Is er leven in de buitenaardse ruimte?
MET al zijn verrichtingen op het gebied van de ruimtevaart is de mens er tot nu toe niet in geslaagd enig teken van leven op een van de planeten in ons zonnestelsel te ontdekken. Er is ook ontdekt dat er geen gunstige levensomstandigheden in de ruimte aanwezig zijn. Toch geloven evolutionistisch ingestelde geleerden dat er ergens planeten zijn die wemelen van intelligent leven. Is deze zienswijze redelijk?
Onder de evolutionisten zelf geloven ook niet allen dat er zich op andere planeten menselijk leven zou kunnen hebben ontwikkeld. De astronoom C. Sagan, verbonden aan de Cornell-universiteit en woordvoerder van de evolutionistische geleerden die naar buitenaards leven zoeken, stelde vast:
„Als wij de aarde helemaal opnieuw, en zelfs onder dezelfde natuurkundige omstandigheden, zouden doen ontstaan en toevallige factoren gewoon hun gang lieten gaan, zouden wij nooit iets krijgen wat ook maar in de verste verte op menselijke wezens zou lijken. Er zijn eenvoudig te veel toevalligheden in ons evolutionaire verleden geschiedt dan dat er ergens anders dingen zouden kunnen ontstaan die nauwkeurig op menselijke wezens zouden lijken.” — „Time” van 13 december 1971, blz. 55.
Als ’het nooit nog eens op aarde zou kunnen gebeuren’, hoe kunnen evolutionisten dan werkelijk verwachten dat zich op andere planeten, die veel minder herbergzaam zijn, intelligent leven zal hebben ontwikkeld?
Zou het kunnen zijn zoals een redacteur van het tijdschrift Sciencea zei, nog voordat de eerste raket naar de omgeving van Mars ging: „Door naar leven op Mars te zoeken, zouden wij onszelf de reputatie kunnen bezorgen de onnozelste halzen aller tijden te zijn”?
Welnu, tot op deze dag, na vele Marssondes en duizenden Marsfoto’s, is er nog geen schijn van bewijs dat er op Mars of andere planeten in het zonnestelsel, of op enige andere planeet in het universum leven bestaat.
Met name een christen weet dat zelfs een miljoen landingen op Mars, Venus, Jupiter, Saturnus of een van de andere planeten en hun manen, geen evolutie van leven aan het licht zal brengen. Zowel het leven als alle ingewikkeld ontworpen levende schepselen vinden hun oorsprong bij de Schepper, zoals hij ons in zijn Woord de bijbel duidelijk vertelt. Geld te besteden met als hoofddoel de mythe van de evolutie te bevestigen, is werkelijk dwaasheid (Spr. 1:7; 9:10). Hoeveel beter zou het zijn geweest het geld te besteden ten behoeve van het leven dat zich reeds hier op deze unieke planeet bevindt, in plaats van aan pogingen een foutieve wetenschappelijke theorie over de oorsprong van het leven te bevestigen!
De mens gemaakt voor de aarde
Alleen ten aanzien van onze planeet verklaart de bijbel dat God „haar ter bewoning geformeerd heeft” (Jes. 45:18). En lang geleden sprak Gods Woord er reeds over dat de hemel aan de Schepper toebehoort, maar dat hij ’de aarde aan de mensenzonen heeft gegeven’ (Ps. 115:15, 16). De bijbel toont dus aan dat de aarde uniek is onder de planeten. En wat een wonderbaarlijk tehuis in de ruimte is de aarde voor de mens! Astronaut Frank Borman stelde vast:
„Als je van een afstand van driehonderd tachtig duizend kilometer naar onze aarde kijkt, . . . zie je dat onze planeet het enige voorwerp in het universum is dat enige kleur heeft. Je weet niet of het blauw water of land is . . . Wij hebben zo’n prachtige planeet. . . . het is absoluut een raadsel waarom wij in vredesnaam toch niet kunnen waarderen wat wij hebben.”
