U kunt volharden tot het einde
’Laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt.’ — HEBREEËN 12:1.
1, 2. Wat betekent het te volharden?
„GIJ hebt volharding nodig”, schreef de apostel Paulus aan de eerste-eeuwse Hebreeuwse christenen (Hebreeën 10:36). Ook de apostel Petrus beklemtoonde de belangrijkheid van deze hoedanigheid en drukte christenen op het hart: „[Voeg] bij uw geloof . . . volharding” (2 Petrus 1:5, 6). Maar wat is volharding precies?
2 Een Grieks-Engels lexicon definieert het Griekse werkwoord voor „volharden” als „blijven in plaats van vluchten . . . standhouden, volhouden”. Met betrekking tot het Griekse zelfstandig naamwoord voor „volharding” zegt één naslagwerk: „Het is de gezindheid waardoor men dingen kan dragen, niet slechts met berusting, maar met een vurige hoop . . . Het is de eigenschap die een mens ondanks tegenspoed overeind houdt. Het is de deugd die de zwaarste beproeving in heerlijkheid kan veranderen omdat ze achter de pijn het einddoel ziet.” Volharding stelt iemand dus in staat pal te staan als hij met belemmeringen en moeilijkheden te kampen heeft en de hoop niet te verliezen. Wie in het bijzonder hebben deze hoedanigheid nodig?
3, 4. (a) Wie hebben volharding nodig? (b) Waarom moeten wij tot het einde volharden?
3 Alle christenen nemen figuurlijk deel aan een wedloop die volharding vergt. Omstreeks het jaar 65 G.T. schreef de apostel Paulus aan zijn medewerker en getrouwe reisgezel Timotheüs de volgende geruststellende woorden: „Ik heb de voortreffelijke strijd gestreden, ik heb de loopbaan tot het einde gelopen, ik heb het geloof bewaard” (2 Timotheüs 4:7). Met de uitdrukking „de loopbaan tot het einde gelopen” vergeleek Paulus zijn leven als een christen met een wedloop, met een vastgesteld parcours en een eindstreep. Tegen die tijd naderde Paulus zegevierend het einde van de wedloop, en hij keek vol vertrouwen vooruit om de beloning te ontvangen. „Van nu af”, zei hij verder, „is voor mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid, die de Heer, de rechtvaardige rechter, mij op die dag als beloning zal geven” (2 Timotheüs 4:8). Paulus was er zeker van dat hij de beloning zou krijgen omdat hij tot het einde had volhard. Hoe staat het met ons?
4 Om degenen die aan de wedloop zijn gaan meedoen aan te moedigen, schreef Paulus: ’Laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt’ (Hebreeën 12:1). Als christenen gaan wij aan deze duurloop deelnemen wanneer wij ons door bemiddeling van Jezus Christus aan Jehovah God opdragen. Een goede start in de wedloop van het discipelschap is belangrijk, maar wat uiteindelijk telt is dat wij de wedloop uitlopen. Jezus verklaarde: „Wie tot het einde heeft volhard, die zal gered worden” (Mattheüs 24:13). De prijs die degenen wacht die de wedloop met succes uitlopen, is eeuwig leven! Derhalve moeten wij, daar wij een doel in gedachten hebben, tot het einde volharden. Wat zal ons helpen dat doel te bereiken?
Juiste voeding — een must
5, 6. (a) Waaraan moeten wij aandacht schenken teneinde in de wedloop om het leven te volharden? (b) Van welke geestelijke voorzieningen moeten wij gebruikmaken, en waarom?
5 In de buurt van de stad Korinthe (Griekenland) lag de plaats waar in de oudheid de beroemde Isthmische Spelen werden gehouden. Paulus was zich er ongetwijfeld van bewust dat de Korinthische broeders en zusters bekend waren met de atletiekwedstrijden en andere toernooien die daar werden gehouden. Gebruikmakend van hun kennis herinnerde hij hen aan de wedloop om het leven waaraan zij een aandeel hadden: „Weet gij niet dat de hardlopers in een wedloop allen hardlopen, maar dat slechts één de prijs ontvangt? Loopt zo dat gij hem moogt behalen.” Paulus beklemtoonde de belangrijkheid in de wedloop te blijven en zich krachtig in te spannen tot de eindstreep is bereikt. Maar wat zou hen daarbij helpen? „Iedereen die aan een wedstrijd deelneemt, [oefent] zelfbeheersing in alle dingen”, voegde hij eraan toe. Ja, de deelnemers aan de Griekse wedstrijden onderwierpen zich aan een rigoureuze training, zagen er nauwlettend op toe wat zij aten en dronken en legden al hun activiteiten aan banden teneinde te winnen. — 1 Korinthiërs 9:24, 25.
