Laat uzelf niet op een zijspoor brengen in de wedloop om het leven
„De mens moet niet van brood alleen leven. . . . Jehovah, uw God, moet gij aanbidden en voor hem alleen heilige dienst verrichten.” — Luk. 4:4, 8.
1. Aan welke belangrijke wedloop nemen christenen deel, en wat is de prijs voor degenen die met succes de finish bereiken?
CHRISTENEN nemen aan een zeer ongewone wedloop deel. Winnen hangt niet zozeer van snelheid af als van volharding en vasthouden aan de regels van de wedloop. En hoewel dit misschien vreemd lijkt, wordt de wedloop niet slechts door één enkele winnaar gewonnen, maar door allen die tot het einde aan de wedloop blijven deelnemen. Het is de wedloop op de renbaan — in werkelijkheid de smalle weg die via een nauwe poort wordt bereikt — die naar eeuwig leven in Gods nieuwe samenstel van dingen leidt (Matth. 7:14). Allen die met succes de finish bereiken, ontvangen de grootse prijs van eeuwig leven, en dit is alle vastberaden training en de offers die nodig zijn om te winnen, beslist volledig waard.
2. Waarom is deze wedloop niet gemakkelijk, en hoe dienen de hindernissen op de weg beschouwd te worden?
2 Deze wedloop is echter niet gemakkelijk. Hij wordt niet in één dag gewonnen. Bovendien is altijd het gevaar aanwezig dat men op een zijspoor wordt gebracht, dat men van de moeilijker weg ten leven wordt afgeleid naar de brede en ruime weg die volgens Jezus’ beschrijving naar de vernietiging leidt (Matth. 7:13). Indien de innerlijke zwakheden van het gevallen vlees en de van buiten onszelf komende druk en attracties van de wereld in deze inspannende wedloop om het leven niet voortdurend als horden of hindernissen worden beschouwd waar men overheen moet springen, zullen ze afleidende barrières worden die iemand ervan kunnen afbrengen de wedloop te blijven lopen. Tot de belangrijke dingen die een christen op een zijspoor kunnen brengen, behoort het materialisme, waaraan wij het eerst aandacht zullen schenken.
DE JUISTE KIJK OP STOFFELIJKE BEZITTINGEN
3. Waarom is het belangrijk een juiste kijk op stoffelijke bezittingen te hebben?
3 De mens, die door God is geschapen om op aarde te leven en van de overvloedige gaven ervan te genieten, verlangt van nature naar de goede dingen van het leven die door zijn Schepper zijn verschaft. Dat is op zichzelf niet verkeerd, maar hoe kan men van stoffelijke bezittingen genieten wanneer men geen leven en een mate van gezondheid geniet? (Matth. 16:26) God is de Levengever, en hij heeft het recht redelijke vereisten vast te stellen waaraan voldaan moet worden wil men deze gave van het leven behouden. Hij vertelt de mens in duidelijke bewoordingen dat ondankbare personen en mensen die alleen maar genoegens najagen, geen blijvende erfenis op aarde zullen hebben. Zij zullen worden afgesneden. Wanneer personen thans alleen maar stoffelijke voordelen en gerieven zoeken, zonder geestelijke en morele waarden te ontwikkelen die diep in de ware aanbidding van God zijn geworteld, heeft dit bovendien een bijzonder leeg en frustrerend leven voor hen tot gevolg.
4. Hoe illustreerde Jezus de bedrieglijke waarde van stoffelijke rijkdommen?
4 Jezus plaatste de dingen in het juiste licht toen hij waarschuwde: „Let op en wacht u voor elke soort van hebzucht, want ook al heeft iemand overvloed, zijn leven spruit niet voort uit de dingen die hij bezit.” Hij illustreerde dit punt vervolgens door middel van de gelijkenis van de rijke man die zijn voorraadschuren afbrak om voor zijn steeds groeiende opbrengsten grotere te bouwen. Aangezien hij van mening was dat de toekomst nu heel zeker voor hem was, zei hij tot zichzelf: „Ziel, gij hebt vele goede dingen opgelegd voor vele jaren; neem uw gemak, eet, drink en wees vrolijk.” Jezus zei vervolgens echter over deze man, die zijn vertrouwen in stoffelijke bezittingen had gesteld: „Maar God zei tot hem: ’Onredelijke, nog deze nacht eist men uw ziel van u op. Voor wie zullen dan de door u opgeslagen dingen zijn?’” Ten einde het punt waar het om ging, duidelijk te maken, zei Jezus tot besluit: „Zo gaat het met iemand die schatten vergaart voor zichzelf, maar niet rijk is met betrekking tot God.” — Luk. 12:15-21.
