Kinderen streng onderrichten tot leven
„De terechtwijzingen van het strenge onderricht zijn de weg des levens.” — Spr. 6:23, RS.
1. Hoe worden kinderen vermaand, en welke vraag moet onder de ogen worden gezien?
JEHOVAH vermaant kinderen. „Bewaar het gebod uws vaders, en verlaat de wet uwer moeder niet. Bind ze steeds aan uw hart, hecht ze aan uw hals. Als gij wandelt, zal dat u geleiden; als gij nederligt, zal het over u de wacht houden; als gij wakker wordt, zal hetzelve met u spreken. Want het gebod is een lamp, en de wet is een licht, en de bestraffingen der tucht [de terechtwijzingen van het strenge onderricht] zijn de weg des levens” (Spr. 6:20-23, RS). Alhoewel de ouders het juiste onderricht geven en het juiste voorbeeld stellen, gebeurt het soms toch dat kinderen weigeren te gehoorzamen. Dat brengt ons op het onderwerp van het strenge onderricht en dwingt ons er toe de vraag onder de ogen te zien waarover zo heftig wordt geredetwist, namelijk: slaan of niet slaan.
2. Wat zeggen vele kinderpsychologen over slaan, maar wat zegt de Bijbel?
2 Vele kinderpsychologen hangen een bordje aan kinderen waarop staat geschreven „handen thuis”, zoals door één psycholoog werd gedaan, die zeide: „Beseft gij moeders dat gij elke keer wanneer gij uw kind slaat, er blijk van geeft dat gij uw kind haat?” Jehovah zegt: „Hij die de roede spaart, haat zijn zoon, maar hij die hem liefheeft, is naarstig om hem streng te onderrichten.” Een pak slaag kan het leven van een kind redden, want Jehovah zegt: „Onthoudt het strenge onderricht niet aan een kind; indien gij hem met een roede slaat, zal hij niet sterven. Indien gij hem met de roede slaat, zult gij zijn leven van Sheol redden.” Wederom: „Slagen die pijn doen, wissen het kwaad weg; slagen maken de innerlijkste delen schoon.” Jehovah kan in de innerlijkste delen van mensen en kinderen kijken, en eens, op een tijd die een afbeelding was van onze tijd, deed hij dit en hij zag het volgende: „De neiging van het hart des mensen is slecht van zijn jeugd af.” Het geneesmiddel? „Dwaasheid is vastgebonden aan het hart van het kind, maar de tuchtroede [roede van het strenge onderricht] zal ze verdrijven.” — Spr. 13:24; 23:13, 14; 20:30, RS; Gen. 8:21, NW; Spr. 22:15, Ned. PB, RS.
3. Waarom moeten terechtwijzende woorden soms door terechtwijzende daden worden gevolgd, en wat zijn de tegengestelde gevolgen van verwennen en streng onderrichten?
3 In het geval van sommige kinderen zijn woorden af en toe niet voldoende en de ouders moeten wellicht mannen en vrouwen van de daad worden, door de roede te gebruiken ten einde het kind niet te bederven. Alhoewel het uw woorden verstaat, kan het zijn dat het er geen acht op slaat, zoals in Spreuken 29:19 (AT) wordt gezegd: „Een dienstknecht kan niet enkel door woorden worden opgeleid; want hij verstaat, maar zal er geen acht op slaan.” Twee verzen verder (Spr. 29:21, AT) lezen wij: „Hij die zijn dienstknecht van kindsbeen af verwent, zal ten slotte niets dan ondankbaarheid krijgen.” Dat geldt ook voor kinderen die door de ouders worden verwend. Kinderen hebben geen achting voor de ouder die buitenmate dol op hen is of nalatig of toegeeflijk is en bestraffing onthoudt; bij zulk een ouder worden zij slechts nog veel eisender en krijgen nog minder achting. Het strenge onderricht dat op verstandige, billijke en barmhartige wijze wordt toegediend, verwerft daarentegen achting, zoals Paulus aan de Hebreeën schreef: „Wij plachten vaderen te hebben die van ons vlees waren en die ons streng onderrichtten, en wij plachten hun achting te geven. . . . Geen enkel streng onderricht schijnt weliswaar voor het ogenblik vreugdevol te zijn, maar bedroevend; toch werpt het daarna voor hen die er door zijn geoefend, vreedzame vruchten af, namelijk, rechtvaardigheid” (Hebr. 12:9, 11, NW). Het doel van zulk een streng onderricht is, te oefenen of op te leiden, en niet pijnlijke straf toe te dienen.
4. Wanneer wordt streng onderricht uit zelfzucht toegepast, en waarom moet bij het bepalen van de norm van het strenge onderricht die nodig is, elk kind afzonderlijk in aanmerking worden genomen?