6 Wat kan er gezegd worden van de wedloop waaraan christenen zijn gaan deelnemen? „Het is zaak aandacht te schenken aan je geestelijke voeding als je in de wedloop om het leven wilt volharden”, zegt een ouderling in een gemeente van Jehovah’s Getuigen. Beschouw eens in wat voor geestelijk voedsel Jehovah, „de God die volharding . . . schenkt”, voor ons heeft voorzien (Romeinen 15:5). Onze voornaamste bron van geestelijk voedsel is zijn Woord, de bijbel. Dienen wij ons niet aan een goed bijbelleesschema te houden? Door bemiddeling van „de getrouwe en beleidvolle slaaf” heeft Jehovah ook de actuele tijdschriften De Wachttoren en Ontwaakt! en andere op de bijbel gebaseerde publicaties verschaft (Mattheüs 24:45). Door deze ijverig te bestuderen, zullen wij geestelijk worden gesterkt. Ja, wij moeten tijd inruimen — ’de gelegen tijd uitkopen’ — voor persoonlijke studie. — Efeziërs 5:16.
7. (a) Waarom mogen wij ons er niet tevreden mee stellen louter christelijke grondleerstellingen te kennen? (b) Hoe kunnen wij „tot rijpheid voortgaan”?
7 Om op het parcours van het christelijke discipelschap te blijven, moeten wij voortbouwen op de „grondleer” en „tot rijpheid voortgaan” (Hebreeën 6:1). Daarom moeten wij belangstelling aankweken voor „de breedte en lengte en hoogte en diepte” van de waarheid en ons voeden met het ’vaste voedsel dat bij rijpe mensen behoort’ (Efeziërs 3:18; Hebreeën 5:12-14). Sta bijvoorbeeld eens stil bij de vier betrouwbare verslagen van Jezus’ leven op aarde — de evangeliën van Mattheüs, Markus, Lukas en Johannes. Door middel van een zorgvuldige studie van deze evangelieverslagen kunnen wij niet alleen te weten komen welke daden Jezus verrichtte en wat voor persoon hij was, maar krijgen wij ook oog voor het denkpatroon waardoor zijn daden werden gemotiveerd. Vervolgens kunnen wij ’de zin van Christus krijgen’. — 1 Korinthiërs 2:16.
8. Hoe helpen christelijke vergaderingen ons in de wedloop om het leven te volharden?
8 Paulus vermaande medegelovigen: „Laten wij op elkaar letten ten einde tot liefde en voortreffelijke werken aan te sporen, het onderling vergaderen niet nalatend, zoals voor sommigen gebruikelijk is, maar laten wij elkaar aanmoedigen, en dat te meer naarmate gij de dag ziet naderen” (Hebreeën 10:24, 25). Wat zijn christelijke vergaderingen een bron van aanmoediging! En hoe verkwikkend is het samen te zijn met liefdevolle broeders en zusters die belangstelling voor ons hebben en ons willen helpen tot het einde te volharden! Wij kunnen het ons niet veroorloven deze van Jehovah afkomstige liefdevolle voorziening lichtvaardig op te vatten. Laten wij door middel van onze ijverige persoonlijke studie en ons geregeld vergaderingsbezoek „volwassen [worden] in verstandelijke vermogens”. — 1 Korinthiërs 14:20.
Toeschouwers om u aan te sporen
9, 10. (a) In welk opzicht kunnen toeschouwers in een duurloop een bron van aanmoediging zijn? (b) Wat is de in Hebreeën 12:1 genoemde „grote wolk van getuigen rondom ons”?