Zo’n prachtig tehuis in de ruimte als de mens heeft, is er niet bij toeval of per ongeluk gekomen. Evenals de maan niet per ongeluk in een baan om de aarde verzeild is geraakt, kan ook de aarde niet bij toeval in een baan om de zon zijn gekomen. Vlak voor het lanceren van de Apollo 17 zei astronaut Eugene Cernan op zijn tweede vlucht naar de omgeving van de maan:
„Als je vanaf de maan naar de aarde kijkt en de volmaaktheid, schoonheid en volkomen logica ervan ziet, weet je dat ze niet toevallig is ontstaan. Ze beweegt zich in volle schoonheid door de ruimte en je krijgt het gevoel dat je naar onze aarde kijkt zoals God — wie hij dan ook mag zijn — haar bezag toen hij haar schiep. Ik verlang ernaar terug te gaan en datzelfde gevoel opnieuw te beleven.” — „New York Times” van 8 december 1972.
Die God die de aarde heeft geschapen, is geen naamloze God, doch, zoals hij in de bijbel zegt: „Ik ben Jehovah. Dat is mijn naam” (Jes. 42:8). „Ach, o Soevereine Heer Jehovah! Zie, gijzelf hebt de hemel en de aarde gemaakt, door uw grote kracht en door uw uitgestrekte arm. De gehele zaak is voor u niet te wonderlijk” (Jer. 32:17). In plaats van naar geëvolueerd leven in de ruimte te zoeken, zouden evolutionistische geleerden er goed aan doen de Schepper van de mens te leren kennen en kennis te verkrijgen omtrent zijn voornemen ten aanzien van de aarde. Maar net zoals het was in de tijd toen Jezus Christus op aarde was, is het ook thans. In gebed zei Jezus: „Rechtvaardige Vader, de wereld heeft u . . . niet leren kennen.” — Joh. 17:25.
Er bestaat leven in de ruimte!
Maar dat ruimtesondes geen enkel teken van intelligent leven hebben ontdekt, wil daarom nog niet zeggen dat er geen intelligent leven in de ruimte is. Dat is er beslist wel!
Ondanks de afwezigheid van „geëvolutioneerde” levensvormen, bestaan er wel degelijk luisterrijke intelligente wezens in het gebied dat mensen „de ruimte” noemen! En er is ook contact met hen gelegd!
Deze intelligente personen die buiten de aarde bestaan, werden door Jehovah God geschapen. Hun schepping vond plaats nog voordat de planeet Aarde voor menselijke bewoning werd gereedgemaakt. Gods Woord spreekt over de tijd toen Jehovah de aarde grondvestte. In die tijd, zo verklaart hij, ’hieven de morgensterren te zamen een vreugdegeroep aan en betuigden alle zonen Gods juichend hun instemming’ (Job 38:4-7). Deze „zonen Gods” zijn machtige geestelijke personen die veel bekwamer zijn en veel meer kennis bezitten dan wij. Zij werden in het verleden vaak door God gebruikt om met mensen in verbinding te treden.
Toen bijvoorbeeld de tijd aanbrak dat Jezus moest worden geboren, zond God een bovenmenselijke boodschapper, ofte wel engel, die in de bijbel met de naam „Gabriël” wordt aangeduid. Gabriël kondigde eerst de geboorte aan van Jezus’ voorloper, Johannes de Doper, en toen Jezus’ eigen geboorte. Tot Johannes’ vader, Zacharías, zei de gematerialiseerde engel Gabriël: „Ik ben Gabriël, die dicht voor Gods aangezicht staat, en ik werd uitgezonden om met u te spreken en u het goede nieuws van deze dingen bekend te maken.” Vervolgens verscheen Gabriël, ongeveer zes maanden later, aan de joodse maagd Maria en maakte bekend: „Zie! gij zult in uw schoot ontvangen en een zoon baren, die gij de naam Jezus moet geven.” — Luk. 1:19, 31.
Andere bezoeken vanuit de ruimte
Niet alle bezoeken aan de aarde zijn echter gebracht door personen die met belangrijke mededelingen van God kwamen. Een aantal engelenzonen van God verlieten opstandig hun hemelse positie, kwamen in de gedaante van mensen naar de aarde en „gingen zich vrouwen nemen, namelijk allen die zij verkozen”. De bijbel zegt dat God „de engelen die hun oorspronkelijke positie niet hebben behouden maar hun eigen juiste woonplaats hebben verlaten, heeft . . .. bewaard voor het oordeel van de grote dag”, in welke tijd er een eind zal worden gemaakt aan het verdriet en leed dat zij de mensheid bezorgen. Wat een verlichting zal dat zijn! — Gen. 6:1, 2; Jud. 6.
