VASTHI
(Va̱sthi).
De gemalin van Ahasveros (Xerxes I), de koning van Perzië. In het 3de jaar van zijn regering riep Ahasveros alle edelen, vorsten en dienaren uit de rechtsgebieden bijeen. Aan het einde van de conferentie rechtte hij een zeven dagen durend feestmaal aan. Ook Vasthi rechtte een feestmaal aan voor de vrouwen in het koninklijke huis. Op de zevende dag beval Ahasveros zijn hofbeambten om Vasthi, getooid met de koninklijke hoofdtooi, bij hem te brengen, opdat allen haar lieftalligheid konden zien. (Blijkbaar nuttigde de koningin de maaltijden gewoonlijk aan de tafel van de koning, maar er zijn geen historische bewijzen voor de veronderstelling dat dit bij grote feestmalen het geval was. Bovendien hield Vasthi op dit tijdstip juist een feestmaal met de vrouwen.) Om de een of andere niet-vermelde reden weigerde Vasthi hardnekkig te komen. Ahasveros wendde zich tot de wijzen die de wet kenden, en Memukan, een vorst, zei tot hem dat Vasthi zich niet alleen tegen de koning had misdragen, maar ook tegen alle vorsten en alle volken in de rechtsgebieden. Hij zei dat wanneer de vorstinnen zouden horen wat de koningin had gedaan (het nieuws zou zich in de burcht snel verbreiden), zij Vasthi’s handelwijze zouden navolgen en hun man eveneens met verachting zouden bejegenen (Es 1:1-22). Vasthi werd afgezet, en ongeveer vier jaar later werd de jodin Esther tot vrouw van Ahasveros uitgekozen om de koninklijke positie van Vasthi in te nemen. — Es 2:1-17.