‘Kom bij mij (...), dan zal ik je nieuwe kracht geven’

 1. Welke belofte deed Jezus in Mattheüs 11:28-30?

JEZUS deed een prachtige belofte aan een groep mensen die naar hem luisterde. ‘Kom bij mij’, zei hij, ‘dan zal ik je nieuwe kracht geven.’ (Lees Mattheüs 11:28-30.) Dat was geen loze belofte. Denk maar aan wat hij deed voor een vrouw die aan een vreselijke ziekte leed.

 2. Wat deed Jezus voor een zieke vrouw?

² De vrouw had echt hulp nodig. Ze was al naar heel wat dokters geweest in de hoop dat die haar konden genezen. Maar na 12 jaar ellende was ze niets opgeschoten. Volgens de wet was ze onrein (Lev. 15:25). Omdat ze hoorde dat Jezus mensen kon genezen, ging ze naar hem op zoek. Toen ze hem had gevonden, raakte ze de franje van zijn bovenkleed aan. En meteen was ze genezen! Maar Jezus gaf haar niet alleen haar gezondheid terug — ook haar waardigheid. Toen hij bijvoorbeeld met haar sprak, gebruikte hij het vriendelijke maar respectvolle woord dochter. Dat zal haar echt moed en kracht hebben gegeven! (Luk. 8:43-48)

 3. Welke vragen gaan we beantwoorden?

³ Merk op wie het initiatief nam: de vrouw ging naar Jezus toe. In deze tijd is het niet anders — wij moeten moeite doen om naar Jezus toe te gaan. Hoewel Jezus je nu niet geneest als je bij hem komt, staat de uitnodiging nog steeds open: ‘Kom bij mij (...), dan zal ik je nieuwe kracht geven.’ In dit artikel gaan we vijf vragen beantwoorden: Hoe kun je bij Jezus komen? Wat bedoelde hij toen hij zei: ‘Neem mijn juk op je’? Wat kun je van Jezus leren? Waarom geeft het werk dat hij ons laat doen nieuwe kracht? En hoe kun je onder Jezus’ juk nieuwe kracht blijven opdoen?

4-5. Wat zijn enkele manieren om bij Jezus te komen?

⁴ Eén manier om bij Jezus te komen is door zo veel mogelijk te leren over wat hij zei en deed (Luk. 1:1-4). Niemand kan dat voor je doen. Je moet er zelf een studie van maken. Daarnaast kun je bij Jezus komen door de beslissing te nemen je te laten dopen en zijn discipel te worden.

⁵ Nog een manier om bij Jezus te komen is door naar de ouderlingen te gaan als je hulp nodig hebt. Jezus gebruikt die ‘gaven in mensen’ om voor zijn schapen te zorgen (Ef. 4:7, 8, 11; Joh. 21:16; 1 Petr. 5:1-3). Neem dus het initiatief en vraag om hulp. Je kunt niet van de ouderlingen verwachten dat ze je gedachten lezen en weten wat je nodig hebt. Een broeder die Julian heet, vertelt: ‘Toen ik om gezondheidsredenen van Bethel af moest, gaf een van mijn vrienden de tip de ouderlingen om een herderlijk bezoek te vragen. Eerst dacht ik dat dat niet nodig was. Maar later heb ik toch om hulp gevraagd. Dat herderlijke bezoek was een van de mooiste dingen die ik ooit heb gekregen.’ Loyale ouderlingen zoals de twee die Julian bezochten, kunnen je helpen ‘de denkwijze van Christus’ te leren kennen, dat wil zeggen te leren denken zoals hij (1 Kor. 2:16; 1 Petr. 2:21). Dat is echt een van de mooiste dingen die ze je kunnen geven.

 6. Wat bedoelde Jezus toen hij zei: ‘Neem mijn juk op je’?

⁶ Wat bedoelde Jezus toen hij zei: ‘Neem mijn juk op je’? Mogelijk: accepteer mijn gezag. Maar het kan ook zijn dat hij wilde zeggen: kom met mij onder mijn juk, dan zullen we samen voor Jehovah werken. In beide gevallen duidt het juk op werk.

 7. Wat voor werk hebben we volgens Mattheüs 28:18-20 gekregen, en waar kunnen we zeker van zijn?

⁷ We accepteren Jezus’ uitnodiging als we ons leven aan Jehovah opdragen en gedoopt worden. Die uitnodiging staat open voor iedereen. Nooit zal Jezus iemand die God oprecht wil dienen wegsturen (Joh. 6:37, 38). Al Christus’ volgelingen hebben het voorrecht gekregen mee te helpen in het werk dat Jehovah Jezus vroeg te doen. We kunnen ervan op aan dat Jezus er altijd zal zijn om ons met dat werk te helpen. (Lees Mattheüs 28:18-20.)

8-9. Waarom voelden nederige mensen zich tot Jezus aangetrokken, en wat moeten we ons afvragen?