9 Ongeacht hoe goed een hardloper echter getraind is, er kunnen zich langs het parcours dingen voordoen waardoor hij uit zijn ritme kan raken. „Gij liept goed. Wie heeft u verhinderd de waarheid te blijven gehoorzamen?”, vroeg Paulus (Galaten 5:7). Kennelijk raakten sommige van de Galatische christenen in slecht gezelschap en werden als gevolg daarvan in hun wedloop om het leven afgeleid. Steun en aanmoediging van anderen kan er daarentegen voor zorgen dat het gemakkelijker wordt in de wedloop te volharden. Dit lijkt veel op de uitwerking die de toeschouwers in een wedstrijd op de deelnemers kunnen hebben. Enthousiaste menigten voeren de spanning op waardoor de deelnemers van het begin tot het eind gemotiveerd blijven. De juichkreten van de toeschouwers, samen met luide muziek en hard handgeklap, kunnen de deelnemers de extra stimulans bezorgen die zij nodig hebben als zij aan de eindspurt beginnen. Ja, meelevende toeschouwers kunnen een positieve invloed uitoefenen op degenen die aan de wedloop meedoen.
10 Wie zijn de toeschouwers in de wedloop om het leven waaraan christenen zijn gaan deelnemen? Na getrouwe voorchristelijke getuigen van Jehovah te hebben opgesomd, zoals die in hoofdstuk 11 van Hebreeën staan vermeld, schreef Paulus: „Daarom dan, omdat wij zo’n grote wolk van getuigen rondom ons hebben, laten [wij] . . . met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt” (Hebreeën 12:1). Toen Paulus zich van de metafoor van een wolk bediende, gebruikte hij niet het Griekse woord ter beschrijving van een scherpomlijnde wolk van duidelijke grootte en vorm. In plaats daarvan gebruikte hij een woord dat volgens de lexicograaf W. E. Vine „duidt op een wolkachtige, vormeloze massa die de hemel bedekt”. Kennelijk had Paulus een grote menigte getuigen in gedachten — zo veel dat zij als een wolkenmassa waren.
11, 12. (a) Hoe kunnen getrouwe voorchristelijke getuigen ons als het ware aanmoedigen de wedloop met volharding te lopen? (b) Hoe kunnen wij vollediger voordeel trekken van de „grote wolk van getuigen”?
11 Kunnen getrouwe voorchristelijke getuigen letterlijk hedendaagse toeschouwers zijn? Beslist niet! Zij slapen allen in de dood, in afwachting van een opstanding. Maar toen zij nog leefden, waren zij zelf succesvolle hardlopers, en hun voorbeeld leeft voort op de bladzijden van de bijbel. Als wij de Schrift bestuderen, kunnen deze getrouwen in onze geest tot leven komen en ons als het ware aanmoedigen de wedloop tot het einde te lopen. — Romeinen 15:4.a
12 Wanneer wij bijvoorbeeld door gelegenheden die de wereld biedt worden verlokt, zou een beschouwing van de wijze waarop Mozes de pracht en praal van Egypte verwierp, ons dan niet motiveren op het parcours te blijven? Wanneer wij voor een beproeving staan die zwaar schijnt te zijn, zou het ons beslist aanmoedigen het in de strijd voor het geloof niet op te geven als wij ons de moeilijke beproeving voor de geest halen waarmee Abraham werd geconfronteerd toen hem gevraagd werd zijn zoon Isaäk te offeren. De mate waarin de „grote wolk” van deze getuigen ons aldus aanspoort, hangt af van hoe duidelijk wij hen met onze ogen des verstands zien.
13. In welk opzicht sporen hedendaagse getuigen van Jehovah ons in de wedloop om het leven aan?
13 Wij zijn ook omringd door heel wat getuigen van Jehovah in deze tijd. Wat hebben gezalfde christenen alsook mannen en vrouwen uit de „grote schare” een schitterend voorbeeld van geloof gegeven! (Openbaring 7:9) Wij kunnen van tijd tot tijd hun levensgeschiedenissen in dit tijdschrift en andere Wachttoren-publicaties lezen.b Als wij over hun geloof nadenken, worden wij aangemoedigd tot het einde te volharden. En wat fantastisch is het de steun te hebben van goede vrienden en naaste familieleden die zelf Jehovah getrouw dienen! Ja, wij hebben velen die ons in de wedloop om het leven kunnen aansporen.
Houd een verstandig tempo aan
14, 15. (a) Waarom is het belangrijk een verstandig tempo aan te houden? (b) Waarom dienen wij in het stellen van doeleinden redelijk te zijn?
