Wat is er gebeurd met het traditionele kerstfeest?
„Kerstmis was voor ons als kinderen een fijne tijd”, zegt Rita, terugkijkend op de jaren dertig. „Iedereen ging naar de kerk, waar wij onze lievelingsliederen zongen. Als wij thuiskwamen, braadde Moeder een kalkoen, en wij kregen kerstpudding met slagroom. Wij geloofden oprecht dat het Jezus’ geboortedag, zijn dag, was. Maar de dingen zijn veranderd. Het enige waaraan veel kinderen nu schijnen te denken, is dat de kerstman cadeautjes komt brengen.”
Door Ontwaakt!-correspondent in Groot-Brittannië
IN DE loop der jaren is de kerstviering in veel opzichten veranderd — en niet slechts in recente tijd. Al in 1836 zei de Britse schrijver Charles Dickens: „Er zijn mensen die je zullen zeggen dat het kerstfeest voor hen niet meer is wat het geweest is.”
Wat sommigen misschien zal verbazen: Kerstmis is niet altijd populair geweest. In de negentiende eeuw, waarin Dickens schreef, was het kerstfeest in populariteit afgenomen. In de eerste helft van die eeuw werd het door de meeste Britse kranten genegeerd.
Dickens en zijn oudere Amerikaanse tegenhanger Washington Irving deden een poging om het kerstfeest te idealiseren. Waarom? Niet louter en alleen om oude tradities in ere te herstellen maar ook, althans voor zover het Dickens betrof, om de lezers attent te maken op de harde werkelijkheden in het leven van de kansarmen, en op die manier hun situatie te verbeteren.
Negentiende-eeuwse werkelijkheden
Hoewel de Industriële Revolutie sommigen welvaart bracht, had ze ook sloppenwijken, ellende en uitbuiting van arbeidskrachten tot gevolg. „Elke grote stad heeft een of meer sloppenwijken”, schreef Friedrich Engels in 1844, „waar de arbeidersklasse opeengepakt woont . . ., uit het zicht van de gelukkiger klassen.”
De Britse Factory Act van 1825, die alleen op katoenspinnerijen van toepassing was, bepaalde dat in een katoenspinnerij niemand op een doordeweekse dag langer dan twaalf uur of op zaterdag langer dan negen uur mocht werken. In 1846 stelde de geschiedschrijver Thomas Macaulay een dergelijke intensieve arbeid verantwoordelijk voor „het belemmeren van de geestelijke groei, omdat ze geen tijd overlaat voor gezonde oefening, geen tijd voor verstandelijke ontwikkeling”.
Te midden van die negentiende-eeuwse sociale en morele problemen vond een herleving van de kerstfestiviteiten plaats.
Dickens en Kerstmis
Charles Dickens maakte als eerste de maatschappij bewust van de problemen van de armen. In zijn klassieke roman A Christmas Carol, gepubliceerd in 1843, maakte Dickens een bekwaam gebruik van zijn kennis van kersttradities om zijn doel te bereiken.
A Christmas Carol was een onmiddellijk succes, en er werden duizenden exemplaren van verkocht. Het jaar daarop werd in negen Londense theaters een toneelversie van het verhaal opgevoerd. Op kerstavond in 1867 droeg Dickens het werk voor in Boston (Massachusetts, VS). Onder de aanwezigen bevond zich de heer Fairbanks, een fabriekseigenaar uit Vermont, die tegen zijn vrouw zei: „Ik denk, nu ik vanavond de heer Dickens A Christmas Carol heb horen voordragen, dat ik met de gewoonte die wij er tot nu toe op na hebben gehouden om de fabriek met Kerstmis te laten draaien, moet breken.” Hij hield zich aan zijn woord. Het jaar daarop voegde hij er de traditie aan toe zijn werknemers met Kerstmis een kalkoen te geven.
Kerstmis wordt commercieel
Liefdadige bedelingen in de kersttijd werden algemeen gebruikelijk, variërend van liefdadigheidsinstellingen die kolen aan arme weduwen uitreikten, tot dorpsheren die geld en voedsel uitdeelden. Kerstmis werd al gauw, in theorie, de gelegenheid voor alle rangen en standen om in maatschappelijke eensgezindheid samen te komen. Dat het onderscheid tussen rijk en arm in deze tijd van het jaar opzettelijk werd vervaagd, suste vele gewetens.
Een aantal feesttradities werd ofwel in ere hersteld, of geschapen. De eerste kerstkaarten bijvoorbeeld verschenen in 1843, en naarmate het drukken goedkoper werd, floreerde deze markt. Ook kerstbomen, een veel oudere traditie, stegen enorm in populariteit toen prins Albert, de echtgenoot van koningin Victoria, de Duitse manier van optuigen introduceerde, met engelenhaar, versiering en kaarsen.
