Honderd jaar Koninkrijksregering!
‘Moge nu de God van vrede (...) u toerusten met al het goede om zijn wil te doen.’ — HEBR. 13:20, 21.
1. Waaruit blijkt dat Jezus het predikingswerk heel belangrijk vond?
JEZUS vond het heerlijk om over Gods Koninkrijk te praten. Volgens het Bijbelse verslag sprak hij meer over het Koninkrijk dan over welk ander onderwerp maar ook; tijdens zijn bediening verwees hij er meer dan honderd keer naar. Het Koninkrijk lag hem na aan het hart. (Lees Mattheüs 12:34.)
2. Hoeveel mensen waren er waarschijnlijk bij toen de opdracht in Mattheüs 28:19, 20 werd gegeven, en waarom zeggen we dat?
2 Kort na zijn opstanding kwam Jezus met meer dan vijfhonderd potentiële Koninkrijksverkondigers samen (1 Kor. 15:6). Het was misschien bij die gelegenheid dat hij de opdracht gaf om de Koninkrijksboodschap aan ‘mensen uit alle natiën’ bekend te maken — een hele opgaaf in die tijd!a Jezus voorspelde dat dit enorme werk tot aan ‘het besluit van het samenstel van dingen’ gedaan zou worden. En dat is inderdaad het geval gebleken. Als jij het goede nieuws bekendmaakt, help je mee met de vervulling van deze profetie (Matth. 28:19, 20).
3. Op welke drie terreinen zijn we goed toegerust om het goede nieuws te kunnen prediken?
3 Meteen na de opdracht om te prediken gaf Jezus de verzekering: ‘Ik ben met u’ (Matth. 28:20). Jezus beloofde dus dat hij de leiding zou nemen over het predikingswerk. En Jehovah heeft ons toegerust met ‘al het goede’ dat we nodig hebben om die opdracht te vervullen (Hebr. 13:20, 21). In dit artikel gaan we drie van die goede dingen bespreken: (1) hulpmiddelen, (2) methoden en (3) opleiding. We beginnen met een aantal hulpmiddelen die we de afgelopen honderd jaar hebben gebruikt.
DE KONING GEEFT ONS HULPMIDDELEN OM TE PREDIKEN
4. Waarom hebben we in ons predikingswerk verschillende hulpmiddelen gebruikt?
4 Jezus vergeleek ‘het woord van het koninkrijk’ met zaad dat op verschillende soorten aarde wordt gezaaid (Matth. 13:18, 19). Een tuinier kan verschillende hulpmiddelen gebruiken om de grond te bewerken. Zo heeft onze koning ons door de jaren heen verschillende hulpmiddelen gegeven om ons te helpen de harten van miljoenen mensen ontvankelijk te maken voor de Koninkrijksboodschap. Sommige hulpmiddelen zijn een aantal jaren gebruikt, terwijl andere nog steeds nuttig zijn. Maar al deze hulpmiddelen hebben ons geholpen om betere predikers te worden.
5. Wat is een getuigeniskaart, en hoe werd die gebruikt?
5 Een hulpmiddel om het predikingswerk op te starten was de getuigeniskaart, die vanaf 1933 werd gebruikt. De kaart was ongeveer 7,5 bij 12,5 centimeter en er stond een korte Bijbelse boodschap op. Zo nu en dan verscheen er een nieuwe kaart met een nieuwe boodschap. De presentatie was heel eenvoudig. C.W. Erlenmeyer was ongeveer tien toen hij de getuigeniskaart begon te gebruiken. Hij legt uit: ‘De standaardinleiding was: “Zou u deze kaart alstublieft willen lezen?” Als de huisbewoner de kaart had gelezen, boden we de lectuur aan en gingen weer weg.’