4 Wanneer gij streng onderricht, houdt dan de spreuk in gedachten: „Zonder nadenken handelen, is niet goed; en te haastig zijn, is het doel missen.” In plotselinge toorn een slag toebrengen, geeft blijk van een armzalige beweegreden, namelijk, het uiting geven aan de gemoedsdrang van een woedende ouder. Zulk een streng onderricht dient een zelfzuchtig doel, namelijk om zijn gevoelens te luchten, en wordt niet uit liefde voor het kind gedaan. In vele gevallen kan de oplossing tussen de twee uitersten van nooit slaan en altijd slaan, in liggen. Maar dit gaat niet in alle gevallen op. Het temperament en de aard van elk kind afzonderlijk moet in aanmerking worden genomen. Sommigen zijn zeer gevoelig, en zulke drastische maatregelen als een pak slaag geven, zijn dan wellicht niet noodzakelijk. Sommigen kunnen zo ongevoelig zijn dat zulke drastische maatregelen niet doeltreffend zijn. Betreffende mensen staan de volgende twee spreuken geschreven: „Op de lippen van den verstandige wordt wijsheid gevonden, maar de roede is voor den rug van den verstandeloze.” „Eene terechtwijzing gaat dieper bij den verstandige dan honderd slagen bij den dwaze” (Spr. 19:2 AT; 10:13, NBG; 17:10, Ned. PB, voetnoot). Zo is het ook met kinderen. Sommigen zijn verstandiger dan anderen; sommigen zijn zachtmoediger dan anderen. Een terechtwijzing kan een strenger onderricht voor hen zijn dan een pak slaag zou zijn voor anderen die weerspanniger zijn en in wier kinderlijke hart zich meer dan een gewone mate van dwaasheid kan bevinden.
5. Waarom dienen ouders, meer dan alle andere mensen, geduldig te zijn wanneer hun kinderen een bijzonder onhandelbaar temperament hebben?
5 Ouders, indien dit het geval is met uw kind, weest dan geduldig. Hoe alles behalve vleiend, hoe onaangenaam, hoe onaanvaardbaar het ook voor u moge zijn, het kind heeft het van u meegekregen. In u mag het zijn onderdrukt, het is misschien nimmer aan de oppervlakte gekomen; maar het is ergens in u, want uw kind heeft het niet nergens vandaan gekregen. Wij kunnen er niet aan ontkomen: volwassenen geven hun kinderen een slecht begin. Adam en Eva gaven iedereen een slecht begin. Daarom staat er in de Bijbel: „De mens, uit een vrouw geboren, is kort van dagen en zat van onrust. Komt ooit een reine uit een onreine — niet één.” „Ik ben in ongerechtigheid geboren, en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen.” — Job 14:1, 4, NBG; Ps. 51:7; Rom. 5:12.
LIEFDE EN GEZOND VERSTAND GEBRUIKEN BIJ HET STRENG ONDERRICHTEN
6. Wat moet bij het maken en doen gehoorzamen van gedragsregels in gedachten worden gehouden?
6 Hieruit blijkt dat kinderen leiding nodig hebben; er wordt eveneens door aangetoond dat zij niet volmaakt zullen zijn. Verwacht niet te veel maar ook niet te weinig. De gedragsregels dienen duidelijk voor hen te zijn, en billijk terwijl er met bepaalde dingen op barmhartige wijze rekening gehouden dient te worden. Houdt hun leeftijd in gedachten, want zij zullen volgens die leeftijd handelen. Verwacht niet dat zij gelijk kleine volwassenen zullen handelen. Paulus zeide dat hij toen hij een klein kind was, als een klein kind handelde (1 Kor. 13:11). Nadat er redelijke regels zijn vastgesteld en het kind ze kent, zet ze dan dadelijk en consequent door, zodat het kind weet wat het kan verwachten. Maar indien ze bij vlagen worden doorgezet, overeenkomstig uw grillen of gemoedsstemming van het ogenblik, of indien de straf op ongehoorzaamheid lang wordt uitgesteld, zal het kind worden aangemoedigd overtredingen te riskeren ten einde te zien hoe ver het kan gaan en hoeveel het ongestraft kan doen, evenals volwassenen worden aangemoedigd in het kwaaddoen wanneer vergelding achterwege schijnt te blijven: „Omdat het vonnis over de boze daad niet aanstonds voltrokken wordt, daarom is het hart der mensenkinderen in hen begerig [wordt aangemoedigd] om kwaad te doen.” Indien het strenge onderricht niet billijk en consequent is, zal het zeer scherpe gevoel voor gerechtigheid dat kinderen bezitten, worden gekrenkt en zij zullen gebelgd worden. Wijst daarom terecht in billijkheid en met standvastigheid, gematigd door liefde en barmhartigheid. Jehovah houdt in gedachten dat ons maaksel stof is; laten wij gedenken dat het maaksel van het kind eveneens stof is. — Pred. 8:11, NBG; AS, kanttekening; Ps. 103:13, 14.
7. Hoe schenden sommige ouders de instructies die in Efeze 6:4 en Kolossenzen 3:21 worden gegeven, en waarom moeten tijd en plaats in aanmerking worden genomen?
