Pasen — Een overblijfsel van sexaanbidding uit de oudheid
VANAF de tijd dat u een kind was, is u wellicht verteld dat Pasen een christelijk feest is waarmee de opstanding van Jezus Christus wordt herdacht. Als dit zo is, heeft men u niet de waarheid verteld. In plaats van een christelijk feest te zijn, is Pasen van heidense oorsprong en diep in de oude sexaanbidding geworteld. Dit kunt u misschien moeilijk geloven, doch let u eens op wat enkele gezaghebbende geschiedkundige werken over Pasen te zeggen hebben.
Als een bevestiging van de heidense achtergrond ervan verklaart The Catholic Encyclopedia, uitgave van 1909, in Deel 5, op bladzijde 227: „Een groot aantal heidense gebruiken waarmee de terugkeer van de lente wordt gevierd, is verschoven naar Pasen. Het ei is het zinnebeeld van het ontluikende leven van de vroege lente. . . . De haas is een heidens symbool en is altijd een zinnebeeld van vruchtbaarheid geweest.” In overeenstemming hiermee zegt The Encyclopedia Americana, in Deel 9, op bladzijde 506 van de uitgave van 1956: „Volgens de Eerwaarde Beda, de Engelse historicus uit de 8ste eeuw, is het woord [Easter] ontleend aan het Noorse Ostara of Eostre, hetgeen het lentefeest op de voorjaarsdag- en nachtevening betekent — 21 maart — als de natuur na de winter herleeft. Vandaar de hazen, die bekend zijn om hun vruchtbaarheid, en de eieren, gekleurd als de stralen van de terugkerende zon en het noorderlicht of aurora borealis.” En in De Katholieke Encyclopædie, uitgave van 1953, Deel 19, lezen wij op bladzijde 726: „Het Paasei is het symbool der vruchtbaarheid, door de Kerk gemaakt tot zinnebeeld der Verrijzenis.”
Indien Pasen werkelijk een christelijk feest was, waartoe dienen dan de eieren en de hazen? Welk verband kunnen ze houden met Jezus Christus? Kennelijk geen enkel! Ze behoren tot de paastraditie, omdat de heidenen uit de oudheid ze gebruikten als zij hun lentefeest vierden. Het waren beide belangrijke symbolen in de heidense sexaanbidding. Beschouw hierover eens wat door Funk & Wagnalls Standard Dictionary of Folklore, Mythology and Legend wordt gezegd:
„In Engeland rollen de kinderen met paaseieren. Overal zoeken zij de veelkleurige paaseieren die de Paashaas heeft gebracht. Dit is niet louter een kinderspel, doch het overblijfsel van een vruchtbaarheidsrite, daar zowel de eieren als de haas vruchtbaarheid symboliseren. Bovendien was de haas de gezellin van de Germaanse godin Ostara, die het feest een naam gaf, en wel het Duitse Ostern.” Gelooft u dat het een christelijke gewoonte is kinderen aan te moedigen aan heidense vruchtbaarheidsriten deel te nemen?
GEEN SCHRIFTUURLIJKE BASIS VOOR PASEN
Wellicht uit u echter de tegenwerping dat het woord „Paasfeest” in de bijbel in Handelingen 12:4 voorkomt. Het woord wordt in de Nieuwe Vertaling van het Nederlandsch Bijbelgenootschap gebruikt, doch dit komt door de minder goede vertaling van het Grieks waarin het boek Handelingen oorspronkelijk werd geschreven. Andere vertalingen geven het terecht weer met Pascha, niet met paasfeest. Merk op wat The Westminster Dictionary of the Bible hierover op bladzijde 145 heeft te zeggen: „Pasen [Easter]. Oorspronkelijk het lentefeest ter ere van de Germaanse godin van het licht en de lente die in het Angelsaksisch als Eastre bekend is. Reeds in de 8ste eeuw werd de naam door de Angelsaksen overgebracht op het christelijke feest dat ter viering van de opstanding van Christus werd ingesteld. In A.V. [Authorized Version] komt het één maal voor (Hand. 12:4), doch het is een verkeerde vertaling.”
