Parels kweken — Een juweel van een idee!
KOKITJI Mikimoto was diep in gedachten verzonken. Hij dacht na over oesters en hij vroeg zich hardop af: „Hoe zijn de parels er nu in gekomen?”
„Toeval”, antwoordde Ume, zijn liefhebbende vrouw.
„Als het toeval is, hoe kunnen wij het dan met opzet laten gebeuren?” mijmerde Mikimoto. „Er moet een manier zijn om parels te zaaien en ze als rijst of koolrapen te kweken.”a
Eeuwen vóór dit jonge echtpaar in Japan over het ,,kweken” van parels sprak, werd dit kostbare juweel van de zee reeds op exotische plaatsen in de Oriënt, en in het bijzonder in de Perzische Golf, geoogst. Rondom het kleine, uit eilanden bestaande sjeikdom Bahrein waren er oesterbedden in overvloed. Elk jaar begon in de maand mei bij decreet van de sjeik het parelvisseizoen. Dan staken de duikers onder het weerklinken van de parelende klanken van hun liederen met hun houten bootjes in zee om te speuren naar de luisterrijke juwelen die in de als gastheer optredende oesters verborgen lagen.
Het natuurlijke juweel van de zee
Waar zij naar zochten, waren de juwelen van de zee — natuurparels. Een parel ontstaat wanneer een of ander minuscuul deeltje de oester is binnengedrongen terwijl deze zich nog in zee bevindt. De oester bekleedt de indringer geheel met een kostbare substantie genaamd parelmoer. Al gauw is de kern niet langer te herkennen. Ze is veranderd in een gepolijst sieraad — een parel, gereed voor gebruik.
Theorieën over parels zijn even oud als de oogst ervan. De Chinezen uit de oudheid noemden ze „de verborgen ziel van de oester”. De Grieken dachten dat parels werden gevormd wanneer de bliksem op zee insloeg. De Romeinen stelden zich voor dat parels oestertranen waren. Dit alles toont des te duidelijker hoe mysterieus en zeldzaam ze waren. Zelfs nog maar zo kort geleden als 1947 leverden de 35.000 oesters die in één week door een groep parelvissers werden geoogst, maar 21 parels op, en hiervan waren slechts 3 van dusdanige kwaliteit dat ze handelswaarde hadden.
Voordat de techniek van het polijsten van edelstenen geperfectioneerd was, waren natuurlijke parels de meest begeerde juwelen. In de hoogtijdagen van het Romeinse Rijk zou generaal Vitellius naar verluidt een volledige militaire campagne hebben gefinancierd door „slechts één van zijn moeders oorringen” te verkopen. In de eerste eeuw gebruikte Jezus een „parel van grote waarde” als illustratie voor de kostbaarheid van het „koninkrijk der hemelen” (Matthéüs 13:45, 46). Marco Polo beschreef hoe hij zijn opwachting maakte bij de koning van Malabar tot wiens versierselen een uit 104 parels en robijnen bestaande „rozenkrans” behoorde, die „meer waard was dan de losprijs voor een stad”. Natuurparels van goede kwaliteit waren zo kostbaar als goud en de duikers waren de ’goudzoekers’.
Toen de wereld de 20ste eeuw binnenging, bleef de schitterende natuurparel geliefd bij de adel en de rijken. Door hun buitengewone kostbaarheid bleven parels echter buiten het bereik van gewone mensen. Dat alles zou veranderen met de komst van de gekweekte of ’cultivé’-parel.
Mikimoto’s droom
Tegen het eind van de 19de eeuw was de oesterstand rondom Japan door de parelvisserij danig uitgedund. Wegens zijn liefde voor de zee rond zijn huis aan de Ago-baai in de Mie-prefectuur begon Kokitji Mikimoto serieus over oesters na te denken. Hij werd geïntrigeerd door het vermogen van de oester om parels te produceren. Bestond er een manier om parels in zulke hoeveelheden te produceren dat iedere vrouw die een paarlen halssnoer wilde dragen zich er een kon veroorloven? Zo begon zijn droom.
Het idee om een of ander vreemd deeltje in de oester te plaatsen om deze ertoe te brengen een parel te maken, bestond al enige tijd. Naar verluidt hadden de Chinezen zich reeds vanaf de 12de of 13de eeuw van deze methode bediend om zogenoemde blisters of halfbolvormige parels te krijgen van zoetwatermossels.
In de jaren ’80 van de vorige eeuw begon Mikimoto met oesters te experimenteren. Met de hulp van plaatselijke vissers ging hij aan het werk en implanteerde duizend oesters met kleine stukjes schelp. Zijn inspanningen hadden geen succes; geen enkele oester bracht een parel voort. Zijn teleurstelling verbijtend en de hoon van de mensen negerend, bracht hij de middelen bijeen (en de moed) om nog eens 5000 oesters met stukjes koraal, schelp, glas of bot te implanteren — en wachtte af. Intussen implanteerde hij samen met Ume een kleiner oesterbed in de buurt van hun huis met minuscule glimmende stukjes parelmoer van schelpen.
