Dien Jehovah met een onverdeeld hart
‘O Jehovah, gedenk alstublieft hoe ik in waarachtigheid en met een onverdeeld hart voor uw aangezicht heb gewandeld.’ — 2 KON. 20:3.
1-3. Wat betekent het om Jehovah met ‘een onverdeeld hart’ te dienen? Geef een voorbeeld.
HELAAS zijn we allemaal onvolmaakt en maken we fouten. Maar als we berouw hebben en Jehovah op basis van Jezus’ loskoopoffer nederig om vergeving vragen, straft hij ons gelukkig niet ‘naar onze zonden’ (Ps. 103:10). Toch vraagt Jehovah wel van ons dat we ‘hem met een onverdeeld hart dienen’ (1 Kron. 28:9). Alleen dan kan Jehovah onze aanbidding aanvaarden. Maar hoe kunnen we dat als onvolmaakte mensen doen?
2 Vergelijk eens het leven van koning Asa met dat van koning Amazia. Beide Judese koningen deden wat goed was in Jehovah’s ogen, maar ze waren ook allebei onvolmaakt en maakten fouten (2 Kron. 15:16, 17; 25:1, 2; Spr. 17:3). Toch probeerde Asa Jehovah altijd te gehoorzamen. Hij diende Jehovah met een ‘onverdeeld hart’: hij was volledig toegewijd aan Jehovah. Amazia niet; toen hij Gods vijanden versloeg, nam hij hun goden mee en begon die te aanbidden (2 Kron. 25:11-16).
3 Jehovah met ‘een onverdeeld hart’ dienen, komt neer op een volledige, levenslange toewijding aan Jehovah. In de Bijbel duidt het woord ‘hart’ meestal op hoe iemand vanbinnen is. Het omvat iemands verlangens, denken, houding, instelling, vermogens, motieven en doelen. Iemand die Jehovah met een onverdeeld hart dient, zal dus geen dubbelleven leiden. Hij zal Jehovah niet voor de vorm aanbidden. En jij? Als je, ook al ben je onvolmaakt, Jehovah volledig toegewijd blijft dienen zonder huichelarij, dan dien je Jehovah met een onverdeeld hart (2 Kron. 19:9).
4. Wat gaan we nu bespreken?
4 Om te begrijpen wat het inhoudt Jehovah met een onverdeeld hart te dienen, gaan we het voorbeeld bespreken van Asa, Josafat, Hizkia en Josia. Deze koningen van Juda dienden Jehovah met volledige toewijding. Hoewel ze alle vier fouten maakten, hadden ze Jehovah’s goedkeuring. Hij zag dat ze hem met een onverdeeld hart dienden. Waarom dacht hij zo over hen, en hoe kunnen we hun voorbeeld volgen?
ASA DIENDE JEHOVAH MET EEN ONVERDEELD HART
5. Wat deed Asa toen hij koning werd?
5 Asa was de derde koning van Juda na de afscheiding van het tienstammenrijk Israël. Hij maakte zijn rijk vrij van afgoderij en joeg de tempelprostitués het land uit. Hij ontnam zelfs zijn grootmoeder Maächa de positie van koningin-moeder, omdat zij ‘een afschuwelijk afgodsbeeld’ had gemaakt (1 Kon. 15:11-13). Verder zei Asa tegen het volk ‘dat zij Jehovah (...) moesten zoeken en de wet en het gebod moesten volbrengen’. Hij deed echt zijn best om anderen te helpen Jehovah te aanbidden (2 Kron. 14:4).
6. Hoe reageerde Asa toen de Ethiopiërs het land wilden binnenvallen?
6 Tijdens de eerste tien jaar van Asa’s regering zegende Jehovah Juda met vrede. Maar toen kwam de Ethiopiër Zera met 1.000.000 soldaten en 300 wagens om tegen Juda te strijden (2 Kron. 14:1, 6, 9, 10). Hoe reageerde Asa op deze crisissituatie? Hij vertrouwde volledig op Jehovah en stortte zijn hart bij hem uit. (Lees 2 Kronieken 14:11.) In antwoord op dat gebed gaf Jehovah Asa de volledige overwinning (2 Kron. 14:12, 13). Jehovah gaf soms zelfs koningen die hem niet trouw waren de overwinning, omwille van zijn naam (1 Kon. 20:13, 26-30). Maar Asa vertrouwde wel op Jehovah, en Jehovah verhoorde zijn gebed. Helaas deed Asa later onverstandige dingen. Hij zocht bijvoorbeeld steun bij de koning van Syrië in plaats van bij Jehovah (1 Kon. 15:16-22). Maar hoe bezag Jehovah Asa ondanks zijn fouten? In de Bijbel staat dat Asa’s hart ‘al zijn dagen onverdeeld met Jehovah’ was. Hoe kunnen we het voorbeeld van Asa volgen? — 1 Kon. 15:14.