5. Welke houdingen kunnen zich gemakkelijk ontwikkelen wanneer men zelfzuchtig stoffelijke bezittingen en gerieven najaagt?
5 Wat is hier dus het gevaar? Het gevaar schuilt hierin dat men sterk betrokken geraakt bij het verwerven van dingen ter bevrediging van zijn vleselijke verlangens. Daardoor vergeet men dat God de aarde en de mens erop heeft geschapen en dat iemand dus niet werkelijk gelukkig kan zijn en het doel van het leven kan vervullen door vertrouwen te stellen in wat hij in de vorm van materiële zekerheid of materiële genietingen kan bijeengaren. Zo iemand wordt zonder uitzondering egocentrisch. Hij bekommert zich niet om het welzijn van zijn medemens. Zijn pogingen om zijn bezittingen tegen de hebzucht van anderen te beschermen, hebben vaak gewelddaad en doodslag tot gevolg. Zelfverzekerdheid leidt vaak tot zelfvertrouwen. God telt niet werkelijk en wordt zelfs als de werkelijke Verzorger aan de kant gezet. En de belofte van eeuwig leven wordt louter een irreële droom. Waarom zou men iets denkbeeldigs navolgen, redeneert zo iemand vaak, als het mogelijk is thans materiële gerieven te hebben? Een materialistische filosofie kan iemand aldus gemakkelijk van de wedloop naar het eeuwige leven afleiden of iemand beletten hier ooit een begin mee te maken.
6. (a) Hoe kunnen wij als christenen de hardloper in een wedren navolgen door ons op de wedloop om het leven voor te bereiden en deze te lopen? (b) Hoe heeft Jezus ons het volmaakte voorbeeld ter navolging gegeven?
6 In tegenstelling hiermee geeft een succesvolle hardloper niet aan zijn neigingen toe maar volgt hij een strenge leefregel op het gebied van oefeningen en dieet om in een goede conditie te blijven. In de wedloop zelf ontdoet hij zich van alle overtollige dingen, terwijl hij er heel zorgvuldig op toeziet dat hij niet struikelt of wordt gediskwalificeerd (1 Kor. 9:24-27; 2 Tim. 2:5). Terwijl Paulus de ervaringen van hardlopers uit de oudheid in gedachten had, gaf hij christenen de raad: „Laten ook wij elk gewicht en de zonde [het gebrek aan geloof] die ons gemakkelijk verstrikt, afleggen en met volharding de ons voorgestelde wedloop lopen, terwijl wij oplettend het oog gericht houden op de Voornaamste Bewerker en Volmaker van ons geloof, Jezus.” Ja, Jezus had deze loopbaan zelf gelopen en hiermee het voorbeeld gegeven hoe dit op succesvolle wijze gedaan kon worden. Hoewel het zegevierende besluit van de wedloop voor hem tot de dood aan een martelpaal leidde en tot de schande die hiermee was verbonden, schonk God hem naderhand de prijs van glorierijk onsterfelijk leven in de hemelen aan Zijn rechterhand. Met het oog op zulk een voortreffelijk resultaat gaf Paulus de vermaning: „Ja, let nauwkeurig op degene die van zondaars zulk een tegenspraak tegen hun eigen belangen in, heeft verduurd, opdat gij niet moe wordt en bezwijkt in uw ziel.” — Hebr. 12:1-3; 3:12, 13.
7. (a) Welk beginsel vermeldde Jezus waaruit blijkt dat iemand zijn trouw onmogelijk kan verdelen? (b) Wat is Jehovah’s belofte met betrekking tot levensbehoeften, en wat kunnen wij hierdoor op de eerste plaats stellen?
7 In de Bergrede vermeldde Jezus het beginsel: „Niemand kan twee meesters als slaaf dienen, want hij zal óf de een haten en de ander liefhebben óf zich aan de een hechten en de ander verachten. Gij kunt niet God en de Rijkdom als slaaf dienen.” Na vervolgens over Jehovah’s zorg voor de behoeften van de dierlijke en de plantaardige schepping gesproken te hebben, waarbij Jezus opmerkte dat mensen „meer waard [zijn] dan deze”, verklaarde hij: „Weest dus nooit bezorgd en zegt niet: ’Wat zullen wij eten?’ of: ’Wat zullen wij drinken?’ of: ’Wat zullen wij aandoen?’ Want al deze dingen streven de natiën vurig na. Want uw hemelse Vader weet dat gij al deze dingen nodig hebt. Blijft dan eerst het koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid zoeken, en al deze andere dingen zullen u worden toegevoegd.” — Matth. 6:24-33.