Oesters hebben natuurlijke vijanden en een van de dodelijkste ervan zou dat jaar toeslaan. Het was een plaag van oranjerood giftig plankton, het rode getij genaamd, dat zich snel voortplantte en de oesters verstikte. Vijfduizend geïmplanteerde oesters en vier jaar hard werk gingen verloren en Mikimoto’s droom veranderde in een nachtmerrie.
In de hoop haar man wat op te beuren, drong de toegewijde Ume er bij hem op aan te gaan kijken hoe het met het kleine oesterbed was gesteld dat niet was aangetast. Omdat het een zachte dag was, vergezelde zij hem en ging zich ook met de oesters bezighouden. Toen zij er een opende, slaakte zij een kreet. Daar, een glanzend witte parel! Ze was halfrond van vorm en had zich gevormd tegen de binnenkant van de schelp. Mikimoto had de methode gevonden die hem zijn blisterparel opleverde en die in 1896 gepatenteerd werd; maar hij had nog steeds zijn hart gezet op de volmaakt ronde, gekweekte parel.
Het geheim van de oester ontsloten
Intussen streefden twee andere mannen naarstig naar hetzelfde doel. Tegen 1904 kon Tatsoehei Mise, een man die zichzelf tot geleerde had opgewerkt, aan zeebiologen in Japan enkele bolvormige parels laten zien. En tegen 1907 kon de zeebioloog Tokitji Nisjikawa eveneens ronde parels tonen. De vorderingen van de een leidden tot verlichting van de ander. Hedendaagse parelkwekerijen gebruiken een combinatie van de door deze mannen ontwikkelde methoden. Het patent voor de volmaakt ronde cultivé-parel zou echter uiteindelijk in 1916 naar Mikimoto gaan. Wat was er gebeurd?
In 1905 raakte Mikimoto opnieuw een oesterbank kwijt door het dodelijke rode getij. Zich op de stranden van de Ago-baai door 850.000 dode stinkende oesters heen werkend, kwam de door tegenslagen bezochte man bij toeval achter het geheim van de oester. Hij vond vijf volmaakt gevormde ronde parels, die allen diep in het vlees van de oesters begraven lagen in plaats van tegen de schelp. Nu besefte hij wat hij verkeerd had gedaan. Omdat hij de kern tussen de schelp en het vlees van de oester had ingebracht, had hij slechts de halfronde, met de schelp vergroeide blisterparels gekregen. Maar deze parels zaten diep in de ’buik’ van de oester en konden daarom vrij heen en weer rollen, waardoor ze volledig met parelmoer konden worden overdekt. Dat resulteerde in prachtige volmaakt ronde parels!
Het publiek overtuigen
Tegen 1920 begonnen de gekweekte parels de internationale markt te veroveren. Maar er bleef één vraag hangen: Waren het echte parels of waren het imitaties? In de gerechtshoven van Engeland en Frankrijk werd een juridische strijd ontketend. De wetenschappelijke onderzoekingen die in deze landen werden verricht, leidden echter tot de conclusie dat het enige verschil tussen natuurlijke en gekweekte parels gelegen is in hun oorsprong. Daardoor verkreeg Mikimoto de benodigde vergunningen om zijn parels te exporteren — als parels. En zo verwierf hij zijn welverdiende bijnaam „Parelkoning”.
De „Parelkoning” zou in zijn eigen land het meeste indruk maken. De crisis van de jaren ’30 had handelaren ertoe gebracht de markt te overspoelen met imitatieparels, gemaakt van glaskralen, overdekt met parelessence, een concentraat van visschubben. Zulke frauduleuze praktijken zouden natuurlijk de markt voorgoed bederven. Mikimoto greep in en kocht alle nepparels op die hij maar kon vinden. Toen, op een dag in 1933, schepte hij persoonlijk de naar schatting 750.000 imitaties en enkele slechte gekweekte exemplaren tijdens een openbare verbranding de vlammen in. De twijfels over de echtheid van gekweekte parels werden weggeblazen met de rook, en sedertdien hebben parels een eervolle plaats verworven op de juwelenmarkt.
Thans is de schoonheid van parels niet langer exclusief voorbehouden aan de koningshuizen en de zeer rijken. Menige werkende vrouw kan bij de juwelier bewonderend kijken naar volmaakt ronde parels die haar als manen tegen een donkere hemel van fluweel toeschijnen. Zij zou zelfs enkele parels voor zichzelf kunnen kopen — dat alles omdat parels worden gekweekt. Wat een juweel van een idee! — Door Ontwaakt!-correspondent in Japan.
[Voetnoten]
a Dit gesprek is aangehaald uit het boek The Pearl King — The Story of the Fabulous Mikimoto (De Parelkoning — De geschiedenis van de vermaarde Mikimoto) door Robert Eunson.
[Illustratieverantwoording op blz. 25]
K. Mikimoto & Company Ltd.
[Illustratieverantwoording op blz. 26]
K. Mikimoto & Company Ltd.