De commerciële promotie van Kerstmis werd steeds krachtiger. Nu, iets meer dan een eeuw later, is Kerstmis zo commercieel geworden dat het publiek ertegen protesteert. Dit geeft aanleiding tot de vraag: Hoe werd Kerstmis oorspronkelijk gevierd?
De oorsprong van Kerstmis
The Chicago Tribune van december vorig jaar verschafte historische achtergrond door in een voorpagina-artikel op te merken: „Ironisch genoeg vindt het feest waarover de christenen nu klagen dat het ingelijfd is door de commercie, zijn oorsprong in een heidens feest dat door het christendom is overgenomen.
De eerste keer dat er melding wordt gemaakt van het vieren van Kerstmis als de geboorte van Jezus Christus was meer dan 300 jaar na zijn geboorte. In de vierde eeuw werd het christendom de officiële religie van het Romeinse Rijk, en de christenen, zo geloven de geleerden, stelden de datum van Jezus’ geboorte op 25 dec. om deze te laten samenvallen met de bestaande viering door niet-christenen.
’In plaats van tegen de heidense feesten te strijden, besloten zij eraan mee te doen en te trachten ze te vervangen’, zei Russell Belk, hoogleraar aan de universiteit van Utah . . . ’De heidense feesten die door het christendom werden vervangen, waren de Romeinse Saturnalia — carnavaleske vieringen waarbij geschenken werden gegeven — en later de joelfeesten in Engeland en Duitsland, waarbij de winterzonnewende werd gevierd’, aldus Belk.
De populariteit van het kerstfeest is door de eeuwen heen gestegen en gedaald. In Engeland en Amerika is het een tijdlang verboden door de puriteinen, die bezwaar maakten tegen de lichtzinnigheid waarmee het gepaard ging. Maar tegen het midden van de negentiende eeuw, aldus Belk, ’verkeerde het kerstfeest in moeilijkheden, want het nam af in populariteit’. Hij zei dat de religieuze leiders een injectie van de handel, via het geven van geschenken en via de kerstman, verwelkomden om het feest nieuw leven in te blazen.
Die herleving, zo zei Belk, werd grotendeels toegeschreven aan de Britse schrijver Charles Dickens, wiens ’A Christmas Carol’ van 1843 een tot inkeer gekomen Scrooge [vrek] liet zien die een edelmoedige gever werd.”
Wat valt er over kerstgebruiken te zeggen?
Dickens heeft naar men zegt „genoten van alle parafernalia van het kerstfeest [alles waarmee het kerstfeest wordt omringd]”. Maar waar kwamen die parafernalia vandaan?
De New York Newsday van 22 december 1992 verschafte interessante inzichten in deze kwestie door de woorden aan te halen van John Mosley, die het boek The Christmas Star schreef: „’De vroege kerkleiders vierden Kerstmis in december niet specifiek om de geboorte van Christus te vieren’, zei [Mosley]. ’Het was hun manier om aandacht te besteden aan de winterzonnewende’, het keerpunt van de winter, het moment waarop de zon niet verder naar het zuiden gaat maar zich weer in noordelijke richting begeeft en nieuw licht brengt.
Bewijzen hiervan zijn te zien in de kerstsymbolen, zei Mosley. Het opvallendst is het gebruik van groene vegetatie, die leven symboliseert in een tijd van duisternis en kou. ’De meest in het oog springende vorm van groene vegetatie is de kerstboom’, zei hij. ’En de Noordeuropeanen vierden de zonnewende in het woud; zij aanbaden bomen. De kerstboom grijpt dus in werkelijkheid terug op de bomenaanbidding in prehistorische tijden.’
Ook zei Mosley: ’Wat hangt men in de boom? Lichtjes. Licht doet denken aan de Zon en is een symbool van de Zon. Het symboliseert de wedergeboorte van de Zon en de terugkeer van het licht na de zonnewende. De voornaamste dingen waarmee zonnewendevieringen overal gepaard gaan, zijn licht en groene vegetatie.
De 25ste dec., voegde hij eraan toe, ’was ook de oorspronkelijke datum van de winterzonnewende, en veel van de dingen die wij nu doen, en waarvan wij denken dat ze betrekkelijk moderne kerstgebruiken zijn, vinden hun oorsprong in werkelijkheid in de zonnewendevieringen’.”
Ook muziek is een kenmerk van kerstvieringen. Het wekt dus geen verbazing dat de Romeinse Saturnalia erom bekendstonden dat er werd gefeest en plezier werd gemaakt, met inbegrip van dansen en zingen. Dat het hedendaagse kerstfeest veel van de oude Saturnalia heeft geleend, wordt door de geleerden niet langer betwist.