6. Hoe bleek de getuigeniskaart nuttig te zijn?
6 De getuigeniskaart was in meerdere opzichten nuttig. Sommige verkondigers wilden graag prediken, maar waren verlegen en wisten niet wat ze moesten zeggen. Anderen hadden genoeg te zeggen. Ze vertelden de huisbewoner in een paar minuten alles wat ze wisten, maar waren niet altijd tactvol. De getuigeniskaarten daarentegen konden voor de verkondigers het woord doen in een paar beknopte zinnen met goedgekozen woorden.
7. Wat waren enkele uitdagingen bij het gebruik van de getuigeniskaart?
7 Er waren natuurlijk ook uitdagingen. Grace Estep, die Jehovah al jarenlang dient, weet nog: ‘Soms vroegen mensen: “Nou? Wat staat er op de kaart? Kun jij me dat niet gewoon zeggen?”’ Bovendien konden sommige huisbewoners de kaart niet lezen. Anderen dachten dat ze de kaart mochten houden: ze namen de kaart aan en deden de deur weer dicht. Als onze boodschap een huisbewoner niet aanstond, scheurde hij de kaart soms in stukjes. Toch leerden onze broeders en zusters dankzij de getuigeniskaarten om mensen te benaderen en openlijk voor hun geloof uit te komen als vertegenwoordigers van het Koninkrijk.
8. Leg uit hoe de draagbare grammofoon werd gebruikt. (Zie beginplaatje.)
8 Een ander hulpmiddel dat in de jaren dertig en begin jaren veertig werd gebruikt, was de draagbare grammofoon, door sommigen ook wel Aäron genoemd omdat het apparaat het woord voor ze deed. (Lees Exodus 4:14-16.) Met toestemming van de huisbewoner speelde de verkondiger een Bijbelse toespraak van vier en een halve minuut af, en bood daarna wat lectuur aan. Soms kwamen hele gezinnen naar de toespraak luisteren! In 1934 begon het Wachttorengenootschap draagbare grammofoons te produceren die speciaal voor de velddienst waren ontworpen. Er kwamen in de loop van de tijd meer dan 92 verschillende toespraken beschikbaar.
9. Hoe doeltreffend was de grammofoon?
9 Toen een huisbewoner, Hillary Goslin, een Bijbelse toespraak had gehoord, kreeg hij van de verkondiger toestemming om de grammofoon een week lang te lenen om de Koninkrijksboodschap aan zijn buren te laten horen. Toen de verkondiger terugkwam, waren er verschillende geïnteresseerden die op hem wachtten. Mettertijd droegen een aantal van hen zich aan Jehovah op. Later bezochten Hillary’s twee dochters Gilead en kregen ze een buitenlandse toewijzing. Net als de getuigeniskaart hielp de grammofoon velen om met het predikingswerk te beginnen. Later voorzag de Koning in de theocratische bedieningsschool, zodat verkondigers leerden zelf de boodschap te vertellen.
ALLERLEI METHODEN OM MENSEN TE BEREIKEN
10, 11. Hoe werden kranten en de radio gebruikt om de Bijbelse waarheid te verspreiden, en waarom waren die methoden doeltreffend?
10 Onder leiding van de Koning heeft Gods volk verschillende methoden gebruikt om zo veel mogelijk mensen met het goede nieuws te bereiken. Dat was vooral belangrijk toen er nog maar ‘weinig werkers’ waren. (Lees Mattheüs 9:37.) Aan het begin van de twintigste eeuw werden er kranten gebruikt om het grote publiek te bereiken in gebieden waar nog niet veel Getuigen waren. Elke week verstuurde Charles Taze Russell per telegraaf een lezing naar een persbureau. Dat bureau verstuurde de lezing weer naar kranten in de Verenigde Staten, Canada en Europa. Er wordt geschat dat tegen 1913 de lezingen van broeder Russell 15 miljoen lezers bereikten via tweeduizend kranten!