7, 8. Hoe kun je het voorbeeld van Asa volgen?
7 We kunnen ons hart onderzoeken om erachter te komen of we Jehovah volledig toegewijd zijn. Vraag jezelf af: Ben ik vastbesloten om Jehovah te blijven gehoorzamen? Om voor de ware aanbidding op te komen? Om de gemeente te beschermen tegen slechte invloeden? Bedenk hoe moeilijk het voor Asa moet zijn geweest om op te treden tegen Maächa, die de koningin-moeder van het land was! Waarschijnlijk ken je niemand die zulke dingen doet als Maächa deed. Toch kun je voor situaties komen te staan waarbij je een voorbeeld kunt nemen aan Asa’s moed en daadkracht. Wat als bijvoorbeeld een familielid of een goede vriend een zonde begaat, geen berouw heeft en uitgesloten moet worden? Zou je daadkrachtig zijn en je contact met hem of haar verbreken? Wat zou jouw hart je ingeven?
8 Ook jij kunt, net als Asa, Jehovah met een onverdeeld hart dienen door volledig op hem te vertrouwen als je te maken krijgt met tegenstand. Misschien word je op school vanwege je geloof gepest of belachelijk gemaakt. Of je wordt door je collega’s vreemd aangekeken omdat je vrij neemt voor geestelijke activiteiten of omdat je niet te vaak wilt overwerken. Vertrouw in dat soort situaties op Jehovah, net als Asa. Bid tot Jehovah, wees moedig en blijf het goede doen. Onthoud dat God met Asa was, en hij zal ook met jou zijn.
9. Hoe kunnen we laten zien dat we Jehovah met een onverdeeld hart dienen als het om de prediking gaat?
9 Gods aanbidders denken niet alleen aan zichzelf. Asa hielp anderen Jehovah te aanbidden. Wij kunnen hetzelfde doen. Wat moet het Jehovah blij maken als hij ziet dat we met anderen over hem praten — uit liefde voor hem en uit oprechte belangstelling voor het welzijn van anderen.
JOSAFAT ZOCHT JEHOVAH MET HEEL ZIJN HART
10, 11. Hoe kun je het voorbeeld volgen van Josafat?
10 Asa’s zoon Josafat ‘bleef de weg van zijn vader Asa bewandelen’ (2 Kron. 20:31, 32). Hoe? Net als zijn vader moedigde Josafat het volk aan om Jehovah te zoeken. Dat deed hij door een onderwijscampagne op te zetten waarbij ‘het boek van Jehovah’s wet’ werd gebruikt (2 Kron. 17:7-10). Hij ging zelfs naar het gebied van het noordelijke tienstammenrijk Israël, naar het volk van het bergland van Efraïm, ‘om hen terug te brengen tot Jehovah’ (2 Kron. 19:4). Josafat was een koning ‘die Jehovah met geheel zijn hart gezocht heeft’ (2 Kron. 22:9).
11 Ook in deze tijd laat Jehovah zijn volk een onderwijzingswerk doen, waar we allemaal aan kunnen meedoen. Is het je doel elke maand Gods Woord aan mensen te onderwijzen en hun hart te raken? Is het je doel om een Bijbelstudie met iemand te beginnen? Bid je er ook om? Met jouw inzet en Jehovah’s zegen kan het je lukken. Ben je bereid om die uitdaging aan te gaan en er wat van je kostbare vrije tijd voor op te offeren? En net zoals Josafat naar het gebied van Efraïm ging om mensen te helpen naar Jehovah terug te keren, kunnen wij proberen inactieve broeders en zusters te helpen. Verder zorgen de ouderlingen ervoor dat uitgesloten personen in hun gemeentegebied die misschien gestopt zijn met het beoefenen van zonde, bezocht worden en hulp aangeboden krijgen.