8. Over welke twee tegengestelde schatten schreef Paulus, en wat betekent het in beide gevallen wanneer men deze najaagt?
8 De apostel Paulus waarschuwde: „Want de liefde voor geld is een wortel van allerlei schadelijke dingen, en door hun streven op die liefde te richten, zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich overal met vele pijnen doorboord.” In plaats dat christenen moesten toelaten dat zij aldus op een zijspoor geraakten en een handelwijze gingen volgen die de „mensen in vernietiging en verderf” stort, moedigde Paulus hen ertoe aan „hun hoop niet op onzekere rijkdom te vestigen, maar op God, die ons alle dingen rijkelijk verschaft om ervan te genieten; goed te doen, rijk te zijn in voortreffelijke werken, vrijgevig te zijn, mededeelzaam, voor zichzelf een voortreffelijk fundament voor de toekomst veilig als een schat wegleggend, opdat zij het werkelijke leven stevig mogen vastgrijpen.” — 1 Tim. 6:9, 10, 17-19.
9. (a) Welke verplichting rust er op een christen, en vooral op het hoofd van het huisgezin, met betrekking tot de zorg voor levensbehoeften? (b) Hoe kan de Duivel iemand ertoe brengen door stoffelijke bezittingen op een zijspoor gebracht te worden?
9 Wij hebben onze dagelijkse behoeften vanzelfsprekend nodig en wij dienen hier op een eerlijke en eerbare wijze voor te werken terwijl wij de wedloop lopen die ons is voorgesteld. Indien iemand zijn gezin niet van datgene zou voorzien wat voor het levensonderhoud noodzakelijk is, zou hij trouwens gediskwalificeerd worden, want dan „heeft hij het geloof verloochend en is erger dan een ongelovige” (1 Tim. 5:8). Wij kunnen de wedloop echter niet met succes ten einde lopen wanneer wij toelaten dat de bekoring die misschien gepaard gaat met het werk dat wij doen of het salaris dat wij verdienen, de belangrijke dingen worden in het leven. Dat wij een plaats hebben om te wonen, is iets wat noodzakelijk is, maar wanneer wij een huis kopen dat onze financiële draagkracht te boven gaat en wanneer wij toelaten dat de aankleding en het onderhoud van dit huis al onze tijd opslokken, zou dit er gemakkelijk toe kunnen leiden dat wij uitvallen bij de wedloop om het leven. Hetzelfde zou gezegd kunnen worden over een auto of een boot, een buitensporig verlangen naar nieuwe en modieuze kleding, het maken van dure reizen voor ons plezier of het besteden van veel tijd aan hobby’s. Houd in gedachten dat de Duivel door een jarenlange ervaring weet hoe hij stoffelijke bezittingen moet gebruiken om hiermee het hart van niets vermoedenden te veroveren en hen van de wedloop om het leven af te leiden.
10. Welke vragen zou iemand zichzelf kunnen stellen om vast te stellen of het raadzaam is bepaalde stoffelijke bezittingen te kopen?
10 Wanneer u naar de wedloop kijkt die voor u ligt, leer uzelf dan met betrekking tot stoffelijke dingen af te vragen: Is dit iets wat voor mij noodzakelijk is om te blijven leven en Jehovah te dienen? Zal dit mij helpen een betere dienstknecht van Jehovah te zijn, of zal het mij afremmen? Welke verplichtingen of lasten zal ik mij hierdoor op de hals halen? Heb ik dit werkelijk nodig om voor mijn huisgezin te zorgen? Zal ik mij in de schulden moeten steken om het te krijgen? Zal het inbreuk maken op de tijd die ik voor bijbelstudie, christelijke vergaderingen en de prediking van de Koninkrijksboodschap heb? Zal het mij op een of andere wijze van mijn doel in het leven afbrengen?
