Hoe reëel is de dreiging van een nucleaire holocaust?
I WANT TO GROW UP, NOT BLOW UP
DEZE navrante, tot nadenken stemmende woordena werden door een onbekende op een muur in de binnenstad van Frankfurt gekrabbeld. Neemt u het deze jonge man — of vrouw — kwalijk dat hij of zij er zo over denkt?
Waarschijnlijk niet, vooral niet als u tot de miljoenen behoort die meer vrezen dan een beperkte atoomoorlog — hoe verschrikkelijk ook die al zou zijn. Naar hun mening dreigt er een totale nucleaire oorlog die de hele mensheid zal uitroeien en de aarde onbewoonbaar zal maken.
Een woord dat vooral in de Engels-sprekende landen dikwijls wordt gebruikt om zo’n nucleaire holocaust te omschrijven, is aan de bijbel ontleend. Het is „Armageddon”. In 1961 bijvoorbeeld zei de voormalige Amerikaanse president Eisenhower dat door de toenemende nucleaire dreiging Chicago nog „maar dertig minuten van Armageddon lag”.
Intussen hebben wij de jaren ’80 gehaald. Jarenlange politieke discussies en onderhandelingen zijn er nog niet in geslaagd de nucleaire bom waarop de wereld nu al bijna veertig jaar schijnt te zitten, onschadelijk te maken. Ondanks de toegenomen druk van hun burgers om tot een bevriezing van kernwapens te komen, blijven de supermachten hun voorraad kernwapens vergroten.
De dreiging neemt nog steeds toe
Joseph Weizenbaum van het Massachusetts Institute of Technology gaf nog een andere reden voor de toenemende dreiging van een nucleaire holocaust: „Het gevaar is groter geworden omdat thans veel meer landen atoomwapens hebben.” Aangezien hun aantal ongetwijfeld zal blijven groeien, zijn de vooruitzichten voor de toekomst bepaald niet zonnig. „Naar alle waarschijnlijkheid zullen wij de komende twintig jaar niet overleven”, waarschuwt Weizenbaum. „Wij stevenen steeds sneller op de afgrond af. En ik vrees dat er niemand is die ons zal tegenhouden. Misschien zijn wij al reddeloos verloren.”
Intussen gaat de moderne technologie ermee voort de geleide projectielen te vervolmaken. Na duizenden kilometers afgelegd te hebben, kunnen lange-afstandraketten al op minder dan 180 meter van hun doel terechtkomen. Dat is net zoiets als een bal gooien naar een doel op anderhalve kilometer afstand — gesteld dat iemand zo ver zou kunnen gooien — en er dan nog geen twee centimeter naast zitten!
Wat is uw reactie?
Misschien wilt u een nucleaire holocaust proberen te voorkomen. Weliswaar bent u waarschijnlijk geen politicus of onderhandelaar in het ontwapeningsoverleg, maar door deel te nemen aan vredesbewegingen of anti-kernbomdemonstraties hebt u misschien het gevoel dat u doet wat u kunt. Er zijn honderdduizenden gewone burgers die er zo over denken.
Anderzijds is het ook mogelijk dat u zich weinig gemotiveerd voelt om u ermee te bemoeien. Misschien zult u eenvoudig de dreiging proberen te negeren en ze uit uw geest bannen door uw leven met andere interesses te vullen. Onbewust hoopt u er maar het beste van.
Of beschouwt u een nucleaire oorlog als onvermijdelijk? Zo ja, dan bent u misschien op zoek naar middelen om het persoonlijk te overleven. Mogelijk bent u zelfs lid geworden van een van de „overlevingsgroepen” die de laatste tijd in alle delen van de wereld als paddestoelen uit de grond zijn geschoten.
Of iemand nu wel of niet in een van deze drie categorieën past, niemand van ons kan ontkomen aan het feit dat er een reële dreiging van een kernoorlog bestaat. Of wij het nu prettig vinden of niet, er zijn vragen met vèrreikende consequenties die wij onder de ogen moeten zien. Zal de ergste vrees van de mensheid werkelijkheid worden? Is het „Armageddon” van een nucleaire oorlog onvermijdelijk? Zijn onze jonge mensen gedoemd om te worden opgeblazen voordat ze zijn opgegroeid?
[Voetnoten]
a Nederlandse vertaling: Ik wil opgroeien, niet opgeblazen worden.