Jonge mensen vragen . . .
Hoe hebben ze me dat kunnen aandoen?
„Ik keek op tegen Gina, mijn oudere zus.a Zij nam me vaak mee naar de bioscoop en hielp me met mijn huiswerk. Ik wist niet dat zij problemen had, totdat er op een avond bekendgemaakt werd dat zij uit de christelijke gemeente gesloten was. Ik was er kapot van. Ik kon het niet geloven. Ze had mij niet gezegd dat zij problemen had.” — Terry.
„Bill was mijn oudere broer. Ik keek erg tegen hem op. Hij was heel sympathiek — aardig, grappig. Wanneer wij als gezin zaten te eten, kon hij ons laten gieren van het lachen! Maar Bill was wel altijd erg opvliegend. Hij begon met een paar verwende rijkeluiskinderen om te gaan en raakte aan de drugs. Dat maakte hem nog veel opvliegender. Al gauw begon hij zelfs ruzie te maken met onze ouders. Ik heb hem zelfs Ma een keer een duw zien geven! We maakten plannen om voor het eerst met het gezin een weekje te gaan kamperen. Ik verheugde mij er echt op! En toen liep Bill weg, zonder dat wij ook maar een idee hadden waar hij heen was. Ik maakte mij ongerust over hem, bezorgd. Maar ik was ook boos op hem; boos omdat Pa ons uitje moest afzeggen en boos omdat Bill altijd alles verknalde.” — Don.
HET doet pijn als een oudere broer of zus opstandig wordt, wegloopt, gearresteerd wordt of je familie op de een of andere manier te schande maakt.
Vaak heb je tegen die oudere broer of zus opgezien als een voorbeeld. Het kan een onthutsende ervaring zijn, de persoon in kwestie van een voetstuk te zien vallen. Het kan zelfs bepaalde angsten ten aanzien van jezelf bij je oproepen. ’Zal dat mij ook overkomen?’
Verontwaardiging kan nog een andere hevige emotie zijn waarmee je misschien te kampen krijgt. Je bent kwaad op je opstandige broer of zus omdat hij of zij jou en de rest van het gezin zo veel leed en pijn berokkent. „Pa en Ma waren ten einde raad”, zegt Don. „Zij waren er gewoon overstuur van.” Je kunt er ook gebelgd over zijn dat je eigenzinnige broer of zus alle aandacht van je ouders opslokt — alsof jij niet meer bestaat! Je komt misschien zelfs in de verleiding ook een beetje lastig te zijn om zo de aandacht van je ouders te trekken.
Aan de andere kant ben je misschien ook verontwaardigd op je ouders als zij strenge disciplinaire maatregelen nemen tegen de opstandige. Je vraagt je af: ’Moesten ze nu echt zo streng zijn voor hem?’ Je kunt er ook genoeg van krijgen je ouders hem steeds te horen berispen. Sommige jongeren koesteren zelfs een heimelijke afgunst en vragen zich af of de vrije manier van leven waarvan hun broer of zus nu schijnt te genieten, niet iets voor hen zou zijn. Of misschien vind je het gewoon vervelend dat je de pijnlijke situatie aan je vrienden moet uitleggen.
Waarom stellen oudere broers en zussen ons dan soms teleur? En hoe kun je voorkomen dat je leven er te veel door wordt beïnvloed?
Waarom oudere broers of zussen soms te kort schieten
De bijbel maakt duidelijk dat „allen” — zelfs broers en zussen tegen wie je erg opkijkt — ’hebben gezondigd en niet de heerlijkheid Gods bereiken’ (Romeinen 3:23). En jongeren begaan al heel gemakkelijk overtredingen omdat zij veelal nog niet geleerd hebben hun gevoelens en opwellingen te beheersen. De bijbel zegt daarom dat ’dwaasheid aan het hart van een knaap [of jongere] gebonden is’ (Spreuken 22:15). Dus hoe erg je je ongetwijfeld ook gekwetst voelt door hun overtreding, je hebt waarschijnlijk geen reden om aan te nemen dat de misstap van je broer of zus op de een of andere manier tegen jou persoonlijk gericht was, noch heb je enige reden om je onnodig opgelaten te voelen alsof jij de misstap had begaan.
Het is mogelijk dat je ouders enigszins te kort geschoten zijn in de opvoeding van je broer of zus. Misschien zijn zij te toegeeflijk geweest en hebben zij hem niet streng genoeg onderricht (Spreuken 13:24; 29:15, 17). Misschien hebben zij in een of ander opzicht ook niet het goede voorbeeld gegeven. Maar zelfs als dat zo was, zou je met bittere verwijten aan het adres van je ouders, in een poging hun de schuld in de schoenen te schuiven voor de problemen van je broer of zus, weinig bereiken.
Het is heel waarschijnlijk dat niet zozeer je ouders van hun kant verzuimd hebben je broer of zus goed op te voeden, maar dat je broer of zus verzuimd heeft daar goed op te reageren.
Hoe ouders zich voelen
Dit zal je helpen begrijpen waarom de misstap van je broer of zus vooral bij je ouders hard aankomt. Zij hebben heel wat tijd, moeite en emoties in de opvoeding van je broer of zus gestoken. Als zij hem of haar een overtreding zien begaan, moeten zij wel vervuld zijn van twijfels en schuldgevoelens ten aanzien van de manier waarop zij hem of haar hebben opgevoed.