11 Ook de radio werd gebruikt om het goede nieuws te verspreiden. Op 16 april 1922 luisterden zo’n 50.000 mensen naar Joseph Rutherford tijdens een van zijn eerste radio-uitzendingen. Op 24 februari 1924 startte WBBR, het eerste radiostation van onze organisatie. The Watch Tower van 1 december 1924 zei over deze nieuwe methode: ‘Wij geloven dat tot nu toe de radio de meest economische en effectieve methode is om de boodschap van de waarheid te verspreiden.’ Net als de krant was de radio een nuttige methode om veel mensen te bereiken in gebieden waar weinig Koninkrijksverkondigers waren.
12. (a) Welke vormen van openbaar getuigenis vind jij het leukst? (b) Wat kan ons helpen onszelf te overwinnen bij het geven van openbaar getuigenis?
12 Tegenwoordig wordt er steeds meer aandacht besteed aan het geven van openbaar getuigenis — op pleinen en markten, bij treinstations, bushaltes en parkeerplaatsen. Vind je het eng om openbaar getuigenis te geven? Denk dan gebedsvol na over de woorden van Angelo Manera jr., een ervaren reizend opziener: ‘Wij beschouwden elke nieuwe tak van dienst die ons werd voorgesteld, als een nieuw middel om Jehovah te dienen, als nog een mogelijkheid om hem onze loyaliteit te bewijzen, als nog een beproeving op onze rechtschapenheid, en wij waren er verlangend naar onze bereidheid te bewijzen hem op elke manier te dienen die hij van ons vroeg.’ Als we onszelf overwinnen en nieuwe methoden gaan gebruiken, zal dat ons helpen om meer op Jehovah te vertrouwen en betere predikers te worden. (Lees 2 Korinthiërs 12:9, 10.)
13. Waarom is jw.org zo doeltreffend, en welke ervaringen heb jij gehad met het gebruik van onze website in de prediking?
13 Veel verkondigers wijzen mensen graag op onze website, jw.org, waarop Bijbelse lectuur in meer dan zevenhonderd talen te lezen en te downloaden is. Elke dag wordt de site door meer dan 1,6 miljoen mensen bezocht. Onze website bereikt zelfs mensen in afgelegen gebieden, net zoals de radio dat vroeger deed.
OPGELEID OM HET GOEDE NIEUWS TE PREDIKEN
14. Wat moesten Koninkrijksverkondigers leren, en welke school heeft ze daarbij geholpen?
14 We hebben enkele hulpmiddelen en methoden besproken die zijn gebruikt om het goede nieuws te verspreiden. Maar welke opleiding hebben we gekregen? Stel dat een huisbewoner het niet eens was met wat hij via de grammofoon hoorde, of dat hij interesse toonde voor wat hij op een getuigeniskaart las. Verkondigers moesten leren hoe ze tactvol op tegenwerpingen konden reageren en hoe ze oprechte mensen goed konden onderwijzen. Broeder Knorr zag, ongetwijfeld door heilige geest, de behoefte aan opleiding, zodat verkondigers leerden hoe ze mensen te woord konden staan. De oplossing? De theocratische bedieningsschool, die in 1943 voor het eerst in gemeenten werd georganiseerd. Deze school leert ons om goede onderwijzers te worden.
15. (a) Wat hebben sommigen meegemaakt toen ze een aandeel hadden op de theocratische bedieningsschool? (b) Hoe is Psalm 32:8 in jouw geval uitgekomen?
15 Velen hebben eraan moeten wennen om voor een publiek te spreken. Julio Ramu hield zijn eerste lezinkje op de theocratische bedieningsschool in 1944. Het onderwerp? Doëg, een man die in maar vier Bijbelverzen wordt genoemd! ‘Mijn knieën knikten, mijn handen beefden en mijn tanden klapperden,’ vertelt Julio, die eraan toevoegt dat hij zijn hele toespraak rond die vier verzen moest bouwen. ‘Ik hield de hele lezing in drie minuten. Dat was mijn eerste ervaring op het podium, maar ik gaf het niet op.’ Ook kinderen deden mee op de school, hoewel sommigen het niet bepaald makkelijk vonden om tot de gemeente te spreken. Angelo Manera, die eerder is genoemd, vertelt over het eerste toespraakje van een jong broertje dat nog maar net naar de basisschool ging: ‘Hij was zo nerveus dat hij aan het begin van zijn toespraakje begon te snikken. Maar hij was vastbesloten het niet op te geven en worstelde zich al snikkend door het toespraakje heen.’ Weerhoudt verlegenheid of een beperking jou ervan om antwoord te geven of op andere manieren mee te doen op de vergaderingen? Vraag Jehovah dan of hij je wil helpen je angsten te overwinnen. Je zult merken dat hij je helpt, net zoals hij die eerste leerlingen van de theocratische bedieningsschool heeft geholpen. (Lees Psalm 32:8.)