14 Wanneer een hardloper een lange afstand loopt, zoals een marathon, moet hij een verstandig tempo aanhouden. „Wanneer u te snel van start gaat, stuurt u op een fiasco aan”, zegt het tijdschrift New York Runner. „Hoogstwaarschijnlijk zal het gevolg zijn dat de laatste paar kilometer een lange, moeizame strijd worden of dat u het opgeeft.” Eén marathonloper herinnert zich: „De spreker bij een lezing die ik ter voorbereiding op de wedloop bijwoonde, liet de duidelijke waarschuwing horen: ’Probeer niet snellere hardlopers bij te houden. Houd uw eigen tempo aan. Anders zult u uitgeput raken en het misschien moeten opgeven.’ Het ter harte nemen van deze raad hielp mij de wedloop uit te lopen.”
15 In de wedloop om het leven moeten Gods dienstknechten zich krachtig inspannen (Lukas 13:24). Maar de discipel Jakobus schreef: „De wijsheid van boven is . . . redelijk” (Jakobus 3:17). Hoewel het goede voorbeeld van anderen ons kan aanmoedigen meer te doen, zal redelijkheid ons helpen ons in overeenstemming met onze bekwaamheden en omstandigheden realistische doeleinden te stellen. De Schrift vermaant ons: „Laat een ieder zich ervan vergewissen wat zijn eigen werk is, en dan zal hij alleen met betrekking tot zichzelf, en niet in vergelijking met de andere persoon, reden tot opgetogenheid hebben. Want een ieder zal zijn eigen vracht dragen.” — Galaten 6:4, 5.
16. Hoe worden wij door bescheidenheid geholpen ons tempo te bepalen?
16 In Micha 6:8 wordt ons de volgende tot nadenken stemmende vraag gesteld: „Wat vraagt Jehovah van u terug dan . . . bescheiden te wandelen met uw God?” Bescheidenheid behelst dat wij ons bewust zijn van onze beperkingen. Heeft een verslechterende gezondheid of gevorderde leeftijd ons enigszins beperkt met betrekking tot wat wij in Gods dienst kunnen doen? Laten wij niet ontmoedigd raken. Jehovah aanvaardt onze krachtsinspanningen en offers ’naar hetgeen wij hebben, niet naar hetgeen wij niet hebben’. — 2 Korinthiërs 8:12; vergelijk Lukas 21:1-4.
Houd uw oog gericht op de prijs
17, 18. Door waarop het oog gericht te houden, werd Jezus geholpen de martelpaal te verduren?
17 Toen Paulus de Korinthische christenen wees op de noodzaak om in de wedloop om het leven te volharden, noemde hij nog een aspect in de Isthmische Spelen dat hun aandacht waard was. Over de deelnemers in die spelen schreef Paulus: „Nu [lopen] zij . . . natuurlijk om een vergankelijke kroon te verkrijgen, maar wij een onvergankelijke. Daarom is de wijze waarop ik hardloop, niet onzeker; de wijze waarop ik mijn slagen richt, is dusdanig dat ik niet in de lucht sla” (1 Korinthiërs 9:25, 26). De prijs voor de winnaar in die spelen uit de oudheid was een kroon, of krans, gemaakt van dennengroen of ander groen, of zelfs van gedroogde wilde selderie — werkelijk een „vergankelijke kroon”. Maar wat wacht christenen die tot het einde volharden?
18 Verwijzend naar ons Voorbeeld, Jezus Christus, schreef de apostel Paulus: „Wegens de hem in het vooruitzicht gestelde vreugde heeft hij een martelpaal verduurd, schande verachtend, en is hij aan de rechterhand van de troon van God gaan zitten” (Hebreeën 12:2). Jezus volhardde tot het einde van zijn menselijke leven door voorbij de martelpaal naar zijn beloning te kijken, waarbij ook de vreugde is inbegrepen die hij smaakt door een aandeel te hebben aan de heiliging van Jehovah’s naam, door de menselijke familie los te kopen van de dood en door als Koning te regeren en als Hogepriester gehoorzame mensen tot eeuwig leven op een paradijsaarde te herstellen. — Mattheüs 6:9, 10; 20:28; Hebreeën 7:23-26.