11. Waarom is het nutteloos een carrière in dit samenstel van dingen tot het belangrijkste in het leven te maken?
11 Ouders, oefen uw kinderen erin de Koninkrijkshoop duidelijk voor ogen te houden en aldus materialistische neigingen te vermijden. De jongeren worden er thans toe aangemoedigd in deze materialistische wereld een carrière op te bouwen. Dit zou echter lijken op de handelwijze van de jongeman die na een jarenlange scholing een betrekking zocht en die solliciteerde voor een baan bij wat een groeiend en progressief bedrijf leek, terwijl hij het bord op de deur negeerde waarop stond: „WORDT GESLOTEN. GEBOUW AFGEKEURD VOOR NIEUW REGERINGSPROJECT.” Dit oude samenstel zal binnenkort ook buiten bedrijf gesteld worden, ook al zoemt het thans van materialistische bezigheden. Willen wij een werkelijke toekomst hebben, dan dienen wij elke maatregel die wij treffen, in verband te brengen met Jehovah’s nieuwe regering voor deze aarde door bemiddeling van zijn Koning Jezus Christus.
12. Waartoe zouden wij in staat gesteld worden wanneer wij, ten einde het Koninkrijk en de belangen ervan op de eerste plaats te kunnen stellen, persoonlijke veranderingen in ons leven aanbrengen?
12 Ter beschikking staande middelen en vermogens dienen gebruikt te worden om de Koninkrijksbelangen te bevorderen in plaats dat wij toelaten dat ze ons in de wedloop om het leven belemmeren. Indien u bijvoorbeeld een extra huis hebt, zou u dit dan kunnen verkopen en het geld kunnen gebruiken om de pioniersdienst in te gaan in plaats dat u hard werkt om beide huizen te onderhouden? Indien u met pensioen bent gegaan of binnenkort met pensioen zult gaan, zet uw hart u er dan toe aan de toegenomen vrijheid voor een vollediger aandeel aan de Koninkrijksprediking te gebruiken? Hoe kunnen de middelen die u ter beschikking staan, ook al zijn ze beperkt, het beste gebruikt worden om Jehovah ermee te dienen?
13. Indien wij het leven werkelijk liefhebben, hoe zullen wij stoffelijke bezittingen dan bezien?
13 Het doel dient te zijn ervoor te zorgen dat stoffelijke dingen ons dienen in de mate dat wij ze nodig hebben, in plaats dat wij er slaven van worden. Als wij geestelijke waarden werkelijk waarderen en onze verhouding tot Jehovah boven alles plaatsen, zal hij ons helpen de wedloop met volharding te blijven lopen en de prijs te winnen. De wereld, met haar begeerten van het vlees en de begeerten der ogen en het opzichtige geuren met de middelen voor levensonderhoud, „gaat bovendien voorbij . . . maar wie de wil van God doet, blijft in eeuwigheid”. — 1 Joh. 2:15-17.
VRIJ BLIJVEN VAN HET NATIONALISME
14. Welke hindernissen in verband met nationalisme moeten christenen onder de ogen zien wanneer zij de wedloop om het leven lopen?
14 Nog een barrière die is opgericht om christenen van de wedloop om het leven af te leiden, houdt verband met het nationalisme. Naarmate wij verder in de tijd van het einde komen, wordt deze hindernis in alle landen steeds hoger gemaakt. Wanneer iemand voor deze hindernis komt te staan, wordt vaak de indruk gewekt dat hij een verstandige en praktische handelwijze volgt wanneer hij de wedloop gewoon opgeeft en een zijweg inslaat. Door zo te handelen, schijnt hij de openbare kritiek en gewelddaden te kunnen vermijden die vaak door functionarissen en het gepeupel worden gebruikt in hun poging anderen te dwingen zich naar onschriftuurlijke wetten of geesteshoudingen te schikken. Aan de andere kant is nationalistische propaganda ontworpen om gevoelens van nationale of raciale trots op te wekken. De indruk wordt gewekt dat nationalisme een aantrekkelijke zaak is waarvoor men zich dient in te zetten. In veel landen is het nationalisme zelfs een religie geworden. Als gevolg hiervan denkt elke nationale groep dat haar land en levenswijze het beste is, en wordt ze onverdraagzaam tegenover anderen.