Was er werkelijk een christelijk feest in de lente dat „ter viering van de opstanding van Christus werd ingesteld”? Niet in de dagen van Christus’ apostelen. Zoals door de apostel Paulus was voorzegd, vond er na hun dood een grote afval van het ware christendom plaats, waaruit vele onschriftuurlijke feesten voortvloeiden (Hand. 20:29, 30). Hoewel de apostel Paulus er onder inspiratie op wees dat christenen niet gebonden moesten worden aan de traditie dagen, maanden en vaste tijden en jaren te onderhouden, gingen sommige christenen dit toch doen (Gal. 4:9-11). Het waren klaarblijkelijk mensen die erop stonden de feesten van de Mozaïsche wet voort te zetten doch ze uitbreidden tot het vieren van wat ze afschaduwden. Zo kreeg het Pascha extra betekenis door Jezus Christus, het tegenbeeldige Paschalam, en door zijn opstanding. Aan deze jaarlijkse viering voegden afvalligen langzamerhand gebruiken en symbolen toe van het heidense lentefeest, dat uiteindelijk het feest is geworden dat thans Pasen wordt genoemd.
Dat het feest geen rechtvaardiging in de Heilige Schrift noch enig precedent onder de vroege christenen vindt, wordt door The Encyclopædia Britannica, elfde uitgave, Deel 8, bladzijde 828, aangetoond: „Er is in het Nieuwe Testament, of in de geschriften van de apostelen geen aanwijzing dat het paasfeest werd gevierd. De heiligheid van speciale tijden was een denkbeeld dat niet in de geest van de eerste christenen aanwezig was. . . . De kerkelijke historicus Socrates (Hist. Eccl. v. 22) verklaart, volkomen naar waarheid, dat noch de Heer noch zijn apostelen het houden van dit of enig ander feest voorschreven . . . en hij schrijft het feit dat de kerk Pasen houdt toe aan de voortzetting van een oud gebruik, ’net zoals er vele andere gebruiken werden ingesteld’.” Het oude gebruik was de gewoonte van heidenen om een feest te vieren ter ere van hun lentegodin.
VOOR CHRISTENEN NIET GEOORLOOFD
Dat Christus’ opstanding met Pasen in verband wordt gebracht, heeft het feest niet veranderd in iets dat voor ware christenen aanvaardbaar is. Een rotte appel wordt niet in gezond voedsel veranderd louter door er de schil van een sinaasappel omheen te doen.
Niettegenstaande het feit dat religieuze leiders van de christenheid Pasen tot een christelijk feest uitroepen, is het nog altijd heidens. Wellicht zegt u: „Wat doet het er toe, als Christus er maar door wordt geëerd.” Het is hetzelfde verschil als tussen Gods goedkeuring en zijn afkeuring, en dat komt neer op het verschil tussen eeuwig leven en de eeuwige dood. — 2 Thess. 1:8, 9.
Als u de goedkeuring van de ware God wilt ontvangen, sla dan acht op het gebod dat in 2 Korinthiërs 6:14, 15, 17 wordt gegeven: „Komt niet onder een ongelijk juk met ongelovigen. Want wat voor deelgenootschap hebben rechtvaardigheid en wetteloosheid? Of wat heeft licht met duisternis gemeen? Welke overeenstemming bestaat er voorts tussen Christus en Belial? Of welk deel heeft een gelovige met een ongelovige? ’Gaat daarom uit hun midden vandaan en scheidt u af’, zegt Jehovah, ’en raakt het onreine niet langer aan.’”
Het paasfeest is iets ’onreins’ omdat het in heidense sexaanbidding is geworteld. Mensen die het vieren, onteren Jezus Christus door zijn naam aan die verfoeilijke vorm van aanbidding te verbinden. Waarom zou u blijven doen wat hem te schande maakt en God onteert? Neem het schriftuurlijke gebod ter harte zich van dit vals-religieuze gebruik en van hen die er voorstanders van zijn af te scheiden. Bezie Pasen zoals het werkelijk is, een overblijfsel van sexaanbidding uit de oudheid.