19. Wat dienen wij in gedachte te houden terwijl wij de wedloop van het christelijke discipelschap lopen?
19 Beschouw de vreugde die ons in het vooruitzicht is gesteld terwijl wij de wedloop van het christelijke discipelschap lopen. Jehovah heeft ons het diepe voldoening schenkende werk gegeven om het goede nieuws van Gods koninkrijk te prediken en de levensreddende kennis van de bijbel aan anderen mee te delen (Mattheüs 28:19, 20). Wat is het heerlijk iemand te vinden die belangstelling heeft voor de ware God en die persoon te helpen aan de wedloop om het leven te gaan deelnemen! En hoe de mensen tot wie wij prediken ook reageren, het is een voorrecht een aandeel te hebben aan het werk dat verband houdt met de heiliging van Jehovah’s naam. Wanneer wij ondanks onverschilligheid of tegenstand van de zijde van mensen in ons predikingsgebied in de bediening volharden, smaken wij de vreugde Jehovah’s hart te verheugen (Spreuken 27:11). En de grootse beloning die hij ons belooft, is eeuwig leven. Wat een vreugde zal dat zijn! Wij moeten deze zegeningen in het oog houden en de wedloop blijven lopen.
Nu het einde naderbij komt
20. Hoe kan de wedloop om het leven moeilijker worden nu het einde naderbij komt?
20 In de wedloop om het leven moeten wij strijd voeren tegen onze voornaamste vijand, Satan de Duivel. Nu wij het einde naderen, tracht hij ons onophoudelijk tot struikelen te brengen of het ons langzamer aan te laten doen (Openbaring 12:12, 17). En het is niet gemakkelijk om met het oog op de oorlogen, de hongersnoden, de pestilenties en alle andere ontberingen die „de tijd van het einde” kenmerken, getrouwe, opgedragen Koninkrijksverkondigers te blijven (Daniël 12:4; Mattheüs 24:3-14; Lukas 21:11; 2 Timotheüs 3:1-5). Bovendien schijnt het einde soms misschien verder weg te zijn dan wij hebben verwacht, vooral als wij al tientallen jaren geleden aan de wedloop zijn gaan deelnemen. Toch verzekert Gods Woord ons dat het einde zal komen. Jehovah zegt dat het niet te laat zal komen. Het einde is in zicht. — Habakuk 2:3; 2 Petrus 3:9, 10.
21. (a) Wat zal ons sterken terwijl wij de wedloop om het leven blijven lopen? (b) Wat dient ons vaste besluit te zijn nu het einde naderbij komt?
21 Teneinde de wedloop om het leven dus te kunnen uitlopen, moeten wij kracht putten uit datgene wat Jehovah ons liefdevol aan geestelijke voeding heeft verschaft. Wij hebben ook alle aanmoediging nodig die wij kunnen krijgen uit geregelde omgang met onze medegelovigen, die de wedloop eveneens lopen. Zelfs al zouden hevige vervolging en onvoorziene omstandigheden onderweg onze wedloop bemoeilijken, wij kunnen tot het einde volharden omdat Jehovah ons „de kracht [verleent] die datgene wat normaal is te boven gaat” (2 Korinthiërs 4:7). Hoe geruststellend is het te weten dat Jehovah wil dat wij de wedloop zegevierend uitlopen! ’Laten wij vastbesloten met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt’, in het vaste vertrouwen dat wij „te zijner tijd zullen . . . oogsten indien wij het niet moe worden”. — Hebreeën 12:1; Galaten 6:9.
[Voetnoten]
a Zie voor een bespreking van Hebreeën 11:1–12:3 De Wachttoren van 15 januari 1987, blz. 10-20.
b Enkele recente voorbeelden van zulke aanmoedigende ervaringen staan in De Wachttoren van 1 juni 1998, blz. 28-31; 1 september 1998, blz. 24-28; 1 februari 1999, blz. 25-29.
Kunt u zich dit herinneren?
◻ Waarom moeten wij tot het einde volharden?
◻ Welke voorzieningen van Jehovah dienen wij niet te veronachtzamen?
◻ Waarom is het belangrijk een verstandig tempo aan te houden?
◻ Welke vreugde is ons in het vooruitzicht gesteld terwijl wij aan de wedloop blijven deelnemen?
[Illustratie op blz. 18]
Put aanmoediging uit christelijke vergaderingen