net als de priesters dit in Maleachi’s tijd deden.
11. Hoe tonen de religies van de wereld wie ze werkelijk dienen?
11 In 1914, toen de laatste dagen begonnen, toonden de religies van deze wereld, aangevoerd door die welke beweerden christelijk te zijn, wie ze werkelijk dienden. Gedurende beide wereldoorlogen moedigden ze hun lidmaten ertoe aan deel te nemen aan een oorlog over nationale geschillen, ook al betekende dat mensen van hun eigen religie af te slachten. In Gods Woord wordt heel duidelijk gemaakt wie Jehovah gehoorzamen en wie niet: „Hieraan zijn de kinderen van God en de kinderen van de Duivel kenbaar: Een ieder die geen rechtvaardigheid betracht, spruit niet uit God voort, evenmin als hij die zijn broeder niet liefheeft. Want dit is de boodschap die gij van het begin af hebt gehoord, dat wij liefde voor elkaar moeten hebben; niet zoals Kaïn, die uit de goddeloze voortsproot en zijn broer vermoordde.” — 1 Johannes 3:10-12.
Profetieën vervullen
12, 13. Welke profetieën hebben Gods dienstknechten in onze tijd vervuld?
12 Tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog in 1918 begrepen Jehovah’s dienstknechten dat God de christenheid en alle overige valse religie had veroordeeld. Vanaf die tijd werd tot rechtgeaarde mensen de oproep gericht: „Gaat uit van haar, mijn volk, indien gij niet met haar in haar zonden wilt delen, en indien gij geen deel van haar plagen wilt ontvangen. Want haar zonden hebben zich helemaal tot aan de hemel opgehoopt, en God heeft zich haar ongerechtigheden te binnen gebracht” (Openbaring 18:4, 5). Zij die Jehovah wilden dienen, werden geleidelijk van alle sporen van valse religie gereinigd en begonnen het goede nieuws van het opgerichte koninkrijk wereldwijd te prediken, een werk dat vóór het einde van dit goddeloze samenstel van dingen voltooid moest worden. — Mattheüs 24:14.
13 Dit geschiedde om de profetie van Maleachi 4:5 te vervullen, waar Jehovah verklaarde: „Ziet! Ik zend ulieden de profeet Elia vóór de komst van de grote en vrees inboezemende dag van Jehovah.” Die profetie had een eerste vervulling in het werk van Johannes de Doper, die door Elia werd afgeschaduwd. Johannes deed een werk als dat van Elia toen hij joden doopte die berouw hadden van hun zonden tegen het Wetsverbond. Wat nog belangrijker is, Johannes was de voorloper van de Messias. Maar Johannes’ werk was slechts een eerste vervulling van Maleachi’s profetie. Hoewel Jezus Johannes als een tweede Elia identificeerde, gaf hij te kennen dat er een toekomstig werk als dat van „Elia” verricht zou worden. — Mattheüs 17:11, 12.
14. Welk belangrijke werk moet verricht worden voordat dit samenstel eindigt?
14 Maleachi’s profetie maakte duidelijk dat dit belangrijke ’Eliawerk’ vóór „de grote en vrees inboezemende dag van Jehovah” verricht zou worden. Die dag eindigt met de snel naderende oorlog van de grote dag van God de Almachtige te Armageddon. Dit betekent dat het einde van dit goddeloze samenstel van dingen en het begin van de duizendjarige regering van Gods hemelse koninkrijk onder de op de troon geplaatste Jezus Christus voorafgegaan zouden worden door een werk dat overeen zou komen met de activiteit van Elia. In overeenstemming met die profetie en voordat Jehovah dit goddeloze stelsel vernietigt, verricht de hedendaagse Eliaklasse, ondersteund door miljoenen medechristenen met een aardse hoop, enthousiast het werk dat erin bestaat ware aanbidding te herstellen, de naam van Jehovah te verhogen en bijbelse waarheden te onderwijzen aan met schapen te vergelijken personen.
Jehovah zegent zijn dienstknechten
15. Hoe gedenkt Jehovah zijn dienstknechten?
15 Jehovah zegent degenen die hem dienen. Maleachi 3:16 zegt: „In die tijd spraken degenen die Jehovah vreesden met elkaar, elkeen met zijn metgezel, en Jehovah bleef aandacht schenken en luisteren. En er werd voorts een gedenkboek voor zijn aangezicht geschreven voor degenen die Jehovah vrezen en voor degenen die aan zijn naam denken.” Vanaf Abel schrijft God de namen van degenen die hij zal gedenken met het oog op eeuwig leven, als het ware in een boek. Tot deze mensen zegt Jehovah: „Brengt al de tienden in de voorraadschuur, opdat er voedsel in mijn huis mag komen; en stelt mij alstublieft daarin op de proef . . . of ik voor ulieden niet de sluizen van de hemel zal openen en werkelijk een zegen over u zal uitgieten totdat er geen gebrek meer is.” — Maleachi 3:10.
16, 17. Hoe heeft Jehovah zijn dienstknechten en hun werk gezegend?
