Kan een beeld vrede en zekerheid brengen?
HOE reageert u op de vraag: ’Kan een beeld vrede en zekerheid brengen’? Vindt u het vreemd dat zo’n vraag wordt gesteld? Wie zou zelfs maar beweren dat een beeld een eind aan oorlog zou kunnen maken?
Er is echter een beeld waarnaar gedurende meer dan dertig jaar als ’s mensen beste hoop op vrede is opgezien. Het is niet de beeltenis van een mens of een dier, maar het is een internationale organisatie. Als beeld vormt die organisatie een weerspiegeling van de toestand waarin de wereld verkeert. Welke organisatie is dat? Het is de Verenigde Naties. In de Philadelphia Inquirer werd een Amerikaanse functionaris aangehaald die over deze organisatie zei: „De V.N. vormen een spiegel van de wijze waarop de wereld eruitziet — niet van de wijze waarop wij graag zouden willen dat ze eruit zou zien.” Dag Hammarskjöld uitte als secretaris-generaal van de Verenigde Naties vaak dezelfde gedachte.
Het verbazingwekkende feit doet zich voor dat de bijbel reeds naar het ontstaan van zo’n beeld, spiegel of weerspiegeling van het wereldomvattende politieke stelsel vooruitwees. Door te onderzoeken wat de bijbel zegt, komen wij van tevoren te weten welke rol de Verenigde Naties alsnog in de wereldaangelegenheden zullen spelen. Het is uiterst waardevol ons deze kennis eigen te maken, aangezien wij hierdoor geholpen zullen worden in deze kritieke periode van de menselijke geschiedenis een verstandige handelwijze te volgen.
EEN BEELD WAARVAN?
In het bijbelboek Openbaring worden de ontwikkelingen in de wereldaangelegenheden in symbolische taal afgeschilderd. De betekenis van wat er wordt gezegd, kan met behulp van andere bijbelgedeelten en de werkelijke geschiedkundige gebeurtenissen vastgesteld worden.
Een symbolische beschrijving die op de Verenigde Naties van toepassing is, wordt in Openbaring 13:14, 15 aangetroffen, waar wij lezen dat er ’een beeld van het wilde beest gemaakt moest worden’. Zoals eerder werd beschreven, geleek dat wilde beest „op een luipaard” en had het „zeven koppen” en „tien horens” (elk voorzien van een diadeem), ’poten als die van een beer’ en een muil als een leeuwemuil. — Openb. 13:1, 2.
In de profetie van Daniël wordt melding gemaakt van vier beesten — een leeuw, een beer, een luipaard en een vreesinboezemend beest met tien horens — die elk een ’koning’ of ’koninkrijk’ vertegenwoordigden (Dan. 7:4-7, 17, 23). Het „wilde beest” van Openbaring heeft derhalve kenmerken van de beesten van Daniëls profetie. In The Interpreter’s Dictionary of the Bible wordt op grond hiervan de volgende conclusie getrokken: „Het eerste van deze beesten [van Openbaring hoofdstuk 13] bezit de gezamenlijke kenmerken van de vier beesten van Daniëls visioen . . . Dit eerste beest vertegenwoordigt derhalve de gecombineerde krachten van alle tegen God gekante politieke heerschappij in de wereld.” — Deel 1, blz. 369.
Aangezien veel natiën in de Verenigde Naties vertegenwoordigd zijn, vormt deze organisatie beslist een beeld, weerspiegeling of spiegel van deze politieke heerschappijen die de mensheid beheersen.