7 Sommige ouders vitten altijd op hun kinderen, zagen door over dingen die niet werkelijk van belang zijn, scheppen gevoelens van ergernis, irritatie en verbittering in hun kinderen, maken hen opstandig en moedeloos, en dit alles is een overtreding van de volgende instructies welke in de Bijbel aan ouders worden gegeven: „Gij, vaders, irriteert uw kinderen niet, maar gaat voort hen groot te brengen in het strenge onderricht en de gezaghebbende raad van Jehovah.” „Gij vaders, verbittert uw kinderen niet, opdat zij niet moedeloos worden” (Ef. 6:4; Kol. 3:21, NW). Indien de ouders het strenge onderricht en de gezaghebbende raad van Jehovah opvolgen, zullen zij hun kinderen niet irriteren en verbitteren en hen niet moedeloos maken met veel gezeur over onbelangrijke dingen. Sluit het kind niet in door talloze, nodeloze verbodsbepalingen, maar alleen dan wanneer het werkelijk belangrijk is. Legt een beperking op wanneer er werkelijk reden voor bestaat, maar nimmer slechts om gezag te tonen. Indien mogelijk, laat hen hun eigen keuzen doen en zelf beslissingen nemen, terwijl gij de verstandige aanbeveelt. Indien zij een toegewezen taak goed verrichten of in de velddienst juist handelen, prijst hen dan als aanmoediging. Doet de Bijbel dit niet, wanneer er wordt gezegd: „Wel gedaan, goede en getrouwe slaaf”? (Matth. 25:21, NW) Soms is het noodzakelijk een beperking op te leggen wegens de tijd of de plaats, niet omdat een daad op zichzelf verkeerd is. Stoeien gedurende een vergadering bijvoorbeeld schaadt het kind en anderen. Er steekt geen kwaad in stoeien, maar de tijd waarop het wordt gedaan, is slecht gekozen. Er is een tijd om te spelen en te stoeien, en een tijd om te luisteren, en te leren. Let daarom, in het belang van iedereen op de tijd en de plaats. — Spr. 29:15.
8. Welke verscheidene vormen kan het strenge onderricht aannemen, en hoe veranderen de zienswijzen van vele kinderpsychologen?
8 Om de aangelegenheid van het strenge onderricht dus samen te vatten, dient het toe in liefde, niet met boos geschreeuw of met boze slagen. (Spr. 15:1). Straffen mogen verschillen naargelang de geaardheid zachtmoedig of weerbarstig is. Gij kunt straffen door een teken van genegenheid te onthouden, of belonen door zulk een teken te geven. Gij kunt het ongezeglijke kind uit het gezelschap van de gehoorzamen bannen, of het geen deel laten hebben aan een pleziertje voor het gezin, of het een lievelingsdessert of tijdverdrijf onthouden, of zo nu en dan moet gij misschien de letterlijke roede gebruiken ten einde de orde in het huis te bewaren. Beschouwt, ten einde de noodzakelijkheid van verschillende methoden te illustreren, het volgende geval, dat werkelijk is gebeurd. Een kleine jongen in Brooklyn had een afspraak met de tandarts. Voordat zijn moeder hem er naar toe bracht, vertelde een 4-jarig speelkameraadje hem dat zij, wanneer zij naar de tandarts ging, haar mond altijd dichthield. Toen zijn moeder hem daarom bracht, weigerde hij zijn mond open te doen. Thuisgekomen, kreeg hij een flink pak slaag. Tijdens de volgende afspraak met de tandarts weigerde hij wederom zijn mond te openen. Een harder pak slaag volgde, maar nog steeds bleef zijn mond gesloten wanneer hij bij de tandarts in de stoel zat. Deze jongen was echter een televisie-enthousiasteling. Alle toegang tot het televisietoestel werd hem ontzegd. Na ongeveer twee dagen zonder televisie gaf hij te kennen dat hij bereid was naar de tandarts te gaan en zijn mond te openen. Maar betreffende het gebruik van de roede mag er worden opgemerkt dat vele kinderpsychologen, gezien de toenemende misdadigheid der jeugd, een andere houding beginnen aan te nemen ten aanzien van het slaan, en velen keren terug tot het idee van de roede. Velen hebben moeten toegeven dat de lessen die op moeders knie worden geleerd, niet zo’n blijvende indruk maken als die welke worden geleerd wanneer het kind uitgestrekt over vaders knie ligt.
9. Wat is de roede der terechtwijzing in de ruimste betekenis van het woord, en hoe moet ze worden gehanteerd?
9 Maar wanneer er in de Bijbel over de roede der terechtwijzing wordt gesproken, behoeft het niet een letterlijke roede te betekenen; in de ruime betekenis van het woord betekent het ouderlijk gezag. De terechtwijzende invloed er van kan verscheidene vormen aannemen. Welke vorm ze ook aanneemt, ze dient altijd in liefde en barmhartigheid te worden gehanteerd, nimmer in boze of strenge gerechtigheid. Tracht nimmer de volle maat toe te dienen van wat het gedrag van het kind terecht zou kunnen eisen. Jeremia 10:23 is reeds aangehaald, maar leest nu wat er in dit vers en in vers 24 (Belg. PB) wordt gezegd: ’Ik weet het, Jehovah, dat de mensch zijn weg niet maakt, noch de man dat hij ga en dat hij zijne schreden richte. Tuchtig mij, Jehovah, maar met mate, niet in uwen toorn op dat gij mij niet vernietigt.’ Ouders, wanneer gij uw kinderen dus terechtwijst, dient de terechtwijzing dan toe in liefde en barmhartigheid, niet in toorn of volledige gerechtigheid. Als Christenen leeft gij niet onder strikte gerechtigheid maar onder goddelijke barmhartigheid, en gij moet barmhartigheid tonen aan anderen, vooral aan uw kinderen, wier onvolmaaktheden en gebreken in meerdere of mindere mate tot u en uw voorvaderen zijn terug te voeren. En wat het hanteren van de roede van het ouderlijke gezag betreft, vermijdt het om wanneer gij meer dan één kind hebt, partijdigheid te tonen, anders maakt gij misschien dat de een door de ander wordt gehaat. Jozefs broeders dachten dat hun vader partijdig was jegens Jozef, en het gevolg was dat zij Jozef haatten. De oudste zoon gaf blijk van verbolgenheid toen hij dacht dat zijn vader de verloren zoon begunstigde (Gen. 37:3, 4; Luk. 15:25-30). Indien gij het ene kind tot voorbeeld stelt voor het andere, maakt gij wellicht dat het tot voorbeeld dienende kind door het andere kind wordt gehaat.
