„Waarom ik geen Kerstmis vier”
SOMMIGEN zeggen dat kinderen van Jehovah’s Getuigen misdeeld zijn omdat zij geen Kerstmis vieren. Lees echter eens het schoolopstel „Waarom ik geen Kerstmis vier”, dat een elfjarige Getuige uit Californië schreef:
„Voor veel mensen betekent Kerstmis heel veel — cadeautjes, familie, cadeautjes, eten, cadeautjes, delen, cadeautjes, liefde, cadeautjes, de kerstman, cadeautjes enz. Toch staan mensen er tegenwoordig zelden of nooit bij stil wat Kerstmis inhoudt of waarom zij het vieren. Doen zij dat wel, dan denken zij meestal aan Kerstmis als de geboortedag van Jezus Christus, een tijd om met de familie door te brengen en, natuurlijk, een tijd voor veel cadeautjes. De meeste mensen hebben medelijden met Jehovah’s Getuigen omdat zij denken dat hun kinderen misdeeld zijn. Maar komen wij echt iets te kort? Laten wij eens kijken waarom Jehovah’s Getuigen deze feestdag niet vieren.
Als een van Jehovah’s Getuigen vier ik om veel redenen geen Kerstmis. Allereerst was het Jezus’ geboortedag niet. De bijbel zegt dat er herders buiten in het veld waren met hun schapen. In Jeruzalem is het ’s winters erg koud en vaak sneeuwt het. Het is erg onwaarschijnlijk dat de herders in die maanden buiten woonden. . . . Maar dat is lang niet alles.
Niet alleen was Kerstmis Jezus’ geboortedag niet, maar de christenen uit de eerste eeuw hebben het feest nooit gevierd. Het vindt zijn oorsprong in de oude Romeinse Saturnalia, een feest dat op 17 dec. begon en eindigde op 25 dec., de ’geboortedag van de onoverwinnelijke zon’. In de vierde eeuw heeft een Romeinse functionaris besloten Jezus’ geboortedag op 25 dec. te vieren, misschien om hun heidense feestdag te heiligen.
Het is geen wonder dat Kerstmis in allerlei landen verboden werd. Tegenwoordig hebben sommige mensen (zoals Jehovah’s Getuigen) hun voorbeeld gevolgd. . . .
Vroeger heb ik wel Kerstmis gevierd — tot mijn vierde jaar. . . . Wat het misdeeld zijn betreft, Jehovah’s Getuigen komen beslist niets te kort. Wij krijgen het hele jaar door cadeautjes. Het enige wat wij missen zijn die heidense feestdagen en de al even heidense viering ervan.”
Hoewel de onderwijzeres er de opmerking bij plaatste: „Niet iedereen wenst zich cadeautjes”, schreef zij ook: „Heel goed gedaan” en gaf de leerling een tien.