Vragen van lezers
● Wat wilde Jezus aantonen toen hij zei dat men geen nieuwe lap op een oud kleed naait of nieuwe wijn in oude wijnzakken doet?
Strikt genomen bedoelde hij dat het christendom niet in overeenstemming gebracht zou en kon worden met het judaïsme van zijn dagen, en de daarbij behorende menselijke overleveringen die zich hadden ontwikkeld.
Volgens het verslag van Markus zei Jezus: „Niemand naait een lap ongekrompen stof op een oud bovenkleed; doet hij dit wel, dan trekt de nieuwe lap door zijn volle sterkte aan het oude kleed en de scheur wordt nog groter. Ook doet niemand nieuwe wijn in oude wijnzakken; doet hij dit wel, dan doet de wijn de zakken barsten en gaat de wijn verloren met de zakken. Maar nieuwe wijn doet men in nieuwe wijnzakken.” — Mark. 2:21, 22; Matth. 9:16, 17; Luk. 5:36-39.
Men had Jezus juist gevraagd waarom zijn discipelen niet net als de religieuze leiders, de Farizeeën, vastten. Christus antwoordde dat het in de tijd dat hij bij zijn volgelingen was, niet passend was als een teken van rouw te vasten. Daarna sprak hij de hierboven aangehaalde woorden.
Er school praktische wijsheid in zijn illustraties. Als u een nieuwe lap op een oud kleed naait, zal het nieuwe materiaal in de was krimpen en losscheuren. Of wanneer u nieuwe wijn in een oude wijnzak doet, die zijn elasticiteit heeft verloren, zal de zak barsten wanneer de nieuwe wijn gist en er kooldioxyde vrijkomt.
Jezus hielp zijn toehoorders derhalve inzien dat niemand van zijn volgelingen mocht verwachten dat zij zich naar de oude praktijken van het judaïsme, zoals ritueel vasten, zouden richten. Ook kon zijn krachtige nieuwe leer niet in het systeem van de joodse religie worden ingepast. Degenen die Jezus hoorden en volgden konden zich daarentegen verheugen in de vitaliteit van zijn onderwijzingen, zonder te trachten ze zo af te zwakken dat ze zich met de farizeese manieren van de joodse leiders zouden laten mengen.