10, 11. Wat is zo noodzakelijk, en hoe wordt het getoond?
10 Ouders, het is zo noodzakelijk uw kinderen te tonen dat zij zijn geliefd en dat u hen graag mag. Onlangs berichtte de New York Times dat er 34 vondelingen waren gestorven alleen maar omdat zij geen moederliefde ondervonden. Een boek over efficiency spreekt over de opleiding in de moderne psychologie, welke thans aan schoolonderwijzers wordt gegeven, maar voegt er droevig aan toe: „Alhoewel er moet worden toegegeven dat de ouderwetse schoolmatres, die de kinderen eenvoudig liefhad, wellicht veel meer succes heeft gehad bij het helpen van haar leerlingen.” Het tijdschrift Look zeide onlangs dat alle regels en „techniek voor het behandelen van kinderen veel minder te betekenen hebben dan de algemene stemming en atmosfeer van het huis.” De atmosfeer van de Nieuwe-Wereldmaatschappij, welke liefde en Jehovah’s geest op de voorgrond stelt, is noodzakelijk ten einde kinderen tot het eeuwige leven groot te brengen.
11 Ouders, deze liefde wordt niet getoond door overdreven sentimenteel te zijn of door babytaal of door aan elke gril van het kind toe te geven of in elke stoffelijke behoefte toe te stemmen. Liefde is geen verwennen. Liefde doet het kind voelen dat het is gewild. Over kinderen wordt gesproken als een erfenis van Jehovah, en zij worden vergeleken met tedere olijfplanten rondom de tafel. Zij hebben tedere zorg nodig ten einde op te groeien en vruchten te dragen. Zij zijn de vrucht van de schoot van de moeder. Jehovah’s Woord zegt ons dat de vrucht van onze lippen hem dient te loven, en de vrucht van de schoot dient dit eveneens te doen (Ps. 127:3; 128:3; Hebr. 13:15). Loven uw kinderen Jehovah? Indien gij het doet, zullen zij het gewoonlijk eveneens doen. Helpt hen, toont hun de weg, richt hun schreden, geeft goed onderricht, stelt juiste voorbeelden, wijst terecht wanneer dit noodzakelijk is, en leidt hen naar het eeuwige leven met de Nieuwe-Wereldmaatschappij. Weest voorbeelden waarop zij met trots aanspraak kunnen maken en in het volgen waarvan zij gelukkig kunnen zijn. Bidt om Jehovah’s leiding bij het grootbrengen van uw kinderen, evenals Manoach om de leiding van Jehovah bad bij het grootbrengen van Simson. — Spr. 17:6; 20:7; Richt. 13:8.
EEN WOORD TOT DE KINDEREN
12. Wat mogen kinderen nu denken, en waarom kunnen wij terecht naar de dieren kijken als voorbeelden voor onderricht?
12 En wat denken jullie kinderen nu allen wel? Dat er hier een grote schare volwassenen tegen jullie te keer gaat, die nog meer manieren bedenken om jullie in te sluiten en jullie leven rampzalig te maken? Neen, wij gaan niet tegen jullie te keer maar komen voor jullie op, ten einde sterk te zijn om jullie te beschermen, om jullie in ons midden te houden, terwijl jullie God dienen en beveiligd zijn tegen Satan. Allen die Jehovah liefhebben, moeten samengaan ten einde elkander te helpen Gods werk te doen. Indien jullie kinderen het onderwerp van ons gesprek zijn geweest, is dit omdat jullie de voorwerpen van onze genegenheid zijn. Alles goed en wel, zullen jullie zeggen, maar indien jullie volwassenen zo dol op ons zijn, waarom dan al dat gepraat over streng onderricht, en vooral over het slaan? Ja, bij jullie kinderen raakt dat een gevoelige snaar, is het niet? Maar laten wij als een hulp, ten einde de aangelegenheid grondig te onderzoeken, naar de dieren kijken, waarvan jullie kinderen houden. Jehovah’s wijsheid wordt in zijn scheppingen weerspiegeld, en wanneer wij dus naar de dieren kijken voor onderricht, verlagen wij onze denkwijze niet tot hun niveau, maar verheffen ze tot Gods gedachten. Ons wordt gezegd naar de mier te gaan ten einde vlijt te leren, en de sprinkhaan te beschouwen als een voorbeeld van eenheid; wij bevinden ons dus niet op een onschriftuurlijke zijweg wanneer wij naar de opleiding kijken die sommige dieren hun jongen geven, welke opleiding voortspruit uit het door God gegeven instinct. — Rom. 1:20; Spr. 6:6-8; 30:27; Joël 2:7, 8.
13. Welke voorbeelden tonen aan dat opleiden geleidelijk aan dient te gaan, terwijl de beperkingen van de jongen worden erkend?