12, 13. (a) Hoe reageerde Josafat toen het land werd bedreigd? (b) Wat kunnen we van hem leren?
12 Net als zijn vader Asa bleef Josafat toegewijd aan Jehovah, zelfs toen hij door een enorm leger werd bedreigd. (Lees 2 Kronieken 20:2-4.) Josafat was heel erg bang. Maar hij besloot ‘Jehovah te zoeken’. In gebed zei hij nederig: ‘In ons is geen kracht tegenover deze grote menigte.’ Hij gaf toe dat hij en het volk niet wisten wat ze moesten doen. Hij vertrouwde volledig op Jehovah en zei: ‘Onze ogen zijn op u gericht’ (2 Kron. 20:12).
13 Ook wij kunnen, net als Josafat, soms bang zijn of niet weten wat we moeten doen (2 Kor. 4:8, 9). Denk dan aan wat Josafat deed. Hij vertelde in een openbaar gebed hoe zwak hij en het volk zich voelden (2 Kron. 20:5). Gezinshoofden kunnen zijn voorbeeld volgen. Zie naar Jehovah op voor leiding. Vraag om kracht om met een probleem om te gaan. Schaam je er niet voor zulke smekingen te doen in gebeden die anderen in je gezin horen. Ze zullen voelen dat je op Jehovah vertrouwt. Jehovah hielp Josafat, en hij zal ook jou helpen.
HIZKIA BLEEF HET GOEDE DOEN
14, 15. Waaruit blijkt dat Hizkia volledig op Jehovah vertrouwde?
14 In tegenstelling tot Josafat had Hizkia een vader die afgoden aanbad. Toch kwam ook Hizkia bekend te staan als een koning die ‘aan Jehovah gehecht bleef’. Hij ‘verwijderde de hoge plaatsen en brak de heilige zuilen aan stukken en hakte de heilige paal om’. Ook sloeg hij ‘de koperen slang die door Mozes gemaakt was’ aan stukken, omdat die tot een afgod was gemaakt. Hizkia was volledig aan Jehovah toegewijd en ‘onderhield voortdurend zijn geboden, die Jehovah aan Mozes geboden had’ (2 Kon. 18:1-6).
15 Zelfs toen Assyrië, in die tijd de wereldmacht, Juda binnenviel en dreigde Jeruzalem te vernietigen, vertrouwde Hizkia met heel zijn hart op Jehovah. De Assyrische koning Sanherib bespotte Jehovah. Hij wilde dat Hizkia zich zou overgeven en probeerde hem te intimideren. Maar Hizkia liet in gebed duidelijk merken dat hij volledig op Jehovah’s reddende kracht vertrouwde. (Lees Jesaja 37:15-20.) God verhoorde zijn gebed door een engel te sturen die 185.000 Assyriërs doodde (Jes. 37:36, 37).
16, 17. Hoe kun je het voorbeeld van Hizkia volgen?
16 Later werd Hizkia terminaal ziek. Hij smeekte Jehovah in gebed om aan zijn trouwe dienst te denken. (Lees 2 Koningen 20:1-3.) Jehovah verhoorde zijn gebed door hem te genezen. We weten uit de Bijbel dat Jehovah in deze tijd geen wonderbare genezingen verricht of iemands leven verlengt. Maar net als Hizkia kunnen we wel op Jehovah steunen. Ook wij kunnen hem in gebed vragen: ‘Gedenk alstublieft hoe ik in waarachtigheid en met een onverdeeld hart voor uw aangezicht heb gewandeld.’ Geloof jij dat Jehovah je kan en zal steunen, ook als je ziek bent? — Ps. 41:3.