⁸ Nederige mensen voelden zich tot Jezus aangetrokken (Matth. 19:13, 14; Luk. 7:37, 38). Waarom? Denk eens aan het contrast tussen Jezus en de farizeeën. Die religieuze leiders waren onvriendelijk en arrogant (Matth. 12:9-14). Jezus was vriendelijk en nederig. De farizeeën waren ambitieus en trots op hun hoge positie in de samenleving. Jezus ontmoedigde zo’n ambitie en leerde zijn discipelen om zichzelf als nederige dienaren te bezien (Matth. 23:2, 6-11). De farizeeën regeerden door angst en intimidatie (Joh. 9:13, 22). Jezus gaf anderen nieuwe kracht door liefdevolle daden en vriendelijke woorden.

⁹ Heb jij die lessen van Jezus geleerd? Vraag je af: Sta ik bekend als zachtaardig en nederig? Ben ik bereid nederig werk te doen? Ga ik vriendelijk met anderen om?

10. Welke werksfeer creëerde Jezus?

¹⁰ Jezus creëerde een vredige, uitnodigende sfeer voor degenen die met hem samenwerkten. Hij genoot ervan ze op te leiden (Luk. 10:1, 19-21). Hij moedigde zijn discipelen aan vragen te stellen en was benieuwd naar hun mening (Matth. 16:13-16). De discipelen gedijden in die omgeving, zoals planten in een kas. Ze absorbeerden de lessen die Jezus overbracht en droegen vrucht in de vorm van goede daden.

11. Wat moeten we ons afvragen?

¹¹ Heb jij een mate van gezag? Vraag je dan af: Wat voor sfeer creëer ik thuis of op het werk? Bevorder ik de vrede? Stimuleer ik anderen om vragen te stellen? En ben ik bereid naar hun mening te luisteren? Word nooit als de farizeeën, die boos werden als mensen in twijfel trokken wat ze leerden en heel wreed waren voor mensen die er andere ideeën op na hielden (Mark. 3:1-6; Joh. 9:29-34).

12-14. Waarom geeft het werk dat Jezus ons laat doen nieuwe kracht?

¹² Waarom krijg je nieuwe kracht van het werk dat Jezus ons gaf? Daar zijn veel redenen voor. We gaan er een paar bespreken.

¹³ Je hebt de beste opzieners. Jehovah, onze allerhoogste opziener, is geen ondankbare of harde meester. Hij waardeert het werk dat je doet (Hebr. 6:10). En hij geeft je de kracht die je nodig hebt om je verantwoordelijkheid te dragen (2 Kor. 4:7; Gal. 6:5, vtn.). Jezus, onze Koning, geeft leiding door zijn voorbeeld (Joh. 13:15). En de ouderlingen die als herders voor ons zorgen, volgen het voorbeeld van Jezus, ‘de grote herder’ (Hebr. 13:20; 1 Petr. 5:2). Ze proberen vriendelijk, opbouwend en moedig te zijn terwijl ze ons voeden en beschermen.

¹⁴ Je hebt de beste collega’s. Niemand heeft zulke lieve vrienden om zulk zinvol werk mee te doen als wij. Ga maar na. Je mag samenwerken met mensen die de hoogste normen en waarden hebben maar niet zelfingenomen zijn. Ze zijn getalenteerd maar bescheiden. Ze bezien anderen als superieur aan zichzelf. Ze zien je niet alleen als collega maar ook als vriend. En die band is zo hecht dat ze bereid zijn hun leven voor je te geven!

15. Wat vind je van het werk dat we doen?

¹⁵ Je hebt het beste werk. We leren mensen de waarheid over Jehovah en ontmaskeren de leugens van de Duivel (Joh. 8:44). Satan laat mensen gebukt gaan onder lasten die ze niet kunnen dragen. Hij wil je bijvoorbeeld laten geloven dat Jehovah je zonden niet zal vergeven en dat niemand van je kan houden. Wat een verpletterende last en wat een vreselijke leugen! Als je bij Jezus komt, worden je zonden vergeven. En de waarheid is dat Jehovah heel veel van je houdt (Rom. 8:32, 38, 39). Wat is het geweldig om mensen te leren op Jehovah te vertrouwen en om te zien dat ze hun leven veranderen!

16. Wat is het verschil tussen de last die Jezus ons laat dragen en andere lasten?

¹⁶ De last die Jezus ons vraagt te dragen verschilt van andere lasten. Zo komen velen na een lange dag werk uitgeput en onvoldaan thuis. In tegenstelling daarmee geeft onze dienst voor Jehovah en Christus een diep gevoel van voldoening. Het kan zijn dat je na een werkdag moe bent en jezelf echt moet dwingen om ’s avonds naar de vergadering te gaan. Maar vaak kom je dan met nieuwe kracht en energie van de vergadering terug. Hetzelfde gaat op voor de prediking en persoonlijke studie. De energie die het je kost valt in het niet bij de beloning die je ervoor terugkrijgt!