16. (a) Welk doel heeft de Gileadschool in het verleden gediend? (b) Welk doel dient de Gileadschool sinds 2011?
16 Naast de theocratische bedieningsschool is er ook de Gileadschool. Volgens een van de leraren is een doel van de school om ‘de leerlingen te bezielen met een groter verlangen om deel te nemen aan het evangelisatiewerk’. De school begon in 1943 en sindsdien zijn er meer dan 8500 personen opgeleid. Op Gilead opgeleide zendelingen hebben in zo’n 170 landen gediend. Sinds 2011 kunnen alleen degenen die al in de speciale volletijddienst zijn in aanmerking komen voor de school: speciale pioniers, reizend opzieners, Bethelieten, of veldzendelingen die Gilead nog niet hebben bezocht.
17. Hoe nuttig is Gilead gebleken?
17 Hoe nuttig is deze opleiding geweest? Neem bijvoorbeeld Japan. In augustus 1949 waren daar nog geen tien verkondigers. Maar ze kregen hulp. Tegen het einde van dat jaar waren er dertien Gileadzendelingen in het land. Inmiddels zijn er zo’n 216.000 verkondigers in Japan, van wie bijna 42 procent in de pioniersdienst zijn!
18. Noem enkele andere scholen die Getuigen hebben geholpen geestelijk te groeien.
18 Er zijn nog veel andere scholen, zoals de Koninkrijksbedieningsschool, de Pioniersschool, de School voor Koninkrijkspredikers, de School voor Kringopzieners en hun Vrouwen en de School voor Bijkantoorcomitéleden en hun Vrouwen. Deze scholen hebben Gods volk goed opgeleid en geestelijk versterkt. We zien duidelijk dat de Koning zijn onderdanen blijft opleiden!
19. Wat zei Charles Taze Russell over het predikingswerk, en waaruit blijkt dat hij gelijk had?
19 Er zijn meer dan honderd jaar voorbijgegaan sinds de geboorte van Gods Koninkrijk. Onze Koning, Jezus Christus, blijft ons opleiden. Het is bijzonder dat Charles Taze Russell kort voor zijn dood in 1916 voorzag dat het predikingswerk zich over de hele wereld zou uitbreiden. Hij zei tegen een vriend: ‘Het werk neemt snel toe en het zal blijven toenemen, want wil het “evangelie van het Koninkrijk” (...) gepredikt worden, dan moet er een wereldwijd werk verricht worden’ (Faith on the March, door A.H. Macmillan, blz. 69). En hij had gelijk! We kunnen echt dankbaar zijn dat de God van vrede ons blijft toerusten voor dit prachtige werk. Hij geeft ons echt alles wat we nodig hebben om zijn wil te kunnen doen!
a Er zijn redenen om aan te nemen dat de meesten die bij die gelegenheid aanwezig waren, christenen werden. Waarom zeggen we dat? Paulus noemde die groep in zijn brief aan de Korinthiërs ‘vijfhonderd broeders’. En hij voegde eraan toe: ‘De meesten [van hen] zijn tot op dit ogenblik nog in leven, maar sommigen zijn ontslapen.’ Het lijkt er dus op dat Paulus en andere eerste-eeuwse christenen veel personen kenden die het gebod uit de eerste hand hadden gehoord.