17 Wat kunnen we nog meer van Hizkia leren? Misschien zijn er ‘afgoden’ die wij weg moeten doen, dingen die onze band met Jehovah in de weg staan of ons afleiden van onze dienst voor hem. Op social media worden mensen soms verafgood. Daar willen wij nooit aan meedoen. Natuurlijk kan het leuk zijn om via social media contact te onderhouden met familie of goede vrienden. Maar veel mensen in de wereld besteden buitensporig veel tijd aan social media, en ze volgen beroemdheden of mensen die ze niet eens kennen. Of ze besteden er heel veel tijd aan over dat soort mensen te lezen of naar hun foto’s te kijken. Het is gevaarlijk om helemaal op te gaan in onbelangrijke dingen. Een christen zou zelfs arrogant kunnen worden vanwege de hoeveelheid likes die hij heeft. Hij zou zich beledigd kunnen voelen als iemand stopt hem te volgen. Kun je je voorstellen dat bijvoorbeeld Paulus of Aquila en Priskilla dagelijks bezig waren met het plaatsen van foto’s of het volgen van iemand die geen broeder of zuster was? In de Bijbel staat dat Paulus ‘zich intensief met het woord bezighield’. En Aquila en Priskilla gebruikten hun tijd om anderen ‘de weg van God juister uit te leggen’ (Hand. 18:4, 5, 26). Vraag je af: Maak ik mensen tot afgoden? Gebruik ik veel van mijn kostbare tijd voor onbelangrijke dingen? (Lees Efeziërs 5:15, 16.)
JOSIA HIELD ZICH AAN JEHOVAH’S GEBODEN
18, 19. Hoe wil je het voorbeeld van Josia volgen?
18 Ook koning Josia, Hizkia’s achterkleinzoon, hield zich ‘met geheel zijn hart’ aan Jehovah’s geboden (2 Kron. 34:31). Toen hij nog maar een tiener was, ‘begon hij de God van zijn voorvader David te zoeken’. Op zijn 20ste begon hij Juda te zuiveren van afgoden. (Lees 2 Kronieken 34:1-3.) Josia was ijverig in het doen van Jehovah’s wil, veel ijveriger dan veel andere koningen van Juda. Maar toen de Wet van Mozes (wellicht de originele geschriften) werd gevonden en aan hem werd voorgelezen, vond hij dat hij zich nog meer moest inzetten voor de ware aanbidding. Hij spoorde anderen aan om Jehovah te gaan dienen. Het resultaat was dat tijdens zijn leven het volk ‘er niet van afweek Jehovah, de God van hun voorvaders, te volgen’ (2 Kron. 34:27, 33).
19 Ben jij nog jong? Ook jij kunt, net als Josia, Jehovah beter leren kennen. Misschien had Josia over Jehovah’s vergevingsgezindheid geleerd van de berouwvolle koning Manasse. Praat met trouwe ouderen in je familie en in de gemeente. Ze kunnen je vertellen hoe goed Jehovah voor ze is geweest. Bedenk ook dat Josia geraakt werd door de Schrift, en dat Gods Woord hem aanzette om meer voor Jehovah te doen. Als jij de Bijbel leest, kan hetzelfde met jou gebeuren. Je zult zien dat je gelukkiger wordt en dat je een hechtere vriendschap met Jehovah krijgt. Ook zul je gemotiveerd worden om anderen te helpen een band met God te krijgen. (Lees 2 Kronieken 34:18, 19.) Een studie van de Bijbel kan je misschien ook helpen inzien wat je kunt verbeteren in je dienst voor Jehovah. Als je eenmaal weet wat je kunt verbeteren, kom dan, net als Josia, in actie!
DIEN JEHOVAH MET EEN ONVERDEELD HART
20, 21. (a) Wat hebben de vier koningen over wie we het gehad hebben, met elkaar gemeen? (b) Wat gaan we in het volgende artikel bespreken?
20 Wat kunnen we leren van Asa, Josafat, Hizkia en Josia, die Jehovah met een onverdeeld hart dienden? Ze waren ijverig in het doen van Jehovah’s wil en waren volledig toegewijd aan hem. Ze bleven zijn wil doen, zelfs als ze met machtige vijanden te maken kregen. Belangrijker nog, ze dienden Jehovah met zuivere motieven — uit liefde.
21 In het volgende artikel gaan we bespreken dat deze vier koningen allemaal fouten maakten. Maar toen Jehovah hun hart onderzocht, zag hij dat ze hem met een onverdeeld hart dienden. Ook wij zijn onvolmaakt. Wat ziet Jehovah als hij ons onderzoekt? Dat ook wij hem met een onverdeeld hart dienen? Daar gaan we het in het volgende artikel over hebben.