HET ’SCHARLAKENGEKLEURDE WILDE BEEST’
Het beeld van het wilde beest wordt later, in Openbaring 17:3, klaarblijkelijk een „scharlakengekleurd wild beest” genoemd. Evenals het „wilde beest” van Openbaring 13:1, 2, heeft het ’scharlakengekleurde wilde beest’ „zeven koppen en tien horens”. Het weerspiegelt dus de belangrijkste kenmerken van het „wilde beest”. De horens van het ’scharlakengekleurde wilde beest’ zijn echter niet van diademen voorzien. Dit is passend, aangezien het ’scharlakengekleurde wilde beest’ geen afbeelding vormt van het gehele stelsel van politieke heerschappij zoals deze successievelijk door zeven wereldmachten is uitgeoefend. Volgens Openbaring 17:11 is het ’scharlakengekleurde wilde beest’ in plaats daarvan „een achtste koning, maar [het] spruit voort uit de zeven”. Dit stemt overeen met het feit dat de grote machten of overblijfselen ervan die eens over uitgestrekte gebieden hebben geheerst, in de Verenigde Naties zijn vertegenwoordigd. Als eenheid treedt de organisatie van de Verenigde Naties op als een „koning”, met een autoriteit die te vergelijken is met die welke door een heerser wordt uitgeoefend.
WAT LIGT IN DE TOEKOMST?
De bijbel zegt echter niet dat deze „achtste koning” ware vrede en zekerheid tot stand zal brengen. De bijbel wijst op een sombere toekomst voor het ’scharlakengekleurde wilde beest’ door te zeggen dat het ’de vernietiging tegemoet gaat’ (Openb. 17:11). Hoewel de Verenigde Naties geen blijvende vrede tot stand kunnen brengen, kunnen ze er echter wel toe bijdragen dat de situatie zich dermate ontwikkelt dat de mensen ten slotte zullen zeggen: „Vrede en zekerheid!”
Degenen die zich niet door zo’n roep laten misleiden, handelen wijs. Waarom? De bijbel antwoordt: „Wanneer zij zeggen: ’Vrede en zekerheid!’ dan zal een plotselinge vernietiging ogenblikkelijk over hen komen zoals het barenswee over een zwangere vrouw, en zij zullen geenszins ontkomen.” — 1 Thess. 5:3.
Men kan slechts aan deze rampspoed ontkomen door zich afgescheiden te houden van menselijke plannen om „vrede en zekerheid” tot stand te brengen op een wijze waarbij God en zijn Woord buiten beschouwing worden gelaten. Dit blijkt uit wat de bijbel vervolgens tot ware christenen zegt: „Gij, broeders, gij zijt niet in duisternis, zodat die dag u zo zou overvallen gelijk hij dieven zou overvallen.” — 1 Thess. 5:4.
Sommige mensen zullen misschien redeneren dat zij zich nergens zorgen over hoeven te maken. Aangezien zij lid zijn van een religieuze organisatie, hebben zij misschien het gevoel dat zij door geen enkele rampspoed getroffen zullen worden. Dit kan echter een heel gevaarlijke redenering zijn. De bijbel toont aan dat niet alle religie door God wordt goedgekeurd. In een brief aan medegelovigen schreef de christelijke discipel Jakobus: „De vorm van aanbidding die van het standpunt van onze God en Vader uit bezien rein en onbesmet is, is deze: voor wezen en weduwen zorgen in hun verdrukking en zichzelf onbevlekt van de wereld bewaren” (Jak. 1:27). „Overspeelsters, weet gij niet dat de vriendschap met de wereld vijandschap met God is?” (Jak. 4:4) Religieuze organisaties die in naam christelijk zijn maar zich niet rein houden met betrekking tot de wegen, houdingen en daden van de wereld, zijn dus van Gods standpunt uit bezien hoeren of prostituées. Ze zijn ontrouw aan de God die ze als hun Heer belijden.
Het is derhalve interessant op te merken dat de Schrift in verband met het ’scharlakengekleurde wilde beest’ over een hoer spreekt. Wij lezen: „Ik kreeg een vrouw in het oog die op een scharlakengekleurd wild beest zat, dat vol was van lasterlijke namen en dat zeven koppen en tien horens had. En de vrouw was getooid met purper en scharlaken en versierd met goud en edelgesteente en parels, en in haar hand had zij een gouden beker, die vol was van walgelijkheden en de onreinheden van haar hoererij. En op haar voorhoofd was een naam geschreven, een mysterie: ’Babylon de Grote, de moeder van de hoeren en van de walgelijkheden der aarde.’” — Openb. 17:3-5.