13 Wanneer dierenouders hun jongen opleiden, zijn zij zich bewust van de beperkingen die hun jongen hebben, dat de kleinen in het begin geen grote dingen kunnen doen. Daarom beginnen zij met hun kinderen in wat een dieren-Fröbelschool genoemd zou kunnen worden, en laten hen vervolgens grotere dingen doen. Boerenzwaluwen vangen bijvoorbeeld insecten terwijl zij vliegen. Dat is te moeilijk voor jonge vogels, daarom vangen de oudervogels de snelvliegende insecten, fladderen in de nabijheid van het nest of de roest der jonge vogels, laten de insecten vallen, en de jongen vliegen uit en vangen de langzaam vallende lichamen. Spoedig kunnen zij hun eigen voedsel uit de dunne lucht happen. De moedervos brengt nadat de jongen zijn gespeend, gevangen muizen en ander voedsel in het hol. Later laat zij het voedsel aan de ingang liggen, en naarmate de kleinen groter worden, laat ze het steeds verder weg liggen, ten einde haar jongen te leren dat zij naar hun voedsel moeten zoeken. Tegen het einde van deze opleiding verbergt de oudervos de prooi zelfs onder bladeren en afval, de jongen er aldus toe dwingend zowel het zintuig van de reuk als dat van het gezicht te gebruiken. In deze en vele andere gevallen is het zo dat hoe meer de jongen leren des te minder de ouders doen. Zo is het ook met jullie kinderen. Jullie moeten door jullie ouders worden opgeleid, en naarmate jullie meer leren en ervaring opdoen, zal jullie worden toegestaan steeds meer te doen. Naarmate jullie in bekwaamheid toenemen, zal het toezicht der ouders afnemen.
14. Welk voorbeeld toont aan dat streng onderricht nodig is wanneer de jongen de ouden blijven irriteren?
14 Maar hoe staat het met het strenge onderricht in de bossen? Welnu, wij moeten eenvoudig het feit onder de ogen zien dat deze dierenmoeders ouderwets zijn en geen moderne boeken over kinderpsychologie gelezen schijnen te hebben, want zij slaan hun jongen wel degelijk. Een moedertijger werd geïrriteerd toen een van haar babies haar met zijn poot bleef aanraken. Zij trachtte deze pogingen tot toenadering te negeren, maar nam ten slotte de gehele kop van de kleine in haar bek, kneep en schudde hem, terwijl de geschrokken baby jammerde. Met jullie kinderen is het waarschijnlijk nog nooit gebeurd dat jullie moeder jullie hoofd in haar mond nam, maar jullie zijn waarschijnlijk wel eens flink door elkaar gerammeld toen jullie haar irriteerden en er niet mede ophielden toen jullie dit werd gezegd.
15, 16. Welke voorbeelden tonen aan dat terechtwijzing op zijn plaats is voor rusteloosheid en vermetelheid?
15 Zijn enigen van jullie kinderen ooit in moeilijkheden geraakt omdat jullie wellicht gedurende een vergadering niet stilzaten? Jullie dienen naar het jonge hert te gaan, jullie rustelozen, zijn wegen te beschouwen en verstandig te zijn. Een moederhert zal haar baby of reekalf verbergen en het onderrichten zich onbeweeglijk te bevriezen, en het zal urenlang zo blijven zonder zich te bewegen. Zelden zijn jonge herten ongehoorzaam en bewegen zij zich, maar indien dit het geval is, krijgen zij een pak slaag van de scherpe moederhoeven.
16 Hebben jullie ooit een pak slaag gekregen omdat jullie te vermetel waren, omdat jullie tijdens het spelen iets deden waarvan moeder dacht dat jullie er misschien door geschaad zouden worden? Indien dit zo is, hebben jullie gezelschap in jullie positie. Een jonge koala, dat is een kleine beer die er net zo uitziet als het speelgoedteddybeertje, was in gevangenschap met zijn moeder. Er stond een boom in de kooi, en de kleine begaf zich op dunne takken waar de moeder niet kon volgen. Bij de eerste gelegenheid dat zij hem te pakken kreeg, sloeg zij hem zo hard, dat zijn geschreeuw ver weg werd gehoord. Daarna begaf hij zich niet meer op de dunne takken.
17. Welke illustratie toont het gebruik aan van streng onderricht ten einde het leven te behouden?
17 Enkele jaren geleden werd er in Sequoia Nationaal Park, in het westelijke gedeelte van de Verenigde Staten, op een open plaats in het bos afval neergegooid en beren kwamen daar in groten getale eten. Op een keer kwam er een moederbeer uit het bos met twee jongen, maar voordat zij naar de plaats toe ging waar de volwassen beren aten, zond zij haar kleinen een boom in. Eén kwam naar beneden, de moeder rende terug en gaf hem een flinke mep met haar poot zodat hij omrolde. Hij klom vlug de boom in en zij bleven beiden in de boom totdat de moederbeer haar maal had geëindigd, naar de voet van de boom terugkeerde en hun wenkte naar beneden te komen. Herinneren jullie je nog de schriftuurplaats welke reeds eerder in deze studie verscheen, waarin aan ouders werd gezegd het kind te slaan, dat een pak slaag het kind niet zou doden maar het van het graf zou bevrijden? Dat deed deze moederbeer nu precies. Zij gaf het jonge beertje een pak slaag; hierdoor werd het niet gedood, maar het werd er door van de dood gered. Wanneer het naar de plaats was gegaan waar de grote beren aten, zou een grote boosaardige mannetjesbeer het misschien hebben gedood.