Er schuilt dus inderdaad een kern van waarheid in de legenden die sommige geleerden hebben uitgelegd als aanwijzingen van mogelijke bezoeken uit de ruimte. Intelligente niet-menselijke, enorm machtige personen hebben werkelijk bezoeken aan de aarde gebracht. Neen, dit waren geen organische wezens van andere planeten die tot grotere intelligentie dan de mens waren geëvolueerd, zoals sommige geleerden misschien veronderstellen; het waren ongehoorzame hemelse schepselen van God. — 1 Petr. 3:19, 20.
Toen de grote vloed van Noachs tijd kwam, konden deze hogere schepselen ontkomen door zich weer tot hun geestelijke gedaante te beperken. Hoewel God deze geestelijke personen er sindsdien van heeft weerhouden zich als mensen te materialiseren, werken zij nu vanuit hun basis in het onzichtbare geestenrijk in de omgeving van de aarde om de mensheid in het verderf te storten. — Openb. 12:7-10, 12; 16:13-16.
Er bestaan dus inderdaad machtige, intelligente personen in de onzichtbare ruimte en sommigen van hen zijn goddeloos (Ef. 6:11, 12). Jezus Christus is tijdens zijn aardse bediening herhaaldelijk geconfronteerd geworden met deze goddeloze onzichtbare krachten. Nu en dan namen zij bezit van de geest en het lichaam van niets vermoedende slachtoffers en barmhartig bevrijdde Jezus mensen van hun invloed. — Matth. 4:24; 15:22.
De aarde heeft een grootse toekomst; u ook?
God zelf heeft beloofd dat weldra de tijd zal komen dat deze aarde met rechtvaardigheid zal zijn bekleed. De symbolische aarde, de goddeloze mensenmaatschappij, zal vernietigd worden (2 Petr. 3:7, 12). Maar deze planeet Aarde zal eeuwig blijven. — Ps. 104:5.
De toekomst van de aarde is groots. Gods eigen Zoon, Jezus Christus, voorzei dat de aarde tot een wereldomvattend paradijs zal worden gemaakt (Matth. 6:10; Luk. 23:42, 43). Nadat het Paradijs door Gods koninkrijk is hersteld, zullen gehoorzame mensen eeuwig op deze prachtige aarde kunnen leven.
Hoe staat het echter met de andere planeten? Zijn zij zonder enige reden in de ruimte en in hun baan gebracht? Neen, wij kunnen die gevolgtrekking niet maken. Alles wat God doet, heeft betekenis en doel. De Schepper, Jehovah God, heeft kennelijk een bedoeling met deze planeten, met inbegrip van de planeten in ons eigen zonnestelsel. Het is best mogelijk dat hij die bedoeling mettertijd aan de gehoorzame mensheid openbaart. Wij dienen niet zo kortzichtig te zijn te denken dat de aarde het middelpunt van het universum is.
De grote vraag waar u zich thans mee bezig dient te houden, is niet of er op enige planeet in andere zonnestelsels leven is, maar of u eeuwig leven hier op aarde zult verkrijgen. De tijd die dit wereldse samenstel van dingen nog rest, is zeer kort. Na het einde van dit samenstel zal de aarde de meest grootse toekomst hebben. Deze wereldse maatschappij heeft echter geen toekomst. De bijbel zegt: „De wereld gaat . . . voorbij en ook haar begeerte, maar wie de wil van God doet, blijft in eeuwigheid.” — 1 Joh. 2:17.
Waarom zou u dus datgene achterna lopen wat voorbijgaat? Waarom zou u niet eeuwig met deze aarde blijven bestaan door te weten te komen wat de wil van God is en deze nu te doen? Bestudeer met dit doel voor ogen de bijbel, die geschreven mededelingen van God zelf bevat. Bestudeer deze goddelijke boodschappen zorgvuldig en gehoorzaam ze. Wanneer dan dit wereldse samenstel van dingen voorbijgaat en wordt vernietigd, zult u wellicht gespaard worden en u kunnen verheugen in eeuwig leven op dit prachtige ruimteschip de aarde, dat in eeuwigheid een paradijs zal blijven.
[Voetnoten]
a Uitgave van 12 februari 1965, redactionele pagina.
[Illustratie op blz. 14]
Na de aarde vanaf de maan te hebben gadegeslagen, spreken astronauten over de weergaloze schoonheid van deze planeet en het feit dat deze ruimtewoonplaats van ons niet per ongeluk kan zijn ontstaan