15. Welke houding wordt door het nationalisme bevorderd?
15 De schrijver Ivo Duchacek merkte in zijn boek Conflict and Cooperation Among Nations op: „Het nationalisme verdeelt de mensheid in eenheden die onverdraagzaam zijn jegens elkaar. Als gevolg hiervan denken de mensen in de eerste plaats als Amerikanen, Russen, Chinezen, Egyptenaren of Peruvianen en in de tweede plaats — indien ooit — als menselijke wezens.” De voormalige secretaris-generaal van de V.N., Oe Thant, merkte op: „Zoveel van de problemen die wij thans onder de ogen moeten zien, zijn te wijten aan of het gevolg van onjuiste geesteshoudingen — die in sommige gevallen bijna onbewust zijn aangenomen. Hiertoe behoort de opvatting van het enge nationalisme — ’juist of verkeerd, het is mijn land’.”
16. Hoe zagen Sadrach, Mesach en Abednego de kwestie van het nationalisme in Babylon onder de ogen?
16 Het nationalisme is niet nieuw. Het begon in Babylon, toen Nimrod zich als eerste in oppositie tegen Jehovah als koning opwierp. Eeuwen later hebben de Hebreeën die in deze beruchte stad in gevangenschap waren, heel duidelijk de wrede en onredelijke eisen van het nationalisme gevoeld. Sadrach, Mesach en Abednego behoorden tot de onderdanen die Nebukadnezar op de vlakte van Dura liet bijeenkomen en die de opdracht kregen om zich in aanbidding voor het nationale beeld van de staat neer te buigen. Deze Hebreeuwse aanbidders van de ware God Jehovah weigerden zich echter neer te buigen, zelfs toen zij ermee bedreigd werden levend in de vurige oven geworpen te zullen worden. Zij hadden de moed tot de woedende koning te zeggen: „O Nebukadnezar, het is voor ons niet noodzakelijk u hieromtrent een woord terug te zeggen. Indien het zo zal zijn, onze God die wij dienen, is in staat ons te verlossen. Uit de brandende vuuroven en uit uw hand, o koning, zal hij ons verlossen. Maar zo niet, het worde u bekend, o koning, dat wij úw goden niet dienen, en het gouden beeld dat gij hebt opgericht, zullen wij stellig niet aanbidden.” — Dan. 3:16-18.
17-19. (a) Voor welke overeenkomstige vragen met betrekking tot christelijke neutraliteit zien wij ons thans gesteld? (b) Hoe heeft Jezus het voorbeeld gegeven toen hij door Pilatus werd verhoord? (c) Wat had het voor de joden die Jezus verwierpen tot gevolg dat zij zich met nationalisme inlieten?
17 Zijn wij dezelfde mening toegedaan als deze getrouwe dienstknechten van God in het verleden? Wanneer de nationale wet of druk van de zijde van de gemeenschap het gebiedend noodzakelijk schijnen te maken dat wij voor nationale emblemen buigen of ze als een daad van aanbidding groeten, voor politieke leiders stemmen of nationalistische plannen ondersteunen, zullen wij dan schipperen, zodat wij gediskwalificeerd worden omdat wij ons in de wedloop om het leven op een zijspoor hebben laten brengen? Of zullen wij veeleer net zo handelen als Jezus en de vroege christenen hebben gehandeld?
18 Jezus heeft het volmaakte voorbeeld gegeven toen hij voor de Romeinse bestuurder Pilatus stond om door hem verhoord te worden. De joden beweerden leugenachtig dat Jezus zichzelf tot een aardse koning had gemaakt. Indien dit waar was, zou dit verraderlijk zijn. Toen Pilatus hiernaar informeerde, zei Jezus evenwel: „Mijn koninkrijk is geen deel van deze wereld. Indien mijn koninkrijk een deel van deze wereld was, zouden mijn dienaars hebben gestreden, opdat ik niet aan de joden overgeleverd zou worden. Maar mijn koninkrijk is nu eenmaal niet uit deze bron.” Pilatus was bereid Jezus op grond van dit waarheidsgetrouwe antwoord vrij te laten, maar zijn joodse beschuldigers antwoordden: „Als gij deze man vrijlaat, zijt gij geen vriend van caesar. Een ieder die zichzelf koning maakt, spreekt tegen caesar.” Pilatus protesteerde hiertegen door tot hen te zeggen: „Zal ik uw koning aan een paal hangen?” De opperpriesters antwoordden: „Wij hebben geen andere koning dan caesar.” — Joh. 18:33-38; 19:12-16.