18. Waarom is streng onderricht, en zelfs een pak slaag, zo belangrijk in de bossen?
18 In het dierenrijk komt misdadigheid der jeugd niet voor, omdat er geen misdadige dierenmoeders zijn. Zij sparen de poot niet en bederven de jongen niet, maar zij slaan ten einde de jongen te beschermen. Zij zouden vechtend voor hun jongen sterven, evenals jullie ouders voor jullie zouden sterven; toch slaan zij hun jongen, evenals jullie ouders jullie misschien slaan. In de bossen is de eerste fout dikwijls de laatste, en wanneer de jonge dieren hun moeder niet gehoorzamen, zouden zij het hoofdgerecht worden op een bosmenu en ten slotte in de maag van een ander dier terechtkomen. Het is dus wellicht niet zo aangenaam voor hen om geslagen te worden, maar beter een pak slaag dan in een anders maag.
19. Welk dierlijk schepsel tracht allen die Jehovah liefhebben, te verslinden?
19 Jullie kinderen denken er nu wellicht niet zo over, maar er bestaat een wild, beestachtig schepsel dat jullie graag zou willen opeten. Petrus heeft ons allen betreffende hem gewaarschuwd, zeggende: „Uw tegenstander, de Duivel, gaat rond als een brullende leeuw, die tracht de een of ander te verslinden” (1 Petr. 5:8, NW). Jullie zijn die een of andere persoon, omdat jullie Jehovah liefhebben. De Duivel haat Jehovah, en hij zou graag een ieder die Jehovah liefheeft, willen verzwelgen in de boze omgeving van zijn oude wereld. Evenals dus de wilde dierenmoeders hun jongen streng onderrichten ten einde te voorkomen dat zij worden opgegeten, onderrichten jullie ouders jullie ook streng om te voorkomen dat jullie door de wereld van de Duivel worden verslonden. De dierenmoeders oefenen hun jongen en onderrichten hen streng in overeenstemming met het instinct dat God hun geeft; jullie ouders oefenen jullie en onderrichten jullie streng in overeenstemming met de Bijbelse onderwijzingen die God hun geeft.
20. Welke gevallen van misdadigheid der jeugd vermeldt de Bijbel?
20 Indien jullie ouders je op een theocratische wijze liefhebben, zullen zij jullie op de weg leiden die door de jonge Samuël, Jeremia, Timotheüs en Jezus werd gevolgd. Zij zullen jullie zodanig richten dat zij jullie afwenden van slechte voorbeelden, zoals dat van de goddeloze jongens te Sodom die met het gepeupel kwamen om Gods engelen aan te vallen en immorele daden te bedrijven (Gen. 19:4, 5). Jullie ouders zullen jullie zo leiden dat jullie geen valse aanbidding zullen beoefenen, opdat jullie niet gelijk de kinderen van Israël zullen zijn die Jehovah tot toorn verwekten, zoals hij zeide: „De kinderen lazen het hout, en de vaders ontstaken het vuur, en de vrouwen kneedden het deeg, om offer-koeken te bereiden voor de Koningin des hemels, en plengden drankoffers voor andere Goden, om Mij tot toorn te verwekken” (Jer. 7:18, Pa, voetnoot). Jullie dienen Jehovah’s dienstknechten niet te bespotten, zoals jongelui Job hebben bespot. Hij zeide: „Ook versmaden mij de jonge kinderen; sta ik op, zo spreken zij mij tegen” (Job 19:18). Wanneer jullie met Gods dienstknechten spotten, lasteren jullie God, zoals het geval was met de troep kinderen die Elisa uitscholden met de woorden, „Kaalkop, ga op.” Jehovah liet twee en veertig van deze jeugdige bandieten door beren verscheuren. 2 Kon. 2:23, 24.
21. Wat was de werkelijke overtreding welke door de kinderen die Elisa bespotten, werd begaan, en waardoor wordt aangetoond dat kwaaddoeners niet louter uit hoofde van hun jeugdigheid worden gered?
21 Dat mag een strenge behandeling toeschijnen alleen omdat men iemand een kaalkop noemt, maar er was meer bij betrokken dan alleen maar minachting. De spottende opmerking „Ga op” riep om goddelijke wraak. Er werd door te kennen gegeven dat Elisa net zo moest opgaan als, naar hij had bericht, Elia was opgegaan (2 Kon. 2:11). Het toonde ongeloof in Jehovah’s wonder in het geval van Elia en het was een spottende opmerking dat Elisa het moest bewijzen door het te herhalen. Het zou ook kunnen aanduiden dat Elisa evenals Elia diende op te gaan en dat op die wijze de gemeenschap van hem bevrijd zou zijn. Er werd door te kennen gegeven dat zijn tegenwoordigheid niet was gewenst en het was een wenk voor hem de landstreek te verlaten. Het is waarschijnlijk dat volwassenen verantwoordelijk waren voor deze overtreding, daar het spotten door de kinderen een weerspiegeling geweest kan zijn van de houding van de volwassenen indien er niet rechtstreeks toe was opgehitst door volwassenen die op religieus gebied tegenstanders waren. In ieder geval werden de kinderen voor hun lastering gestraft. Zoals in Spreuken 20:11 (PC) staat vermeld: „Zelfs uit het gedrag van een kind kan men opmaken, of zijn daden zuiver zijn en oprecht.” Louter uit hoofde van jeugdigheid worden overtreders die lasteren, niet gered, zoals blijkt uit het bevel dat aan Jehovah’s strijdkrachten wordt gegeven die te Armageddon het oordeel zullen voltrekken: „Gaat door, door de stad achter hem, en slaat, ulieder oog verschone niet, en spaart niet! Doodt ouden, jongelingen en maagden, en kinderkens en vrouwen.” — Ezech. 9:5, 6.