Hoe staat het met de religieuze stelsels van de wereld als geheel? Gedragen ze zich als de hoer „Babylon de Grote”? Hebben ze naar de Verenigde Naties opgezien als ’s mensen enige hoop op vrede en zekerheid, en derhalve als noodzakelijk voor hun eigen voortbestaan? Vertrouwen deze religieuze stelsels derhalve niet op de Verenigde Naties zoals een ruiter zich op zijn paard verlaat? De feiten spreken voor zichzelf.
De Rooms-Katholieke Kerk en de Wereldraad van Kerken, met een ledental van meer dan 250 kerken, hebben herhaaldelijk verklaard dat de organisatie der Verenigde Naties „de belangrijkste aardse hoop op wereldvrede” vormt. In de New Catholic Encyclopedia wordt gezegd: „Recente pausen hebben de nadruk gelegd op de noodzaak van een internationale organisatie en de beginselen waardoor deze zich dient te laten leiden, en hebben de V.N. geprezen wegens de doeleinden en verschillende programma’s en prestaties ervan. De Heilige Stoel heeft een permanente waarnemer bij de V.N. en schenkt zowel financiële als morele steun aan veel van de economische, sociale, wetenschappelijke, culturele en menslievende programma’s ervan. De Heilige Stoel is als volledig lid of als waarnemer actief met een aantal gespecialiseerde instellingen verbonden en neemt deel aan diplomatieke en andere conferenties die door de V.N. worden belegd. Zestien internationale katholieke organisaties dragen formeel tot het werk van ECOSOC en van verscheidene gespecialiseerde instellingen bij doordat ze een adviserende status bij deze lichamen innemen, en katholieke groepen en personen in verscheidene landen dragen tot de vorming van het nationale beleid en optreden met betrekking tot de V.N. bij.” — Deel 14, blz. 423.
Zal deze vriendschappelijke houding ten aanzien van de wereld enig religieus stelsel werkelijk tot voordeel strekken? Neen, de bijbel verklaart dat „Babylon de Grote”, het overspelige religieuze rijk, een grote schok zal ervaren. In Openbaring 17:16 staat: „De tien horens die gij gezien hebt, en het wilde beest, die zullen de hoer haten en zullen haar woest en naakt maken, en zij zullen haar vleesdelen opeten en zullen haar geheel met vuur verbranden.”
Het is dus heel gevaarlijk om ook maar iets met het ’scharlakengekleurde wilde beest’ te maken te hebben. Het zal nooit ware vrede en zekerheid tot stand brengen, maar zal een vernietigende kracht ontketenen tegen de religieuze stelsels die er als ’s mensen „belangrijkste aardse hoop op wereldvrede” naar hebben opgezien. Dit dient niet als een verrassing te komen. Nu reeds verklaren veel leden van de Verenigde Naties openlijk dat ze anti-God zijn. Wanneer het ’scharlakengekleurde wilde beest’ en zijn „tien horens” zich tegen de religie keren, zullen ze dus niet uit liefde voor de Allerhoogste handelen. Het optreden tegen de religie zal een uiting van een anti-God houding zijn. Dus ook al slaagt dit „beest” erin een ogenschijnlijke vrede en zekerheid te bewerkstelligen, dan zal het toch de vernietiging verdienen omdat het volledig tegen Jehovah God gekant is. Om die reden zullen degenen die met de V.N. „Vrede en zekerheid!” zullen uitroepen, door rampspoed getroffen worden, ook al sympathiseren zij niet met „Babylon de Grote”.
Handelt u in overeenstemming met deze vooraf gegeven kennis? Hebt u zich van de wegen, houdingen en handelwijze van de wereld afgescheiden? Bewijst u dat u naar Gods koninkrijk onder Christus opziet als het enige middel dat blijvende vrede en zekerheid zal schenken? Alleen door deze dingen te blijven doen, kunt u de hoop koesteren te ontkomen aan verwikkelingen die zouden kunnen betekenen dat u Gods goedkeuring en het leven zelf verliest.