De statige ceders van de Libanon
Door Ontwaakt!-correspondent in Libanon
OP EEN hoogte van 1830 meter boven zeeniveau, daar staan ze nog — de oude ceders van de Libanon, thans een grote bezienswaardigheid in het Middellandse-Zeegebied, die veel bezoekers trekt. Geen enkele boom heeft dan ook zo’n historie achter zich!
Gaat u met me mee? Dan gaan ook wij een korte reis maken. Vanaf Beiroet, de hoofdstad van Libanon, reizen we 160 kilometer naar het noordoosten, naar een plek in de buurt van het Maronietendorp Beshari. Daar staan de ceders bekend als Arz Ar-rub, „de ceders van de Heer”.
Tijdens onze reis hebben we het blauw van de Middellandse Zee aan onze linkerhand en de hellingen van de bergen aan onze rechterhand. We rijden om de prachtig Jouni-baai, door de vernieuwde stad Byblos (het bijbelse Gebel, waar de Egyptenaren cederhout kwamen halen) en gaan dan verder door naar Tripoli, waarna we even buiten het dorpje Chekka een weg inslaan die ons naar boven voert. Onze klim van 1800 meter neemt een aanvang.
Let op! Spoedig zult u de eerste ceders zien. Wat een adembenemend gezicht deze prachtige bomen in al hun majesteit te aanschouwen, sommige wel 30 meter hoog!
In tegenstelling tot andere bomen, vormen de takken van de cedrus libani vlakke, horizontale lagen of kroonetages, die naar boven piramidevormig toelopen. Zie eens hoever ze zich uitstrekken — sommige wel zo ver als de boom hoog is. Wanneer we de stam van deze altijd groene bomen wat nader bekijken, zien we dat ze knoestig zijn van ouderdom — net als hun oude voorvaders — maar ook massief en groot: sommige zelfs met een stamomtrek van 12 meter. Bepaalde bomen schat men dan ook op meer dan 1000 jaar oud. Het zijn prachtexemplaren met een ruwe, roodbruine schors — die overtogen is met een witachtige waas — met heldergroene naalden van ongeveer 1,5 centimeter, en dikke eivormige kegels.
Wanneer we weer vanuit de koelte van het cederbos in het felle zonlicht stappen, kunnen we de bomen van enige afstand bewonderen. En dan te bedenken dat deze bergen eens volledig met ceders overdekt zijn geweest! Onoordeelkundig kappen, niet zorgen voor voldoende vervanging en oorlogsverwoestingen hebben ertoe geleid dat maar een klein restant van deze prachtige bomen is overgebleven. Dit bos van ongeveer 400 exemplaren is waarschijnlijk blijven staan omdat de bomen zo moeilijk bereikbaar waren. Maar sinds de Tweede Wereldoorlog worden er weer pogingen ondernomen hier opnieuw cederbomen, en ook andere oorspronkelijke bomen te planten.
Maar waarom genieten ze zo’n grote faam? Niet in het minst door de rol die ze in de kunst en de literatuur, en met name in de bijbel spelen. De bijbel verwijst meer dan zeventig maal naar deze monarch van de woudreuzen en gebruikt hem om statigheid af te beelden, alsook verhevenheid en kracht — in schijn en werkelijkheid. De Messias wordt bijvoorbeeld vergeleken met een loot genomen uit de top van een cederboom. De groei van de rechtvaardige is als de groei van een hechtgewortelde cederboom. Ontrouwen worden daarentegen ook met een ceder vergeleken, maar dan vanwege hun zelfverheffing en vals gevoel van zekerheid. — Ezech. 17:22-24; Ps. 92:12; Jes. 2:11-13; Jer. 22:13-15, 23.
Maar de majestueuze ceder is nog veel bekender vanwege zijn gebruik bij de bouw van de prachtige tempel van Jehovah in Jeruzalem, die in de dagen van de koning Salomo tot stand kwam. De schoonheid, luister en duurzaamheid, plus de warme rode kleur van het hout, maakten het voor dat doel zeer geschikt. — 1 Kon. 6:9, 15-18, 20.
Ah, maar hoe werden die omgehakte bomen dan van hier naar Jeruzalem verscheept? Wel, het is niet erg waarschijnlijk dat de bomen voor de tempel hier vandaan zijn gekomen. Bedenk dat in de oudheid de bergen van de Libanon van noord naar zuid (over een afstand van 150 kilometer) geheel door cederbossen waren overdekt. Thans is er verder naar het zuiden, in de buurt van het Druzische dorpje Barouk, een jonger bos van ongeveer 900 ceders. Wellicht dat de ceders voor de tempel daar in de buurt zijn gekapt door de Sidoniërs, die als ervaren houthakkers bekendstonden, en dat de stammen dan misschien langs de rivier de Litani zuidwaarts zijn afgevoerd, om de zuidelijke uitloper van het Libanongebergte heen, naar de Middellandse Zee, in de buurt van de havenstad Tyrus. Daar kan men ze tot houtvlotten hebben samengevoegd, en verder over zee langs de kust zuidwaarts hebben laten drijven tot Joppe, het huidige Tel Aviv, alwaar het hout wellicht werd gezaagd en vervolgens 40 kilometer over land naar het tempelterrein in Jeruzalem werd vervoerd.
De mensen in de oudheid stelden cederhout bijzonder op prijs. De ceder is een majestueuze boom met een betekenisvolle geschiedenis achter de rug. Spoedig zal hij in Gods aardse paradijs opnieuw de bergen met zijn groen overdekken — tot eer en lof van zijn Maker.