22. Hoe kunnen kinderen hun gehoorzaamheid aan de ouders beschouwen?
22 Jullie kunnen jullie ouders gehoorzamen omdat zij willen dat jullie gehoorzaam zijn. Dat is een goede reden, maar hier volgt nog een betere — gehoorzaamt omdat Jehovah het zo wil. Hij zegt rechtstreeks tot jullie: „Kinderen, weest gehoorzaam aan uw ouders in eendracht met de Heer, want dit is rechtvaardig: ’Eert uw vader en moeder’; wat het eerste gebod is met een belofte: ’Opdat het u goed moge gaan en gij een lange tijd op de aarde moogt blijven’” (Ef. 6:1-3, NW). Jonge dieren moeten gehoorzamen opdat ze lang leven; hier vertelt Jehovah jullie gehoorzaam te zijn indien jullie op de aarde wensen te blijven. Hebben jullie Jehovah lief? Gehoorzaamt hem dan (1 Joh. 5:3). Hij zegt: Gehoorzaamt „ouders in eendracht met de Heer”; gehoorzaamt dus jullie ouders die getuigen van Jehovah zijn. Indien het soms moeilijk is om te gehoorzamen, doet het niettemin, maar beschouwt het als gehoorzaamheid aan Jehovah. God zegt de vrouw gehoorzaam te zijn aan haar echtgenoot en de slaaf gehoorzaam te zijn aan zijn meester. Hoe dienen de vrouw en de slaaf deze gehoorzaamheid aan echtgenoot en meester te beschouwen? Tot de vrouw wordt gezegd het te doen „als aan de Heer.” Tot de slaaf wordt gezegd het te doen „als voor de Christus.” Jullie kinderen, gehoorzaamt jullie ouders „als voor Jehovah,” terwijl jullie er om zijnentwil met geheel jullie ziel naar streven (Ef. 5:22; 6:5-8; Kol. 3:23, 24, NW). Hierin dienen jullie Jehovah dus ook, evenals wanneer jullie in het getuigeniswerk uittrekken. Acht slaan op vermaningen en strenge tuchtiging betekent leven, terwijl zij die „hun ouders ongehoorzaam” zijn, „den dood verdienen.” — Spr. 15:10; 29:1; Rom. 1:30, 32, NBG.
JEHOVAH’S WEG KIEZEN
23. Welke teksten bevestigen de waarheid dat ouders de plicht hebben hun kinderen te onderwijzen?
23 Jehovah’s weg is dat ouders door zijn Woord worden geleid, en dat kinderen door zulke ouders worden opgeleid. Bevestigen de volgende teksten die waarheid niet? „Wij [willen het] voor hun kinderen niet verhelen [verbergen]; wij willen vertellen aan het volgende geslacht des HEREN roemrijke daden, zijn kracht en de wonderen die Hij gewrocht heeft. Hij richtte een getuigenis op in Jakob en stelde een wet in Israël, die Hij onze vaderen gebood hun kinderen te leren, opdat het volgende geslacht die zou kennen, de kinderen, die geboren zouden worden, dat zij zouden opstaan om ze te vertellen aan hun kinderen: opdat die hun vertrouwen op God zouden stellen, en Gods werken niet vergeten, maar zijn geboden bewaren.” „De vader zal den kinderen Uw waarheid bekend maken.” „Vertelt uw kinderen daarvan, en laat het uw kinderen hun kinderen vertellen, en derzelver kinderen aan een ander geslacht.” „Neemt alle woorden die ik spreek wanneer ik u heden waarschuw, ter harte, opdat gij uw zonen moogt gebieden er voor zorg te dragen alle woorden van deze wet te houden. Want dit is geen waardeloos woord voor u, maar het betekent uw leven.” — Ps. 78:4-7, NBG; AT; Jes. 38:19; Joël 1:3; Deut. 32:46, 47, NW.
24. Waarom dienen wij niet onder invloed te staan van methoden die in de oude wereld worden gebezigd?
24 Wij moeten Jehovah onze schreden laten richten en onze wegen laten kiezen. De Nieuwe-Wereldmaatschappij moet nimmer onder invloed komen te staan van methoden die in de oude wereld worden gebezigd en die de wereld hebben gevuld met de rotte vruchten van misdadigheid en dood. Laat de mensen maar kletsen over het niet remmen of het stuiten of het belemmeren van persoonlijkheden; zij zijn totaal verblind door de dwaze wijsheid van de stervende oude wereld indien zij niet kunnen inzien dat de op sexueel gebied immorelen, de dieven en de moordenaars, de leugenaars en de lasteraars en de afgodendienaars gestuit dienen te worden. Indien de mensen de oude persoonlijkheid van het gevallen vlees niet belemmeren en uitdoen en de nieuwe persoonlijkheid van godsvrucht aantrekken, zullen zij en hun persoonlijkheid te Armageddon volledig worden vernietigd (Ef. 4:22-24; Kol. 3:5-10, NW). Het is beter gestuit te zijn en levend dan niet geremd te zijn en dood. Zij die tot de Nieuwe-Wereldmaatschappij behoren, moeten thans het ingeboren kwaad in hen stuiten en belemmeren en er aan ontgroeien. Het zou zelfmoord betekenen wanneer wij ons laten betrekken in de paden van de oude wereld, haar wegen en haar schreden. Zodra zij uit de ene warboel komen wankelen, komen zij waggelend in een volgende terecht. Te Armageddon zullen zij in een warboel wandelen waar zij nimmer uit zullen komen. Dan zullen alle eigenzinnige wegen die door de mensen zijn gekozen, op een dodelijk halt uitlopen.
