Is uw geld bij de bank veilig?
’MAANDAGMORGEN begonnen zich lange rijen te vormen. Manmoedig trotseerden zij bittere kou en een wachttijd van naar schatting vijf uur. De kalme verzekering van de bankmensen, economen en politici versterkten slechts de paniekstemming. In het hele land, ja over de hele wereld, werden banken door steeds grotere menigten belegerd en overal werd dezelfde eis gehoord — GEEF ONS ONS GELD!’
Zal dit het nieuws zijn dat u binnenkort te lezen krijgt? The Wall Street Journal citeerde onlangs de econoom Alan Greenspan in een uitspraak dat „de kansen op een gevaarlijke ineenstorting [van de banken] nu groter zijn dan ze in een halve eeuw geweest zijn”. Waarom is dit zo?
Waar het geld is gebleven
Herinnert u zich hoe zorgvuldig uw kredietwaardigheid aan een onderzoek werd onderworpen toen u laatst uw bank om een lening vroeg? Verrassend genoeg zijn banken niet altijd zo voorzichtig wanneer het grote bedragen betreft. Zo kon Mexico met zijn aanzienlijke oliereserves gemakkelijk zo’n $57 miljard aan leningen verkrijgen. Toen kwam over de hele wereld de stijging van de rentevoet en de daling van de olieprijzen. Mexico stond aan de rand van een bankroet. Het gerucht dat Mexico deze enorme leningen wellicht niet zou kunnen aflossen, had een lichte paniek tot gevolg. Er werden noodmaatregelen getroffen om nog meer geld in dit land te pompen. Hoewel hier de crisis wellicht afgewend is, hebben ook andere landen, zoals Polen en Brazilië, er moeite mee hun enorme schulden af te betalen.
Ook in de zakenwereld zijn miljarden geïnvesteerd. Vroeger financierden grote bedrijven hun activiteiten door obligaties (leningen op lange termijn) aan het publiek te verkopen. Toen de rente steeg, verkochten de investeerders hun obligaties en staken hun geld in winstgevender mogelijkheden. Bedrijven werden gedwongen zich tot bankleningen op korte termijn en met hoge rente te wenden. De banken kunnen echter fortuinen verliezen als deze ondernemingen failliet zouden gaan. De recente ondergang van de Drysdale Government Securities Corporation is een beangstigend voorbeeld van hoe kwetsbaar banken zijn — het kostte hun $285 miljoen!
Wereldomvattend domino-effect?
Economen vrezen dan ook dat deze factoren elkaar kunnen versterken en een wereldomvattend domino-effect kunnen teweegbrengen. Veronderstel dat een buitenlandse mogendheid of een aantal grote corporaties hun schulden niet kunnen betalen. Een of twee grote banken zouden failliet kunnen gaan. Dit zou vervolgens inleggers van andere banken kunnen doen schrikken en er zou een koortsachtige run op de banken kunnen ontstaan omdat mensen hun geld willen opnemen. Aangezien banken slechts een bescheiden hoeveelheid contant geld voorhanden hebben, zou er een grote liquiditeitscrisis kunnen ontstaan. De bankiers zouden een wanhopige behoefte aan contant geld krijgen. Deze kettingreactie zou zich kunnen uitbreiden tot een wereldomvattende ineenstorting.
Niettemin zeggen bankiers dat zij een dergelijk scenario onwaarschijnlijk achten. David Rockefeller, voormalig president van de Chase Manhattan Bank, beweerde in een recent interview dat het bankstelsel „heel gezond” is. Toegegeven, „banken doen heel veel zaken met elkaar, zodat er een enorme onderlinge afhankelijkheid is”, maar naar zijn mening was het „zeer onwaarschijnlijk” dat een wereldomvattend domino-effect het hele bankwezen zou doen ineenstorten. Aangezien het hele succes van het bankwezen echter berust op het vertrouwen van het publiek, is het wel begrijpelijk dat de bankmensen zich zo optimistisch uitlaten.
’Maar een land zal toch niet een van zijn grote banken failliet laten gaan’, zegt u wellicht. Maar dat is wel wat de Italiaanse centrale bank heeft gedaan! De ineenstorting van de Banco Ambrosiano kreeg veel aandacht in de pers vanwege de nauwe banden met het Vaticaan. Toen de door veel schandalen bezoedelde bank failliet ging, trok de Bank van Italië tot verrassing en consternatie van Europese banken haar ondersteuning terug. Bankiers vrezen dat hiermee een gevaarlijk precedent is geschapen.
„Vrede en zekerheid” in de financiële wereld?
The New York Times van 10 oktober 1982 beweerde dat ’insiders voorspellen dat vrees voor een ineenstorting van de internationale financiële wereld ten slotte de partijen zal dwingen tot een vergelijk te komen’. Tijdens de economische ineenstorting van de jaren ’30 hebben de natiën echter niet willen samenwerken en hebben ze in plaats daarvan ’geprobeerd zich te beschermen tegen de langdurige wereldomvattende economische storm zonder zich te bekommeren om de nadelige uitwerking van hun acties op andere landen’. En er is weinig wat erop wijst dat de naties van inzicht veranderd zijn. Regeringen die met inflatie te kampen hadden, hebben bijvoorbeeld de rente laten stijgen zonder te letten op het verwoestende effect dat deze maatregel op de armere naties heeft gehad.
Niettemin voorzegt de bijbel dat spoedig leiders „vrede en zekerheid” zullen voorspellen (1 Thess. 5:3). In welke mate dit ook met zich mee zal brengen dat de wereldeconomie opgelapt wordt, kunnen wij alleen maar afwachten. Ondertussen blijft de vraag wat men kan doen om de problemen van de wankele wereldeconomie het hoofd te bieden.