16 Jehovah heeft degenen die hem dienen inderdaad gezegend. Hoe? Eén manier is door hun een toegenomen begrip van zijn voornemens te schenken (Spreuken 4:18; Daniël 12:10). Een andere manier is door hun een verbazingwekkende oogst in de prediking te geven. Veel rechtgeaarde mensen hebben zich in ware aanbidding bij hen aangesloten en al dezen vormen „een grote schare . . . uit alle natiën en stammen en volken en talen, . . . en zij blijven met een luide stem roepen en zeggen: ’Redding hebben wij te danken aan onze God, die op de troon is gezeten, en aan het Lam’” (Openbaring 7:9, 10). Deze grote schare is op een wonderbare manier op het toneel verschenen en het aantal van degenen die Jehovah actief dienen, bedraagt thans ruim zes miljoen personen in meer dan 93.000 gemeenten over de hele aarde!
17 Jehovah’s zegen blijkt bovendien uit het feit dat Jehovah’s Getuigen de meest verspreide op de bijbel gebaseerde publicaties in de hele geschiedenis uitgeven. Momenteel worden er elke maand 90 miljoen exemplaren van De Wachttoren en Ontwaakt! geproduceerd, De Wachttoren in 141 talen, Ontwaakt! in 87. Het bijbelstudieboek De waarheid die tot eeuwig leven leidt, uitgegeven in 1968, bereikte een oplage van ruim 107 miljoen exemplaren in 117 talen. U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven, dat in 1982 verscheen, had een oplage van ruim 81 miljoen in 131 talen. Van het boek Kennis die tot eeuwig leven leidt, vrijgegeven in 1995, zijn tot nu toe meer dan 85 miljoen exemplaren in 154 talen gedrukt. Van de in 1996 verschenen brochure Wat verlangt God van ons? zijn op het moment 150 miljoen exemplaren in 244 talen in omloop gebracht.
18. Waarom verheugen wij ons in geestelijke voorspoed in weerwil van tegenstand?
18 Wij verheugen ons in deze geestelijke voorspoed in weerwil van de hevigste en langst durende tegenstand van Satans wereld. Dit bewijst de waarheid van Jesaja 54:17: „’Geen enkel wapen dat tegen u gesmeed zal worden, zal succes hebben, en elke tong die tegen u zal opstaan in het gericht, zult gij veroordelen. Dit is de erfelijke bezitting van de knechten van Jehovah, en hun rechtvaardigheid is van mijnentwege’, is de uitspraak van Jehovah.” Wat is het vertroostend voor Jehovah’s dienstknechten te weten dat Maleachi 3:17 zijn grotere vervulling in hen vindt: „’Zij zullen stellig van mij worden’, heeft Jehovah der legerscharen gezegd, ’op de dag dat ik een speciaal bezit voortbreng.’”
Jehovah vreugdevol dienen
19. Hoe verschillen degenen die Jehovah dienen van hen die dat niet doen?
19 De tegenstelling tussen getrouwe dienstknechten van Jehovah en degenen die deel uitmaken van Satans wereld wordt met het verstrijken van de tijd duidelijker. In Maleachi 3:18 werd voorzegd: „Gijlieden zult stellig weer het onderscheid zien tussen een rechtvaardige en een goddeloze, tussen iemand die God dient en iemand die hem niet heeft gediend.” Een van de vele verschillen is dat degenen die Jehovah dienen dat met grote vreugde doen. Eén reden hiervoor is de schitterende hoop die zij hebben. Zij hebben een absoluut vertrouwen in Jehovah wanneer hij zegt: „Ziet, ik schep nieuwe hemelen en een nieuwe aarde; en de vroegere dingen zullen niet in de geest worden teruggeroepen, noch zullen ze in het hart opkomen. Maar verheugt u uitbundig en weest blij voor eeuwig over wat ik schep.” — Jesaja 65:17, 18; Psalm 37:10, 11, 29; Openbaring 21:4, 5.
20. Waarom zijn wij een vreugdevol volk?
20 Wij stellen geloof in Jehovah’s belofte dat zijn loyale dienstknechten zijn grote dag zullen overleven en de nieuwe wereld binnengeleid zullen worden (Zefanja 2:3; Openbaring 7:13, 14). En ook al zullen sommigen misschien wegens ouderdom, ziekte of een ongeval voor die tijd sterven, Jehovah geeft ons zijn woord dat hij hun een opstanding zal geven met eeuwig leven in het vooruitzicht (Johannes 5:28, 29; Titus 1:2). Hoewel wij dus allemaal met onze problemen en moeilijkheden kampen, hebben wij alle reden om, nu wij die dag van Jehovah naderen, de vreugdevolste mensen op aarde te zijn.
Wat zou u antwoorden?
• Wat is „de dag van Jehovah”?
• Hoe volgen de religies van de wereld het oude Israël na?
• Welke profetieën vervullen Jehovah’s dienstknechten?
• Hoe heeft Jehovah zijn volk gezegend?
[Illustratie op blz. 21]
Het eerste-eeuwse Jeruzalem ’brandde als de oven’
[Illustraties op blz. 23]
Jehovah zorgt voor degenen die hem dienen
[Illustraties op blz. 24]
Wegens hun schitterende hoop zijn Jehovah’s dienstknechten werkelijk vreugdevol