Grondige twijfels
Dr. George Carey, de Britse aartsbisschop van Canterbury, klaagde over het „Victoriaanse Charles Dickens-kerstfeest”. De reden? „Ik ben bezorgd dat onze kinderen door de commercie worden aangetast”, zei hij.
Volgens de krant The Scotsman gelooft de anglicaanse bisschop David Jenkins dat de kerstcommercie de mensen tot een zenuwinstorting drijft. „Wij aanbidden hebzucht en Kerstmis wordt het feest van hebzucht en buitensporigheid”, zei hij, en hij voegde eraan toe: „Gewone mensen vervallen tot armoede door de schulden die zij met hun creditcard hebben gemaakt. . . . Er zijn steeds meer bewijzen dat de mensen na Kerstmis in wanhoop geraken en dat er gezinsruzies zijn. Het kerstfeest veroorzaakt in toenemende mate meer ellende dan het waard is.”
The Church Times van Engeland vatte het probleem in verband met het kerstfeest heel goed samen: „Wij moeten bevrijd worden van de grote bacchanalische orgie die wij het hebben laten worden!”
Wat u eraan kunt doen
U kunt de ware aard van het kerstfeest erkennen, namelijk dat het een heidense viering is die ten onrechte voor de geboortedag van Jezus wordt gehouden, en u kunt ervoor zorgen dat u er niets mee te maken hebt. Dat deed Rita, de vrouw die in het begin van dit artikel werd genoemd. Zij werd een van Jehovah’s Getuigen, en zij is nu verenigd met meer dan 4.500.000 mede-Getuigen, die het kerstfeest volledig mijden.
Toch is het niet altijd gemakkelijk een handelwijze te volgen die afwijkt van die van de meerderheid. (Vergelijk Mattheüs 7:13, 14.) In The Church Times werd toegegeven: „Het vergt moed van een man, een vrouw of een gezin om niet meer mee te doen aan een feest dat ons door familie en kennissen zo agressief wordt opgedrongen.”
Velen die de beslissing hebben genomen om „niet meer mee te doen”, zijn het daarmee eens. Maar zij weten ook dat een diepe liefde voor de waarheid hun zowel de motivatie als de kracht heeft gegeven om dat standpunt in te nemen en te blijven innemen. Hetzelfde kan voor u gelden — als u dat wilt.
[Kader op blz. 17]
Kende u deze feiten?
* Jezus is niet op 25 december geboren.
* Herders in Israël hielden hun schapen midden in de winter binnen en bevonden zich ’s nachts niet in het veld.
* De ’wijzen’ waren in feite magiërs, astrologen, en zij bezochten Jezus toen hij een jong kind was, geen baby.
* Nergens in de bijbel staat dat christenen de geboorte van Jezus moeten vieren. Maar er wordt wel uitdrukkelijk geboden zijn dood te gedenken.
[Kader op blz. 18]
Waarom de Getuigen niet meedoen
In The Witness, het officiële nieuwsblad van het rooms-katholieke aartsdiocees Dubuque (Iowa, VS), werd in de rubriek „Vragenhoek” de volgende vraag gesteld.
„Mijn vrouw heeft mijn tien kinderen gevraagd mijn tachtigste verjaardag mee te vieren.
Maar twee van de kinderen zijn Jehovah’s Getuigen en zij zeiden dat zij geen verjaardagen vieren omdat zij strikt naar het voorbeeld dat Jezus ons heeft nagelaten en volgens de bijbel willen leven.
Zij zeggen dat noch Jezus noch een van de eerste christenen verjaardagen vierden. Het was een heidense traditie, waarmee christenen niets te maken wilden hebben. Het werd in de tijd van Christus als een heidense traditie bezien en moet in deze tijd ook zo worden bezien.”
Priester John Dietzen beantwoordde de vraag: „Ik weet dat dit pijnlijk voor u is, maar de informatie die u geeft is juist. Dit is een van de talloze verschillen in geloofsopvatting en -beoefening tussen Jehovah’s Getuigen en andere christelijke denominaties.
In overeenstemming met deze opvatting vieren hun leden zelfs geen Kerstmis, voor een deel omdat daarmee de geboortedag van Jezus wordt gevierd en ook omdat de datum van het kerstfeest, blijkbaar in de vierde eeuw, werd gesteld op de dag van de winterzonnewende (volgens de oude Juliaanse kalender), wat voordien een groot heidens feest was.”
[Illustratieverantwoording op blz. 16]
Kerstman: Thomas Nast/Dover Publications, Inc. 1978
Boom en kousen: Old-Fashioned Christmas Illustrations/Dover Publications, Inc.