Het is dan ook geen wonder dat je ouders je ogenschijnlijk verwaarlozen als de crisis een hoogtepunt heeft bereikt. Het boek How to Survive Your Child’s Rebellious Teens, geschreven door Myron Brenton, verklaart: „Het opstandige kind is zozeer het middelpunt waarom de wereld van de ouders draait en vergt zo veel van hun emotionele energie dat de andere kinderen veronachtzaamd worden. ’Ik was zo verblind, zo geconcentreerd op die ene oudste dochter, dat ik mij er niet eens van bewust was dat ik nog een andere dochter of een man had.’ Zo bracht de moeder van een aan drugs verslaafd kind het onder woorden.”
Toegegeven, het is niet eerlijk als ouders op zo’n manier reageren. Maar is het niet begrijpelijk? De bijbel vertelt ons dat koning David zo wanhopig was over de opstand en de daaropvolgende dood van zijn zoon Absalom, dat hij een tijdlang totaal van streek was en hij slechts kon uitroepen: „Mijn zoon Absalom! Absalom mijn zoon, mijn zoon!” (2 Samuël 19:4-6) Je kunt er zeker van zijn dat naarmate de rust weerkeert — en na verloop van tijd zal dat gebeuren — je ouders geleidelijk aan hun evenwicht zullen herwinnen en in staat zullen zijn beter aan jouw behoeften te voldoen.
’Zal ik hetzelfde doen?’
Deze vraag baart veel jongeren zorgen, vooral als zij constateren dat zij een beetje nieuwsgierig zijn naar de „vrijheid” die hun oudere broer of zus nu smaakt.
Besef allereerst dat je, hoewel je tegen je oudere broer of zus hebt opgekeken, er desondanks tegenover God verantwoordelijk voor bent te doen wat juist is. Jakobus 4:17 zegt: „Indien iemand . . . weet hoe hij het juiste moet doen en het toch niet doet, is het hem tot zonde.” (Vergelijk Galaten 6:5.) Afgunstig zijn op de schijnbare vrijheid die hij of zij nu bezit, is regelrechte dwaasheid. De psalmist Asaf heeft een poosje zelf zo’n afgunst gevoeld. Maar nadat hij zorgvuldig nagegaan was wat de gevolgen waren voor opstandige zondaars, kwam hij tot de conclusie dat zij zich „op een glibberige bodem” bevonden — op de rand van de ondergang! (Psalm 73:18) Je hoeft niet persoonlijk overtredingen te begaan om erachter te komen dat het slechts tot hartzeer leidt. — Galaten 6:7, 8.
Besef ook dat wat je oudere broer of zus doet, helemaal niet bepalend is voor wat jij gaat doen. Het is zoals Terry (aan het begin geciteerd) het zei: „Ik ben niet van plan hetzelfde te doen als mijn zus. Ik ben helemaal niet zoals zij. Wij zijn twee verschillende personen.”
Sta bijvoorbeeld eens stil bij het bijbelse verslag over Jozef. Niet één van Jozefs tien oudere broers gaf hem een goed voorbeeld om na te volgen. Toch liet Jozef zich niet door hun slechte voorbeeld beïnvloeden. Hij toonde liefde voor juiste beginselen en werd „degene die van zijn broeders is afgezonderd” om veel voorrechten en zegeningen te ontvangen. — Deuteronomium 33:16; Genesis 49:26.
Jij kunt evenzo proberen „een voorbeeld voor de getrouwen [te worden] in spreken, in gedrag, in liefde, in geloof, in eerbaarheid”, ongeacht de weg die je oudere broer of zus is ingeslagen (1 Timótheüs 4:12). Jouw loyale krachtsinspanningen kunnen je oudere broer of zus er zelfs toe aanzetten zijn of haar leven in het reine te brengen.
Leer van hun fouten
Probeer wat lering te trekken uit deze moeilijke situatie. Zocht je broer of zus bijvoorbeeld „slechte omgang” — jongeren die vloeken, drugs gebruiken, te veel drinken of zich met immoreel gedrag bezighouden? (1 Korinthiërs 15:33) Misschien moet je degenen met wie jij omgaat eens onder de loep nemen.
Denk ook eens na over de manier waarop je oudere broer of zus op raad van je ouders reageerde. Ging hij er altijd tegen in, was hij koppig, opstandig? Zo ja, vraag je dan af of jij je ouders af en toe een grote mond geeft of dat je de lijn trekt als het erop aankomt te doen wat zij je vragen. Zou je wat gewetensvoller kunnen zijn wat betreft het ’eren van je vader en je moeder’? — Efeziërs 6:2.
Het zal niet gemakkelijk zijn, maar jij en de overige leden van het gezin zullen deze droevige ervaring te boven komen en er misschien wat goeds uit voort zien vloeien. Verlies ondertussen nooit de hoop dat je oudere broer of zus het verkeerde van zijn of haar handelwijze inziet en stappen onderneemt om te veranderen. (Vergelijk Lukas 15:11-24.) Vergeet nooit dat hoewel gezinsleden je teleur kunnen stellen, Jehovah je nooit ’in de steek zal laten noch je ooit zal verlaten’ (Hebreeën 13:5). Daarom dient loyaliteit aan Jehovah op de eerste plaats te komen. Je verlangen hem te behagen, zal je motiveren om een rein en zuiver leven te leiden — zelfs wanneer een geliefde broer of zus heeft verkozen een andere weg te volgen.
[Voetnoten]
a Sommige namen zijn veranderd.
[Illustratie op blz. 24]
De ouderlijke zorg concentreert zich vaak op een opstandige broer of zus. Het onschuldige kind kan zich als gevolg daarvan verwaarloosd voelen