19 De geschiedenis vermeldt wat de verschrikkelijke gevolgen waren van hun keuze „caesar” in plaats van Jezus als de Messías te erkennen. Zevenendertig jaar later werd Jeruzalem vernietigd en dit ging gepaard met een groot verlies aan mensenlevens, terwijl de overgebleven inwoners als slaven naar andere natiën werden weggevoerd. Wie had in dit geval zijn neutraliteit gehandhaafd met betrekking tot de aangelegenheden van deze wereld, terwijl hij strikt loyaal was gebleven met betrekking tot Gods koninkrijk? Jezus Christus!
20. Hoe trachtte men de vroege christenen ertoe te verleiden door middel van nationalisme op een zijspoor gebracht te worden?
20 Wat deden de vroege christenen? Daniel P. Mannix verklaarde in zijn boek Those About to Die (Zij die gedoemd waren te sterven): „Christenen weigerden . . . offers te brengen aan de genius van de keizer — wat in deze tijd ongeveer zou overeenkomen met de weigering de vlag te groeten of er de eed van trouw aan af te leggen. . . . Zeer weinig christenen verloochenden hun geloof, hoewel er ten gerieve van hen over het algemeen een altaar met brandend vuur erop in de arena klaar stond. Het enige wat een gevangene behoefde te doen, was een snuifje wierook in de vlam te strooien, waarna hij een Offercertificaat ontving en in vrijheid werd gesteld. Er werd hem ook zorgvuldig uitgelegd dat hij de keizer niet aanbad maar louter de goddelijke aard van de keizer als hoofd van de Romeinse staat erkende. Toch maakte bijna geen enkele christen van deze kans om aan de dood te ontsnappen, gebruik.”
21. Waarom verwachten christenen vervolging wegens het feit dat zij zich niet met het nationalisme inlaten?
21 Vanaf de eerste eeuw tot in deze tijd heeft het nationalisme bittere vervolging van christenen tot gevolg gehad. Degenen die God liefhebben en hun ogen gericht houden op de prijs aan het eind van de wedloop, schipperen echter niet. Zij vinden het niet vreemd dat zij deze problemen moeten overwinnen, aangezien het aldus was voorzegd. Jezus had tot zijn discipelen gezegd: „Weest op uw hoede voor de mensen, want zij zullen u aan de plaatselijke rechtbanken overleveren en u in hun synagogen geselen. Gij zult zelfs ter wille van mij voor bestuurders en koningen worden gesleept, hun en de natiën tot een getuigenis.” Hoewel God dit zou toelaten om zijn volk op de proef te stellen en hen in de gelegenheid te stellen een getuigenis te geven, voegde Jezus hieraan toe: „En wordt niet bevreesd voor hen die het lichaam doden maar de ziel niet kunnen doden; doch vreest veeleer hem die én ziel én lichaam kan vernietigen in Gehenna.” — Matth. 10:16-18, 28.
22. Waarom is het thans, nu wij ons ver in de „tijd van het einde” bevinden, extra moeilijk geworden om vrij te blijven van het nationalisme?
22 De bijbel waarschuwt in het bijzonder voor de economische boycot die de politieke organisatie van de Duivel gedurende de „tijd van het einde” tegen godvrezende mensen zou toepassen, als gevolg waarvan degenen die niet buigen voor de druk om dit beestachtige samenstel te aanbidden, niet zouden „kunnen kopen of verkopen, behalve wie het merkteken” van het beest heeft (Openb. 13:17). Indien het in uw land zou gebeuren dat identificatie met een politieke partij wordt vereist om een baan of andere voordelen te krijgen, wat zou u dan doen? Natuurlijk hebt u werk nodig om voor uw gezin te zorgen. Wanneer u onder druk komt te staan, wat doet u dan? Op wie zult u voor het verkrijgen van uw levensbehoeften uw vertrouwen stellen? Zult u in paniek geraken en vergeten dat u tot God hebt gebeden: „Geef ons heden ons brood voor vandaag”? (Matth. 6:11) Jehovah weet dat wij voedsel, kleding en onderdak nodig hebben, maar het is belangrijk in gedachten te houden dat de Tegenstander, Satan de Duivel, de kwestie van rechtschapenheid tot alle aspecten van het leven doorvoert. Evenals in het geval van Job zou hij met betrekking tot enkelen van ons de beschuldiging kunnen uiten dat wij ons tegen God zullen keren als ons sommige van onze stoffelijke behoeften worden ontnomen. De waarschuwing wordt echter gegeven dat de naam van niet één van degenen die dit met een beest te vergelijken samenstel aanbidden, in de rol des levens staat geschreven (Openb. 13:8). Door onder beproeving aan onze loyaliteit jegens Jehovah vast te houden, kunnen wij ervan verzekerd zijn dat Hij de weg zal openen en verlichting zal schenken.