25. Wat zeggen wij met betrekking tot de oude wereld en het grootbrengen van kinderen?
25 En wat het grootbrengen van de kinderen van deze oude wereld betreft, ze heeft hierin een jammerlijk fiasco geleden. Ze oogst de rotte vruchten van misdadigheid welke door haar moderne methoden die in strijd zijn met God, zijn gezaaid. Laat de oude wereld evenwel doen met haar kinderen wat ze wil, maar laat ze haar handen van de kinderen van de Nieuwe-Wereldmaatschappij afhouden! Laten de wereldlingen hun eigen weg maar kiezen en hun eigen schreden richten. Hun wegen lopen op de dood uit, de door hun zelf gerichte schreden leiden naar het gapende graf, en op weg naar de dood en het graf is hun pad bezaaid met onbeschrijflijk afschuwelijke ontaarding en misdadigheid. Wij willen niets te maken hebben met hun wegen, met hun schreden, met hun ontaardingen, met hun misdadigheid, en met hun aandeel in de dood en wij willen geen stukje van hun plaats in het graf! Neen, niets van dit alles voor onze kinderen die tot de Nieuwe-Wereldmaatschappij behoren!
26. Wat zeggen wij met betrekking tot onze kinderen en het opleiden van hen?
26 Voor onze kinderen wensen wij juiste wegen, hetgeen betekent Jehovah’s wegen; juiste schreden, wat betekent Jehovah’s schreden; en op weg naar de nieuwe wereld willen wij hun weg gekenmerkt zien door morele oprechtheid in plaats van door ontaard wangedrag, en door werken des lofs in plaats van door wandaden van misdadigheid. En te midden van groeiende goddeloosheid zitten wij niet slechts hulpeloos bij de pakken neer, onze handen wringend en op onze nagels bijtend en piekerend, terwijl wij verlangend hopen dat onze kinderen niet zullen wegzinken in de smerige zeeën van de oude wereld. Wij doen hen met de Nieuwe-Wereldmaatschappij voortdrijven doordat wij juist onderwijs geven, juiste voorbeelden stellen en het noodzakelijke strenge onderricht toedienen. Laten de wereldse wijsneuzen maar zeggen dat wij onze kinderen haten wanneer wij hen streng onderrichten. Hun niet streng onderrichte kinderen zullen te Armageddon met hen sterven, maar onze streng onderrichte kinderen zullen voor altijd tezamen met ons in Jehovah’s Nieuwe-Wereldmaatschappij leven. Wie zijn dus de werkelijke haters van hun kinderen, en wie hebben hun kinderen werkelijk lief? Wie leiden de hunne naar de dood, en wie leiden de hunne naar het leven? Waarom zouden wij onze kinderen in de wegen van de oude wereld opleiden enkel en alleen opdat zij er tezamen mede zouden sterven? Wij zullen hen in de wegen van de Nieuwe-Wereldmaatschappij opleiden opdat zij met haar voor altijd in het leven kunnen blijven. Vergeet de weg die recht schijnt in de ogen van mensen; leert de weg kennen die recht is in de ogen van God. Wat geven wij er om indien de weg die recht is in de ogen van God, verkeerd schijnt in de ogen van mensen? Wie trachten wij te behagen, God of de mensen? Jehovah God, op de eerste plaats, op de laatste plaats en te allen tijde!
27. Tot welk besluit komen wij derhalve?
27 Ouders, gij weet wat gij moet doen. Kinderen, jullie weten wat jullie moeten doen. Jehovah weet wat hij zal doen. Indien wij hem gehoorzamen, zal hij dingen vóór ons doen. Indien wij hem ongehoorzaam zijn, zal hij dingen tegen ons doen. Houdt in gedachten, dat de zachtmoedigen de aarde zullen beërven; de opstandigen zullen tot de aarde terugkeren. Laten wij trachten de aarde te bewonen, niet er naar terug te keren. Dit is de dag der beslissing. Wij moeten onze beslissing nemen, de oude wereld moet de hare nemen, en de eeuwige bestemmingen zijn nog niet beslist. Tot besluit zeggen wij derhalve: Indien het in hun ogen verkeerd toeschijnt Jehovah’s weg te kiezen, laten zij in deze dag van Jehovah dan kiezen wiens richting zij willen inslaan en wiens weg zij willen kiezen; maar wat ons en het gehele huisgezin van de Nieuwe-Wereldmaatschappij betreft, wij zullen Jehovah, onze God, onze schreden laten richten en onze wegen laten kiezen, dit alles tot het eeuwige goed van de duizenden kinderen in ons midden, en de nog vele duizenden meer die onder ons zullen zijn voordat Armageddon losbreekt, en de scharen die nog aan de andere schapen geboren zullen worden in de eindeloze nieuwe wereld, die thans nabij is! Moge Jehovah alle ouders in de Nieuwe-Wereldmaatschappij helpen hun kinderen groot te brengen voor de Nieuwe-Wereldmaatschappij.