17. Waarom moeten we realistisch en voorzichtig zijn?

¹⁷ We moeten realistisch zijn. Elk van ons heeft maar een beperkte hoeveelheid energie. Let er dus goed op wat je op je neemt. Je zou bijvoorbeeld energie kunnen verspillen aan het verzamelen van spullen. Een rijke jonge man vroeg eens aan Jezus: ‘Wat moet ik doen om eeuwig leven te krijgen?’ De man leefde al naar de wet. En hij moet een goed mens zijn geweest, want in Markus’ evangelie wordt specifiek gezegd dat Jezus ‘liefde voor hem voelde’. Merk op wat Jezus tegen hem zei: ‘Verkoop wat je hebt.’ Daarna deed hij de man de uitnodiging: ‘Kom, wees mijn volgeling.’ De man werd verscheurd, maar het lijkt erop dat hij geen afstand kon doen van zijn ‘vele bezittingen’ (Mark. 10:17-22). Hij wees het juk dat Jezus hem aanbood af en bleef ‘de Rijkdom’ dienen (Matth. 6:24). Welke keus zou jij hebben gedaan?

18. Wat moet je af en toe doen, en waarom?

¹⁸ Het is goed om van tijd tot tijd je prioriteiten in het leven opnieuw te evalueren. Waarom? Omdat je dan kunt nagaan of je je energie verstandig gebruikt. Een jonge man die Mark heet, vertelt: ‘Jarenlang dacht ik dat ik een eenvoudig leven leidde. Ik pionierde, maar ik was in mijn hoofd altijd bezig met geld en een comfortabeler leven. Ik vroeg me af waarom mijn leven een last was geworden. Toen besefte ik dat ik mijn eigen belangen op de eerste plaats stelde en Jehovah alleen de tijd en energie gaf die ik overhad.’ Mark veranderde zijn manier van denken en zijn leefstijl en hij stelde zich beschikbaar om meer te doen in Jehovah’s dienst. ‘Soms maak ik me nog zorgen’, zegt Mark, ‘maar met Jehovah’s hulp en Jezus’ steun kan ik het aan.’

19. Waarom is het zo belangrijk het juiste perspectief te hebben?

¹⁹ Je zult onder Jezus’ juk nieuwe kracht blijven vinden als je drie dingen doet. Ten eerste: behoud het juiste perspectief. Je doet Jehovah’s werk, en dat moet gebeuren op Jehovah’s manier. Wij zijn de werkers en Jehovah is de Meester (Luk. 17:10). Als je zijn werk op je eigen manier probeert te doen, zul je merken dat je het juk tegenwerkt. Zelfs een sterke os zal zichzelf waarschijnlijk verwonden en uitputten als hij constant zijn eigen gang gaat en vecht tegen het juk dat zijn meester aanstuurt. Maar als je Jehovah’s leiding volgt, kun je echt ongelooflijke dingen doen en elk obstakel overwinnen. Bedenk dat niemand kan verhinderen dat zijn wil wordt uitgevoerd! (Rom. 8:31; 1 Joh. 4:4)

20. Wat moet je motief zijn om onder Jezus’ juk te komen?

²⁰ Ten tweede: laat je leiden door het juiste motief. Het is ons doel onze liefdevolle Vader, Jehovah, te eren. Personen in de eerste eeuw die werden gemotiveerd door hebzucht of eigenbelang, werden al gauw ongelukkig en lieten Jezus’ juk achter zich (Joh. 6:25-27, 51, 60, 66; Fil. 3:18, 19). Maar degenen die werden gemotiveerd door onzelfzuchtige liefde voor God en naastenliefde waren gelukkig terwijl ze dat juk hun hele leven op aarde droegen en ernaar uitkeken met Christus in de hemel te dienen. Ook wij zullen altijd gelukkig zijn als we Jezus’ juk met het juiste motief dragen.

21. Wat kunnen we volgens Mattheüs 6:31-33 van Jehovah verwachten?

²¹ Ten derde: heb de juiste verwachtingen. Je hebt gekozen voor een leven van zelfopoffering en hard werk. Jezus waarschuwde dat we vervolgd zouden worden. Maar je kunt verwachten dat Jehovah je de kracht geeft om elke uitdaging aan te kunnen. Hoe meer je doorstaat, hoe sterker je wordt (Jak. 1:2-4). Je kunt ook verwachten dat Jehovah voor je zal zorgen, dat Jezus een herder voor je zal zijn en dat je broeders en zusters je zullen aanmoedigen (lees Mattheüs 6:31-33; Joh. 10:14; 1 Thess. 5:11). Meer heb je toch niet nodig?

22. Waar kun je dankbaar voor zijn?

²² De vrouw die door Jezus werd genezen, kreeg nieuwe kracht op de dag dat ze weer gezond werd. Maar die nieuwe kracht zou pas onuitputtelijk worden als ze een trouwe discipel van Christus werd. Wat denk jij dat ze heeft gedaan? Stel je eens voor welke beloning ze zou krijgen als ze ervoor koos Jezus’ juk op zich te nemen. Ze zou met hem in de hemel dienen! Daarbij zou alles verbleken wat ze had opgeofferd om Christus te volgen. Wat je hoop ook is — eeuwig leven in de hemel of op aarde — je kunt intens dankbaar zijn dat je bent ingegaan op Jezus’ uitnodiging ‘kom bij mij’!