23. (a) Door welke toestanden zouden christenen er gemakkelijk toe kunnen komen bij niet-neutrale kwesties betrokken te geraken? (b) Waarom behoeven wij niet het gevoel te hebben dat wij de zaak in eigen handen moeten nemen wanneer ons in maatschappelijk opzicht onrecht wordt aangedaan?
23 Sommige maatschappelijke, raciale en religieuze barrières en vooroordelen hebben voor velen moeilijkheden en onderdrukking tot gevolg. Ze maken de wedloop om het leven die een christen loopt extra moeilijk. De neiging bestaat om luid te protesteren, om terug te vechten, om de zaak in eigen handen te nemen, om recht te eisen. Een minderheidsgroepering zou bijvoorbeeld krachtige pogingen kunnen doen om meer rechten te verkrijgen. Er worden misschien wel protestmarsen georganiseerd om druk op de regering uit te oefenen. Misschien wordt er aangezet tot een boycot ten einde druk uit te oefenen op groothandelaren. De leiders van de groep doen misschien een beroep op de trots van hun mensen, terwijl zij een christen er door middel van overredende taal of door dwang toe trachten over te halen hen te steunen. Wat zult u doen wanneer u tegenover deze situatie of een overeenkomstige situatie komt te staan? Wederom is het in zo’n geval noodzakelijk onze neutraliteit te bewaren en het te vermijden bij de aangelegenheden van deze wereld betrokken te geraken. Wees ervan verzekerd dat Jehovah ervoor zal zorgen dat alle onrecht dat wordt begaan, vereffend zal worden. „Vergeldt niemand kwaad met kwaad. Verschaft voortreffelijke dingen voor het oog van alle mensen. Zijt indien mogelijk, voor zover het van u afhangt, vredelievend jegens alle mensen. Wreekt uzelf niet, geliefden, maar geeft plaats aan de gramschap; want er staat geschreven: ’Aan mij is de wraak; ik zal vergelden, zegt Jehovah.’” — Rom. 12:17-19.
24. Welke handelwijze hebben sommigen gevolgd die beweren christelijk te zijn, maar wat zien zij in dit verband niet?
24 Laat u dus niet van de wedloop om het leven afbrengen door de propaganda of druk die erop gericht is u ertoe te brengen met betrekking tot uw christelijke neutraliteit te schipperen. U zult hierom gekritiseerd worden, aangezien in de christenheid thans de neiging bestaat dat zowel de parochianen als hun geestelijken zich met maatschappelijke kwesties bezighouden. Zij wachten niet langer totdat Gods koninkrijk de werkelijke remedies zal verschaffen die nodig zijn voor de oplossing van ’s mensen maatschappelijke problemen, en zij hebben partij gekozen. Zij zien echter niet in dat ongeacht aan welke zijde iemand zich in deze wereld plaatst, hij zich nog steeds aan de zijde van de Duivel bevindt als hij actief een van de nationalistische programma’s en gedragslijnen steunt die door dit samenstel van dingen op de voorgrond worden gesteld.
25. Waarom kunnen wij volledig op Jehovah vertrouwen wanneer wij toekomstige kwesties op het gebied van het materialisme en het nationalisme onder de ogen zien?
25 Laat u dus noch door het materialisme noch door het nationalisme van uw loopbaan als een christen afbrengen, zodat u op een zijspoor geraakt. Stel uw volledige vertrouwen op God en zijn koninkrijk in handen van zijn Zoon, Christus Jezus. „Laat uw levenswijze vrij zijn van de liefde voor geld, en weest tevreden met de tegenwoordige dingen. Want hij heeft gezegd: ’Ik zal u geenszins in de steek laten noch u ooit verlaten.’ Zodat wij goede moed kunnen hebben en kunnen zeggen: ’Jehovah is mijn helper; ik zal niet bevreesd zijn. Wat kan een mens mij doen?’” (Hebr. 13:5, 6) Er zijn echter nog andere hindernissen die een christen bij de wedloop om het eeuwige leven kunnen doen uitvallen, en hieraan zullen wij in volgende studies aandacht besteden.